Gegevens uit deze studie zullen informatie geven over de frequentie van vrouwen met een hoger FNAIT-risico onder zwangere vrouwen met verschillende raciale en etnische kenmerken die prenatale zorg krijgen bij de betrokken instellingen en het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Plaatjesaandoeningen
- Neonatale en perinatale aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire onderzoeksdoelstelling:
Informatie verzamelen over de frequentie van vrouwen met een hoger risico op
FNAIT onder zwangere vrouwen met verschillende raciale en etnische kenmerken
die voor prenatale zorg komen
Primaire uitkomstmaat:
Het aantal vrouwen met hoger risico op FNAIT in vergelijking met het totale
aantal zwangere vrouwen dat wordt beoordeeld op een hoger risico op FNAIT, met
aandacht voor zelfgerapporteerde ras en etniciteit.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire onderzoeksdoelstelligen:
- Informatie verzamelen over de frequentie van humaan plaatjesantigeen (HPA)-1a
allo-immunisatie bij zwangere vrouwen met een hoger risico op FNAIT.
- Informatie verzamelen over de frequentie van zwangerschapsuitkomsten bij
zwangere vrouwen met een hoger risico op FNAIT.
Secundiare uitkomstmaten:
- Optreden van anti-HPA-1a maternale allo-immunisatie in week 10 na de bevalling
- Percentage spontane abortus, gedefinieerd als niet opzettelijk foetaal
overlijden dat eerder optreedt dan 19 weken zwangerschap
- Percentage electieve abortus, gedefinieerd als opzettelijke beëindiging van
de zwangerschap op elk moment tijdens de zwangerschap
- Percentage doodgeborenen, gedefinieerd als niet opzettelijk foetaal
overlijden op elk moment van de zwangerschap op of na
19 weken zwangerschap
- Percentage vroeggeboorten, gedefinieerd als levend geboren vóór 37 volledige
weken zwangerschap
- Percentage levend geborenen (>= 37 volledige weken zwangerschap)
Achtergrond van het onderzoek
Van de ongeveer 2% van de blanke zwangere vrouwen die HPA-1a-negatief zijn (dwz
HPA-1b/b), zal ongeveer 85% een HPA-1a-positieve foetus dragen. In het algemeen
zal bij ongeveer 10% van deze zwangere vrouwen alloimmunisatie optreden en
onder de foetussen of pasgeborenen van deze vrouwen, zal ongeveer 10% ernstige
trombocytopenie (50 x 109/L; < 50,000 platelets/mL)hebben, en velen
bloedingscomplicaties. Ongeveer 1% van de *incompatibele* foetussen of
pasgeborenen zullen een intracraniële bloeding krijgen. Van de vrouwen die
allo-geïmmuniseerd raken, zal 90% -98% afkomstig zijn van de ongeveer 27% die
HLA-DRB3*01:01 positief zijn, wat betekent dat de vrouwen met dit HLA-allel een
allo-immunisatierisico van ongeveer 25%-30% hebben, vs 1% tot 2% voor degenen
zonder het allel. HPA genotype frequenties variëren per ras en een
allo-immuunrespons tegen HPA-1a, het immunodominante bloedplaatjesantigeen bij
Kaukasische vrouwen (ongeveer 75-80% van de gevallen), is betrokken bij de
meerderheid van de FNAIT-gevallen (dwz in HPA-1bb homozygote zwangere vrouwen
die blootgesteld zijn aan foetale bloedplaatjes met HPA-1a expressie van een
HPA-1 positive vader). Gegevensrapportage over de frequentie van het
HPA-1b/b-genotype bij niet-Kaukasische populaties is beperkt, met rapporten die
een lagere frequentie in Afrikaanse populaties en bij Aziaten laten zien.
Gegevensrapportage over de frequentie van een populatie die de Spaanse
etniciteit meldt, zijn schaars. Gegevens uit deze studie zullen informatie
geven over de frequentie van vrouwen met een hoger FNAIT-risico onder zwangere
vrouwen met verschillende raciale en etnische kenmerken die prenatale zorg
krijgen bij de betrokken instellingen en toestemming voor het onderzoek gegeven
hebben en het beoordelen van het optreden van HPA-1a alloimmunisatie bij deze
vrouwen. Het is de bedoeling dat data uit deze studie als een externe controle
dienen voor een toekomstige single arm registratie studie naar een anti-HPA-1a
behandeling voor de preventie van FNAIT.
Doel van het onderzoek
Gegevens uit deze studie zullen informatie geven over de frequentie van vrouwen
met een hoger FNAIT-risico onder zwangere vrouwen met verschillende raciale en
etnische kenmerken die prenatale zorg krijgen bij de betrokken instellingen en
het beoordelen van het optreden van HPA-1a alloimmunisatie bij deze vrouwen.
Het is de bedoeling dat data uit deze studie als een externe controle dienen
voor een toekomstige single arm registratie studie naar een anti-HPA-1a
behandeling voor de preventie van FNAIT.
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectief, niet-interventioneel,onderzoek naar het natuurlijk
beloop van FNAIT.
Inschatting van belasting en risico
Dit is een laag risico studie: in veruit de meeste gevallen zal bij vrouwen
tijdens een reguliere venapunctie een extra buisje bloed worden afgenomen. In
een (zeer) klein aantal gevallen zal een verhoogd risico op FNAIT blijken en
zal een extra buisje bloed in studieverband worden afgenomen. Kennis hebben van
een verhoogd risico op FNAIT kan psychisch belastend zijn.
Publiek
234 Church Street, Suite 1020 1020
New Haven, US CT 06510
US
Wetenschappelijk
234 Church Street, Suite 1020 1020
New Haven, US CT 06510
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
zwangere vrouwen (>= 18 jaar oud) die geïnformeerde toestemming hebben gegeven
voor het onderzoek.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Voorgeschiedenis van FNAIT
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL78636.058.21 |