Het primaire doel van deze studie is het vaststellen van vroege 7T MRI veranderingen bij patiënten met de ziekte van Parkinson in vergelijking met een gezonde controle groep. Op basis van deze verschillen hopen we een diagnostisch profiel te kunnen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bewegingsstoornissen (incl. parkinsonisme)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat zijn de structurele en functionele verschillen op een
7T utra-high field MRI tussen patiënten met de ziekte van Parkinson en gezonde
controles. Hierbij zullen we onder andere gebruik maken van kwantitatieve
methodes, omdat we hiermee kleinere structurele en anatomische verschillen
kunnen vaststellen dan met de kwalitatieve MRI technieken. Ons doel is om een
diagnostisch profiel vast te stellen, gebaseerd op MRI karakteristieken, welke
Parkinson patiënten kan onderscheiden van gezonde controles.
Secundaire uitkomstmaten
Een secundaire uitkomstmaat zal de detectie van verschillen in MRI
karakteristieken zijn tussen verschillende klinische subtypes van de ziekte van
Parkinson. We willen het klinische fenotype, genetische kenmerken en de
progressie van symptomen correleren aan functionele en structurele MRI
veranderingen. Hiervoor is een longitudinale follow-up nodig, waarbij we
inzichtelijk kunnen maken of de mate van progressie van klinische symptomen
gerelateerd is aan bepaalde MRI kenmerken. Onze intentie is om op basis van
deze kenmerken een prognostische model te ontwikkelen, waarbij we het
ziektebeloop van de individuele patiënt (gedeeltelijk) kunnen voorspellen op
basis van MRI karakteristieken.
Tevens willen we onderzoeken of de detectie van brain-enriched microvesicle
miRNAs in serum Parkinson patiënten kan onderscheiden van gezonde proefpersonen
en dus zou kunnen functioneren als serum biomarker.
Achtergrond van het onderzoek
De ziekte van Parkinson is na M. Alzheimer de meest voorkomende
neurodegeneratieve aandoening. Het wordt gekenmerkt door zowel motorische als
niet-motorische symptomen, zoals neuropsychiatrische klachten en autonome
disfunctie. De diagnose wordt momenteel gesteld op basis van de klinische
symptomen en de progressie van deze symptomen over de tijd. Echter kan de
vroege diagnose van de ziekte van Parkinson soms lastig zijn en wordt het vaak
niet direct herkent. De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor de MRI
als potentieel diagnostisch middel bij de ziekte van Parkinson. Er zijn een
aantal vroege MRI karakteristieken ontdekt, welke mogelijkheden bieden om
Parkinson patiënten van gezonde controles te onderscheiden op basis van
kenmerken op de beeldvorming. Vooralsnog is de sensitiviteit en specificiteit
van deze kenmerken echter nog onvoldoende om hierop in de praktijk te kunnen
concluderen of iemand wel of geen M. Parkinson heeft.
De laatste jaren is er tevens steeds meer aandacht voor de heterogene aard van
de ziekte van Parkinson. Er bestaat niet alleen een groot verschil in de mate
van motore klachten, maar ook in de ernst van bijvoorbeeld cognitieve en
autonome problemen. Tevens tonen sommigen patiënten een veel snellere
ziekteprogressie dan andere en reageert niet iedereen even goed op
medicamenteuze behandeling. Om die redenen hebben verschillende onderzoekers
geprobeerd om patiënten met de ziekte van Parkinson onder te verdelen in
bepaalde klinische subtypes. De gedachte is dat de verschillende subtypes
mogelijk beïnvloed worden door zowel genetische, als ook omgevingsfactoren.
Echter is de onderliggende etiologie van deze klinische verschillen nog steeds
onduidelijk en kunnen we niet voor de individuele patiënt voorspellen hoe het
ziekte beloop er ongeveer uit zal komen te zien. Uit eerdere studies is echter
naar voren gekomen, dat Parkinson patiënten met verschillende motorische
subtypen, ook verschillende MRI karakteristieken tonen. Dit geldt met name voor
signaalintensiteit in de substantia nigra. Helaas zijn de meeste studies
slechts uitgevoerd in kleine patiëntengroepen en de resultaten zijn vooralsnog
niet eenduidig. Op dit moment is het nog onduidelijk in welke mate
veranderingen van MRI kenmerken in Parkinson patiënten correleren met het
klinische subtype en of bepaalde MRI karakteristieken kunnen voorspellen hoe
het individuele ziektebeloop eruit gaat zien. Met deze longitudinale ultra-high
field 7T MRI studie, welke gebruik zal maken van een combinatie van
verschillende MRI technieken, verwachten wij een belangrijke bijdrage te kunnen
leveren aan de ontwikkeling van een onderscheidend MRI patroon voor Parkinson
patiënten. Bovendien verwachten we dat verschillende klinische subtypen van de
ziekte van Parkinson ook verschillende MRI kenmerken tonen.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van deze studie is het vaststellen van vroege 7T MRI
veranderingen bij patiënten met de ziekte van Parkinson in vergelijking met een
gezonde controle groep. Op basis van deze verschillen hopen we een diagnostisch
profiel te kunnen ontwikkelen, welke de neuroloog kan helpen om de diagnose te
stellen.
Daarnaast willen we onderzoeken of verschillende klinische fenotypes van de
ziekte van Parkinson, ook verschillende MRI kenmerken tonen. Deze MRI kenmerken
zouden we dan kunnen correleren aan het klinische fenotype, genetische
kenmerken en ook de mate van progressie van de symptomen over de tijd. Op basis
hiervan hopen we een prognostisch model te kunnen ontwikkelen voor de
individuele patiënt.
Onderzoeksopzet
We gaan een longitudinale observationele 7T MRI studie uitvoeren in Parkinson
patiënten en gezonde controles. Alle proefpersonen ondergaan een 7T MRI bij
baseline en vervolgens na 2 en na 4 jaar. Daarnaast worden er bij ieder
follow-up moment ook motorische, psychologische, cognitieve en autonome
vragenlijsten afgenomen. De motorische functie zal tevens beoordeeld worden
middels 3 draagbare bewegingssensoren, welke patiënten tijdens de testdagen
zullen dragen (2 op de pols en 1 op de borst).Ten slotte zal er bij baseline en
bij de tweede follow-up visit een bloedafname plaatsvinden ten aanzien van DNA
diagnostiek naar genetische afwijkingen gerelateerd aan de ziekte van Parkinson
en de detectie van brain enriched microvesicle miRNAs. Op basis van deze
klinische gegevens zullen de Parkinson patiënten onderverdeeld worden in
verschillende klinische subtypes.
Inschatting van belasting en risico
De belasting voor de deelnemers aan dit onderzoek is beperkt. Proefpersonen
zullen bij start van de studie, na 2 jaar en na 4 jaar een MRI-scan van de
hersenen ondergaan. Voor deze MRI scan is geen aanpassing of pauzering van de
medicatie nodig. De scan zal ongeveer 60 minuten duren, waarbij uit eerdere
studies is gebleken dat dit een acceptabele tijd is voor deze patiëntengroep.
Er zullen alleen patiënten geïncludeerd worden welke geen contra-indicaties
hebben voor MRI-onderzoek. Om deze reden zal de procedure veilig zijn.
Daarnaast vindt er een jaarlijkse beoordeling plaats van motore, cognitieve,
psychologische en autonome klachten tijdens ieder follow-up moment. Deze
vragenlijsten nemen enige tijd in beslag, maar vormen verder geen grote
belasting. Bovendien zorgen we ervoor dat er gedurende deze testdag voldoende
momenten met rust worden ingebouwd. Tijdens de testdag zullen patiënten ook een
drietal bewegingssensoren dragen, welke comfortabel vastgemaakt worden. Dit
wordt niet als een risico of belasting gezien. Ten slotte vindt er bij aanvang
van de studie en bij de tweede follow-up visit ook een bloedafname plaats in
het kader van genetisch onderzoek en de detectie van brain-enriched
microvesicle miRNAs. Bij deelname aan deze studie bestaat er voor alle
proefpersonen een risico op toevalsbevindingen op de MRI-scan, naar aanleiding
van de vragenlijsten of bij de genetische diagnostiek. Patiënten worden
hierover op voorhand geïnformeerd en mogen alleen deelnemen aan het onderzoek
als zij toestemming geven om geïnformeerd te worden over eventuele
toevalsbevindingen.
Er zijn geen directe voordelen voor de deelnemers. Parkinson patiënten kunnen
echter mogelijk wel profiteren van een geoptimaliseerde behandeling in de
toekomt. Tevens geldt dit voor andere patiënten met de ziekte van Parkinson,
welke niet deelnemen aan deze studie, aangezien de resultaten van deze studie
gegeneraliseerd kunnen worden naar de hele patiëntengroep.
Publiek
Universiteitssingel 40
Maastricht 6229 ER
NL
Wetenschappelijk
Universiteitssingel 40
Maastricht 6229 ER
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusie criteria voor patiënten met de ziekte van Parkinson:
-18 jaar of ouder.
-Onlangs gediagnosticeerd met de ziekte van Parkinson volgens de UK Brain Bank
Criteria (<=3 jaar na diagnose), Inclusie criteria voor gezonde controles:
-Het geslacht en de leeftijd mogen niet significant verschillen van het
geslacht en de leeftijd van de Parkinson groep. Of terwijl, het gaat om een op
leeftijd en geslacht gematchte controlegroep.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusie criteria voor alle proefpersonen:
-Proefpersonen met contra-indicaties voor de MRI scan, zoals gedefinieerd in
het MRI screenings formulier van Scannexus (Appendix E). Hierbij gaat het
bijvoorbeeld om proefpersonen met claustrofobie of personen met metalen
implantaten zoals pacemakers of bepaalde mechanische hartkleppen welke niet MRI
compatibel zijn.
-Gevorderde cognitieve klachten (MoCA <24) of dementie volgens de DSM V
criteria bij aanvang van de studie.
-Personen welke gediagnosticeerd zijn met andere neurodegeneratieve
aandoeningen.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL67241.068.18 |