Primaire doelstelling en hypotheseIn proefpersonen met eerstelijns (1L) MSI-H of dMMR CRC in stadium IV die worden behandeld met pembrolizumab (MK-3475) versus chemotherapiebehandelingen volgens de zorgstandaard,Doelstelling: Het vergelijken van de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
In dit onderzoek wordt de PFS als primair eindpunt gebruikt. PFS is een
aanvaardbare maatstaf voor klinisch voordeel voor een gerandomiseerd fase
III-onderzoek waarin de superioriteit van een nieuwe antineoplastische therapie
wordt aangetoond, vooral als het effect groot is en de behandeling een
aanvaardbaar risico-batenprofiel heeft.
Secundaire uitkomstmaten
ORR per RECIST 1.1 door centrale beelvorming vendor
Achtergrond van het onderzoek
In de Verenigde Staten (VS) is CRC de op twee na vaakst gediagnosticeerde vorm
van kanker en de op twee na meest dodelijke vorm van kanker bij mannen en
vrouwen. Volgens een schatting van de American Cancer Society (Amerikaanse
kankervereniging) zullen in 2015 132.640 personen met CRC worden
gediagnosticeerd en zullen 49.700 personen aan deze ziekte overlijden. Ongeveer
4,5 procent van alle mannen en vrouwen zullen tijdens hun leven met colorectale
kanker worden gediagnosticeerd.
Colorectale kankers (CRC's) kunnen door moleculaire fenotypering worden
onderverdeeld in tumoren met een normaal DNA-mismatch-herstelmechanisme
(Mismatch Repair, MMR) en tumoren met een deficiënt
DNA-mismatch-herstelmechanisme (MMR deficiency, MMR-D). Tumoren met
microsatellietinstabiliteit (MSI) worden ingedeeld als MSI-H (hoog) naargelang
de mate van instabiliteit van de geteste merkers. Tumoren zonder dit kenmerk
worden ingedeeld als microsatellietstabiel (MSS). De schattingen van
MSI-H-prevalentie bij alle CRC-patiënten waren over verschillende onderzoeken
heen vergelijkbaar en varieerden van 14% tot 16%. In één bevolkinggebaseerd
onderzoek bij 2.080 personen die met incidente invasieve CRC werden
gediagnosticeerd tussen januari 1998 en juni 2002 en in een van de 3 counties
van de staat Washington (VS) woonden, kwamen MSI-H-tumoren voor in ongeveer 16%
van alle gevallen.
Kiembaanmutaties in MMR-genen veroorzaken een vatbaarheidssyndroom voor kanker
dat het syndroom van Lynch wordt genoemd. Kiembaanmutaties in de MMR-genen
MLH1, MSH2, MSH6 en/of PMS2 of EpCAM worden aangetroffen in personen met het
syndroom van Lynch, dat de oorzaak is van 2% tot 4% van alle gevallen van
colonkanker. [26] In veel onderzoeken werd vastgesteld dat sommige CRC's die
voorkwamen bij patiënten zonder syndroom van Lynch ook MSI vertoonden
(sporadische CRC's met MSI) en dat CRC's met MSI verschillende
klinisch-pathologische kenmerken, prognose en respons op chemotherapeutische
middelen vertoonden in vergelijking met microsatellietstabiele CRC's.
In ongeveer 15% van de gevallen van sporadische CRC en 5% van de gevallen van
CRC in stadium IV gaat het om MSI-H CRC; in de rest van de gevallen gaat het om
MSS CRC. De schattingen voor MSI-H CRC bij patiënten in stadium IV lopen uiteen
van ~3,5% tot 5%.
In een recent onderzoek werd gemeld dat als de aandoening zich opnieuw
voordoet, het prognostische voordeel van MSI-H CRC verloren is omdat de mediane
OS na recidief in stadium II 1,6 bedraagt versus 2,2 jaar (respectievelijk
MSI-H CRC versus MSS CRC; risicopercentage [hazard ratio, HR] 1,00, 95%
betrouwbaarheidsinterval [confidence interval, CI], 0,68-1,48; p > 0.99), en na
stadium III 1,2 versus 1,6 jaar bedraagt (respectievelijk MSI-H CRC versus MSS
CRC; HR 1,00, 95% CI, 0,85-1,17; p > 0,99). Dezelfde groep meldde dat het
hebben van MSI-H-status in feite nadelig is wanneer de aandoening gevorderd
is. Vijf procent van de primaire tumoren van 3.063 patiënten die gepoold zijn
uit vier eerstelijns fase III-onderzoeken naar CRC, bleek MSI-H te zijn. De
mediane PFS en OS waren aanzienlijk slechter voor patiënten met MSI-H CRC in
vergelijking met proficiënte MSS-tumoren (PFS: 6,2 versus 7,6 maanden; HR
1,33, 95% CI, 1,12-1,57; p = 0,001; OS: 13,6 versus 16,8; HR 1,35, 95% CI,
1,13-1,61; p = 0,001). Uit deze gegevens blijkt duidelijk dat de prognose voor
patiënten met gemetastaseerde MSI-H CRC ondanks de huidige behandelingsopties
slecht is. Daarom vormen patiënten met gevorderde of gemetastaseerde MSI-H CRC
een patiëntengroep met een sterk onvervulde medische behoefte.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling en hypothese
In proefpersonen met eerstelijns (1L) MSI-H of dMMR CRC in stadium IV die
worden behandeld met pembrolizumab (MK-3475) versus chemotherapiebehandelingen
volgens de zorgstandaard,
Doelstelling: Het vergelijken van de progressievrije overleving (Progression
Free Survival, PFS) volgens RECIST 1.1 door een centraal laboratorium voor
beeldvorming.
Hypothese (H1): Pembrolizumab (MK-3475) verlengt de PFS volgens RECIST 1.1 door
een centraal laboratorium voor beeldvorming vergeleken met
chemotherapiebehandelingen volgens de zorgstandaard.
Doelstelling: Het vergelijken van de totale overleving (Overall Survival, OS).
Hypothese (H2): Pembrolizumab (MK-3475) verlengt de OS vergeleken met
chemotherapiebehandelingen volgens de zorgstandaard.
Secundaire doelstelling(en) en hypothese(n)
In proefpersonen met 1L MSI-H of dMMR CRC in stadium IV die worden behandeld
met pembrolizumab (MK-3475) versus chemotherapiebehandelingen volgens de
zorgstandaard,
1) Doelstelling: Het vergelijken van de totale respons (Overall Response Rate,
ORR) volgens RECIST 1.1 door een centraal laboratorium voor beeldvorming.
Hypothese (H3): Pembrolizumab (MK-3475) verbetert de ORR vergeleken met
chemotherapiebehandelingen volgens de zorgstandaard
2) Doelstelling: Het evalueren van de veiligheids- en
verdraagbaarheidsprofielen.
Onderzoeksopzet
Dit is een internationaal, gerandomiseerd, open-label, gecontroleerd onderzoek
in twee subgroepen en in meerdere centra naar monotherapie met pembrolizumab
(MK-3475) versus standaardchemotherapie bij proefpersonen met
microsatellietinstabiliteit-hoog (MSI-H) of mismatch-repair-deficiënt (dMMR)
colorectaal carcinoom (CRC) in stadium IV.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Subgroep 1: Pembrolizumab (MK-3475) 200 mg IV elke 3 weken (q3w) OF Subgroep 2: Zorgstandaard (Standard of Care, SOC): Keuze van de onderzoeker uit het volgende: mFOLFOX6, of mFOLFOX6 + bevacizumab, of mFOLFOX6 + cetuximab, of FOLFIRI, of FOLFIRI+ bevacizumab, of FOLFIRI + cetuximab
Inschatting van belasting en risico
De patient zal de arts elke week of 3 weken bezoeken. De eerste visits zal
(indien nodig) een tumorbiopsie plaatsvinden. Elke visite zal een lichamelijk
onderzoek plaatsvinden en zal er bloed worden afgenomen. Tevens zal de patient
elke visite drie vragenlijsten invullen betreffende de
kwaliteit van Ieven, te weten de EORTC QLQ-C30, de EORTC QLQ-CR29, de EQ5D-3L.
De patient kan mogelijk lichamelijk en/of psychisch ongemak ervaren bij de
handelingen die worden uitgevoerd tijdens een visite, zoals bloedafname, het
aanleggen van een infuus, ecg, CT-scan, MRI, en tumorbiopsie.
De belangrijkste bijwerking die gemeld zijn bij het gebruik van MK3475 zijn
vermoeidheid, jeuk, huiduitslag, frequents of overmatige ontlasting,
gewrichtspijn en misselijkheid.
Publiek
Waarderweg 39
Haarlem 2031 BN
NL
Wetenschappelijk
Waarderweg 39
Haarlem 2031 BN
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Gedocumenteerde geïnformeerde toestemming voor het onderzoek geven.
2. Man of vrouw zijn met een leeftijd >= 18 jaar op de datum van ondertekening
van de geïnformeerde toestemming.
3. Lokaal bevestigd MMR-deficiënt (dMMR) of microsatellietinstabiliteit-hoog
(MSI-H) colorectaal carcinoom in stadium IV hebben (raadpleeg paragraaf 4.2.4.4
voor details)
4. ECOG-performancestatus (Eastern Cooperative Oncology Group) van 0 of 1
hebben voorafgaande in de 10 dagen van start van behandeling
5. Een levensverwachting van ten minste 3 maanden hebben
6. Meetbare ziekte hebben bij de basislijn gebaseerd op RECIST 1.1 zoals
bepaald door de onderzoeker/radiologische beoordeling van het lokale centrum.
7. Vrouwelijke proefpersonen die zwanger kunnen worden, moeten een negatieve
zwangerschapstest op serum hebben binnen 72 uur voorafgaand aan het krijgen van
de eerste dosis onderzoeksgeneesmiddel.
8. Vrouwelijke proefpersonen die zwanger kunnen worden, moeten instemmen met
het gebruik van een adequate anticonceptiemethode zoals vermeld in paragraaf
5.7.2 - 'Anticonceptie', gedurende het onderzoek vanaf de eerste dosis
onderzoeksbehandeling tot en met 180 dagen na de laatste dosis
onderzoeksbehandeling voor de chemotherapiesubgroep en 120 dagen voor de
subgroep voor pembrolizumab (MK-3475), naargelang wat het langste duurt.
9. Mannelijke proefpersonen die een kind kunnen verwekken, moeten instemmen met
het gebruik van een adequate anticonceptiemethode zoals vermeld in paragraaf
5.7.2 - 'Anticonceptie', vanaf de eerste dosis onderzoeksbehandeling tot en met
180 dagen na de laatste dosis onderzoeksbehandeling voor de
chemotherapiesubgroep (geen anticonceptie eisen voor pembrolizumab MK-3475 arm).
10. Een toereikende orgaanfunctie laten zien. Alle laboratoriumonderzoeken van
de screening moeten binnen 10 dagen vóór het begin van de behandeling worden
uitgevoerd.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Heeft eerdere systemische behandeling voor CRC in stadium IV gekregen.
Proefpersonen mogen eerdere adjuvante chemotherapie voor CRC hebben gekregen,
als deze maar ten minste 6 maanden vóór de randomisatie werd voltooid.
2. Neemt momenteel deel aan een ander onderzoek en krijgt daar een
onderzoeksbehandeling, of heeft deelgenomen aan een onderzoek naar een
experimenteel middel en een onderzoeksbehandeling gekregen, of heeft een
experimenteel hulpmiddel gebruikt binnen 4 weken vóór randomisatie.
3. Heeft een actieve auto-immuunziekte waarvoor in de afgelopen 2 jaar
systemische behandeling nodig is geweest (d.w.z. met gebruik van
ziekteverloopbeïnvloedende middelen, corticosteroïden of immunosuppressieve
geneesmiddelen). Vervangingstherapie (bijv. thyroxine, insuline of
fysiologische corticosteroïdenvervangingstherapie voor bijnier- of
hypofyse-insufficiëntie, etc.) wordt niet beschouwd als een vorm van
systemische behandeling.
4. Heeft een diagnose van immunodeficiëntie of krijgt systemische behandeling
met steroïden of een andere vorm van immunosuppressieve behandeling binnen 7
dagen vóór randomisatie.
5. Heeft bestralingstherapie gekregen binnen 4 weken vóór randomisatie voor de
onderzoeksbehandeling en is bij de basislijn nog niet hersteld van bijwerkingen
van bestralingstherapie. Proefpersonen die palliatieve bestralingstherapie
hebben gekregen op perifere plaatsen (bijv. botmetastase) mogen aan het
onderzoek deelnemen voordat 4 weken zijn verstreken, maar moeten hersteld zijn
van eventuele acute bijwerkingen.
6. Heeft gekende actieve metastasen in het centrale zenuwstelsel (CZS) en/of
carcinomateuze meningitis. Proefpersonen met eerder behandelde hersenmetastasen
mogen deelnemen, op voorwaarde dat de hersenmetastasen stabiel zijn [zonder
aanwijzingen voor progressie die door beeldvorming is vastgesteld, zoals
bevestigd door magnetischeresonantiebeeldvorming (magnetic resonance imaging,
MRI) als MRI werd gebruikt bij eerdere beeldvorming, of zoals bevestigd door
computertomografie [CT] als CT werd gebruikt bij eerdere beeldvorming]
gedurende ten minste vier weken vóór de eerste dosis onderzoeksbehandeling;
bovendien moeten eventuele neurologische symptomen naar de basislijnstatus zijn
teruggekeerd, en mogen ze geen steroïden hebben gebruikt voor hersenmetastasen
gedurende ten minste 28 dagen vóór begin van het onderzoek. Carcinomateuze
meningitis valt niet onder deze uitzondering omdat proefpersonen met
carcinomateuze meningitis worden uitgesloten, ongeacht de klinische stabiliteit.
7. Heeft een grote chirurgische procedure, biopsie of aanzienlijk traumatisch
letsel ondergaan binnen 28 dagen vóór randomisatie.
8. Heeft voorafgaande behandeling gekregen met een immuuncheckpointremmer
(bijv. anti-PD-1, anti-PD-L1, anti-PD-L2-middel of anti-CTLA-4-middel, etc).
9. Heeft een andere maligniteit die zich ontwikkelt of actieve behandeling
nodig heeft. Uitzonderingen zijn niet-melanomateuze huidkanker die mogelijk
curatieve behandeling heeft ondergaan en cervixcarcinoom in situ.
10. Heeft een levend vaccin toegediend gekregen binnen 30 dagen vóór de
geplande aanvang van de onderzoeksbehandeling (zie paragraaf 5.5.2).
11. Heeft een voorgeschiedenis van, of huidige aanwijzingen voor, een
aandoening, behandeling, of afwijkende laboratoriumwaarde die de interpretatie
van de resultaten van het onderzoek zou kunnen bemoeilijken, van invloed zou
kunnen zijn op de deelname van de proefpersoon aan het volledige onderzoek, of
die, naar de mening van de behandelend onderzoeker, maakt dat deelname niet in
het belang van de proefpersoon is.
12. Heeft een gekende voorgeschiedenis van humaan immunodeficiëntievirus (hiv)
(hiv 1/2-antilichamen), actieve chronische of acute hepatitis B (bijv.
HBsAg-reactief) of hepatitis C (bijv. detectie van HCV-RNA [kwalitatief]).
13. Heeft een gekende voorgeschiedenis van of aanwijzingen voor interstitiële
longziekte of actieve, niet-infectieuze longontsteking.
14. Heeft een bekende historie van actieve tuberculose.
15. Heeft een actieve infectie die systemische behandeling vereist.
16. Heeft gekende psychiatrische of aan middelenmisbruik gerelateerde
stoornissen die het naleven van de onderzoeksvereisten zouden bemoeilijken.
17. Is zwanger of geeft borstvoeding of verwacht een kind te krijgen of te
verwekken binnen de verwachte duur van het onderzoek, vanaf het
screeningsbezoek tot en met 180 dagen na de laatste dosis onderzoeksbehandeling
voor de subgroep voor de zorgstandaard (voor zowel mannelijke en vrouwelijke
deelnemers) of 120 dagen na de laatste dosis voor de subgroep voor
pembrolizumab (MK-3475) (alleen voor vrouwelijke deelnemers).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2015-002024-89-NL |
CCMO | NL56051.056.15 |