Het doel van dit klinisch onderzoek is om aan te tonen dat OCT-geleide stentimplantatie superieur is aan angiografie-geleide stentimplantatie in het bereiken van grotere lumenafmetingen post-PCI en in het verbeteren van de klinische cardiovasculaire…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Kransslagaderaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1. Beeldvormingsuitkomst: MSA, "minimal stent area"
De MSA post-PCI, beoordeeld aan de hand van OCT beelden, zal voor elke
gerandomiseerde arm bepaald worden door een onafhankelijk geblindeerd lab.
2. Klinische uitkomst: TVF, "target vessel failure"
De TVF is een samengesteld eindpunt bestaande uit: de tijd-tot-eerste
gebeurtenis van hartdood, frequentie myocardinfarct door de "target vessel", of
frequentie ischemie-gedreven revascularisatie van de "target vessel",
beoordeeld voor elke onderzoeksarm na minimaal 1 jaar en niet later dan 2 jaar
na de procedure.
Secundaire uitkomstmaten
Procedurele uitkomsten, op basis van OCT
1) Stentexpansie
2) Gemiddelde stentexpansie (%)
3) Plaque protrusie en in-stent trombose
4) Onbehandelde aandoening van het referentiesegment
5) Randdissecties
6) Malappositie stent
7) Randdetectie (alleen post-PCI in angiografie-arm, geblindeerd voor
onderzoeker)
8) Lumenoppervlakte in de stent
9) Effectief lumenoppervlakte
Aanvullende procedurele en klinische eindpunten
10) Verscheidene angiografische eindpunten (QCA).
11) verscheidene eindpunten gebaseerd op gebruik hulpmiddellen
12) Procedureduur
13) Gebruik contrastmiddel; door contrastmiddel geïnduceerde nefropathie
14) Procedureel succes
15) Procedurele complicaties
16) OCT-prestatiesucces
17) Complicaties gerelateerd aan de OCT-beeldvormingsprocedure
18) Bijkomende interventies op basis van de pre-PCI- of
post-stent-OCT-beeldvormingsrun die niet zouden zijn uitgevoerd op basis van
alleen angiografische geleiding (door centrum gemeld; beoordeeld per
proefpersoon; alleen OCT-arm):
Klinische uitkomsten na 30 dagen, 1 jaar en 2 jaar
19) Falen doellaesie
20) Mortaliteit ongeacht de oorzaak
21) Cardiaal en niet-cardiaal gerelateerde mortaliteit
22) Alle myocardinfarcten
23) TV-MI, niet-TV-MI en onbepaald bloedvat MI
24) Periprocedurele MI en niet-periprocedurele MI
25) Alle revascularisaties
26) ID-revascularisatie en niet-ID-revascularisatie
27) ID-TVR, ID-TLR en ID-niet-TLR TVR
28) Vastgestelde, mogelijke en vastgestelde/mogelijke stenttrombose
(ARC-definitie)
29) Relatie tussen directe postprocedurele OCT-parameters en
eindpuntpercentages na 2 jaar
Patient Reported Outcome-vragenlijsten
Patient Reported Outcome-vragenlijsten zijn onderdeel van dit onderzoek in het
kader van een aanvullende evaluatie van de effectiviteit van OCT-geleide
stentimplantatie. Tijdens dit onderzoek worden in het ziekenhuis de volgende
instrumenten toegepast (vereist bij baseline, optioneel postprocedureel) en
tijdens het follow-upbezoek na 30 dagen, 12 maanden en 24 maanden:
30) EuroQoL 5D (EQ-5D-5L)-enquête om de algemene gezondheidsstatus te
beoordelen
Achtergrond van het onderzoek
Angiografie wordt heden ten dage als standaard beeldvormingstechniek van het
coronaire vaatstelsel gebruikt om de PCI-strategie te begeleiden. Echter,
angiografie verschaft een 2-dimensionale weergave van een complexe
3-dimensionale structuur. Dit bemoeilijkt de interpretatie van de morfologie en
daarmee ziekte van de coronairvaten en brengt post-procedurele complicaties
niet volledig in kaart.
Optische coherentietomografie (OCT) is een relatief nieuwe intravasculaire
beeldvormingstechniek die met hoge-resolutie (10-20 µm)
dwarsdoorsnede-afbeeldingen van de coronairvaten maakt. De hoge resolutie maakt
het mogelijk om de morfologie in kaart te brengen en om suboptimale resultaten
van stentimplantatie nauwkeurig te optimaliseren en te identificeren.
Deze studie is bedoeld om de resultaten van OCT-geleide PCI te vergelijken met
de resultaten verkregen met angiografie geleide PCI bij
hoog-klinisch-risicopatiënten of hoog-angiografische risico-laesies.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit klinisch onderzoek is om aan te tonen dat OCT-geleide
stentimplantatie superieur is aan angiografie-geleide stentimplantatie in het
bereiken van grotere lumenafmetingen post-PCI en in het verbeteren van de
klinische cardiovasculaire uitkomsten voor patiënten met klinische
risicokenmerken en/of met angiografisch vastgestelde risicolaesies.
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectief, enkelblind klinisch onderzoek waarbij proefpersonen
worden gerandomiseerd naar OCT-geleide PCI of naar angiografisch geleide PCI in
een verhouding van 1:1.
Het klinisch onderzoek wordt uitgevoerd in circa 125 centra in Noord-Amerika
(VS en Canada), Europa, Midden-Oosten en Azië-Pacific. Er zullen maximaal 3656
gerandomiseerde proefpersonen en circa 375 "roll-in"-proefpersonen aan het
klinisch onderzoek deelnemen. Een centrum mag niet meer dan 15% van het totale
aantal gerandomiseerde proefpersonen registreren.
De proefpersonen die aan dit klinisch onderzoek deelnemen, worden 2 jaar lang
gevolgd. De verwachte deelnameduur is ongeveer 2 jaar. De totale duur van het
klinisch onderzoek is naar verwachting ongeveer 5 jaar.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Een onderzoeksgroep ontvangt de stent-implantatie geleid door OCT waar de andere onderzoeksgroep de stent-implantatie ontvangt geleid door angiografie. Beide beeldvormingstechnieken worden al in de standaard zorg toegepast.
Inschatting van belasting en risico
Er wordt een extra OCT-catheter gebruikt na de stentplaatsing bij patienten die
gerandomiseerd worden in de angiografie arm. Dit wordt gedaan om extra imaging
beelden te genereren voor studiedoeleinden. Het risico van het inbrengen van
een extra catheter is minimaal tijdens deze procedure.
Daarnaast zijn de gangbare risico's van een PCI behandeling van toepassing.
Het onderzoek vereist nauwelijks extra studiehandelingen ten opzichte van de
standaardzorg.
Publiek
Standaardruiter 13
VEENENDAAL 3905 PT
NL
Wetenschappelijk
Standaardruiter 13
VEENENDAAL 3905 PT
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De proefpersoon moet minimaal 18 jaar oud zijn.
2. De proefpersoon moet aanwijzingen hebben voor myocardiale ischemie (bijv.
stabiele angina, stille ischemie, instabiele angina of een acuut
myocardinfarct) die in aanmerking komen voor electieve PCI.
3. Patiënten die een geplande XIENCE-stentimplantatie ondergaan tijdens een
klinisch geïndiceerde PCI-procedure en die voldoen aan een of meerdere van de
volgende criteria:
A) Groot klinisch risico, gedefinieerd als;
i. Met medicatie behandelde diabetes mellitus, EN/OF
B) Belangrijke angiografisch vastgestelde risicolaesie(s) met ten minste één
doellaesie in elk doelvat dat/die gepland staat/staan voor randomisering en
dat/die voldoet/voldoen aan ten minste één van de volgende criteria;
i. De doellaesie is de oorzaak van:
• NSTEMI, gedefinieerd als een klinisch syndroom consistent met een acuut
kransslagadersyndroom en een minimumconcentratie troponine van 1 ng/dl (al dan
niet teruggekeerd tot normaal), en > 1 mm ST-segmentdeviatie en/of dynamische
T-golfafwijkingen in rust binnen 7 dagen, OF
• STEMI > 24 uur vanaf de start van de ischemische symptomen
ii. lange of meerdere laesies (gedefinieerd als de beoogde totale stentlengte
in een enkel doelvat van >= 28 mm),
iii. bifurcatie waarvan de beoogde behandeling met 2 geplande stents zal worden
uitgevoerd (d.w.z. in zowel de hoofdtak als de zijtak), en waarvan de geplande
stent voor de zijtak een diameter van >= 2,5 mm heeft,
iv. angiografisch vastgestelde ernstige calcificatie (gedefinieerd als
angiografisch zichtbare calcificatie aan beide zijden van de vaatwand in
afwezigheid van hartbeweging),
v. chronische totale occlusie (CTO) (registratie en randomisering worden in dit
geval alleen uitgevoerd na het met succes antegrade opvoeren van de draad en
predilatatie)
vi. restenose in de stent (alle patronen, zolang als de laesie even groot of
kleiner is dan de stentmarge(s), en een angiografisch visueel beoordeelde DS
heeft van >= 70% of een DS >= 50% met niet-invasieve of invasieve aanwijzingen
voor ischemie).
4. Alle doellaesies (de te randomiseren laesies) moeten een visueel geschat of
kwantitatief vastgesteld %DS hebben van >= 70% of *50% plus een of meerdere van
het volgende: een abnormale functietest (bijv. een fractionele flowreserve,
stresstest) die duidt op ischemie in de distributie van de doellaesie(s) of een
biomarkerpositieve ACS met plaqueverstoring of trombus.
5. Alle doellaesies moeten worden gepland voor behandeling met uitsluitend
stents van >= 2,5 mm en <= 3,5 mm, en met postdilatatieballonnen op basis van een
angiografische visuele schatting pre-PCI. De enige uitzondering geldt voor
lange doellaesies (visueel geschat als > 20 mm), welke na implantatie van een
stent van <= 3,5 mm tot de helft van het gestente segment mogen worden
gepostdilateerd met ballonnen van > 3,5 mm op basis van het oordeel van de
operator.
6. Er zijn niet meer dan 2 doellaesies die PCI vereisen aanwezig in een enkel
bloedvat en er zijn niet meer dan 2 doelvaten toegestaan. Derhalve zijn er
maximaal 4 gerandomiseerde doellaesies per patiënt in maximaal 2 doelvaten
toegestaan, inclusief de zijtakken. De beoogde doellaesies worden op het moment
vlak vóór randomisering vastgesteld.
7. Alle doellaesies in het doelvat die moeten worden behandeld middels PCI zijn
geschikt voor OCT-geleide PCI.
8. Bij een vrouwelijke proefpersoon in de vruchtbare leeftijd moet een
zwangerschapstest worden uitgevoerd met een negatief resultaat dat binnen 7
dagen voorafgaand aan de indexprocedure volgens de centrumnorm bekend moet
zijn, en er mag minimaal 2 jaar geen zwangerschapswens zijn.
9. Een vrouwelijke proefpersoon die recentelijk is bevallen, mag geen
borstvoeding geven op het moment van het screeningsbezoek en mag tot 2 jaar na
de indexprocedure geen borstvoeding geven.
10. De proefpersoon of een wettelijk bevoegde vertegenwoordiger moet
voorafgaand aan elke onderzoeksgerelateerde procedure schriftelijk toestemming
geven.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Klinische criteria voor exclusie:
1. STEMI <= 24 uur vanaf de start van de ischemische symptomen
2. Creatinineklaring <= 30 ml/min/1,73 m2 (als berekend volgens de MDRD-formule
voor de geschatte GFR) en niet dialyseafhankelijk. Opmerking: chronische
dialyseafhankelijke patiënten komen in aanmerking voor deelname, ongeacht de
creatinineklaring.
3. Hypotensie, shock of noodzaak voor mechanische ondersteuning of intraveneuze
vasopressors
4. CHF (Killip-klasse >= 2 of NYHA-klasse >= 3)
5. LVEF <= 30% volgens de meest recente beeldvormingstest binnen 30 dagen
voorafgaand aan de procedure (echo, MRI, linker ventriculografie met contrast,
of overig)
6. Instabiele ventrikelaritmieën
7. Onvermogen tot het volgen van een dubbele plaatjesremmende therapie (DAPT)
(zowel aspirine als een P2Y12-remmer) gedurende ten minste 12 maanden voor de
patiënt met een ACS, of ten minste 6 maanden voor de patiënt met een stabiele
CAD, tenzij de patiënt ook chronisch orale antistollingsmiddelen gebruikt. In
dat geval kan een kortere DAPT-duur worden voorgeschreven overeenkomstig de
lokale zorgstandaard.
8. Geplande cardiale of niet-cardiale chirurgie binnen 24 maanden na de
indexprocedure.
9. Eerdere PCI in het doelvat binnen 12 maanden (tenzij de doellaesie de
eerdere PCI-locatie is, d.w.z. restenose in de stent).
10. Een geplande PCI in het doelvat/de doelvaten binnen 24 maanden na de
onderzoeksprocedure, anders dan een geplande, gefaseerde interventie in een
tweede gerandomiseerd doelvat.
11. Elke eerdere PCI in een niet-doelvat binnen 24 uur vóór de
onderzoeksprocedure, of binnen de voorgaande 30 dagen wanneer de PCI niet
geslaagd of gecompliceerd was.
12. De proefpersoon is bekend met een overgevoeligheid of een contra-indicatie
voor een van de onderzoeksmiddelen (met inbegrip van heparine en alle
P2Y12-remmers), een of meerdere onderdelen van de onderzoekshulpmiddelen, zoals
everolimus, kobalt, chroom, nikkel, platina, wolfraam, acryl en
fluoropolymeren, of met röntgenologische contrastmiddelen waarvoor geen
afdoende premedicatie bestaat.
13. De proefpersoon heeft een orgaantransplantatie ondergaan of staat op de
wachtlijst voor een orgaantransplantatie.
14. De proefpersoon krijgt een immunosuppressieve behandeling of is bekend met
een immunosuppressieve of ernstige auto-immuunaandoening waarvoor een
chronische immunosuppressieve behandeling nodig is (zoals het humaan
immunodeficiëntievirus, systemische lupus erythematodes, etc.). Opmerking:
corticosteroïden gelden niet als immunosuppressieve behandeling.
15. De proefpersoon heeft eerder een bestralingsbehandeling ondergaan of er is
sprake van een geplande bestralingsbehandeling voor een kransslagader
(vasculaire brachytherapie), of van de borst/het mediastinum.
16. De proefpersoon heeft een trombocytentelling van < 100.000 cellen/mm3 of >
700.000 cellen/mm3.
17. De proefpersoon heeft een gedocumenteerde of vermoedelijke leveraandoening,
gedefinieerd als cirrose of Child-Pugh >= klasse B.
18. De proefpersoon heeft een voorgeschiedenis met bloedende diathese of
coagulopathie, of heeft een significante gastro-intestinale of significante
bloeding in het urinewegstelsel doorgemaakt in de afgelopen zes maanden.
19. De proefpersoon heeft in de afgelopen zes maanden een cerebrovasculair
accident of een transiënte ischemische neurologische aanval (TIA), of een
eerdere intracraniale bloeding doorgemaakt, of is bekend met een permanent
neurologisch defect of een bekende intracraniale pathologie (zoals een
aneurysma, een arterioveneuze malformatie, etc.).
20. De proefpersoon heeft een uitgebreide perifere vasculaire aandoening
waardoor een 6 Fr-schacht niet veilig kan worden ingebracht. Opmerking: een
femorale arteriële aandoening is geen uitsluitingsgrond wanneer radiale toegang
mogelijk is.
21. De proefpersoon heeft een levensverwachting van < 2 jaar vanwege een
niet-cardiale oorzaak.
22. De proefpersoon is volgens de onderzoeker of aangewezen persoon niet in
staat zich te houden aan de vereisten van het onderzoeksprotocol of is om een
andere reden niet geschikt voor het onderzoek.
23. De proefpersoon neemt momenteel deel aan een ander klinisch onderzoek naar
een geneesmiddel of een hulpmiddel dat nog niet het primaire eindpunt heeft
bereikt .
24. De proefpersoon maakt deel uit van een kwetsbare populatie die volgens de
onderzoeker niet in staat is geïnformeerde toestemming te verlenen vanwege
onvermogen, onvolwassenheid, ongunstige persoonlijke omstandigheden of gebrek
aan autonomie. Dit kunnen zijn: personen met een verstandelijke beperking,
personen in een verpleeghuis, kinderen, verarmde personen, personen in
noodsituaties, daklozen, nomaden, vluchtelingen en diegenen die geen
geïnformeerde toestemming kunnen geven. Kwetsbare populaties kunnen ook leden
van een groep zijn met een hiërarchische structuur, zoals
universiteitsstudenten, niet-leidinggevend personeel in het ziekenhuis of het
laboratorium, medewerkers van de sponsor, leden van de krijgsmacht en
gedetineerdenAngiografische criteria voor exclusie
A) Syntax-score >= 33, tenzij formeel door het hartteam, met inbegrip van een
hartchirurg, wordt besloten dat een PCI geschikt is.
B) Gepland gebruik van een stent van < 2,5 mm, gebaseerd op een visuele
schatting in een doelvat (opmerking: in een noodscenario - bijv. om een distale
dissectie te behandelen - kan een kleinere stent worden gebruikt, maar het
gebruik hiervan kan niet worden gepland voorafgaand aan registratie).
C) Gepland gebruik van een stent of postdilatatieballon van >= 3,75 mm voor de
doellaesie (zie inclusiecriterium nr. 2 voor de enige uitzondering op dit
exclusiecriterium).
D) Ernstige bloedvattortuositeit of calcificatie in een doelvat en wel zodanig
dat het onwaarschijnlijk is dat de OCT-katheter kan worden opgevoerd
(opmerking: ernstige bloedvatcalcificatie is toegestaan wanneer wordt verwacht
dat de OCT-katheter kan worden opgevoerd tijdens het baselinebezoek of na
voorbereiding van het bloedvat middels predilatatie met een ballon of een
atherectomie).
E) De doellaesie bevindt zich in de linker hoofdkransslagader.
F) De doellaesie bevindt zich in een bypassgraftaansluiting. Opmerking: een
natieve kransslagader kan worden gerandomiseerd wanneer een eerdere
bypassgraftaansluiting op het bloedvat volledig geoccludeerd is, maar niet
wanneer deze doorgankelijk is.
G) De doellaesie is een ostiale RCA-stenose.
H) De doellaesie is een stenttrombose.
I) Gepland gebruik van een andere stent dan Xience in een doellaesie.Risico
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT03507777 |
CCMO | NL65713.101.18 |