Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-510319-20-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Primaire doel:- Het vergelijken van de werkzaamheid van zanidatamab in combinatie met chemotherapie of in combinatie met…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- Progressievrije overleving (progression-free survival, PFS) volgens de
Response Evaluation Criteria in Solid Tumors versie 1.1 (RECIST 1.1),
beoordeeld door geblindeerde onafhankelijke centrale beoordeling (blinded
independent central review, BICR)
- Totale overleving (overall survival, OS)
Secundaire uitkomstmaten
- Bevestigd objectief responspercentage (objective response rate, ORR) volgens
RECIST 1.1, beoordeeld door BICR
- Duur van respons (duration of response, DOR) volgens RECIST 1.1, beoordeeld
door BICR
- PFS volgens RECIST 1.1, naar het oordeel van de onderzoeker
- bevestigde ORR volgens RECIST 1.1, naar het oordeel van de onderzoeker
- DOR volgens RECIST 1.1, naar het oordeel van de onderzoeker
- Algehele overleving (OS)
- PFS volgens RECIST 1.1, door BICR
- Frequentie, type, ernst en verband met bijwerkingen (adverse events, AE*s)
- Frequentie en ernst van klinische laboratoriumafwijkingen
- Verandering ten opzichte van de baseline in onderzoek naar
gezondheidseconomie en -uitkomsten/door de patiënt gemelde resultaten (health
economics and outcomes research/patient-reported outcomes, HEOR/PRO) parameters
- serum concentraties en PK-parameters voor zanidatamab
- Serum concentratie voor tislelizumab
- Frequentie, duur en tijdstip van aanvang van anti*zanidatamab-antilichamen en
neutraliserende antilichamen, indien van toepassing
- Frequentie, duur en tijdstip van aanvang van anti*tislelizumab-antilichamen
en neutraliserende antilichamen, indien van toepassing
Achtergrond van het onderzoek
Zanidatamab wordt onderzocht als een nieuwe therapie voor HER2-positieve GEA.
Zanidatamab hecht aan HER2 en kan HER2-positieve kankercellen doden. Het is
vergelijkbaar met de huidige standaardtherapie (trastuzumab) die ook aan HER2
kan binden. Zanidatamab kan op twee verschillende plaatsen aan HER2 binden,
terwijl trastuzumab op één plaats aan HER2 bindt, dus de manier waarop ze
werken kan verschillen.
Tislelizumab wordt ook onderzocht in deze studie. Tislelizumab kan zich hechten
aan een eiwit dat aanwezig is op het oppervlak van immuuncellen. Dit eiwit
voorkomt dat de afweercellen van het lichaam specifieke kankercellen herkennen
of doden. Tislelizumab kan dit eiwit blokkeren en de kankerdodende functie van
de immuuncellen herstellen.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-510319-20-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Primaire doel:
- Het vergelijken van de werkzaamheid van zanidatamab in combinatie met
chemotherapie of in combinatie met chemotherapie en tislelizumab met de
werkzaamheid van trastuzumab in combinatie met chemotherapie bij proefpersonen
met niet-reseceerbaar, lokaal gevorderd, recidiverend of gemetastaseerd
HER2-positief GEA
Secundaire doelen:
- Het verder vergelijken van de werkzaamheid van zanidatamab in combinatie met
chemotherapie of chemotherapie en tislelizumab met chemotherapie met trastuzumab
- Het beoordelen van de bijdrage van componenten van tislelizumab in
combinatie met zanidatamab en chemotherapie
- Het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van zanidatamab in
combinatie met chemotherapie of chemotherapie en tislelizumab
- Het beoordelen van het effect van zanidatamab in combinatie met chemotherapie
of chemotherapie en tislelizumab op de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van
leven (health-related quality of life, HRQoL)
- Het beoordelen van de farmacokinetiek (pharmacokinetics, PK) van zanidatamab
in combinatie met chemotherapie of chemotherapie en tislelizumab
- Het beoordelen van de PK van tislelizumab in combinatie met chemotherapie en
zanidatamab
- Het beoordelen van de immunogeniciteit van zanidatamab in combinatie met
chemotherapie of chemotherapie en tislelizumab
- Het beoordelen van de immunogeniciteit van tislelizumab in combinatie met
chemotherapie of chemotherapie en zanidatamab
Verkennende doelen:
- Het beoordelen van lopende antitumoreffecten van zanidatamab met of zonder
tislelizumab en met chemotherapie na het begin van een nieuwe behandeling
- Het beoordelen van het nut van mogelijke biomarkers die verband kunnen houden
met werkzaamheid, resistentie en/of veiligheid van zanidatamab in combinatie
met chemotherapie, met of zonder tislelizumab
- Het beoordelen van de PK van trastuzumab in combinatie met
chemotherapie
- Het beoordelen van de immunogeniciteit van trastuzumab in combinatie
met chemotherapie
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerd, open-label, actief vergelijkend middel, wereldwijd
fase 3-onderzoek met 3 groepen naar de werkzaamheid en veiligheid van
zanidatamab in combinatie met standaardchemotherapie met of zonder tislelizumab
bij proefpersonen met gevorderd of gemetastaseerd GEA, waaronder adenocarcinoom
van de maag, gastro-oesofageale junctie (gastroesophageal junction, GEJ) en
slokdarm. Proefpersonen mogen geen eerdere systemische antikankerbehandeling
hebben ontvangen in de gevorderde/gemetastaseerde setting, en mogen in geen
enkele setting eerdere op humane epidermale groeifactorreceptor 2 (HER2) of
geprogrammeerde celdood-1/ geprogrammeerde celdood-ligand 1 (PD-1/PD-L1)
gerichte behandeling hebben ontvangen.
Nieuw of gearchiveerd tumorweefsel (meest recente biopsie) voor screening is
vereist van alle proefpersonen voor beoordeling van HER2-genamplificatie en
HER2-eiwitexpressie. De inschrijving wordt gebaseerd op een beoordeling door
het centraal laboratorium van de HER2-status. Beoordeling van de status van
microsatelliet-instabiliteit (MSI) en PD-L1-expressie is niet vereist voor
inschrijving, maar wordt retrospectief uitgevoerd.
Bij inschrijving worden proefpersonen gestratificeerd volgens geografische
regio (Azië, Europese Unie [EU]/Noord-Amerika, rest van de wereld), HER2-status
volgens centrale beoordeling (3+ immunohistochemie [IHC] kleuring, 2+
IHC-kleuring met in situ hybridisatie [ISH]-positiviteit) en Eastern
Cooperative Oncology Group performancestatus (ECOG PS; 0, 1), en gerandomiseerd
1:1:1 naar één van 3 behandelingsgroepen:
• Groep A: Trastuzumab (Herceptin®) plus naar keuze van de arts capecitabine
plus oxaliplatine (CAPOX) of 5-fluorouracil (5-FU) plus cisplatine (FP)
• Groep B: Zanidatamab plus naar keuze van de arts CAPOX of FP
• Groep C: Zanidatamab en tislelizumab plus naar keuze van de arts CAPOX of FP
De beslissing van de onderzoeker met betrekking tot het chemotherapieregime
(CAPOX of FP) moet vóór de randomisatie worden bepaald, en de proefpersonen
moeten het geselecteerde regime voortzetten gedurende de gehele duur van de
chemotherapie. Ziekterespons wordt beoordeeld met behulp van computertomografie
(CT) of magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) scans. Beoordelingsscans
worden om de 6 weken (Q6W) uitgevoerd gedurende de eerste 54 weken en daarna om
de 9 weken (Q9W).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten worden gerandomiseerd in 3 verschillende groepen in een verhouding van 1:1:1. Groep A. Proefpersonen in deze groep krijgen trastuzumab met chemotherapie (standaardbehandeling). Trastuzumab zal om de 3 weken worden toegediend als een enkelvoudige infusie in een ader. Groep B. Proefpersonen in deze groep krijgen zanidatamab met chemotherapie. Zanidatamab zal elke 3 weken via een infuus worden toegediend. Voorafgaand aan de toediening van zanidatamab zal premedicatie worden verstrekt om het risico op een allergische reactie op het onderzoeksgeneesmiddel te verminderen. Patiënten krijgen ook een medicijn voorgeschreven om diarree te voorkomen dat moet worden ingenomen met de eerste dosis van het onderzoeksgeneesmiddel en een paar dagen daarna. Groep C. Proefpersonen in deze groep krijgen zanidatamab met tislelizumab en chemotherapie. Zanidatamab zal elke 3 weken via een infuus worden toegediend. Tislelizumab zal elke 3 weken na toediening van zanidatamab worden toegediend. Voorafgaand aan de toediening van zanidatamab zal premedicatie worden verstrekt om uw risico op een allergische reactie op het onderzoeksgeneesmiddel te verminderen. Patiënten krijgen ook een medicijn voorgeschreven om diarree te voorkomen dat moet worden ingenomen met de eerste dosis van het onderzoeksgeneesmiddel en een paar dagen daarna.
Inschatting van belasting en risico
Het is bekend dat het gebruik van zanidatamab met of zonder combinatie met
tislelizumab bijwerkingen veroorzaakt. Ook de standaardtherapie trastuzumab
heeft bekende bijwerkingen. De proefpersonen zullen ook chemotherapie krijgen
met een bekend risicoprofiel.
Meest voorkomende bijwerkingen van zanidatamab (waargenomen bij meer dan 20%
van de mensen die zanidatamab hebben gebruikt):
- Diarree, waaronder ernstige diarree die uitdroging kan veroorzaken
- Misselijkheid
- Braken
- Vermoeidheid
- Infusiegerelateerde reacties (koorts, koude rillingen, lage bloeddruk, snelle
hartslag, zwakte, hoofdpijn, huiduitslag, zere keel, misselijkheid en braken,
moeite met ademhalen of slikken, netelroos of huiduitslag en zwelling)
Daarnaast:
Omdat zanidatamab op dezelfde manier werkt als andere HER2-gerichte
geneesmiddelen die hartproblemen kunnen veroorzaken, kunnen er tijdens de
behandeling al dan niet hartproblemen optreden. Patiënten zullen worden
geïnformeerd om rechtstreeks contact op te nemen met hun arts bij symptomen van
hartproblemen, zoals pijn op de borst, kortademigheid, zwelling van de enkels
en/of vermoeidheid.
In zeldzame gevallen kunnen allergische reacties levensbedreigend zijn en
onmiddellijke medische aandacht vereisen en de behandeling stopzetten. Deze
symptomen kunnen zijn piepende ademhaling, pijn en een beklemd gevoel op de
borst, zwelling, netelroos, huiduitslag, zich zwak voelen en flauwvallen.
Een type witte bloedcel, neutrofielen genaamd, helpt infecties te bestrijden.
Zanidatamab kan uw witte bloedcellen verlagen (neutropenie).
Meest voorkomende bijwerkingen van tislelizumab (komen voor bij ten minste 10%
van de mensen):
- Misselijkheid
- Diarree
- Constipatie
- Braken
- Vermoeidheid
- Koorts
- Abnormale leverfunctie gemeten door levertesten
- Huiduitslag
- Jeuk
- Bloedarmoede
- Verminderde eetlust
- Hoesten
- Traag werkende schildklier (mogelijk koud gevoel, gewichtstoename, hartfalen
en/of constipatie)
Daarnaast:
Van tislelizumab en andere geneesmiddelen die vergelijkbaar zijn met
tislelizumab, wordt aangenomen dat ze kanker bestrijden door het immuunsysteem
te activeren om kanker aan te vallen. Bij sommige patiënten kunnen er echter
bijwerkingen optreden die verband houden met een overactief immuunsysteem, dat
schade aan uw organen of andere weefsels van uw lichaam kan veroorzaken. Bij de
meeste patiënten zijn deze bijwerkingen tijdelijk en kunnen ze worden behandeld
door te stoppen met tislelizumab en andere medicijnen te geven die het
immuunsysteem blokkeren.
De meest voorkomende bijwerkingen van trastuzumab (komen voor bij ten minste
10% van de mensen) zijn:
- Laag aantal witte bloedcellen
- Diarree
- Zich moe voelen
- Laag aantal rode bloedcellen
- Zwelling van het mondslijmvlies
- Gewichtsverlies
- Bovenste luchtweginfecties
- Koorts
- Laag aantal bloedplaatjes
- Zwelling van de slijmvliezen
- Zwelling van neus en keel
- Verandering in smaak
Daarnaast:
Trastuzumab kan ernstige bijwerkingen veroorzaken:
- Hartproblemen: Deze omvatten hartproblemen - zoals congestief hartfalen of
verminderde hartfunctie - met of zonder symptomen. Het risico op en de ernst
van deze hartproblemen waren het hoogst bij mensen die zowel trastuzumab als
een bepaald type chemotherapie kregen (antracycline; dit type geneesmiddel
wordt in dit onderzoek niet gebruikt). In een onderzoek naar adjuvante
(vroegtijdige) borstkanker stierf één patiënt aan een significant verzwakte
hartspier.
- Infusiegerelateerde reacties. De injectie van het onderzoeksgeneesmiddel in
de ader kan een reactie veroorzaken, vergelijkbaar met een allergie, tijdens of
na de infusie. Symptomen van een infusiegerelateerde reactie zijn: koorts en
koude rillingen, misselijkheid, braken, pijn (in sommige gevallen op
tumorplaatsen), hoofdpijn, duizeligheid, kortademigheid. Deze verschijnselen
treden meestal op binnen 24 uur na toediening van trastuzumab.
- Ernstige longproblemen: Tekenen zijn onder meer: **ernstige kortademigheid,
vocht in of rond de longen, verzwakking van de klep tussen het hart en de
longen, onvoldoende zuurstof in het lichaam, zwelling van de longen,
littekenvorming in de longen, laag wit aantal bloedcellen. Een laag aantal
witte bloedcellen kan levensbedreigend zijn. Lage aantallen witte bloedcellen
werden vaker gezien bij patiënten die trastuzumab plus chemotherapie kregen dan
bij patiënten die alleen chemotherapie kregen.
Ook kunnen de studieprocedures gepaard gaan met risico's en ongemakken. Naast
het onderzoeksgeneesmiddel kunnen de procedures en de combinatie hiervan leiden
tot risico's die momenteel niet bekend zijn.
De sponsor is van mening dat de bijwerkingen en de last die gepaard gaan met
deelname in verhouding staan tot de positieve effecten die deelname aan het
onderzoek kan hebben op het ziekteverloop van de patiënt.
Publiek
Waterloo Exchange, Waterloo Road Fifth floor
Dublin 4 D04 E5W7
IE
Wetenschappelijk
Waterloo Exchange, Waterloo Road Fifth floor
Dublin 4 D04 E5W7
IE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Histologisch bevestigd niet-reseceerbaar, lokaal gevorderd, recidiverend of
gemetastaseerd HER2-positief gastro-oesofageaal adenocarcinoom (adenocarcinomen
van de maag en de slokdarm, waaronder de gastro-oesofageale junctie),
gedefinieerd als 3+ HER2-expressie volgens IHC of 2+ HER2-expressie volgens IHC
met ISH-positiviteit per centrale beoordeling. Proefpersonen met oesofagaal
adenocarcinoom mogen op het moment van inschrijving niet in aanmerking komen
voor gecombineerde chemoradiotherapie.
2. Beoordeelbare (meetbare of niet-meetbare) ziekte zoals gedefinieerd door
RECIST 1.1
3. Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) performancestatusscore van 0 of 1,
beoordeeld binnen 3 dagen voorafgaand aan randomisatie.
4. Adequate orgaan functie.
5. Linkerventrikelejectiefractie (LVEF) >= 50% zoals bepaald door echocardiogram
of multiple gated acquisition scan (MUGA)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
VOORAFGAANDE BEHANDELING MET EEN OP HER2 GERICHT MIDDEL, MET UITZONDERING VAN
PROEFPERSONEN DIE > 5 JAAR VOORAFGAAND AAN DE EERSTE DIAGNOSE VAN GEA EEN OP
HER2 GERICHTE BEHANDELING VOOR BORSTKANKER KREGEN.
VOORAFGAANDE BEHANDELING MET EEN ANTI-PD-1, ANTI-PD-L1, ANTI-PD-L2 OF EEN ANDER
ANTILICHAAM OF GENEESMIDDEL DAT SPECIFIEK GERICHT IS OP CO-STIMULATIE VAN
T-CELLEN OF CHECKPOINTROUTES.
VOORAFGAANDE BEHANDELING MET SYSTEMISCHE ANTINEOPLASTISCHE THERAPIE VOOR
NIET-RESECTEERBAAR, LOKAAL GEVORDERD, RECIDIVEREND OF GEMETASTASEERD GEA. BIJ
PROEFPERSONEN DIE ZIJN BEHANDELD MET ADJUVANTE OF NEOADJUVANTE CHEMOTHERAPIE OF
CHEMORADIOTHERAPIE MAG BINNEN 6*MAANDEN NA AFRONDING VAN DE BEHANDELING GEEN
RECIDIEF OF PROGRESSIE VAN DE KANKER OPTREDEN. PROEFPERSONEN DIE EEN EERDERE
PALLIATIEVE LOKALE THERAPIE (BIJV. BESTRALING) HEBBEN ONDERGAAN, KOMEN IN
AANMERKING.
BINNEN 14 DAGEN VOORAFGAAND AAN RANDOMISATIE BESTRALING HEBBEN ONTVANGEN.
TOTALE ANTRACYCLINEBELASTING TIJDENS DE LEVENSDUUR HOGER DAN 360 MG/M2
DOXORUBICINE OF GELIJKWAARDIG.
ELKE AANDOENING WAARVOOR SYSTEMISCHE BEHANDELING MET CORTICOSTEROÏDEN (> 10 MG
PREDNISON PER DAG OF GELIJKWAARDIG) OF ANDERE IMMUNOSUPPRESSIEVE MEDICATIE
NODIG IS <= 14 DAGEN VOORAFGAAND AAN RANDOMISATIE (<=*4 WEKEN VOOR PROEFPERSONEN
MET METASTASEN IN HET CENTRALE ZENUWSTELSEL [CZS]; ZIE EXCLUSIECRITERIUM #11).
OPMERKING: PROEFPERSONEN DIE MOMENTEEL EEN VAN DE VOLGENDE BEHANDELINGEN MET
STEROÏDEN VOLGEN OF DEZE EERDER HEBBEN GEVOLGD, WORDEN NIET UITGESLOTEN:
Bijniervervangende steroïden (dosis prednison <= 10 mg per dag of
gelijkwaardig).
Topische, oculaire, intra-articulaire, intranasale of geïnhaleerde
corticosteroïden met minimale systemische absorptie.
Korte behandeling (<= 7 dagen) met corticosteroïden die profylactisch worden
voorgeschreven (bijv. voor contraststofallergie) of voor de behandeling van een
niet-auto-immuunziekte (bijv. overgevoeligheidsreactie van het vertraagde type
veroorzaakt door contactallergeen).
VOORGESCHIEDENIS VAN OVERGEVOELIGHEID OF CONTRA-INDICATIES VOOR EEN WERKZAME
STOF/WERKZAAM BESTANDDEEL VAN EEN ONDERZOEKSMIDDEL, INCLUSIEF
CHEMOTHERAPIECOMPONENTEN (CISPLATINE, OXALIPLATINE, 5FLUOROURACIL OF
CAPECITABINE), MURIENE EIWITTEN (TRASTUZUMAB), MONOKLONALE ANTILICHAMEN,
RECOMBINANTE EIWITTEN EN/OF EEN VAN DE HULPSTOFFEN DIE VERMELD STAAN ALS
BESTANDDEEL VAN EEN VAN DE GENEESMIDDELSAMENSTELLINGEN.
IN FRANKRIJK EN ITALIË MOET BIJ DE TOEWIJZING VAN CHEMOTHERAPIE VOLGENS DE
STANDAARDZORG REKENING WORDEN GEHOUDEN MET DE VOLGENDE CONTRA-INDICATIES:
Proefpersonen met bekende gehoorstoornissen mogen niet worden toegewezen aan
een behandeling die cisplatine bevat.
Proefpersonen met een uitgangswaarde voor CrCl < 60 ml/min mogen niet worden
toegewezen aan een behandeling die cisplatine bevat.
Proefpersonen met hypokaliëmie, hypomagnesiëmie of hypocalciëmie van welke
graad dan ook op het moment van inclusie mogen niet worden toegewezen aan een
behandeling die oxaliplatine bevat.
BEKENDE GEDEELTELIJKE OF VOLLEDIGE DIHYDROPYRIMIDINEDEFICIËNTIE (DPD) OF
GEBRUIK VAN GENEESMIDDELEN WAARVAN BEKEND IS DAT ZE DPD REMMEN (INCLUSIEF
BRIVUDINE, SORIVUDINE EN ANALOGEN) BINNEN 4 WEKEN VOORAFGAAND AAN RANDOMISATIE.
IN FRANKRIJK IS HET TESTEN VAN DE PLASMA-URACILCONCENTRATIE VERPLICHT BIJ DE
BASELINE; IN ITALIË IS HET TESTEN OP DPD-DEFICIËNTIE VERPLICHT BIJ DE BASELINE.
ZWARE OPERATIE IN DE 28 WEKEN VOORAFGAAND AAN RANDOMISATIE.
DE VOLGENDE ZIEKTEGERELATEERDE RISICOFACTOREN:
Klinisch significante bloeding (gemeenschappelijke criteria voor toxiciteit bij
ongewenste voorvallen (Common Toxicity Criteria for Adverse Events, NCI CTCAE,
2017)*>=*graad*3) uit het maagdarmkanaal (gastro-intestinal, GI) in de 4 weken
voorafgaand aan randomisatie.
Klinisch significante darmobstructie (CTCAE*>=*graad*3).
Ophoping van pleuravocht, ascitesvocht of pericardvocht waarvoor drainage nodig
is in de 2 weken voorafgaand aan randomisatie.
ONBEHANDELDE CZS-METASTASEN, SYMPTOMATISCHE CZS-METASTASEN OF BESTRALING VOOR
CZS-METASTASEN IN DE 4 WEKEN VOORAFGAAND AAN RANDOMISATIE. STABIELE, BEHANDELDE
HERSENMETASTASEN ZIJN TOEGESTAAN (GEDEFINIEERD ALS PERSONEN DIE VOLLEDIG VAN
STEROÏDEN EN ANTICONVULSIVA AF ZIJN EN NEUROLOGISCH STABIEL ZIJN ZONDER
RADIOLOGISCHE TEKENEN VAN PROGRESSIE GEDURENDE TEN MINSTE 4 WEKEN VOORAFGAAND
AAN RANDOMISATIE).
BEKENDE VOORGESCHIEDENIS VAN OF AANHOUDENDE LEPTOMENINGEALE ZIEKTE (LMD).
PROEFPERSONEN KOMEN IN AANMERKING ALS LMD RADIOLOGISCH GERAPPORTEERD IS, MAAR
KLINISCH NIET VERMOED WORDT DOOR DE ONDERZOEKER EN DE PROEFPERSOON GEEN
NEUROLOGISCHE SYMPTOMEN VAN LMD HEEFT.
GEBREKKIG BEHEERSTE EPILEPTISCHE AANVALLEN. (VOOR PROEFPERSONEN MET
EPILEPTISCHE AANVALLEN IN DE ANAMNESE: HET NIVEAU VAN BEHEERSING VAN
EPILEPTISCHE AANVALLEN WORDT BEPAALD DOOR DE ONDERZOEKER OP BASIS VAN LOKALE OF
REGIONALE RICHTLIJNEN.)
BEKENDE BIJKOMENDE MALIGNITEIT DIE NIET ALS GENEZEN WORDT BESCHOUWD OF WAARVOOR
BEHANDELING NODIG WAS IN DE AFGELOPEN 3 JAAR. UITZONDERINGEN ZIJN KANKERS MET
EEN ZEER LAGE WAARSCHIJNLIJKHEID VAN RECIDIEF (D.W.Z. BEHANDELINGEN MET EEN
GERAPPORTEERD GENEZINGSPERCENTAGE >*95% OF RECIDIEFPERCENTAGE <*5%), INCLUSIEF
KANKERS IN EEN VROEG STADIUM (CARCINOMA IN SITU OF STADIUM I) DIE MET CURATIEVE
INTENTIE ZIJN BEHANDELD, BASAALCELCARCINOOM VAN DE HUID, PLAVEISELCELCARCINOOM
VAN DE HUID DAT EEN CURATIEVE THERAPIE HEEFT ONDERGAAN EN BAARMOEDERHALSKANKER
IN SITU.
ERNSTIGE CHRONISCHE OF ACTIEVE INFECTIES WAARVOOR SYSTEMISCHE ANTIBACTERIËLE,
ANTISCHIMMEL- OF ANTIVIRALE THERAPIE NODIG IS (UITZONDERING: ANTIVIRALE
MIDDELEN TEGEN HEPATITIS B ZIJN TOEGESTAAN ALS DE PROEFPERSONEN > 2 WEKEN
VOORAFGAAND AAN RANDOMISATIE WORDEN BEHANDELD) [ZIE EXCLUSIECRITERIUM #17A].
ACUTE OF CHRONISCHE ONBEHEERSTE NIERZIEKTE, PANCREATITIS OF LEVERZIEKTE (MET
UITZONDERING VAN PROEFPERSONEN MET HET SYNDROOM VAN GILBERT, ASYMPTOMATISCHE
GALSTENEN, LEVERMETASTASEN OF STABIELE CHRONISCHE LEVERZIEKTE VOLGENS
BEOORDELING VAN DE ONDERZOEKER).
BEKENDE ACTIEVE HEPATITIS, WAARONDER:
Acute of chronische hepatitis B (Uitzondering: proefpersonen die positief zijn
voor hepatitis B-oppervlakteantigeen [HBsAg], komen in aanmerking als zij
hepatitis B-virus (HBV) DNA hebben dat lager is dan 500 IE/ml of 2.500 kopieën/
ml). Opmerking: proefpersonen met detecteerbaar HBsAg of detecteerbaar HBV-DNA
moeten worden behandeld volgens de institutionele of lokale richtlijnen.
Patiënten die tijdens de screening met antivirale middelen beginnen, moeten
voorafgaand aan randomisatie > 2 weken worden behandeld.
Infectie met hepatitis C (Uitzondering [i]: proefpersonen die geen
voorgeschiedenis van curatieve virale behandeling hebben en gedocumenteerd
negatief zijn voor de virale belasting komen in aanmerking; [ii] proefpersonen
die >= 12 weken curatieve virale therapie hebben voltooid voorafgaand aan
randomisatie, en van wie de virale lading negatief is, komen in aanmerking).
INFECTIE MET HUMAAN IMMUNODEFICIËNTIEVIRUS (HIV) IN DE ANAMNESE.
BEKENDE SARS-COV-2-INFECTIE; PROEFPERSONEN MET EEN EERDERE INFECTIE DIE IS
VERDWENEN VOLGENS DE VEREISTEN VAN LOKALE INSTELLINGEN EN SCREENINGRICHTLIJNEN
KOMEN IN AANMERKING.
KLINISCH SIGNIFICANTE HARTZIEKTE, ZOALS VENTRICULAIRE ARITMIE WAARVOOR THERAPIE
NODIG IS, ONBEHEERSTE HYPERTENSIE OF EEN VOORGESCHIEDENIS VAN SYMPTOMATISCH
CONGESTIEF HARTFALEN (CHF). PROEFPERSONEN MET EEN BEKEND MYOCARDINFARCT OF
INSTABIELE ANGINA PECTORIS IN DE 6 MAANDEN VOORAFGAAND AAN RANDOMISATIE ZIJN
OOK UITGESLOTEN. EERDERE HARTINSUFFICIËNTIE IN VERBAND MET
ANTIKANKERBEHANDELING MOET <= GRAAD 1 ZIJN OP HET MOMENT VAN OPTREDEN EN MOET
VOLLEDIG VERDWENEN ZIJN.
SYMPTOMATISCHE LONGEMBOLIE <= 28 DAGEN VOORAFGAAND AAN RANDOMISATIE.
ELK CEREBROVASCULAIR ACCIDENT IN DE ANAMNESE <= 6 MAANDEN VOORAFGAAND AAN
RANDOMISATIE.
QTC FRIDERICIA (QTCF) > 470 MS. OPMERKING: VOOR PROEFPERSONEN MET EEN LANGERE
QTCF OP HET INITIËLE ELEKTROCARDIOGRA
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-510319-20-00 |
EudraCT | EUCTR2021-000296-36-NL |
CCMO | NL77656.028.21 |