3.1 Primaire doelstellingEvalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van een enkele intraveneuze dosis SPK-3006 toegediend in oplopende dosisniveaus aan deelnemers met klinisch gematigde, late vorm van de ziekte van Pompe.3.2 Secundaire…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Metabole aandoeningen en voedingsstoornissen, congenitaal
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
3.4 Primaire eindpunten
De primaire eindpunten zijn de volgende:
• Incidentie van bijwerkingen en ernstige bijwerkingen (AE's/SAE's), klinisch
significante afwijkende laboratoriumwaarden, verandering in vitale functies,
verandering in lichamelijk onderzoek, verspreiding van de vector in
lichaamsvocht, leverfunctietesten
• Immuunreacties tegen AAV-capside en GAA-transgenproduct
Secundaire uitkomstmaten
3.5 Secundaire eindpunten
De secundaire eindpunten zijn de volgende:
• Veranderingen ten opzichte van de baseline in de 6 minuten wandeltest (6MWT)
• Veranderingen ten opzichte van de baseline in geforceerde vitale capaciteit
(FVC)
• Van de vector afgeleide GAA-enzymconcentraties bij piekwaarde en
steady-state, beoordeeld aan de hand van de totale hoeveelheid GAA-eiwit en de
GAA-activiteit gemeten in plasma
• Biomarkers van spierletsel en glycogeenaccumulatie (CK, Hex 4 in urine)
3.6 Verkennende eindpunten
Met de verkennende eindpunten worden de veranderingen ten opzichte van de
baseline beoordeeld wat betreft:
• Aanvullende spierfunctietesten, waaronder Gait, Stairs, Gower, Chair (GSGC)
en Rasch built Medical Research Council (MRC)
• Aanvullende ademhalingsfunctietesten, waaronder ademkracht via de neus (SNIP,
Sniff Nasal Inspiratory Pressure) en maximale inspiratoire en expiratoire druk
(MIP en MEP)
• Spierbiopt (optioneel en in geselecteerde onderzoekscentra)
• Biomarkers voor gezondheid van de lever
• Biomarkers voor lysosomale gezondheid [β-hexosaminidase (βHexo)]
• Gezondheidsresultaten, waaronder de onderstaande door de patiënt
gerapporteerde resultaten (PRO's):
o Short Form-36 Health Survey (SF-36) (gezondheid patiënt)
o Rasch-built Pompe Specific Activity Scale (R-Pact) (activiteiten bij
ziekte van Pompe)
o Fatigue Severity Score (FSS) (vermoeidheidsscore)
• Itembanken PROMIS (Patient Reported Outcomes Measurement Information System)
(informatiesysteem door de patiënt gerapporteerde resultaten)
Achtergrond van het onderzoek
Patiënten met laat-verworven ziekte van Pompe (late onset Pompe disease, LOPD)
glycogenose type 2 ervaren gevolgen van intracellulaire glycogeenstapeling als
gevolg van deficiëntie van het lysosomale enzym α-glucosidase (zure maltase,
GAA). Hoewel vele weefsels aangetast kunnen worden, worden bij LOPD de vaakst
voorkomende en meest invaliderende klinische gevolgen veroorzaakt door het
onvermogen om glycogeen in het weefsel op een normale manier te verwijderen uit
de skeletspieren, waaronder de ademhalingsspieren, met als gevolg het afsterven
van mycocyten, verlies van motorische functie en respiratoir falen.
ERT met alglucosidase alfa, een recombinant humaan α-glucosidase, is momenteel
de enige ziektespecifieke therapie die is goedgekeurd voor de behandeling van
de ziekte van Pompe in de Verenigde Staten (VS) en de Europese Unie (EU). In
tegenstelling tot de substantiële effecten van ERT bij LOPD, zijn de klinische
voordelen van ERT bij LOPD minder doorslaggevend.
Op basis van de onbevredigende klinische resultaten bij een groot deel van de
patiënten, bijwerkingen, de frequentie en duur van de behandeling en de
aanzienlijke economische last die verband houdt met ERT, bestaat er een
aanzienlijke onvervulde medische behoefte voor patiënten met de ziekte van
Pompe.
Gentherapie met SPK-3006 zou mogelijk veel van de klinische beperkingen die
verband houden met ERT voor de behandeling van LOPD kunnen overwinnen.
Doel van het onderzoek
3.1 Primaire doelstelling
Evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van een enkele intraveneuze
dosis SPK-3006 toegediend in oplopende dosisniveaus aan deelnemers met klinisch
gematigde, late vorm van de ziekte van Pompe.
3.2 Secundaire doelstellingen
Evalueren van de potentiële werkzaamheid en bioactiviteit van SPK-3006.
3.3 Verkennende doelstellingen
Evalueren van aanvullende spierfunctie- en ademhalingsmaatstaven, spierbiopten
(optioneel en in geselecteerde studiecentra), biomarkers van de gezondheid van
de lever en lysosomale gezondheid, alsmede gezondheidsresultaten.
Onderzoeksopzet
4.1 Algemene opzet
Dit is een prospectieve, multinationale, multicenter, open-label,
niet-gerandomiseerde, first-in-human, dosis-escalatiestudie in fase 1/2 om de
veiligheid, verdraagbaarheid en verkennende werkzaamheid van een enkele
intraveneuze infusie van SPK-3006 te evalueren bij volwassenen met klinisch
matige LOPD (zoals gedefinieerd in de inclusiecriteria).
Nadat schriftelijke geïnformeerde toestemming is gegeven, kunnen de
screeningsbeoordelingen beginnen. De onderzoeksopzet omvat een screeningperiode
die tot 14 weken kan duren, zodat er voldoende tijd is voor de beoordeling van
alle screeningcriteria en de planning van SPK-3006-infusie. De behandeling met
Sirolimus begint op dag 6 vóór toediening en gaat door tot en met week 12. Alle
deelnemers worden gedurende ongeveer 60 maanden (± 4 weken) (einde van de
studie) gevolgd na infusie met SPK-3006 (zie beoordelingsschema).
Onderzoeksproduct en/of interventie
4.1.2 Studie-interventie Beoordelingen en procedures die moeten worden uitgevoerd op doseringsdag (dag 0) worden weergegeven in het beoordelingsschema. Deelnemers ontvangen een eenmalige intraveneuze infusie van SPK-3006 in een infuuscentrum dat bemand is met het nodige personeel en de apparatuur om eventuele dringende medische gebeurtenissen (bijv. overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie) die zich kunnen voordoen, aan te pakken. Het infusiecentrum krijgt toegang tot een lokale IC. De volledige dosis SPK-3006 wordt gedurende ongeveer 60 minuten via een infusiepomp toegediend. De vitale symptomen worden gemeten vóór infusie van SPK-3006, op aangewezen tijdstippen tijdens infusie - start van infusie, 30 minuten na start en einde van infusie (allemaal ongeveer ± 10 minuten), en op aangewezen tijdstippen tijdens de observatieperiode na infusie op Dag 0, [dwz 2 uur, 3,5 uur, 5 uur (allemaal ongeveer ± 10 minuten) en 24 uur (± 1) uur) na aanvang van de SPK-3006-infusie]. Sites kunnen ervoor kiezen om deelnemers te laten overnachten om de procedures en tijdstippen van dag 0 en dag 1 logistiek aan te passen (zie beoordelingsschema). Een dergelijke ziekenhuisopname wordt niet als een SAE beschouwd, tenzij zich een ongewenst voorval voordoet dat voldoet aan de definitie van een SAE.
Inschatting van belasting en risico
Examens die tijdens de meeste bezoeken worden afgelegd en herhaald:
- lichamelijk onderzoek (hiervoor is een ziekenhuisbezoek nodig, van PE is niet
van toepassing op een bezoek, dat bezoek kan bij de patiënt thuis worden
afgemaakt)
- ECG
- Echografie van de lever
- FibroScan
- 6MWT
- longfunctietesten (FVC)
- medicijnafgiftelogboek (ontvangen / invullen / beoordelen)
- ECHO,
- bloed- en urineanalyse (incl. zwangerschapstest indien van toepassing)
- SARS-CoV-2 test
- biosensoren collectie
- andere spierfunctietests,
- potentiële bijwerkingen te beoordelen
- Vragenlijsten,
- Sirolimus toedienen (om de kans te verkleinen dat een immuunreactie het
effect van het onderzoeksmiddel annuleert)
- Infusie SPK-3006
- ERT-infusie en log om te voltooien
De bijwerkingen van PCV bij mensen zijn onbekend, aangezien dit een
first-in-men-onderzoek is.
Deelnemers worden nauwlettend gevolgd tijdens en tot 5 uur na de IV-toediening
van SPK-3006 en bij de vervolgvisites. Deelnemers worden ook geïnformeerd over
vroege tekenen en symptomen van overgevoeligheidsreacties.
Publiek
3737 Market Street Suite 1300
Philadelphia 19104
US
Wetenschappelijk
3737 Market Street Suite 1300
Philadelphia 19104
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. In staat zijn om het doel en de risico's van het onderzoek te begrijpen en
ondertekende en gedateerde geïnformeerde toestemming te geven en toestemming te
geven voor het gebruik van beschermde gezondheidsinformatie (PHI) in
overeenstemming met de nationale en lokale privacyregelgeving.
2. Mannen en vrouwen >= 18 jaar met een bevestigde diagnose (d.w.z. genetisch
onderzoek) van de late vorm van de ziekte van Pompe, gebaseerd op een
gedocumenteerde GAA-enzymactiviteitdeficiëntie en GAA-genotypering.
3. Gedurende ten minste de voorgaande 24 maanden ERT hebben ontvangen en
gedurende de afgelopen 6 maanden een stabiele dosis, frequentie en
therapietrouw hebben gehandhaafd, zonder dosisvariatie.
4. Kenmerken hebben van klinisch gematigde late vorm van de ziekte van Pompe.
a. In staat zijn om >= 75 meter te lopen op de 6 minuten wandeltest
(hulpmiddelen toegestaan) maar minder dan 500 meter beoordeeld op 2 tijdstippen
voorafgaand aan het begin van de immunosuppressie (dag -6) met < 10% verschil
tussen de beoordelingen. Als het verschil >= 10% is, wordt op een derde tijdstip
gemeten.
b. Percentage voorspelde FVC >= 30% en <= 80% wanneer de deelnemer rechtop staat.
5. Akkoord gaan met het gebruik van betrouwbare anticonceptie gedurende
minimaal 6 maanden na toediening van SPK-3006. Vrouwelijke kandidaten die
zwanger kunnen worden, moeten een negatieve zwangerschapstest hebben vóór het
begin van de immunosuppressie (dag -6) en op dag 0 vóór de toediening van
SPK-3006.
6. Akkoord gaan om tijdens de onderzoeksperiode geen bloed, plasma,
bloedplaatjes, eicellen of sperma te doneren.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Actieve hepatitis B en/of C.
Alle kandidaten moeten worden gescreend op actieve hepatitis B en C, ongeacht
een eerdere voorgeschiedenis daarvan.
a. Screening op hepatitis B. Alle kandidaten moeten bij de screening een
monster afstaan voor de volgende testen: HBsAg (hepatitis
B-oppervlakte-antigeen), anti-HBc (totaal hepatitis B-kernantilichaam) en een
HBV-DNA virale assay (nucleïnezuurtest voor hepatitis B-virus-DNA).
i. Een kandidaat komt niet in aanmerking als HbsAg positief is of HBV-DNA
positief/detecteerbaar is.
ii. Een kandidaat komt in aanmerking als het anti-HBc positief is en zowel
HBsAg als HBV-DNA negatief zijn, aangezien dit zou wijzen op een eerdere
infectie met hepatitis B. Bij alle kandidaten moet anti-HBc worden verkregen om
onderscheid te kunnen maken tussen een acute infectie en een mogelijke
reactivatie van hepatitis B tijdens het onderzoek bij kandidaten die niet
eerder met hepatitis B zijn geïnfecteerd.
iii. Een kandidaat die momenteel een antivirale therapie voor chronische
hepatitis B krijgt, komt niet in aanmerking.
b. Screening op hepatitis C:
iv. Een kandidaat die momenteel een antivirale therapie voor chronische
hepatitis C krijgt, komt niet in aanmerking.
v. Alle andere kandidaten, ook zij die nooit zijn behandeld of die een
antivirale therapie voor chronische hepatitis C hebben voltooid, moeten bij de
screening een eenmalige HCV-RNA-loadtest (ook nucleïnezuurtest [NAT] voor
HCV-RNA genaamd) ondergaan.
• Een kandidaat komt niet in aanmerking als zijn HCV-RNA-loadtest
positief/detecteerbaar is.
• Kandidaten die met een antivirale therapie voor chronische hepatitis C zijn
behandeld, moeten deze ten minste 6 maanden vóór de screening voltooid hebben
en moeten op het moment van screening een negatief HCV-RNA hebben.
• Kandidaten met een gedocumenteerde of zelfgerapporteerde voorgeschiedenis van
HCV moeten op het moment van screening een negatief HCV-RNA hebben (eenmalige
test).
2. Significante onderliggende leverziekte. Een kandidaat komt niet in
aanmerking als een van de volgende reeds bestaande diagnoses, die wijzen op een
significante onderliggende leverziekte, in het medisch dossier aanwezig is:
• levercirrose;
• portale hypertensie; of
• hepatische encefalopathie.
Alle kandidaten die de hierboven vermelde reeds bestaande diagnoses niet
hebben, moeten bij de screening de volgende beoordelingen laten uitvoeren:
• Meting van serumalbumine. Een kandidaat komt niet in aanmerking als het
serumalbuminegehalte lager is dan de ondergrens van normaal van het
onderzoekslaboratorium.
• Leverfibrose >= stadium 3. De volgende resultaten wijzen op fibrose >= stadium
3 en zijn reden tot uitsluiting van de kandidaat:
- FibroScan, met een score > 8,3 kPa-eenheden
- FibroTest/ FibroSURE met een resultaat > 0,48
- AST-Platelet Ratio Index (APRI) > 1
NB: als er resultaten van meer dan één modaliteit voor de evaluatie van
leverfibrose beschikbaar zijn (bijv. resultaten van zowel de FibroScan als de
FibroSURE), moet het resultaat van de FibroScan worden gebruikt voor de
bepaling van de leverfibrose, aangezien dit voorrang heeft op de andere
modaliteiten.
3. Infectie met humaan immunodeficiëntievirus.
4. Eerdere overgevoeligheid voor rhGAA.
5. Reeds bestaande anti-AAV-neutraliserende antilichaamtiters > 1:1.
6. Hoge antilichaamtiters in reactie op rhGAA (anti-GAA >1:30.000).
7. Deelname aan een ander klinisch onderzoek met een experimenteel geneesmiddel
in de afgelopen zes maanden (vaccinatie-onderzoeken zijn toegestaan;
observatie-onderzoeken zijn toegestaan na overleg met de medisch toezichthouder
van de opdrachtgever).
8. Kandidaat heeft invasieve beademing of niet-invasieve beademing nodig in
wakkere en rechtop staande toestand.
9. Elke verandering in ademhalingsspierkrachttraining binnen 90 dagen
voorafgaand aan geïnformeerde toestemming (voor deelnemers die
ademhalingsspierkrachttraining krijgen) of starten met
ademhalingsspierkrachttraining vóór dag 0.
10. Kandidaat heeft eerder een vector of middel voor genoverdracht ontvangen.
11. Gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die gecontra-indiceerd zijn met
sirolimus (zie sectie 7.6.5.1), zoals geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze
een sterke of matige inductor of remmer van CYP3A4 zijn - alleen uitgesloten
tijdens de immunosuppressieve periode met sirolimus.
12. Levende vaccins binnen 30 dagen voorafgaand aan de geïnformeerde
toestemming en voor de duur van het onderzoek.
13. Gebruik van systemische immunosuppressieve middelen (bijv.
corticosteroïden) binnen 30 dagen voorafgaand aan de geïnformeerde toestemming
en tot dag 0 voorafgaand aan de toediening van SPK-3006.
14. Actieve maligniteit (met uitzondering van niet-melanome huidkanker).
15. Voorgeschiedenis van leverkanker.
16. Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.
17. Elk bewijs van een actieve infectie op het moment van het infuus met
SPK-3006.
18. Bekende allergie of overgevoeligheid voor het onderzoeksproduct SPK-3006 of
sirolimus.
19. Een gelijktijdige klinisch significante aandoening waardoor de potentiële
deelnemer de vervolgonderzoeken tijdens de loop van het onderzoek niet kan
voltooien, of een andere aandoening die de kandidaat naar de mening van de
onderzoeker en/of de opdrachtgever ongeschikt maakt om deel te nemen aan het
onderzoek.
20. Kandidaat is niet in staat of bereid zich te houden aan het bezoekschema en
de onderzoeksevaluaties die worden beschreven in het klinisch protocol.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2019-001283-30-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT04093349 |
CCMO | NL72791.000.20 |