Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-511679-14-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Evalueren of er een lagere 30-daagse mortaliteit is wanneer gecoilde aSAB patiënten in het subacute beloop behandeld worden met…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
- Vasculaire hemorragische aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Verschil in 30-daagse mortaliteit tussen de twee groepen.
Secundaire uitkomstmaten
Verschil tussen de twee groepen in:
• klinische uitkomst na 6 maanden gemeten middels de modified ranking scale
• kwaliteit van leven na 3 en 6 maanden
• cognitieve functie na 6 maanden
• ontstaan van delayed cerebral ischemia
• hoeveelheid (micro)infarcering op MRI na 6 maanden
• ontstaan van thrombo-embolische complicaties
• ontstaan van major of klinisch relevante non-major bloedingen
• ontstaan van bloedingen na of tijdens plaatsing externe ventrikel of lumbaal
drain of lumbaal puncties.
• hemostatische balans en markers van stollingsactivatie in het bloed
• inflammatie- en stollingsparameters in het bloed
• bestemming van patient na ontslag
• ontstaan van (shunt-afhankelijke) hydrocephalus
• overige SAB gerelateerde complicaties (ernstige hyponatriemie,
postprocedurele aneurysma ruptuur, rebleed, delier, epilepsie, diffuse
parenchymale zwelling of nosocomale infecties) tijdens opname.
Achtergrond van het onderzoek
De mortaliteit van aneurysmatische subarachnoïdale bloeding (aSAB) is hoog,
namelijk 32-39%. Daarnaast ervaart 50% van de overlevenden een permanente
handicap. DCI (delayed cerebral ischemia) speelt hierbij een grote rol wat bij
20-40% van de patiënten in het (sub)acute beloop na een aSAB ontstaat. De
mechanismen hierachter zijn grotendeels onbekend. Wel is duidelijk dat het een
complex pathofysiologisch proces is en niet geheel toe te schrijven is aan
zogenaamde vaatspasmen; een oude theorie die al meerdere malen als te eenvoudig
is weggezet.
In eerder onderzoek is het effect van heparine op DCI onderzocht, vanwege de
multipele farmacologische effecten van het medicijn. Behalve als anticoagulant
werkt heparine ook als vasodilatator van de microcirculatie en zou het toename
van de cerebrale bloedvoorziening kunnen veroorzaken. Tevens zijn er
verschillende anti-inflammatoire effecten toe te schrijven aan heparine.
In een recente retrospectieve studie naar aSAB patienten opgenomen in het AMC
die in het subacute beloop na de coiling van het aneurysma werden behandeld met
therapeutische doseringen nadroparine, bleek er een significant lagere
mortaliteit te zijn in vergelijking met een vergelijkbaar cohort waarbij
patiënten uitsluitend werden behandeld met een profylactische dosis
nadroparine. Hierbij waren er niet meer bloedingen. Dit suggereert een positief
effect van een hogere dosis nadroparine bij gecoilde aSAB patiënten.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-511679-14-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Evalueren of er een lagere 30-daagse mortaliteit is wanneer gecoilde aSAB
patiënten in het subacute beloop behandeld worden met een therapeutische
nadroparine, wanneer vergeleken wordt met de huidige standaard behandeling met
een profylactische dosis nadroparine.
Onderzoeksopzet
Een single center, prospectief, gerandomiseerde trial.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Therapeutische dosis nadroparine (2 maal daags 5700IE), gecontinueerd tot 21 dagen na de initiële bloeding of tot ontslag uit het ziekenhuis, in vergelijking met de standaard profylactische dosering (1dd 2850IE).
Inschatting van belasting en risico
De behandeling van patiënten na een aSAB wordt voor het grootste gedeelte
gedaan in het ziekenhuis en geeft geen extra belasting voor de patiënt. Na 6
maanden volgt er een kort gesprek op de polikliniek met de trial nurse, wat
gecombineerd wordt met de standaard controle afspraken.
Het grootste risico voor patiënten die een therapeutische dosis nadroparine
krijgen is de theoretisch verhoogde kans op spontane of interventie
gerelateerde bloedingen. Echter gelden er rondom een chirurgische interventie
zeer strikte regels tav couperen/stoppen van nadroparine en zal het risico op
het ontstaan van spontane bloedingen tijdens de opname zeer klein zijn vanwege
de bedrust die patiënten krijgen. Daarnaast is uit het eerdere retrospectieve
onderzoek gebleken dat er niet meer bloedingen optraden bij patiënten behandeld
met therapeutische doseringen nadroparine in vergelijking met de profylactische
dosis.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Volwassen patiënten met een aneurysmatische subarachnoïdale bloeding behandeld
middels coiling.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Stent geassisteerde coiling
Contra-indicaties voor laagmoleculaire heparine
Bewezen en actieve COVID-19
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Kamer G4-214
Postbus 22660
1100 DD Amsterdam
020 566 7389
mecamc@amsterdamumc.nl
Kamer G4-214
Postbus 22660
1100 DD Amsterdam
020 566 7389
mecamc@amsterdamumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-511679-14-00 |
EudraCT | EUCTR2018-000790-79-NL |
CCMO | NL65235.018.18 |