Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-518047-37-01 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Het doel van het onderzoek is tweeledig: allereerst proberen we de cognitieve bijwerkingen na ECT te beperken en daarmee de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Aandoening
Cognitieve stoornissen
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomst maat is verschil in cognitieve/geheugen scores en
depressie (Hamilton) scores voor/na ECT en follow-up. De cognitieve tests die
afgenomen worden zijn:
1. De 15 woorden test: dit is een korte test die het verbale leer en
geheugenvermogen meet van de participanten.
2. Vebale vloeiendheid test: dit is een korte test die meet hoeveel woorden
iemand binnen een minuut kan opzeggen en bedenken.
3. Montreal Cognitive Assessment: de MoCA is een screener/test voor algemene
cognitie.
Depressie wordt gekwantificeerd met de Hamilton Depression Rating Scale
(HAM-D). Deze vragenlijst (bestaande uit 17 items) is een veelgebruikt en
gevalideerd instrument in (internationaal) onderzoek om de ernst van de
depressie te meten.
Columbia University Autobiographical Memory Interview (CUAMI)
De CUAMI is een 30 minuten durend interview dat het autobiografische geheugen
van de participanten meet. Het is een gevalideerd instrument, en wordt veelal
in ECT gerelateerd onderzoek gebruikt. In het huidige onderzoek kiezen we voor
de verkorte versie om de belasting voor de patienten te verminderen.
Secundaire uitkomstmaten
Electroencephalograpy (EEG)
EEG metingen worden gedaan met hardware van BioSemi (Amsterdam). Het bestaat
uit een kap met 64 elektroden. Er wordt zowel resting state EEG, als taak EEG
afgenomen.
Kwaliteit van leven
Om te onderzoeken of ECT en rivastigmine add-on een positief effect hebben op
de kwaliteit van leven wordt de Euro-QoL-5D-5L afgenomen. Dit is een simpele,
betrouwbare en gevalideerde tool voor onderzoek en kan in 5 minuten worden
afgenomen.
Onbekwaamheid
Om de (ervaren) onbekwaamheid van participanten voor en na ECT te onderzoeken
gebruiken we de WHODAS 2.0: World Health Organization Disability Assessment
Schedule. Deze vragenlijst bestaat uit 12 items, en kost ongeveer 5 minuten om
te voltooien.
Verwachting van de behandeling
Bij elke visite zullen we de subjectieve verwachting of de participant denkt
dat hij/zij zal reageren op de behandeling, kwantificeren, De vraag wordt
geschaald op een schaal van -5 (negatieve verwachting), naar +5 (positieve
verwachting) en zal gevraagd worden aan de patient en de behandelaar.
PRAAT
Vrije spraak zal worden opgenomen, teneinde het kwantificeren van
spraakpatronen. Er wordt voor 5 minuten aan vrije spraak opgenomen. De
conversatie wordt geïnitieerd door open vragen. Als een participant een vraag
niet wenst te beantwoorden, dan wordt de vraag overgeslagen.
Nederlandse Leestest voor volwassenen (NLV)
De NLV is een veelgebruikt instrument om het premorbide IQ te schatten van de
proefpersonen.
Cognitive Failures Questionnaire (CFQ)
De CFQ is een vragenlijst bestaande uit 25 vragen die het subjectief ervaren
cognitieve vermogen van de proefpersonen meet op een 5-punts Likert schaal.
Subjective Assessment of Memory Impairment (SAMI)
De SAMI bestaat uit twee vragen. De eerste vraag gaat over het subjectief
ervaren geheugenverlies, en wordt gescoord op een 10-punt schaal. De twee vraag
gaat over de subjectief ervaren cognitieve beperkingen. Deze vraag wordt
gescoord op een 5-punt schaal.
Comprehensive assessment of symptoms and history (CASH)
De CASH is een uitgebreid interview die klinische informatie over de
psychiatrische historie van de patient verzamelt. Daarnaast wordt er informatie
verzameld over sociaaldemografische gegevens over alcohol- en drugsgebruik.
Achtergrond van het onderzoek
Elektroconvulsie therapie (ECT) is een van de meest effectieve behandeling voor
een zware behandeling refractoire unipolaire en bipolaire depressie. ECT is
effectiever dan farmacotherapie zoals tricyclische antidpepressiva, monoamine
oxidase inhibitors en elke vorm van psychotherapie. Ondanks de hoge
effectiviteit wordt ECT niet vaak ingezet. Een recente Nederlandse studie
berekende dat ongeveer 1.2% van chronisch depressieve patienten ECT aangeboden
krijgen, terwijl 26% hiervan baat zou kunnen hebben bij ECT. Van de mensen die
ECT krijgen reageert zo'n 60-70%. Wie wel reageert en wie niet reageert, is
helaas niet duidelijk en cognitieve bijwerkingen komen helaas veel voor.
In een recente studie vonden we dat meerde cognitieve tests een verslechtering
lieten zien na 10 eCT sessies. Zes maanden na de 10e sessie was, gemiddeld
genomen, de cognitie weer op het niveau van voor de ECT. Ondanks dat d
cognitieve bijwerkingen vaak kortdurend zijn, worden deze bijwerkingen wel als
een groot nadeel ervaren door patiënten en clinici. Als deze bijwerkingen
voorkomen kunnen worden, dan zouden meer patiënten en clinici kunnen opteren
voor ECT. Dit zal leiden tot effectievere behandeling, kortere duur van de
depressie en verbetering in kwaliteit van leven, terwijl de
gezondheidszorgkosten en productivteitsverlies dalen. Het toevoegen van een
cholinesterase inhibitor is een potentiele manier om de bijwerkingen te
beperken. Recente studies met muizen en ratten lieten zien dat het verlies van
cholinerge zenuwuitlopers correleerde met de cognitieve bijwerkingen in deze
dieren na elektroconvulsieve stimulatie. In deze studie gebruiken we
rivastigmine (een cholinesterase inhibitor) as een kandidaat voor het beperken
van de cognitieve bijwerkingen van ECT. Rivastigmine pleisters worden goed
verdragen en zijn wijdverspreid in gebruik voor de ziekte van Alzheimer.
Een volgende stap in het verbeteren van het gebruik van ECT is het kunnen
voorspellen wie wel en niet zal reageren op ECT. Op het moment is het nog
onduidelijk wie wel of niet reageert op ECT. Factoren die geassocieerd zijn met
een positieve respons zijn: oudere leeftijd, psychotische depressie, kortere
duur van de depressieve episode, snellere response (respons voor de 6e sessie
leidt tot hogere kans op remissie), en kleinere volumes van de gyrus dentatus.
Helaas zijn deze factoren niet specifiek genoeg om op individueel niveau een
goede voorspelling te kunnen maken. Een accurate voorspelling van met name
non-responders zal voorkomen dat ECT wordt toegepast zonder gewenst effect,
maar met ongewenste bijwerkingen. Een potentieel krachtige manier om ECT
response te classificeren die tegelijkertijd gemakkelijk te implementeren is in
de kliniek, is door gebruik te maken van EEG karakteristieken.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-518047-37-01 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Het doel van het onderzoek is tweeledig: allereerst proberen we de cognitieve
bijwerkingen na ECT te beperken en daarmee de verdraagbaarheid en toepassing
van ECT in de kliniek te verhogen. Als ECT ingezet kan worden voor de 26% die
er baat bij zou kunnen hebben, dan zal de morbiditeit en mortaliteit van
(chronische) depressie sterk dalen. Ten tweede proberen we een predictie
methode te ontwikkelen waar we op basis van klinische en EEG karakteristieken
accuraat kunnen voorspellen wie wel en wie niet gaat reageren. Als dat lukt,
dan kan voorkomen worden dat mensen met een zeer lage kans op verbetering toch
blootgesteld worden aan de risico's van ECT.
Onderzoeksopzet
We gebruiken een dubbel-blind, gerandomiseerd, placebo-gecontroleerd design om
de effectiviteit van rivastigmine te onderzoeken in de vorm van dagelijkse
pleisters versus pleisters zonder actieve stof. Patienten worden 4 keer
onderzocht met cognitieve/geheugen tests, klinische maten, en EEG metingen:
voor de ECT meting, binnen 72 uur na de eerste ECT sessie, als de behandeling
afgesloten wordt, en 3 maanden na afsluiting van de behandeling. Per
uitzondering krijgt de deelnemer een extra visite (gelijk aan de visite na de
ECT behandeling) in de week na stop van de studiemedicatie mits de ECT
behandeling hierna nog wordt voortgezet.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Rivastigimine als 'add-on' therapie voor ECT. Patiënten krijgen middels 1:1 randomisatie rivastigmine of een non-actieve pleister. Rivastigmine zal worden toegevoegd aan de ECT: in de eerste twee weken krijgen patiënten dagelijks een pleister met 4.6mg en daarna dagelijks een pleister met 9.5mg rivastigmine. Zodra de ECT stopt, stopt de rivastigmine ook.
Inschatting van belasting en risico
Het risico in deze studie wordt ingeschat op minimaal. Ondanks dat rivastigmine
bijwerkingen heeft, is het toegevoegde risico nihil: rivastigmine is een veilig
en goedgekeurd medicijn zonder directe farmacokinetische interacties.
Rivastigmine toegediend via pleisters heeft een milder bijwerkingen profiel,
dan rivastigmine via orale toediening. Voor een uitgebreidere beschrijving van
het bijwerkingen profiel, zie beneden bij: "Nature and extent of the burden and
risks associated with participation, benefit and group relatedness (if
applicable).
Publiek
Antonius Deusinglaan 1
Groningen 9713AV
NL
Wetenschappelijk
Antonius Deusinglaan 1
Groningen 9713AV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Leeftijd ouder dan 18
- Klinische indicatie voor ECT (zoals bepaald door de behandelaar)
- Een depressieve stoornis (zoals bepaald door de behandelaar)
- Nederlands als eerste taal
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Huidig Rivastigmine, galantamine, donezepil gebruik (alle cholinesterase
inhibitoire middelen)
- Zwangerschap/lactatie
- Verdenking neurodegeneratieve stoornis (zoals eerder gediagnosticeerd)
- Contraindicaties voor ECT
- Contraindicatie voor Rivastigmine
- Allergische reactie voor rivastigmine
- Cognitieve stoornis die niet verklaard wordt door de huidige depressieve
stoornis
- Bij het krijgen van poliklinische ECT behandeling, geen persoon beschikbaar
hebben die de rivastigmine/non-actieve pleister kan plakken
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-518047-37-01 |
EudraCT | EUCTR2020-005633-33-NL |
CCMO | NL76045.041.21 |