Primair:Aantonen dat de antivirale werking van CAB LA + RPV LA om de twee maanden niet-inferieur is aan die van een schema met een enkele tablet van BIK eenmaal per dag gedurende 12 maanden bij deelnemers met een hiv-1-infectie met virussuppressie…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Aantonen dat de antivirale werking van CAB LA + RPV LA om de twee maanden
niet-inferieur is aan die van een schema met een enkele tablet van BIK eenmaal
per dag :
Aandeel van deelnemers met een plasma-hiv-1-RNA hoger dan of gelijk aan 50
kopieën/ml volgens het Snapshot-algoritme van de Food and Drug Administration
(FDA) op Maand 12 (OLI en BIK)/Maand 11 (D2I) (Blootgestelde populatie met
intentie tot behandelen [ITT-E])
Secundaire uitkomstmaten
De antivirale en immunologische werking van CAB LA + RPV LA om de twee maanden
aantonen, in vergelijking met die van een schema met een enkele tablet van BIK
eenmaal per dag:
Aandeel van de deelnemers met een plasma-hiv-1-RNA <50 k/ml (k/ml) op Maand 6
en Maand 12 (OLI en BIK)/Maand 5 en Maand 11 (D2I) volgens het
Snapshot-algoritme van de FDA (Blootgestelde populatie met intentie tot
behandelen [ITT-E])
Aandeel van de deelnemers met een bevestigd virologisch falen (CVF) zoals
beschreven in het protocol tot en met Maand 6 en Maand 12 (OLI en BIK)/Maand 5
en Maand 11 (D2I).
Aandeel van de deelnemers met een hiv-RNA hoger dan of gelijk aan 50 k/ml
volgens het Snapshot-algoritme van de FDA tot en met Maand 6 en Maand 12 (OLI
en BIK)/Maand 5 en Maand 11 (D2I).
Absolute waarden en veranderingen ten opzichte van de beginwaarde van de virale
belasting en het aantal CD4+-cellen over verloop van tijd, met inbegrip van
Maand 6 en Maand 12 (OLI en BIK)/Maand 5 en Maand 11 (D2I)
Evaluatie van de virale resistentie bij deelnemers die een bevestigd
virologisch falen vertonen volgens de definitie in het protocol:
Incidentie van met de behandeling samenhangend optreden van genotypische en
fenotypische resistentie tegen CAB, RPV, BIC, FTC en TAF tot en met Maand 6 en
Maand 12 (OLI en BIK)/Maand 5 en Maand 11 (D2I).
Evaluatie van nier- (in urine en bloed) en botbiomarkers (in bloed) bij
deelnemers die behandeld worden met CAB LA + RPV LA in vergelijking met BIK:
Verandering ten opzichte van de beginwaarde (Dag 1) van de nier- en
botbiomarkers op Maand 6 en 12 (OLI en BIK)/Maand 5 en Maand 11 (D2I).
Evaluatie van het metabool syndroom bij deelnemers die behandeld worden met CAB
+ RPV en met BIK:Verandering ten opzichte van de beginwaarde in het aandeel van
de deelnemers met een metabool syndroom op Maand 6 en 12 (OLI en BIK)/Maand 5
en Maand 11 (D2I):
Verandering ten opzichte van de beginwaarde in de incidentie van metabool
syndroom op Maand 6 en 12 (OLI en BIK)/Maand 5 en Maand 11 (D2I)
Verandering ten opzichte van de beginwaarde (Dag 1) van het 'Homeostatic Model
Assessment for Insulin Resistance' (HOMA-IR) op Maand 6 en 12 (OLI en
BIK)/Maand 5 en Maand 11 (D2I).
De voorkeur voor CAB LA + RPV LA om de twee maanden ten opzichte van een schema
met een enkele tablet van BIK eenmaal per dag zal beoordeeld worden met een
vragenlijst over voorkeuren op Maand 12 (OLI en BIK)/Maand 11 (D2I) (of
terugtrekking).
Evaluatie van de insulineresistentie bij deelnemers die behandeld worden met
CAB LA + RPV LA in vergelijking met BIK:
Verandering ten opzichte van de beginwaarde (Dag 1) in de totale *score voor
tevredenheid over de behandeling* en de scores op de individuele items van de
'HIV Treatment Satisfaction Status Questionnaire' (HIVTSQs) op Maand 6 en Maand
12 (OLI en BIK)/Maand 5 en Maand 11 (D2I), (of terugtrekking)
Evaluatie van de door de patiënt gerapporteerde tevredenheid over de
behandeling en de verdraagbaarheid van de injectie:
Verandering in de tevredenheid over de behandeling over verloop van tijd op
basis van de totale score op de 'HIV Treatment Satisfaction Change
Questionnaire' (HIVTSQc) en de scores op de individuele items op Maand 12 (OLI
en BIK)/Maand 11 (D2I) (of terugtrekking).
Verandering ten opzichte van Maand 2 in Dimensiescores (*Aanvaarding van
ISR's*, *Last van ISR's*, *Beweging van de benen*, *Slaap* en de scores op de
verschillende items met betrekking tot de pijn tijdens de injectie, de angst
voor en na de injectie, de bereidheid om in de toekomst nog injecties te
krijgen en de algemene tevredenheid over de wijze van toediening over verloop
van tijd) zal beoordeeld worden met de *Perception of injection*-vragenlijst
(PIN) op Maand 2, 6, en 12 (OLI)/Maand 1, 5, 11 (D2I) (of
terugtrekking)
Veilighied:
Incidentie en ernst van bijwerkingen en laboratoriumafwijkingen over verloop
van tijd tot en met Maand 6 en Maand 12 (OLI en BIK)/Maand 5 en Maand 11 (D2I).
Aandeel van de deelnemers dat de behandeling stopzet wegens bijwerkingen over
verloop van tijd tot en met Maand 6 en Maand 12 (OLI en BIK)/Maand 5 en Maand
11 (D2I).
Verandering ten opzichte van de beginwaarde in laboratoriumwaarden over verloop
van tijd tot en met Maand 6 en Maand 12 (OLI en BIK)/Maand 5 en Maand 11 (D2I).
Achtergrond van het onderzoek
Geschat wordt dat 37,9 miljoen mensen momenteel leven met HIV / Acquired
Immunodeficiency Syndrome (AIDS) en dat de wereldwijde epidemie blijft toenemen
met 1,7 miljoen nieuwe infecties en 770.000 doden per jaar. Chronische
HIV-infectie bij volwassenen wordt nog steeds gekenmerkt door een verhoogde
ontwikkeling van resistent virus, toenemende overdracht van resistent virus en
problemen die verband houden met langdurige toxiciteit van ART. Het huidige
mogelijkheid van de behandeling van HIV is levenslange therapie met meerdere
antiretrovirale middelen. Deze afhankelijkheid van medische therapie vereist
een continue verbetering van de duurzaamheid, verdraagbaarheid en gemak van
alle antiretrovirale klassen.
Uit een onderzoek van de Antiretroviral Therapy Cohort Collaboration bleek dat
van meer dan 21.000 patiënten in een Europees en Noord-Amerikaans deel met hun
eerste antiretrovirale combinatietherapie (cART)-regime, 51% hun eerste
cART-regime aanpaste of onderbrak tijdens de gemiddeld 28 maanden follow-up
periode. (met een derde van de onderbrekingen die binnen de eerste 6 maanden na
aanvang van de therapie optreden). Veertig procent van alle onderbrekingen van
de behandeling was te wijten aan de secundaire bijwerkingen of toxiciteit van
cART, 17% was te wijten aan de wens tot vereenvoudiging van het regime en 14%
aan de keuze van de patiënt. Deze bevindingen hebben geleid tot talrijke
"switch" ART-onderzoeken, ontworpen om de werkzaamheid, veiligheid en
verdraagbaarheid van het overschakelen van patiënten van het ene regime naar
het andere te begrijpen.
Eerdere studies hebben overstappen naar ritonavir-versterkte PI-monotherapie
geëvalueerd bij virologisch onderdrukte patiënten. Deze studies suggereren dat
het vereenvoudigen van een drievoudige medicamenteuze behandeling naar een
enkele versterkte proteaseremmer een veilige en effectieve optie kan zijn voor
de meerderheid van de onderzochte deelnemers, die effectief de virale
onderdrukking hebben gehandhaafd.
CAB LA + RPV LA is geïndiceerd als een compleet regime voor de behandeling van
infectie met het humaan immunodeficiëntievirus type 1 (hiv-1) bij volwassenen
ter vervanging van het huidige antiretrovirale regime bij degenen die
virologisch onderdrukt zijn op een stabiel antiretroviraal regime zonder
voorgeschiedenis van behandeling mislukking en zonder bekende of vermoede
resistentie tegen CAB of RPV.
Er zijn drie fase IIb-onderzoeken (LATTE, LATTE-2 en POLAR) uitgevoerd met
orale CAB en / of IM CAB LA, ter evaluatie van een vereenvoudigingsaanpak voor
inductie/onderhoud. Drie Fase III-onderzoeken (FLAIR, ATLAS en ATLAS-2M)
uitgevoerd met CAB LA + RPV LA lopen nu.
Biktarvy (BIK) is een combinatie van drie geneesmiddelen van bictegravir (BIC),
een humaan immunodeficiëntievirus type 1 (HIV-1)
integrasestrengoverdrachtsremmer (INSTI), en emtricitabine (FTC) en
tenofoviralafenamide (TAF), beide HIV- 1 nucleoside analoge reverse
transcriptase-remmers (NRTI's), en is geïndiceerd als een compleet regime voor
de behandeling van hiv-1-infectie bij volwassenen zonder antiretrovirale
behandelingsgeschiedenis of ter vervanging van het huidige antiretrovirale
regime bij degenen die virologisch onderdrukt worden op een stabiel
antiretroviraal middel.
Langwerkende 2-klassen therapie bestaande uit CAB LA + RPV LA als IM-regime
heeft het voordeel dat het een NRTI-sparend regime is voor langdurige
behandeling van HIV-infectie, waardoor bekende NRTI-geassocieerde bijwerkingen
en langdurige toxiciteit. Bovendien kan een combinatietherapie met 2
geneesmiddelen met CAB LA plus RPV LA een beter tolerantie- en
resistentieprofiel bieden, evenals een verbeterde therapietrouw en tevredenheid
over de behandeling bij virologisch onderdrukte deelnemers, waardoor de
kwaliteit van leven voor mensen met hiv verbetert.
Doel van het onderzoek
Primair:
Aantonen dat de antivirale werking van CAB LA + RPV LA om de twee maanden
niet-inferieur is aan die van een schema met een enkele tablet van BIK eenmaal
per dag gedurende 12 maanden bij deelnemers met een hiv-1-infectie met
virussuppressie die ervaring hebben met antiretrovirale behandeling (ART).
Secundair:
De antivirale en immunologische werking van CAB LA + RPV LA om de twee maanden
aantonen, in vergelijking met die van een schema met een enkele tablet van BIK
eenmaal per dag
Evaluatie van de virale resistentie bij deelnemers die een bevestigd
virologisch falen vertonen volgens de definitie in het protocol.
Evaluatie van nier- (in urine en bloed) en botbiomarkers (in bloed) bij
deelnemers die behandeld worden met CAB LA + RPV LA in vergelijking met BIK.
Evaluatie van het metabool syndroom bij deelnemers die behandeld worden met CAB
+ RPV en met BIK
Evaluatie van de insulineresistentie bij deelnemers die behandeld worden met
CAB LA + RPV LA in vergelijking met BIK
Evaluatie van de voorkeur voor CAB LA + RPV LA om de twee maanden ten opzichte
van een schema met een enkele tablet van BIK eenmaal per dag
Evaluatie van de door de patiënt gerapporteerde tevredenheid over de
behandeling en de verdraagbaarheid van de injectie.
Veiligheid:
Evaluatie van de veiligheid en verdraagbaarheid van CAB LA + RPV LA om de twee
maanden in vergelijking met die van een schema met een enkele tablet van BIK
eenmaal per dag
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerde, open, multicentrische fase IIIb-studie naar
non-inferioriteit met parallelle groepen en actieve controle naar de antivirale
werking en de veiligheid van een behandelingsschema met twee geneesmiddelen,
CAB LA + RPV LA om de twee maanden toegediend, in vergelijking met verdere
behandeling met BIK. Ongeveer 654 volwassen patiënten met een hiv-1-infectie
die een stabiel ARV-schema met BIK krijgen, zullen in een 2-1-verhouding
gerandomiseerd worden naar overschakeling op een schema met CAB LA + RPV LA of
verdere behandeling met het BIK-schema gedurende 12 maanden.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Interventiegroepen en duur: IM injecties om de 2 maanden (orale inloopperiode): Dag 1 - CAB 30 mg + RPV 25 mg oraal, eenmaal per dag toegediend gedurende 1 maand Maand 1 - CAB LA 600 mg + RPV LA 900 mg IM, elk toegediend als een IM injectie van 1 x 3 ml Maand 2 - CAB LA 600 mg + RPV LA 900 mg IM, elk toegediend als een IM injectie van 1 x 3 ml Maand 4 en Q2M daarna - CAB LA 600 mg + RPV LA 900 mg IM, om de 2 maanden tot Maand 12, elk toegediend als een IM injectie van 1 x 3 ml IM injecties om de 2 maanden (meteen naar injecties): Dag 1 - CAB LA 600 mg + RPV LA 900 mg IM, elk toegediend als een IM injectie van 1 x 3 ml Maand 1 en Q2M daarna - CAB LA 600 mg + RPV LA 900 mg IM, elk toegediend als een IM injectie van 1 x 3 ml BIC/FTC/TAF (BIK) Dag 1 - BIC 50 mg + FTC 200 mg + TAF 25 mg oraal, eenmaal per dag toegediend tot Maand 12.
Inschatting van belasting en risico
Bijwerkingen van CAB (tabletten en injecties)
De meest voorkomende bijwerkingen die gezien zijn in studies bij HIV-patiënten
die CAB kregen in combinatie met RPV zijn:
• Bij meer dan 10% van de proefpersonen: hoofdpijn, koorts en een reactie op de
plaats waar de injectie is toegediend (*de prikplaats*)
• Bij 1-10% van de proefpersonen: huiduitslag, diarree of dunne ontlasting,
misselijkheid, overgeven, winderigheid, buikpijn, slapeloosheid, nachtmerries,
duizeligheid, ongerustheid, depressieve gevoelens of gedachten, spierpijn,
moeheid, gevoel van zwakheid of onbehagen
• Bij 0,1-1% van de proefpersonen: slaperigheid, duizeligheid of flauwvallen
tijdens of na een injectie, leverproblemen, toename van transaminase (een eiwit
in uw bloed), toename van gewicht
Allergische reacties op integraseremmers zoals CAB zijn gemeld. Verschijnselen
waren onder andere *ziek voelen*, huiduitslag, koorts, moeheid, zwelling (soms
van gezicht of mond met ademhalingsproblemen), blaren, zweertjes in de mond,
pijnlijke ontstoken ogen, gewrichtspijn en spierpijn.
Insulten/toevallen zijn gemeld bij een klein aantal patiënten met HIV die CAB
gebruikten (<1%). Het werd onwaarschijnlijk geacht dat de insulten veroorzaakt
werden door CAB, al kan dat niet uitegesloten worden.
Abnormale leverwaarden: Bij een klein aantal van de proefpersonen werden
afwijkende leverwaarden (gemeten in het bloed) waargenomen die het noodzakelijk
maakten om met de behandeling met CAB te stoppen. Bij ongeveer de helft van
deze gevallen konden deze afwijkingen door andere oorzaken verklaard worden
(bijvoorbeeld een nieuwe virusinfectie). Bij de andere helft was er geen andere
verklaring en lag het voor de hand om CAB aan te wijzen als de meest
waarschijnlijke oorzaak van de lichte leverschade. Na het stoppen van CAB
verbeterden de afwijkingen, wat ervoor pleit dat het hierbij om tijdelijke
schade gaat.
Bijwerkingen van RPV (tabletten en injecties)
Er zijn meer mensen met RPV dan met CAB behandeld omdat RPV-tabletten
geregistreerd zijn en op recept mogen worden voorgeschreven (*Edurant*).
Huiduitslag.
De meeste gevallen van huiduitslag waren niet ernstig en begonnen in de eerste
4 weken van de behandeling. In de meeste gevallen trad binnen 1 week
verbetering op, zonder dat de behandeling gestopt hoefde te worden. Een
ernstige huiduitslag kan levensbedreigend zijn. Soms hebben patiënten bij deze
huiduitslag ook andere tekenen van een allergische reactie.
Verhoogde leverwaarden. Patiënten die bij de start van de behandeling met RPV
een bestaande leverziekte (hepatitis B of C) hebben of aanwezigheid van
verhoogde leverwaarden in het bloed, lopen meer risico op verslechtering van de
leverwaarden tijdens de onderzoeksbehandeling. Verhoogde leverwaarden kunnen
wijzen op leverbeschadiging. Een enkele keer zijn leverproblemen gemeld bij
patiënten die RPV gebruikten, maar die tevoren geen tekenen van een leverziekte
hadden.
Er kunnen extra bijwerkingen optreden bij RPV dat via injecties wordt toegediend
• Bij 1-10% van de proefpersonen: verminderde eetlust, slaapstoornissen,
neerslachtigheid, onaangenaam gevoel in de buik (buikpijn), droge mond
• Bij 0,1-1% van de proefpersonen: IRIS. IRIS is een aandoening waarbij sommige
patiënten, vooral diegenen die al lang HIV-positief zijn, ontstekingsreacties
kunnen krijgen. De verschijnselen zijn meestal niet specifiek. Tot de
verschijnselen behoren koorts en verergering van de onderliggende ziekte. Deze
ontstekingsreacties worden waarschijnlijk veroorzaakt doordat het lichaam zich
beter kan verzetten tegen ontstekingen. Dit komt omdat door de behandeling de
hoeveelheid virus in het lichaam kleiner wordt.
Bijwerkingen van Bikarvy
De meest voorkomende bijwerkingen die gezien zijn in studies bij HIV-patiënten
die Bikarvy kregen zijn:
• Bij meer dan 10% van de proefpersonen: diarree
• Bij 1-10% van de proefpersonen: hoofdpijn, misselijkheid, vermoeidheid,
gewrichtspijn, rugpijn
Veranderingen in uw immuunsysteem, nierproblemen, waaronder nierfalen, ernstige
leverproblemen en te veel melkzuur (lactaat) in het bloed
Dit is een ernstig maar zeldzaam medisch noodgeval dat tot de dood kan leiden.
• Bijwerkingen op de plaats waar de injectie is toegediend (*de prikplaats*)
zijn gemeld na injecties met CAB en RPV. Bekende bijwerkingen zijn pijn of een
onprettig gevoel. De meeste mensen vonden dit mild of matig van ernst. De
preofpersoon kan last krijgen van roodheid, zwelling, jeuk, een blauwe plek,
een infiltraat (harde zwelling onder de huid) of irritatie op de prikplaats. De
meeste klachten zijn na een week verdwenen.
• De injecties worden in de bilspier toegediend. Er is een kleine kans dat de
vloeistof niet in de bilspier, maar in de huid, een bloedvat of een zenuw
terecht komt. Het is niet duidelijk wat er gebeurt bij een injectie van een
langwerkend geneesmiddel buiten een spier. De hoeveelheid geneesmiddel in het
bloed zou daardoor te laag of juist te hoog kunnen worden. Te weinig
geneesmiddel in het bloed kan betekenen dat de werkzaamheid minder wordt. Te
veel geneesmiddel kan leiden tot bijwerkingen. Teveel RPV in het bloed zou
kunnen leiden tot veranderingen in de hartslag, die in ernstige gevallen
levensbedreigend kunnen zijn. Tot op heden is in de onderzoeken met RPV geen
sprake geweest van dergelijke veranderingen in hartslag of levensbedreigende
situaties.
Nadelen van de onderzoeksprocedures
• Per bezoek wordt 30 tot 75 ml bloed afgenomen. Bloedafnames kunnen pijnlijk
zijn, en er kan een bloeduitstorting optreden.
• Het risico bestaat dat er resistentie ontstaat tegen een of meerdere
geneesmiddelen tegen HIV. Het is niet bekend hoe groot dit risico is. Het
risico is afhankelijk van hoe goed de geneesmiddelen werken tegen het virus en
hoe trouw de preofpersoon is in het juiste gebruik van alle geneesmiddelen.
Sommige patiënten met een HIV-infectie hebben af en toe depressieve gevoelens
of kampen met gedachten aan zelfbeschadiging of zelfdoding. Een klein aantal
patiënten, dat met CAB en RPV behandeld wordt, heeft gedachten van zelfdoding
of doet een poging daartoe. Dit gaat speciaal om mensen die al eerder een
depressie of geestelijke problemen hadden.
Publiek
980 Great West Road -
Brentford, Middlesex TW8 9GS
GB
Wetenschappelijk
980 Great West Road -
Brentford, Middlesex TW8 9GS
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- 18 jaar en ouder
- Vrouwen die niet zwanger zijn, geen borstvoeding geven of niet zwanger kunnen
worden of postmenopauzaal zijn
- Moet minimaal 6 maanden voorafgaand aan screening op een onafgebroken
therpaie van BIK zijn met een niet-detecteerbare HIV-1 virale load gedurende
minimaal 6 maanden voorafgaand aan Screening. Slechts één enkel INI-regime is
toegestaan als BIK een tweede lijnstherpaie is ten minste 6 maanden voor
screening.
- Gedocumenteerd bewijs van ten minste twee plasma HIV-1 RNA-metingen <50 c /
ml in de 6 maanden voorafgaand aan de screening
- Plasma HIV-1 RNA <50 c / ml bij screening
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Binnen 6 maanden voorafgaand aan de screening, plasma HIV-1 RNA-meting >=50 c
/ ml;
2. In de afgelopen 12 maanden, elke vastgestelde HIV-1 RNA-meting >= 200 c /
ml, of 2 of meer plasma HIV-1 RNA metingen van > 50 c/mL.
3. Voorgeschiedenis van falen van eerdere behandeling bij een door DHHS
aanbevolen ART-regime.
4. Voorgeschiedenis van medicijnonderbreking > 1 maand om welke reden dan ook
voorafgaand aan screeningbezoek, behalve waar alle ART was gestopt vanwege
verdraagbaarheid en / of veiligheidsproblemen
5. Elke verandering in de tweedelijnstherapie
7. Vrouwen die zwanger zijn, borstvoeding geven of van plan zijn zwanger te
worden
of borstvoeding geven tijdens het onderzoek.
8. Elk bewijs van een huidig CDC (Center for Disease Control and Prevention)
stadium 3 ziekte, behalve cutaan Kaposi-sarcoom waarvoor geen systemische
therapie vereist is, en historische of huidige CD4 + -tellingen <200 cellen /
mm3 zijn niet uitgesloten.
9. Deelnemers met matige tot ernstige leverinsufficiëntie
10. Elke reeds bestaande lichamelijke of geestelijke aandoening (inclusief een
stoornis in het middelengebruik) die het vermogen van de proefpersoon om het
doseringsschema en / of de protocolonderzoeken na te leven kan verstoren of die
de veiligheid van de proefpersoon in gevaar kan brengen.
11. Proefpersonen met een hoog risico op aanvallen, inclusief proefpersonen met
een onstabiele of slecht gecontroleerde stoornis die aanvallen veroorzaakt
12. Onbehandelde secundaire (laat latente) of tertiaire syfilisinfectie,
gedefinieerd als een positieve RPR (rapid plasma reagin) en een positieve
treponemaal test zonder duidelijke documentatie van de behandeling
13. Proefpersonen met een aanzienlijk zelfmoordrisico
14. De proefpersoon heeft een tatoeage, bilimplantaat, bilvergroting of andere
dermatologische aandoeningen boven het bilgebied die de beoordeling van
reacties op de injectieplaats kunnen verstoren
15. Bewijs van infectie met het hepatitis B-virus (HBV)
17. Instabiele leverziekte
18. Geschiedenis van levercirrose met of zonder virale co-infectie met
hepatitis.
19. Lopende of klinisch relevante pancreatitis
20. Klinisch significante hart- en vaatziekten
21. Aanhoudende maligniteit anders dan cutaan Kaposi-sarcoom,
basaalcelcarcinoom of gereseceerd, niet-invasief cutaan plaveiselcelcarcinoom
of cervicale intra-epitheliale neoplasie; andere gelokaliseerd
22. Elke aandoening die de opname, distributie, het metabolisme of de
uitscheiding van de onderzoeksgeneesmiddelen kan verstoren of de proefpersoon
niet in staat kan stellen onderzoeksmedicatie te ontvangen
23. Geschiedenis of aanwezigheid van allergie of intolerantie voor de
onderzoeksgeneesmiddelen of hun componenten of geneesmiddelen van die klasse.
24. Heeft (of verwacht) chronische anticoagulatie nodig (te hebben)
25. Proefpersonenen met Buncle-Branch-Block met een gecorrigeerd QT interval
26. Bekend met of verdacht van COVID-19 infectie of had contact 14 dagen voor
screening met een COVID-19 geinfecteerd persoon
27. Bekend met of een vermoeden van resistentiemutaties zoals gedefinieerd door
de IAS-USA
op de afzonderlijke componenten van BIK (BIC, FTC, TAF), RPV en CAB bevestigd
door een resistentiestestresultaat in het verleden.
28. Elke bevestigde afwijking in de laboratoriumwaarden van graad 4.
29. Elke acute afwijking in de laboratoriumwaarden bij screening
30. Geschatte kreatineklaring van <30mL/min per 1.73m2
31. ALAT >=3 × ULN
32. Blootstelling aan een experimenteel medicijn of experimenteel vaccin binnen
30 dagen,
5 halfwaardetijden van het middel, of tweemaal de duur van het biologische
effect van de
middel, afhankelijk van wat het langst is, voorafgaand aan dag 1 van dit
onderzoek
33. Behandeling met een van de volgende middelen binnen 28 dagen na screening:
• bestralingstherapie
• cytotoxische chemotherapeutische middelen;
• tuberculosetherapie met uitzondering van isoniazide
• anticoagulatiemiddelen;
• Immunomodulatoren die het immuunsysteem veranderen
34. Behandeling met een HIV-1-immunotherapeutisch vaccin binnen 90 dagen na
screening
35. Behandeling met een middel, behalve erkende ART, met gedocumenteerde
activiteit tegen HIV-1 binnen 28 dagen na studiedag 1.
36. Gebruik van medicijnen die worden geassocieerd met Torsade de Pointes.
37. Deelnemers die niet toegestane medicatie gebruiken
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2020-002623-11-NL |
CCMO | NL74638.028.20 |