1) Om sDSC en GABA concentraties in de ACC te vergelijken tussen responders, non-responders en gezonde controles. De eerste episode psychotische patiënten worden onderverdeeld in responders en non-responders aan de hand van de Clinical Global…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- Striatale [18F]-DOPA influx (Ki) waarden.
- Glutamaat en GABA concentraties in de Anterior Cingulate Cortex.
- Anandamide en 2-AG bloedwaarden.
- Responders: veel of zeer veel verbeterd met betrekking tot de verandering van
positieve symptomen op de 'Degree of Change' subschaal van de Clinical Global
Impression Scale-Schizophrenia Version (CGI-SCH) bij de eerste follow-up ten
opzichte van de start van niet-clozapine antipsychotica (in het geval van de
vaak voorkomende situatie, zie sectie 3.1 van het studieprotocol) of ten
opzicht van de baseline assessment (in het geval van de ideale situatie, zie
sectie 3.1 van het studieprotocol).
- Non-responders: minimaal verbeterd, niet verbeterd of verslechterd met
betrekking tot de verandering van positieve symptomen op de 'Degree of Change'
subschaal van de CGI-SCH bij de eerste follow-up ten opzichte van de start van
niet-clozapine antipsychotica of ten opzicht van de baseline assessment.
Secundaire uitkomstmaten
- Neuromelanine contrast ratio*s.
- Het percentage afname in positieve symptomen op de Positive and Negative
Syndrome Scale (PANSS) tussen de baseline assessment en de eerste follow-up (na
4-6 weken behandeling met niet-clozapine antipsychotica op adequate dosis).
- Het percentage afname in totale symptomen op de PANSS tussen de baseline
meting en de eerste follow-up (na 4-6 weken niet-clozapine behandeling met
niet-clozapine antipsychotica op adequate dosis).
Tertiaire onderzoeksvariabelen/uitkomstmaten:
- Responders: veel of zeer veel verbeterd met betrekking tot de verandering van
positieve symptomen op de 'Degree of Change' subschaal van de Clinical Global
Impression Scale-Schizophrenia Version (CGI-SCH) bij de tweede follow-up ten
opzichte van de start van niet-clozapine antipsychotica (in het geval van de
vaak voorkomende situatie, zie sectie 3.1 van het studieprotocol) of ten
opzicht van de baseline assessment (in het geval van de ideale situatie, zie
sectie 3.1 van het studieprotocol).
- Non-responders: minimaal verbeterd, niet verbeterd of verslechterd met
betrekking tot de verandering van positieve symptomen op de 'Degree of Change'
subschaal van de CGI-SCH bij de tweede follow-up ten opzichte van de start van
niet-clozapine antipsychotica of ten opzicht van de baseline assessment.
- Het percentage afname in positieve symptomen op de Positive and Negative
Syndrome Scale (PANSS) tussen de baseline assessment en 6 maanden na de start
van niet-clozapine antipsychotica behandeling.
- Het percentage afname in totale symptomen op de PANSS tussen de baseline
meting en 6 maanden na de start van niet-clozapine antipsychotica behandeling.
- Striatale connectiviteit.
Achtergrond van het onderzoek
Ongeveer 30% van de patiënten met een non-affectieve psychotische stoornis
reageert onvoldoende op niet-clozapine antipsychotica. Het is wenselijk om deze
patiënten vroegtijdig te identificeren met behulp van een klinisch algoritme.
Dit algoritme is mogelijk gebaseerd op een aantal biomarkers. Potentiële
biomarkers zijn striatale dopamine synthese capaciteit (sDSC), glutamaat en
gamma-aminoboterzuur (GABA) concentraties in de cortex cingularis anterior
(ACC). sDSC wordt gemeten met behulp van [18F]-DOPA Positron Emissie Tomografie
(PET). Glutamaat en GABA concentraties in de ACC kunnen gemeten worden met
behulp van proton Magnetische Resonantie Imaging (1H-MRI).
Sarpal et al. (Am J Psychiatry; 2016, volume 173, pp. 69-77) onderzochten met
resting-state functionele MRI de relatie tussen (i) connectiviteit van striatum
met andere hersengebieden en (ii) de respons op een antipsychoticum. Ze vonden
dat een grotere connectiviteit tussen posterieure gebieden en striatale
subdivisies geassocieerd is met een betere response op antipsychotica, terwijl
grotere connectiviteit tussen frontale gebieden en striatale subgebieden
geassocieerd was met een slechtere respons.
Gebruik van cannabis is geassocieerd met een verhoogd risico op psychose. Het
hoofdbestanddeel van cannabis, delta-9-tetrahydrocannabinol, heeft een
psychotrope werking door zich te binden aan receptoren van het endocannabinoïde
systeem. Het menselijk lichaam produceert zelf ook stoffen die binden aan deze
receptoren: anandamide en 2-AG. Er is bewijs voor een overgevoeligheid van het
mesolimbisch dopaminesysteem in de pathogenese van schizofrenie. De relaties
tussen sDSC en bloedspiegels van de endocannabinoïden anandamide (AEA) en
2-arachidonoylglycerol (2-AG) zijn echter nooit onderzocht. Wellicht zijn AEA
en 2-AG ook voorspellers van de reactie op een non-clozapine antipsychoticum.
Een nadeel van PET-imaging is de radioactieve straling waaraan proefpersonen
worden blootgesteld. Bij voorkeur, zouden we therapieresistente patiënten
identificeren zonder het gebruik van radioactiviteit. Een alternatief, zonder
stralingsbelasting, is neuromelanine MRI (NM-MRI). De relatie tussen sDSC en
NM-MRI signaal is echter nog niet onderzocht. Het valideren van NM-MRI als een
indirecte maat van dopaminerg functioneren is van belang voor de ontwikkeling
van een adequaat, betaalbaar en niet-invasief algoritme om de
behandelingsrespons te voorspellen. Het begrijpen van de relaties tussen de
activiteiten van verschillende neurotransmittersystemen en de mate van
behandelingsrespons is een belangrijke stap in de ontwikkeling van
gepersonaliseerde behandeling.
Doel van het onderzoek
1) Om sDSC en GABA concentraties in de ACC te vergelijken tussen responders,
non-responders en gezonde controles. De eerste episode psychotische patiënten
worden onderverdeeld in responders en non-responders aan de hand van de
Clinical Global Impression scale - Schizophrenia Version (CGI-SCH).
2) Om bij eerste episode psychotische patiënten en gezonde controles te
onderzoeken of sDSC, glutamaat en GABA concentraties in de ACC geassocieerd
zijn met anandamide en 2-AG concentraties in het bloed.
3) Om te onderzoeken of het NM-MRI signaal geassocieerd is met de respons op
niet-clozapine antipsychotica (bij patiënten) en met sDSC (bij patiënten en
gezonde controles).
4) Het repliceren van de bevindingen van Sarpal et al. (). Hypotheses: een
grotere connectiviteit tussen posterieure gebieden en striatale subdivisies is
geassocieerd met een betere response op antipsychotica. Terwijl grotere
connectiviteit tussen frontale gebieden en striatale subgebieden geassocieerd
is met een slechtere respons.
Onderzoeksopzet
Prospectief design.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten worden vier keer onderzocht:
- Baseline (voor of binnen 6 weken na de start van niet-clozapine
antipsychotica): evaluatie van wilsbekwaamheid, screening voor
inclusie/exclusiecriteria, urine drugtest en evaluatie van symptomen (totale
duur: 2h);
- Test dag (voor of binnen 9 weken na de start van niet-clozapine
antipsychotica): MRI-scan, urine drugtest, bepaling van endocannabinoïden
plasma concentraties, het lipidenpatroon, TG, CRP en antipsychoticum
plasmaconcentraties (via venapunctie). Daarnaast worden depressieve symptomen
en factoren die mogelijk invloed hebben op de endocannabinoïden geëvalueerd
(totale duur: 2h). In een subgroep van 26 patiënten wordt een [18F] -DOPA PET
scan gemaakt (totale duur: 5h);
- Eerste follow-up (na 4-6 weken niet-clozapine antipsychotica gebruik op
adequate dosis): diagnostisch interview, bepaling van de plasmaspiegel van het
antipsychoticum en evaluatie van symptomen (totale duur: 2 uur);
- Tweede follow-up (6 maanden na de start van niet-clozapine antipsychotica):
evaluatie van symptomen en druggebruik (totale duur: 1 uur).
Op alle momenten wordt (indien van toepassing) geïnformeerd bij de patiënt naar
compliance.
Gezonde controles worden twee keer onderzocht:
1) Screening, psychiatrisch interview, urine drugtest en evaluatie van angst
symptomen en medicatiegebruik (totale duur: 2uur);
2) MRI- en PET-scans, evaluatie van depressieve symptomen en bloedafname
(totale duur: 5 uur).
Risico's: de stralingsdosis is 4,1 mSv en valt binnen de categorie IIb
(minimaal tot gemiddeld). Nataf et al. (2006) maakte 170 [18F]DOPA PET-scans om
neuro-endocrine tumoren op te sporen. Een aantal patiënten rapporteerden een
klein nadelig effect. Zij ondervonden namelijk een licht, branderig gevoel op
de plek waar ze de injectie gekregen hadden. Dit werd waarschijnlijk
veroorzaakt door de zuurheid van het radiofarmacon. Er zijn geen andere
bijeffecten bekend.
Voordelen van het onderzoek: Patiënten en gezonde controles zullen niet
persoonlijk profiteren van deelname aan dit onderzoek. De resultaten zullen
echter bijdragen aan meer kennis over de etiologie van psychoses en tot de
ontwikkeling van een adequaat, betaalbaar en niet-invasief algoritme om de
behandelingsrespons te voorspellen. Als gevolg hiervan zullen
therapieresistente patiënten in de toekomst niet worden blootgesteld aan
ineffectieve medicatie en de bijkomende nadelige bijwerkingen. Aangezien een
derde van de patiënten met schizofrenie therapieresistent is, is het
faciliteren van een weg naar een efficiëntere behandeling voor veel patiënten
en hun omgeving een belangrijke stap vooruit.
Publiek
Sandifortdreef 19
Leiden 2333 ZZ
NL
Wetenschappelijk
Sandifortdreef 19
Leiden 2333 ZZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patiënten:
- Een of meer psychotische episode(n) meegemaakt, totale antipsychotica gebruik
korter dan 6 maanden en antipsychotica vrij voor tenminste één jaar.
- Een score van tenminste 4, overeenkomstig met matig ziek, op het positieve
symptomen item van de CGI-SCH op T0 (in het geval van de veel voorkomende
situatie, zie studieprotocol C1 sectie 3.1) of T1 (in het geval van de ideale
situatie, zie studieprotocol sectie 3.1).
- Leeftijd: 18-35 jaar.
- Binnen de eerste 5 jaar na het begin van de eerste psychotische episode.
Gezonde vrijwilligers:
- Leeftijd: 18-35 jaar.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Algemene exclusiecriteria patiënten:
- Antipsychotica gebruik langer dan 9 weken op het moment van de PET scan.
- Neurologische aandoeningen (e.g. epilepsie) of hersenkneuzing.
- Wilsonbekwaam om te beslissen over deelname aan wetenschappelijk onderzoek.
- Patiënten die zich verzetten tegen behandeling met antipsychotica.
- Primaire diagnosis bipolaire stoornis met psychotische kenmerken of ernstige
depressieve stoornis met psychotische kenmerken op het moment dat met
antipsychotica wordt gestart.
- Psychotische stoornis door een somatische aandoening of door middelengebruik.
Algemene exclusiecriteria gezonde vrijwilligers:
- Neurologische aandoeningen (e.g. epilepsie) of hersenkneuzing.
- Psychiatrische stoornis (DSM-5 criteria, thans aanwezig of in remissie).
- Eerstegraads familielid met schizofreniespectrum stoornis.
- Wilsonbekwaam om te beslissen over deelname aan wetenschappelijk onderzoek.
Exclusiecriteria gerelateerd aan alcohol, soft-/harddrugs, en medicijnen
(patiënten en gezonde vrijwilligers):
- DSM-5 diagnose Stoornis in het gebruik van middelen (behalve de stoornissen
in het gebruik van tabak of alcohol en de stoornis in het gebruik van cannabis
die in langdurige remissie is (12 mnd)).
- Proefpersonen die in het jaar voorafgaand aan het eerste contact met de
onderzoeker minimaal twee weken dagelijks cannabis hebben gebruikt.
- Huidig gebruik van middelen anders dan tabak, cannabis of alcohol,
bijvoorbeeld: XTC, cocaïne, amfetamine, opioïden of GHB.
- Proefpersonen waarbij sprake is van een stoornis in het gebruik van cannabis
in het afgelopen jaar.
- Positieve urine drugtest op de dag van de MRI/PET-scans (cannabis, cocaïne,
XTC, opioïden, amfetaminen).
- Huidig of recent gebruik (minder dan 1 maand geleden) van slaapmedicatie
(alleen voor controles).
- Huidig of recent gebruik (minder dan 3 maanden geleden) van psychofarmaca die
mogelijk het dopaminerge systeem beïnvloeden (e.g. lithium, valproaat en
methylfenidaat) of anti-epileptica die mogelijk de GABA en/of glutamaat
systemen beïnvloeden.
Het gebruik van benzodiazepines, hypnotica en antidepressiva is toegestaan mits
de dosis niet hoger is dan de maximale dosis genoemd in het
Farmacotherapeutisch Kompas (alleen voor patiënten).
Exclusiecriteria gerelateerd aan MRI- en CT/PET-onderzoek (patiënten en gezonde
vrijwilligers):
- Deelname aan wetenschappelijk onderzoek waarbij radioactieve straling is
gebruikt in het afgelopen jaar.
- Contra-indicaties voor MRI (e.g. pacemaker, claustrofobie, zwangerschap).
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL72218.058.20 |
Ander register | NL8338 |