Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-508925-29-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. PrimairVeiligheid en verdraagbaarheid van TNO155 en nazartinib vaststellen van de aanbevolen dosis en inname schema voor…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Diverse en niet plaatsgespecif. neoplasmata, maligne en niet-gespecif.
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Bijwerkingen, DLT (Dose Limiting Toxicity), onderbreking van doseringen / dosis
reductie
Secundaire uitkomstmaten
De hoeveelheid overall response, controle van de ziekte, duur van de response,
progressie vrije overleving, PK, veranderingen van de baseline van PD markers
Achtergrond van het onderzoek
Een directe remming van afwijkend geactiveerde RTKs (Receptor Tyrosine Kinase)
leidt bij vele menselijke tumoren tot ziektecontrole, maar bij gevorderde
ziekte ontstaat altijd resistentie tegen dergelijke behandelingen. Ook hebben
sommige solide tumoren veranderingen in meerdere RTK systemen, hetgeen de
werkzaamheid van de remming van een enkele RTK kan beperken.
In dit onderzoek bestuderen we het nieuwe geneesmiddel TNO155, alleen of in
combinatie met nazartinib. In lichaamscellen bestaat een belangrijk systeem dat
receptor tyrosine kinase (afgekort RTK) heet. Dit systeem helpt de cellen om
goed te werken. Als het RTK-systeem zelf niet goed werkt, kunnen lichaamscellen
zich op een ongecontroleerde manier vermenigvuldigen. Dit kan uiteindelijk
kanker veroorzaken. Uit dieronderzoek is gebleken dat door TNO155 tumoren
kleiner kunnen worden of dat TNO155 de tumorgroei kan afremmen bij dieren met
veranderingen van het RTK-systeem. Waarschijnlijk werkt TNO155 alleen maar als
de tumor afhankelijk is van RTK. Dit is het eerste onderzoek met TNO155 bij
mensen.
Nazartinib is een middel dat een aangepast of gemuteerde variant van een RTK,
specifiek de epidermale groei factor receptor (EGFR) kan blokkeren. Uit
onderzoek is gebleken dat nazartinib in patiënten met longkanker met dit type
mutatie de grootte van de tumor heeft laten afnemen. Andere middelen, zoals
osimertinib, die op een vergelijkbare manier werken zijn reeds goedgekeurd in
Nederland voor de behandeling van patiënten met EGFR-mutant longkanker. Echter
ontstaat er vaak na enige tijd resistentie tegen de behandeling met osimertinib
en begint de tumor weer te groeien (progressie). De combinatie met TNO155 helpt
mogelijk om het ontstaan van deze resistentie te voorkomen of uit te stellen.
Deze fase I studie moet de maximum verdraagbare dosering en de aanbevolen
dosering en het schema van TNO155 opleveren en moet een eerste indruk geven van
de activiteit van TNO155 bij proefpersonen met gevorderde niet kleincellige
longkanker met een EGFR mutatie, het plaveiselcelcarcinoom in het
hoofdhalsgebied, een gastro-intestinale stromatumor (GIST), of andere
gevorderde solide tumoren zonder activerende RAS of BRAF mutaties.
Ook wordt TNO155 in combinatie met nazartinib bij patiënten met EGFR-mutant
NSCLC getest om een veilig dosis in de combinatie te vinden en eventueel een
effect van de combinatie therapie te deteceren.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-508925-29-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Primair
Veiligheid en verdraagbaarheid van TNO155 en nazartinib vaststellen van de
aanbevolen dosis en inname schema voor toekomstige studies.
Secondair:
Eerste tekenen van anti-tumor activiteti vaststellen
Farmacokinetiek
Farmacodynamiek
Onderzoeksopzet
Multicenter, fase I, open label, dose finding studie met een dosis escalatie
deel en een expansie deel.
TNO155 en/of nazartinib wordt oraal toegediend tot progressie van ziekte of
onacceptabele toxiciteit.
Er is een substudie naar het effect va voedsel op TNO155 bij ongeveer 15
patiënten, deze studie wordt niet in de twee Nederlandse centra uitgevoerd.
Totaal aantal patiënten gepland wereldwijd: 255
Onderzoeksproduct en/of interventie
TNO155 oraal toegdiend. Verschillende doseringen en innameschema's zullen worden onderzocht Nazartinib oraal toegediend, verschillende doseringen en innameschema's mogelijk.
Inschatting van belasting en risico
RISICO:
Mogelijke bijwerkingen van TNO155 en/of nazartinib
Risico's en ongemakken van de onderzoeken zoals CT-scan - bloedafnames,
tumorbiopsie en huidbiopsie
Belasting
Visites: Kuren van 3 of 4 weken. Cycle 1: 6 visites, cycle 2: 2 visites, Daarna
1 visite per cycle. Duur meestal 1-4 uur.
Lichamelijk onderzoek 1x per cycle.
Bloed onderzoeken (15 ml/keer). Extra bloed afnames voor PK (totaal 50 ml) en
biomarkers (Cycle 1: ongeveer 140 ml
- Cycle 2 t/m cycle 5: 30 tot 60 ml bloed per cycle en ongeveer 20 ml extra
bloed voor immuunologisch onderzoek)
Urine onderzoek bij screening.
iedere cyclus zwangerschapstest
ECG: 1x per cycle
CT-/MRI scan: baseline, iedere 8 weken.
MUGA scan (pf echocardiografie): screening, 1x cycle 1, 2x cycle 2 en 1x cycles
3, 4, 6 and 8. Daarna om de 3 cycli
Screening: oogonderzoeken
3 tumor biopsies (incl. prescreening), 1 optionele biopsie.
Publiek
Haaksbergweg 16
Amsterdam 1101 BX
NL
Wetenschappelijk
Haaksbergweg 16
Amsterdam 1101 BX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. >= 18 jaar.
2. Mogelijkheid tot doen van tumorbiopsie.
3. ECOG performance status 0, 1, 2.
4. Minimaal 1 meetbare laesie (RECIST v1.1).
5. Dosisescalatie deel:
• Gevorderde NSCLC (met een activerende EGFR mutatie), gevorderd Hoofd-/
halscarcioom, gevorderd GIST, etc na progressie na standaardbehandeling of voor
wie geen effectieve therapie bestaat. Zie protocol pagina 49 voor details. The
requirement for HRAS mutation testing may be waived following documented
discussion with Novartis when local testing for HRAS mutations is not
feasible.
d. Group 4:
6. Dosisexpansie gedeelte:
• Groep 1: gevorderde RAS/BRAF wild type NSCLC.
• Groep 2: gevorderde RAS/BRAF wild type HNSCC.
• Groep 3: gevorderde RAS/BRAF wild type andere maligniteiten met
afhankelijkheid van RTK. Patiënten met NSCLC of een hoofd/hals carcinoom moeten
progressief zijn na (of intolerant voor), platinum-houdende therapie.
• Groep 4: gevorderde RAS/BRAF wild type andere maligniteiten (CRC is
uitgesloten), na progressie op standaardbehandeling. Patiënten met NSCLC of een
hoofd/hals carcinoom moeten progressief zijn na (of intolerant voor),
platinum-houdende therapie.
Voor de eerste 4 groepen zal het testen op HRAS mutatie niet worden gedaan
indien er discussie heeft plaatsgevonden met Novartis dat het lokaal testen
voor HRAS mutatie niet mogelijk is.
Groep 5: Gevorderd KRAS G12C gemuteerde niet-kleincellig longkanker, na
progressie op standaardtherapie of het niet verdragen van standaard therapie.,
Groep 6: geavanceerde NRAS/BRAF WT melanoom.
Zie protocol pagina 49-50 voor meer details.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Tumoren met bekende KRAS, NRAS, HRAS, BRAF of PTPN11 (SHP2) mutaties, met
uitzondering van KRAS G12C-gemuteerd CRC in de dosis escalatie fase en KRAS
G12C-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom in de dosis expansie fase.
2. Eerdere en tegelijkertijd lopende anti-kanker behandelingen zoals
radiotherapie, operaties en immunotherapie, cytotoxische middelen,
chemotherapie binnen de half-waarde tijden zoals beschreven in het protocol
pagina 38.
2A. Geen herstel van alle klinisch significante toxiciteit na eerdere
systemische antikanker therapie, met uitzondering van wat elders in het
protocol vermeld en haaruitval).
2B. Andere maligniteiten dan beschreven in het protocol. Uitzondering:
maligniteiten
die curatief behandeld zijn en niet binnen 2 jaar na de latste behandeling zijn
teruggekomen; volledig verwijderde basaalcel carcinoom en plaveiselcel
carcinoom van de huid.
3. Bekend met of een recente vastgestelde occlusie van de vena retinae of op
moment van inclusie risicofactoren voor occlusie van de vena retinae.
4. Aanwezigheid van actieve diarree, die behandeld moet worden.
5. Alle primaire CNS tumoren of symptomatische neurologisch instabiele CNS
metastasen of metastasen waarvoor toenemende doseringen steroïden nodig geweest
zijn in de 4 weken voorafgaand aan de start van de onderzoeksmedicatie. Zie
protocol pagina 38-39 voor meer details.
6. Klinisch relevante hartziekte. LVEF < 50% (of de normaalwaarde van de
instelling), ongecontrolleerde hypertensie, aanwezigheid van significante
ritmestoornissen, QTcF > 450 msec voor mannen en >460 msec voor vrouwen - Zie
protocol pagina 39 voor details.
7. Onvoldoende beenmerg functie, lever- of nierfunctie gedefinieerd door lab
waarden.Zie protocol pagina 39 en 40 voor details.
8. De volgende lab waarden moeten vallen binnen de normaal waarden van de
instelling (of kunnen niet gecorrigeerd worden met behulp van supplementen):
Kalium, magnesium, fosfaat, totaal calcium en nuchter glucose.
9. Behandeling met verboden medicatie. Zie appendix 2 voor details.
10. Zwangerschap, borstvoeding, onvoldoende anticonceptie voor vrouwen die
zwanger kunnen worden. Mannen die geen condoom gebruiken.
11. Vaccinatie tegen infectieziekten binnen 4 weken voor eerste behandeling
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-508925-29-00 |
EudraCT | EUCTR2016-001861-10-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03114319 |
CCMO | NL60195.056.16 |