Het primaire doel van deze studie is het evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van het hiv-1 envelop eiwit BG505 SOSIP.GT1.1 gp140 vaccin, geadjuvanteerd met AS01B, in hiv-negatieve volwassenen. Het secundaire doel is onderzoek naar de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1. Aantal vrijwilligers met >= graad 2 ongewenste voorvallen, gerekend vanaf de
dag van elke vaccinatie tot 7 dagen nadien.
2. Aantal vrijwilligers met vaccin-gerelateerde ongewenste voorvallen,
waaronder veiligheid laboratorium (biochemie, hematologie) parameters, gerekend
vanaf de dag van elke vaccinatie tot 28 dagen nadien.
3. Aantal vrijwilligers met >= graad 2 ongewenste voorvallen, waaronder
veiligheid laboratorium (biochemie, hematologie) parameters, gerekend vanaf de
dag van elke vaccinatie tot 28 dagen nadien.
4. Aantal vrijwilligers met ernstige vaccin-gerelateerde ongewenste voorvallen,
gedurende de gehele studie periode.
5. Aantal vrijwilligers per groep met potentiele immuun-gemedieerde
aandoeningen, gerekend vanaf de dag van eerste vaccinatie en gedurende de
gehele studie periode.
Secundaire uitkomstmaten
1. Het voorkomen van en de hoogte van de antistof respons gericht tegen de
BG505 SOSIP.GT1.1 gp140 na de eerste, tweede en/of derde vaccinatie, in
vergelijking met baseline.
Achtergrond van het onderzoek
Humaan immunodeficiëntie virus (hiv) veroorzaakt een wereldwijde pandemie die
bijna 38 miljoen mensen treft en waar jaarlijks nog 1.7 miljoen nieuwe
infecties bijkomen. In 2018 zijn er naar schatting 770,000 mensen overleden aan
aids-gerelateerde ziekten. Omdat momenteel slechts 62% van de mensen met
hiv/aids toegang heeft tot antiretrovirale therapie (ART), is een beschermend
vaccin cruciaal om verdere verspreiding van hiv te voorkomen.
In proefdieren is aangetoond dat neutraliserende antistoffen bescherming bieden
tegen infectie. Daarom zou een vaccin dat deze beschermende antistoffen opwekt
tegen het hiv-envelop eiwit (Env) een grote stap zijn in het indammen van de
epidemie. Echter, de grote variabiliteit van hiv-1 is een belangrijk obstakel
in het kunnen genereren van brede bescherming. In het verloop van een hiv-1
infectie vormt zich in 20 tot 30% van de patiënten een breed neutraliserende
antistof (bNAb) respons. Deze brede respons ontstaat in verloop van tijd
vanuit een initiële neutraliserende antistof respons, gericht tegen het
zogenaamde transmitted/founder virus. In de loop van de tijd ondergaat het
transmitted/founder virus mutaties die ontstaan doordat het virus ontsnapt aan
de vroege antistof respons. Hierdoor ontstaan weer nieuwe genetische varianten
van het virus, die de verdere uitrijping van de antistoffen tot bNAbs
stimuleren. Het doel van deze studie is door middel van vaccinatie met BG505
SOSIP.GT1.1 de naïeve B cellen met een hoge affiniteit te selecteren en aan te
zetten tot bNAb productie.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van deze studie is het evalueren van de veiligheid en
verdraagbaarheid van het hiv-1 envelop eiwit BG505 SOSIP.GT1.1 gp140 vaccin,
geadjuvanteerd met AS01B, in hiv-negatieve volwassenen. Het secundaire doel is
onderzoek naar de frequentie van voorkomen van een antistof respons en de
hoogte van de antistof respons gericht tegen BG505 SOSIP.GT1.1 in hiv-negatieve
volwassenen.
Onderzoeksopzet
De studie betreft een gerandomiseerde, dubbel-blinde, met
placebo-gecontroleerde, dosis escalatie fase 1 studie. Uitkomstmaten zijn de
veiligheid, verdraagbaarheid (primair) en immunogeniciteit (secundair) van
hiv-1 envelop eiwit BG505 SOSIP.GT1.1 gp140 vaccin, geadjuvanteerd met AS01B,
vergeleken met placebo, in gezonde hiv-negatieve volwassenen. De studie is een
multicentrum studie, uitgevoerd door twee centra in de Verenigde Staten van
Amerika en één centrum in Nederland.
Vrijwilligers worden opeenvolgend geïncludeerd in twee studiegroepen (lage en
hoge dosis vaccin) van 24 vrijwilligers per groep. In totaal worden de 48
vrijwilligers in deze twee groepen gerandomiseerd in een 5:1 ratio
(respectievelijk vaccinatie en placebo). Er zullen maximaal vijf vrijwilligers
extra worden geïncludeerd om een vlotte inclusie te bewerkstellingen.
Vrijwilligers die de studie verlaten, ongeacht de reden, zullen niet worden
vervangen.
De studie hanteert een dosis escalatie schema. Om te beginnen zullen alle
vrijwilligers in de lage dosis groep een eerste keer gevaccineerd worden. In de
zeven dagen volgend op deze vaccinaties wordt eerst de veiligheid en
verdraagbaarheid geëvalueerd, alvorens wordt verder gegaan met de eerste
vaccinaties in de hoge dosis groep. In het geval van een goede immuunrespons op
de eerste twee vaccinaties in de lage dosis groep, zal de derde vaccinatie in
de hoge dosis groep niet worden gegeven. Een goede immuunrespons is
gedefinieerd als: (1) het aantal epitoop specifieke geheugen B-cellen is >=3
keer toegenomen ten opzichte van de uitgangswaarden van deze zelfde individu en
(2) >= 3 standaard deviatie aan toename van de epitoop specifieke geheugen
B-cellen boven het gemiddelde van de baseline van alle deelnemers.
Vrijwilligers worden tot maximaal 70 dagen voor de eerste vaccinatie gescreend
en zullen tot en met zes maanden na de laatste vaccinatie worden gevolgd om
mogelijke late immuun-gemedieerde aandoeningen (pIMD) te kunnen detecteren.
Vrijwilligers zullen in totaal maximaal driemaal intramusculair worden
gevaccineerd. Daarnaast wordt er meermaals bloed afgenomen middels venapunctie,
wordt er maximaal driemaal een leukaferese uitgevoerd en tweemaal een axillaire
lymfeklier fijne naald aspiratie (FNA). Deze procedures zullen plaatsvinden
gedurende 23 studie contacten, over een totale periode van ongeveer 14.5
maanden (inclusief screening en negen telefonische contacten).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Vaccinatie zal plaatsvinden op maand 0, 2 en 6. Elke dosisgroep zal bestaan uit 24 vrijwilligers, in een 5:1 ratio gerandomiseerd naar actief vaccin of placebo. Indien gerandomiseerd naar het actieve vaccin krijgen vrijwilligers in de lage dosisgroep 30 μg BG505 SOSIP.GT1.1 gp140 vaccin, vergeleken met 300 μg in de hoge dosisgroep. Een gelijke dosering AS01B adjuvans zal worden gebruikt voor de actieve vaccinaties in beide groepen. Tris NaCl oplosmiddel zal worden gebruikt als placebo. Het totale toe te dienen volume betreft zowel voor de actieve vaccinaties als de placebo 0.65 ml. In het geval van een goede immuunrespons op de eerste twee vaccinaties in de lage dosis groep, zal de derde vaccinatie in de hoge dosis groep niet worden gegeven. Een goede immuunrespons is gedefinieerd als: (1) het aantal epitoop specifieke geheugen B-cellen is >=3 keer toegenomen ten opzichte van de uitgangswaarden van deze zelfde individu en (2) >= 3 standaard deviatie aan toename van de epitoop specifieke geheugen B-cellen boven het gemiddelde van de baseline van alle deelnemers.
Inschatting van belasting en risico
Proefpersonen zullen in totaal maximaal driemaal intramusculair worden
gevaccineerd. Daarnaast wordt er meermaals bloed afgenomen middels venapunctie,
wordt er maximaal driemaal een leukaferese uitgevoerd en tweemaal een axillaire
lymfeklier gepuncteerd (fijne naald aspiratie (FNA)). Deze procedures zullen
plaatsvinden gedurende 23 studie contacten, over een totale periode van 14.5
maanden. Dit is inclusief screening en negen telefonische contacten. De
studiebelasting en risico*s kunnen worden onderverdeeld in die in relatie tot
de studie interventie (vaccinatie) en die in relatie tot de studie procedures
en worden hieronder beschreven.
Het studie vaccin bestaat uit BG505 SOSIP.GT1.1 gp140 antigeen en AS01B
adjuvans. Een good laboratory practice (GLP) toxicologie studie met BG505
SOSIP.664 gp140, geadjuvanteerd met AS01B is uitgevoerd in konijnen en toonde
geen noemenswaardige toxiciteit. Meerdere GLP toxicologie studies in konijnen
met verscheidene hiv-1 gp120 envelop eiwitten, geadjuvanteerd met AS01B, lieten
tevens geen significante toxiciteit zien. Bovenal, vroege fase klinische
studies in gezonde vrijwilligers met hiv-1 gp120 envelop eiwitten,
geadjuvanteerd met AS01B, toonden een gunstig veiligheidsprofiel. Gezien
toxicologie studies met verschillende hiv-1 gp120 monomeren en gp140 trimeren
geen belangrijke toxiciteit tonen en er tevens een gunstig veiligheidsprofiel
wordt gezien in klinische studies, is de kans op onverwachte toxiciteit in
studies met BG505 SOSIP.GT1.1 gp140 laag.
De belasting en risico*s gerelateerd aan de studieprocedures hebben betrekking
op de venapuncties, lymfklier aspiraties en leukafereses op verschillende
momenten tijdens de studie. Deze studieprocedures worden beschouwd als minimaal
invasief en met een laag risico. Er is geen sprake van groepsgebondenheid of
voordeel voor de proefpersonen.
Publiek
125 Broad Street 9th floor
New York 10004
US
Wetenschappelijk
125 Broad Street 9th floor
New York 10004
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Gezonde volwassenen zoals beoordeeld op basis van medische voorgeschiedenis,
lichamelijk onderzoek en aanvullend laboratorium onderzoek;
2. Ten minste 18 jaar oud op de dag van screening en heeft nog niet zijn/haar
51e verjaardag bereikt op de dag van de eerste vaccin administratie;
3. Bereid om aan de studie eisen te voldoen en beschikbaar voor de geplande
studie follow-up;
4. Heeft, in de ogen van de hoofdonderzoeker of diens vertegenwoordiger en op
basis van de resultaten van de Assessment of Informed Consent Understanding, de
verstrekte informatie begrepen, alsook de mogelijke invloed en/of risico's van
de studie medicatie en studie deelname; schriftelijke toestemming zal van de
deelnemer worden verkregen voordat studie procedures worden uitgevoerd;
5. Bereid tot het ondergaan van hiv-tests, risico reductie counseling en het
ontvangen van hiv-test resultaten;
6. Alle (bij de geboorte) vrouwelijke vrijwilligers die seksueel actief zijn
met kans op zwangerschap, dienen een effectieve anticonceptie methode te
gebruiken tijdens de eerste vaccin administratie en tot 4 maanden na de laatste
vaccin administratie;
7. Alle (bij de geboorte) vrouwelijke vrijwilligers die niet heteroseksueel
actief zijn tijdens screening, dienen een effectieve anticonceptie methode toe
te passen wanneer zij heteroseksueel actief worden, zoals boven beschreven;
8. Alle (bij de geboorte) vrouwelijke vrijwilligers dienen bereid te zijn tot
het ondergaan van urine zwangerschapstesten, op tijden aangegeven in het studie
protocol;
9. Alle (bij de geboorte) mannelijke vrijwilligers welke seksueel actief zijn
dienen, ongeacht het vermogen tot voortplanting, een effectieve anticonceptie
methode toe te passen (zoals consequent condoom gebruik), vanaf het moment van
de eerste vaccin administratie, tot minimaal 4 maanden na de laatste vaccin
administratie;
10. Bereid zijn om af te zien van de donatie van bloed of ander
lichaamsmateriaal tijdens de studie en, in het geval van vaccin-geïnduceerde
seropositiviteit, tot de hiv-antistof titers ondetecteerbaar worden.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Bevestigde hiv-1 of hiv-1 infectie.
2. Elke klinisch relevantie afwijking binnen de medische voorgeschiedenis of
(lichamelijk/aanvullend) onderzoek, zoals een immuundeficiëntie of
auto-immuunziekte; gebruik van systemische corticosteroïden (topicale of
inhalatie steroïden zijn toegestaan), immunosuppressiva, chemotherapeutica,
tuberculostatica of andere klinisch relevante geneesmiddelen in de zes maanden
voorafgaande aan de screening. Uitzonderingen van toepassing (zie studie
protocol);
3. Elke klinisch relevante acute of chronische medische aandoening, welke
progressief is of naar mening van de onderzoeker de vrijwilliger ongeschikt
maakt voor deelname aan de studie;
4. Anamnestisch gedrag waarbij risico wordt gelopen op een hiv-infectie, in de
6 maanden voorafgaande aan de eerste vaccin administratie. Zie het studie
protocol voor verdere details;
5. Indien vrouw, zwanger of van plan om zwanger te worden gedurende de studie
en tot vier maanden nadien; of lacterend;
6. Stollingsstoornis welke werd gediagnosticeerd door een arts (bijv. factor
deficiëntie, coagulopathie of trombocyten afwijking welke bijzondere
maatregelen behoeft). N.B. Indien een vrijwilliger aangeeft makkelijk te
bloeden of blauwe plekken te ontwikkelen, maar er is geen formele diagnose
gesteld en de vrijwilliger heeft I.M. injecties en bloedafnames ondergaan
zonder problemen, dan is de vrijwilliger geschikt voor deelname;
7. Infectieziekten: chronische hepatitis B infectie (HbsAg positief), actuele
hepatitis C infectie (HCV Ab positief en HCV RNA positief of interferon-alfa
behandeling voor hepatitis C in het afgelopen jaar of afronding van
interferon-alfa behandeling voor hepatitis C in de afgelopen 6 maanden), of
actieve lues (screening en bevestigende tests);
8. Splenectomie in de voorgeschiedenis;
9. Elke laboratorium afwijking zoals beschreven in het studie protocol;
10. Toediening van een levend verzwakt vaccin in de 30 dagen voorafgaande aan
studie vaccinatie, of geplande toediening binnen 30 dagen na toediening van
studie vaccinatie; of toediening van elk ander vaccin in de 14 dagen
voorafgaande aan studie vaccinatie, of geplande toediening binnen 14 dagen na
toediening van studie vaccinatie. (Uitzondering is levend verzwakt influenza
vaccin binnen 14 dagen);
11. Ontvangst van een bloedtransfusie of bloedproducten in de voorafgaande 3
maanden;
12. Deelname aan een andere klinische studie met een (experimenteel)
geneesmiddel, ofwel actueel, in de afgelopen 3 maanden of gepland.
Gelijktijdige deelname aan een observationele studie waar geen geneesmiddelen
of invasieve handelingen aan te pas komen, is geen reden voor exclusie;
13. Eerdere ontvangst van een experimenteel hiv-vaccin of hiv-antistof
(product). (N.B. Eerdere ontvangst van een placebo in een hiv-vaccin /
hiv-antistof (product) studie is geen reden voor exclusie, mits documentatie
voorhanden is en de Medische Monitor toestemming verleent);
14. Klinisch relevante lokale of systemische bijwerkingen van vaccins (bijv.
anafylaxie, ademhalingsproblemen, angioedeem, lokale necrose or ulceratie);
15. Psychiatrische aandoening waarbij de veiligheid van de vrijwilliger en
compliantie met het studie protocol gecompromitteerd wordt. In het bijzonder
worden van deelname geëxcludeerd: personen met een psychose in de afgelopen 3
jaar, actueel risico op suïcide of voorgeschiedenis van tentamen suïcide in de
afgelopen 3 jaar;
16. Insult stoornis: een vrijwilliger die een insult heeft gehad in de
afgelopen 3 jaar wordt geëxcludeerd van deelname. (Niet geëxcludeerd: een
vrijwilliger met een insult in de voorgeschiedenis welke noch medicatie
behoeft, noch de afgelopen 3 jaar een insult heeft gehad);
17. Maligniteit in de afgelopen 5 jaar (voorafgaande aan screening), of actuele
maligniteit (een compleet geëxcideerde maligniteit waarbij genezing is bereikt
wordt niet als exclusie criterium beschouwd);
18. Actuele, ernstige infecties welke antibiotische, antivirale or
antimycotische behandeling behoeven, tot 30 dagen voorafgaande aan inclusie;
19. Body mass index (BMI) >=35;
20. Gewicht <50 kg;
21. Eerder dagelijks gebruik van NSAIDs/aspirine, wat niet onderbroken kan
worden vanaf tenminste 5 dagen voor de leukaferese;
22. Indien het naar mening van de hoofdonderzoeker niet in het beste belang is
van de vrijwilliger om deel te nemen aan de studie.
22.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2019-004892-38-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT04224701 |
CCMO | NL72440.000.20 |