Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-505321-14-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Primaire doelstelling:Doeltreffendheid van nipocalimab bij deelnemers met warme auto-immuunhemolytische anemie (wAIHA)De…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hemolyses en aanverwante aandoeningen
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Duurzame respons bij verbetering van hemoglobine (Hgb), gedefinieerd als het
bereiken van het volgende bij 3 opeenvolgende bezoeken (minimum duur 28 dagen),
waarbij ten minste het eerste in of vóór week 16 is, zonder reddingstherapie:
• Hgb-concentratie >=10 g/dl EN
• Een stijging ten opzichte van de baseline in Hgb >=2 g/dl
Secundaire uitkomstmaten
Belangrijkste secundaire eindpunten:
-Verandering in de mate van vermoeidheid van deelnemers. Verandering van
baseline in de totale score van de FACIT-Fatigue Scale op het moment van
duurzame respons.
-Verandering van baseline in de totale score van de FACIT-Fatigue Scale aan het
einde van de dubbelblinde periode (week 24)
- Percentage verlaging van de gemiddelde dagelijkse dosis prednison of
equivalent in week 24 van de dubbelblinde periode bij deelnemers die prednison
of equivalent bij baseline gebruikten ten opzichte van baseline.
Andere secundaire eindpunten:
-Normalisering van hemolytische markers
1. Percentage deelnemers dat bij 3 opeenvolgende bezoeken gelijktijdig normale
lactaatdehydrogenase (LDH), EN normale haptoglobine EN normale indirecte
bilirubinewaarden bereikt.
2. Bereiken van een stijging van 2 g/dl Hgb vanaf baseline EN normale LDH-, en
haptoglobine- en indirecte bilirubinespiegels op elk moment tijdens het
onderzoek
3. Bereiken van een stijging van 2 g/dl Hgb ten opzichte van baseline EN
normale LDH- en haptoglobine- en indirecte bilirubinespiegels bij 3
opeenvolgende bezoeken
Normalisatie van hematologische en hemolytische parameters:
-Hgb-concentratie, aantal reticulocyten en hemolytische markers, en verandering
vanaf baseline in deze parameters tot en met week 16 van de dubbelblinde periode
-Hgb, aantal reticulocyten en hemolytische markers, en verandering ten opzichte
van baseline in deze parameters tijdens het onderzoek
Effect van nipocalimab op het in stand houden van de respons op Hgb
- Percentage deelnemers dat de duurzame respons bij verbetering van Hgb bereikt
en die respons gedurende het hele onderzoek gedurende maximaal 24 weken behoudt
zonder de noodzaak van rescue-therapie.
-Tijd tot en duur van Hgb-respons
1. Tijd tot respons gedefinieerd als het eerste tijdstip waarop wordt voldaan
aan de criteria voor duurzame respons voor het primaire werkzaamheidseindpunt
2. Duur vanaf het eerste tijdstip waarop aan de duurzame Hgb-responscriteria
voor het primaire werkzaamheidseindpunt wordt voldaan tot het tijdstip waarop
niet meer wordt voldaan
-Verandering in de mate van vermoeidheid van deelnemers:
Verandering van baseline in de totaalscore, itemscores en impact- en
ervaringsdomeinen van de FACIT-Fatigue Scale tot en met week 24 van de
dubbelblinde periode
- Veranderingen in gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven parameters op
basis van EQ-5D-5L, SF-36, PGIS, PGIC
-Impact van nipocalimab op het gebruik van corticosteroïden
Absolute verlaging vanaf baseline van de gemiddelde dagelijkse dosis prednison
of equivalent in week 24 van de dubbelblinde periode bij alle deelnemers
Het aandeel deelnemers dat een verlaging van de corticosteroïden tot <= 7,5
mg/dag oraal prednison (of equivalent) bereikt in week 24 van de dubbelblinde
periode onder deelnemers die prednison of equivalent > 7,5 mg/dag bij baseline
kregen
Het deel van de deelnemers dat tijdens de dubbelblinde periode de duurzame
respons in verbetering van Hgb bereikt en die respons gedurende maximaal 24
weken gedurende het onderzoek behoudt zonder de noodzaak van rescue-therapie,
zal beschrijvend worden samengevat.
Achtergrond van het onderzoek
Auto-immuun hemolytische anemie (AIHA) is een zeldzame, levensbedreigende
auto-immuunziekte. Warme AIHA is de meest voorkomende vorm van AIHA.
Conventionele behandeling van wAIHA omvat gewoonlijk corticosteroïden als
eerstelijnsbehandeling; deze behandeling veroorzaakt echter bij slechts ~ 30%
van de patiënten langdurige remissie en gaat gepaard met bijwerkingen die het
gebruik ervan beperken.
In wAIHA-gevallen waarbij sprake is van terugval of refractaire ziekte, kan
splenectomie worden gebruikt als tweedelijnsbehandeling, aangezien de milt het
belangrijkste orgaan is voor antilichaamsynthese en immuunvernietiging van
IgG-gecoate RBC's. Splenectomie is echter niet effectief in ongeveer 35 tot 40%
van de gevallen en gaat ook gepaard met ernstige risico's, waaronder een
overweldigende post-splenectomie-infectie, met een geschat levenrisico van 0,1
tot 0,5% en een sterftecijfer van maximaal 50%. Andere immunosuppressiva zoals
azathioprine, cyclofosfamide, ciclosporine, danazol en rituximab worden ook
gebruikt als tweedelijns therapieën, met responspercentages van 40 tot 60%,
maar deze therapieën hebben ook ernstige bijwerkingen.
De sponsor ontwikkelt M281 voor de behandeling van wAIHA, met een initiële
focus op patiënten met actieve, primaire of secundaire wAIHA. M281 is een
volledig humaan, geaglycosyleerd IgG-antilichaam dat zich richt op de
IgG-bindingsplaats op de neonatale FC-receptor (FcRn). FcRn is een
transmembraan-eiwit dat tot expressie wordt gebracht door endotheelcellen
(vooral vasculaire endotheelcellen), cellen van het immuunsysteem (inclusief
monocyten, macrofagen, dendritische cellen en neutrofielen), en de meeste
epitheliale cellen, waaronder syncytiotrofoblasten in de placenta. De primaire
rol van FcRn bij mensen is het binden, bergen en recyclen van IgG in de
bloedsomloop na niet-specifieke pinocytose in het reticuloendotheliale systeem.
Verwacht wordt dat toediening van M281 aan wAIHA-patiënten de fysieke en
laboratoriumverschijnselen van de ziekte snel zal verbeteren door
FcRn-gemedieerde recycling van IgG te blokkeren en circulerende niveaus van
antilichamen te verminderen, inclusief de pathogene auto-antilichamen die wAIHA
veroorzaken. Op basis van zijn werkingsmechanisme wordt verwacht dat M281 het
katabolisme verhoogt en dus de blootstelling aan therapeutische middelen die
het Fc-gebied van IgG bevatten, vermindert. Dit omvat intraveneuze
immunoglobuline (IVIg) en de meeste therapeutische monoklonale antilichamen en
Fc-fusie-eiwitten.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-505321-14-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Primaire doelstelling:
Doeltreffendheid van nipocalimab bij deelnemers met warme
auto-immuunhemolytische anemie (wAIHA)
De belangrijkste secundaire doelstellingen van deze studie zijn het evalueren
van:
Impact van behandeling met nipocalimab op vermoeidheid
Impact van nipocalimab op het gebruik van corticosteroïden
Andere secundaire doelstellingen van dit onderzoek zijn het evalueren van:
effecten van nipocalimab op normalisatie van hemolytische markers
effecten van nipocalimab op het in stand houden van de respons op Hgb
effecten van nipocalimab op normalisatie van hematologische en hemolytische
parameters
effecten van nipocalimab op de tijd tot en de duur van de Hgb-respons
impact van behandeling met nipocalimab op verbetering van vermoeidheid
effecten van nipocalimab op gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en
gezondheidsstatus
associatie tussen IgG-reductie en Hgb/hemolyse parameters
impact van nipocalimab op de verlaging van de dosis corticosteroïden
Onderzoeksopzet
Gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek
Onderzoeksproduct en/of interventie
In de dubbelblinde periode worden ongeveer 111 in geschikte deelnemers ingeschreven en 1:1:1 tot een van de 3 behandelingsgroepen gerandomiseerd: • Groep 1 (n = 37): Placebo intraveneus (IV) infuus, om de 2 weken (Q2W) • Groep 2 (n = 37): 30 mg/kg nipocalimab IV infuus, om de 4 weken (Q4W) • Groep 3 (n = 37): 15 mg/kg nipocalimab IV infuus Q2W
Inschatting van belasting en risico
Nipocalimab is een geneesmiddel dat het niveau van een groep eiwitten in het
bloed, IgG (immunoglobuline G) genaamd, verlaagt. IgG is een soort antilichaam
en antilichamen helpen infecties te bestrijden. Er kan een verhoogd risico op
infectie zijn terwijl u nipocalimab krijgt en gedurende een paar weken na de
laatste dosis nipocalimab.
U wordt tijdens uw deelname aan het onderzoek onder toezicht gehouden op
tekenen van infecties. Stel uw onderzoeker op de
hoogte als u nieuwe symptomen of een verergering van uw eerdere symptomen
ervaart, als er een nieuwe infectie optreedt, een
infectie steeds terugkomt of als u tekenen of symptomen van infectie vertoont,
zoals:
• koorts
• rillingen
• hoofdpijn
• hoesten
• verstopping
• benauwdheid
• kortademigheid
• griepachtige symptomen
• misselijkheid
• braken
• diarree
• vaker plassen of brandend gevoel bij het plassen
• roodheid, warm gevoel, gevoeligheid of zwelling van huid of gewricht
• koortslip
• nieuwe of erger wordende pijn op eender welke plaats
• gewichtsverlies
• vermoeidheid
• nachtelijk zweten
• vaginale jeuk of afscheiding
• witte vlekken in de mond of op de tong
Publiek
Turnhoutseweg 30
Beerse 2340
BE
Wetenschappelijk
Turnhoutseweg 30
Beerse 2340
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusiecriteria, Dubbelblinde periode
Patiënten die aan de volgende criteria voldoen, zijn geschikt voor deelname aan
de dubbelblinde periode van het onderzoek.
1. Man of vrouw in de leeftijd van >=18 jaar.
2. Gediagnosticeerd met actieve primaire of secundaire wAIHA, gedefinieerd met
alle volgende:
a) Hgb waarde <10 g / dl EN
b) Tekenen van hemolyse, gedefinieerd als: lactaatdehydrogenase (LDH) -niveaus
boven de bovengrens van de normaalwaarde (ULN), of haptoglobine onder de
ondergrens van de normaalwaarde of indirect bilirubine boven de ULN EN
c) Serologisch bewijs van anti-erytrocytenantistoffen geassocieerd met een DAT
die ofwel alleen positief is voor IgG of positief is voor IgG en C3d (fragment
van de derde component van complement) bij screening in het centraal
laboratorium. Als de DAT negatief is, kan het eenmaal herhaald worden. Als het
bij herhalen negatief is,komt de deelnemer niet in aanmerking.
3. Zijn gediagnosticeerd met wAIHA gedurende ten minste 3 maanden, en momenteel
worden behandeld voor wAIHA OF eerder een behandeling hebben ontvangen voor
wAIHA (therapienaïeve deelnemers komen niet in aanmerking)
4. Als corticosteroïden worden gebruikt, dienen de deelnemers gedurende de
screeningsperiode minimaal 4 weken met een stabiele dosis behandeld te zijn of
minimaal 14 dagen voorafgaand aan randomisatie. welke langer is. Opmerking:
Onderzoekers kunnen de bovenstaande achtergrondmedicatie optimaliseren
voorafgaand aan randomisatie als ze de bovenstaande regels volgen voor een
stabiele dosisduur.
5. Als de deelnemer momenteel immunosuppressiva krijgt, zijn de volgende
geneesmiddelen toegestaan:
azathioprine, mycofenolaatmofetil / mycofenolzuur, methotrexaat, cyclosporine,
tacrolimus en cyclofosfamide. De deelnemer moet een stabiele dosis van het
geneesmiddel gebruiken gedurende >12 weken voorafgaand aan descreening en
gedurende de screeningperiode. Als er gestopt is met het geneesmiddel, moet het
ten minste 8 weken voor de screening zijn stopgezet.
Opmerking: Onderzoekers kunnen de bovenstaande achtergrondmedicatie
optimaliseren voorafgaand aan randomisatie als ze de bovenstaande regels volgen
voor een stabiele dosisduur.
6. Een laag aantal bloedplaatjes hebben >=30 × 109/l.
Merk op: patiënten met het syndroom van Evans die geen primaire
immunodeficiëntie hebben zijn geschikt zolang ze voldoen aan alle andere
toelatingscriteria, waaronder een aantal bloedplaatjes >=30 × 109/l.
7. Deelnemers die splenectomie hebben ondergaan, moeten ten minste 3 maanden na
resectie voorafgaand aan screening zijn en moeten worden gevaccineerd volgens
het United States Center for Disease Control and Prevention (CDC) jaarlijks
aanbevolen immunisatieschema voor volwassenen van 19 jaar of ouder, Verenigde
Staten (https://www.cdc.gov/vaccines/schedules/hcp/imz/adult-conditions.html)
OF moeten worden gevaccineerd volgens de landspecifieke richtlijnen (Davies
2011).
8. Deelnemers met andere auto-immuunziekten (bijv. gegeneraliseerde lupus
erythematosus of reumatoïde artritis) of lymfoproliferatieve aandoeningen
kunnen geschikt zijn als ze stabiel zijn (geen veranderingen in concomitante
ziektegerelateerde medicijnen en ernst van de ziekte) gedurende ten minste 3
maanden voorafgaand aan screening. Deelnemers met lymfoproliferatieve ziekte
moeten ook een lage graad hebben, stabiel zijn en volgens de onderzoeker
waarschijnlijk geen chemotherapie of monoklonale antistoftherapie tijdens de
dubbelblinde periode van het onderzoek nodig hebben. Voor deelnemers die
tijdens de dubbelblinde periode een andere behandeling of nieuwe behandeling
voor auto-immuun- of lymfoproliferatieve ziekten (maar geen reddingstherapie
voor wAIHA) nodig hebben, wordt het onderzoek stopgezet.
9. Voldoende veneuze toegang hebben voor geneesmiddeltoediening via IV-infuus
en bloedafname volgens het protocol.
10. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd, gedefinieerd als vrouwen die
fysiologisch in staat zijn zwanger te worden, moeten bij baseline bij de
screening een negatieve serum zwangerschapstest en een negatieve urine
zwangerschapstest hebben. Menopauzale vrouwen moeten bij screening een
verhoogde serumfollikelstimulerend hormoon (FSH) hebben; als de FSH niet
verhoogd is, worden ze als in vruchtbare leeftijd beschouwd en moeten ze bij de
screening een negatieve serum zwangerschapstest en een negatieve urine
zwangerschapstest hebben om in aanmerking te komen.
11. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd (inclusief menopauzale vrouwen die geen
verhoogd FSH hebben) moeten instemmen met volledige onthouding of om consequent
een betrouwbare en zeer effectieve anticonceptiemethode te gebruiken tijdens
het onderzoek en gedurende 30 dagen na de laatste dosis onderzoeksgeneesmiddel.
12. Mannelijke deelnemers moeten een condoom dragen bij elke activiteit waarbij
ejaculaat naar een andere persoon kan worden overgebracht tijdens het onderzoek
en gedurende ten minste 90 dagen na ontvangst van de laatste dosis van het
onderzoeksgeneesmiddel. Bovendien moeten mannelijke deelnemers met partners die
een vrouw zijn die zwanger kunnen worden, sterk worden aangemoedigd om hun
partner te informeren over het gebruik van zeer effectieve
anticonceptiemethoden die resulteren in een laag percentage mislukkingen
(minder dan 1% per jaar)
13. Deelnemers die kruiden, natuurgeneeskundige middelen, traditionele Chinese
middelen, ayurvedische en voedingssupplementen of medicinale marihuana (op
doktersrecept) gebruiken, komen in aanmerking, indien het gebruik van deze
medicatie voor de onderzoeker aanvaardbaar is. Deze middelen moeten gedurende >=
2 maanden voorafgaand aan de screening, met hetzelfde preparaat een stabiele
dosis en regime hebben.
14. Schriftelijke geïnformeerde toestemming om deel te nemen aan het onderzoek
kunnen begrijpen en vrijwillig verstrekken en aan alle onderzoeksprocedures
voldoen. Patiënten die in eerste instantie toestemming geven en deze vervolgens
vóór de randomisatie intrekken, worden geacht niet aan dit inclusiecriterium te
hebben voldaan.
15.Vaccinaties voorafgaand aan screening volgens routinematige lokale
richtlijnen (inclusief COVID-19).
Inclusiecriteria, open-labelextensie
1. Deelnemers hebben de dubbelblinde periode (tot en met week 24) voltooid, of
reddingstherapie nodig gehad op/of na week 4 van de dubbelblinde periode, of
geen verhoging van Hgb ten opzichte van de baseline van ten minste 1 g/dl en
zijn symptomatischin of na week 16 van de dubbelblinde periode getoond.
2. Kunnen schriftelijke geïnformeerde toestemming om deel te nemen aan de
OLE-periode begrijpen en vrijwillig verstrekken en aan alle
onderzoeksprocedures voldoen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusiecriteria, Dubbelblinde periode
Patiënten die aan de volgende criteria voldoen, zijn niet geschikt voor
deelname aan de dubbelblinde periode van het onderzoek.
1. Gebruiken momenteel IgG Fc-gerelateerde eiwittherapeutica.
2. Hebben binnen 30 dagen voorafgaand aan randomisatie een transfusie ontvangen.
3. Hebben een andere bijbehorende oorzaak van erfelijke of verworven
hemolytische anemie.
4. Hebben rituximab ontvangen binnen 3 maanden voorafgaand aan screening.
5. Hebben IVIg ontvangen binnen 6 weken voorafgaand aan screening.
6. Zijn gediagnosticeerd met koud antistof AIHA, koud agglutininesyndroom,
gemengd type (d.w.z. warm en koud) AIHA of paroxysmale koude hemoglobinurie.
7. Hebben een ernstige infectie (bijvoorbeeld longontsteking, galwegeninfectie,
diverticulitis, Clostridium difficileinfectie) parenterale anti-infectiva en/of
ziekenhuisopname nodig en/of worden door de onderzoeker als ernstig/klinisch
significant (clinically significant, CS) beoordeeld, binnen 8 weken voorafgaand
aan screening. Elke deelnemer met een infectie die orale anti-infectiva vereist
(bijv. sinusitis, bronchitis, ongecompliceerde urineweginfectie) binnen 4 weken
voorafgaand aan screening zal worden uitgesloten.
8. Hebben een chronische infectie (bijvoorbeeld bronchiëctasie, chronische
osteomyelitis, chronische pyelonefritis) of hebben een chronische behandeling
met anti-infectiva (bijvoorbeeld antibiotica, antivirale middelen) nodig.
9. Hebben een levend viraal of bacterieel vaccin gekregen binnen 4 weken
voorafgaand aan de eerste dosis van het onderzoeksgeneesmiddel, of hebben een
bekende behoefte aan een levend viraal of bacterieel vaccin tijdens het
onderzoek of binnen ten minste 3 maanden na de laatste dosis van het
onderzoeksgeneesmiddel . Voor informatie over het Bacille Calmette-Guérin
(BCG)-vaccin, zie uitsluitingscriterium 25.
10. Hebben een bevestigd of vermoed klinisch immunodeficiëntiesyndroom dat geen
verband houdt met de behandeling van hun wAIHA, of hebben een
familiegeschiedenis van aangeboren of erfelijke immunodeficiëntie, tenzij de
afwezigheid bevestigd is door de deelnemer.
11. Hebben een van de volgende virale testresultaten:
• een voorgeschiedenis van infectie met het humaan immunodeficiëntievirus (HIV)
of een positief testresultaat voor HIV-1 en HIV-2-antistoffen.
• een positieve test voor het oppervlakte-antigeen van het hepatitis B-virus
(HBsAg). Voor deelnemers met een negatieve test op HBsAg samen met een
positieve test op anti-hepatitis B-kern(HBc)-antilichamen en een positieve of
negatieve test op anti-HBs-antilichamen, wordt een hepatitis B-virale
DNA-detectie uitgevoerd. Deelnemers met een positieve detectie van hepatitis
B-viraal DNA worden uitgesloten.
• een positieve test voor hepatitis C-virus (HCV)-antistoffen samen met een
positief testresultaat voor HCV-ribonucleïnezuur (RNA).
Als er geen HBV-DNA-onderzoek kan worden uitgevoerd of er aanwijzingen zijn
voor chronische leverziekte, komt de deelnemer niet in aanmerking voor het
protocol; Een positieve test op het hepatitis C-virus (HCV) tenzij aan één van
de volgende voorwaarden is voldaan: (a) Heeft een voorgeschiedenis van
succesvolle behandeling, gedefinieerd als negatief voor HCV-RNA ten minste 24
weken na voltooiing van de antivirale behandeling, en heeft een negatieve HCV
RNA-testresultaat minimaal 24 weken voorafgaand aan screening en een negatieve
HCV-RNA-test bij screening.
12. Geven momenteel borstvoeding, zijn zwanger, voornemens zwanger te worden
tijdens het onderzoek of plannen eiceldonatie tijdens het onderzoek of binnen
30 dagen na de laatste dosis onderzoeksgeneesmiddel.
13. Hebben een huidig alcohol-/middelenafhankelijkheid, een voorgeschiedenis
van alcohol-/middelenafhankelijkheid binnen de 12 maanden voorafgaand aan
screening, of, hebben volgens de onderzoeker, tekenen van aanhoudend
alcohol-/middelenafhankelijkheid.
14. Nemen momenteel deel aan een ander interventioneel klinisch onderzoek of
hebben in de afgelopen 3 maanden voorafgaand aan screening een
onderzoeksgeneesmiddel gekregen.
15. Hebben een grote operatie gehad binnen 3 maanden voorafgaand aan de
screening of hebben plannen voor of zijn ingepland voor electieve chirurgie of
grote tandheelkundige ingreep tijdens het onderzoek.
16. Hebben een voorgeschiedenis van een groot orgaantransplantaat (bijv. van
hart, long, nier, lever) of hematopoietisch stamcel-/mergtransplantaat.
Verdere Exclusiecriteria vermeld in het protocol worden hier niet vermeld
vanwege tekenbeperking.
Exclusiecriteria, open-labelextensie
1. Deelnemers voldoen aan een van de stopzettingscriteria (zie paragraaf 6.4.1)
of zijn tijdens de dubbelblinde periode met het onderzoeksgeneesmiddel gestopt
als gevolg van behandelingsgerelateerde AE.
2. Hebben momenteel een ernstige of klinisch significante infectie (bijv.
longontsteking, galwegeninfectie, diverticulitis, C. difficile infectie) die
parenterale anti-infectiva en/of ziekenhuisopname vereisen.
Het volgende exclusiecriterium uit de dubbelblinde periode is ook van
toepassing op inschrijving in de OLE: exclusiecriteria #8 en #21.
Uitzondering: deelnemers die eerder deelnamen aan dit onderzoek en de DBP niet
konden voltooien omdat de sponsor de dosering opschortte vanwege de
COVID-19-pandemie, kunnen worden ingeschreven in de OLE nadat ze aan alle
dubbelblinde geschiktheidscriteria hebben voldaan. Deelnemers die de OLE van 28
weken vóór amendement 6 hebben voltooid, kunnen naar goeddunken van de
onderzoeker opnieuw worden ingeschreven in de OLE als de deelnemers blijven
voldoen aan de geschiktheidscriteria voor de OLE. Deelnemers zullen de
studiebehandeling hervatten die is berekend vanaf het baselinebezoek zodra ze
opnieuw hebben ingestemd met het onderzoek.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-505321-14-00 |
EudraCT | EUCTR2019-000720-17-NL |
CCMO | NL70399.100.19 |