Het evalueren van het effect van MEDI3506 versus placebo op de longfunctie bij proefpersonen met matige tot ernstige COPD en chronische bronchitis.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Onderste luchtwegaandoeningen (excl. obstructie en infectie)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Om de effecten van MEDI3506 in vergelijking met placebo op de longfunctie te
beoordelen bij deelnemers met COPD en chronische bronchitis, zullen de pre-BD
FEV1 waardes gemeten worden in de kliniek. Het verschil tussen de waarde aan
het begin van de studie en de waarde in week 12 zal gebruikt worden als primair
eindpunt.
Secundaire uitkomstmaten
Het onderzoek maakt gebruik van secundaire resultaten om bewijs te verzamelen
ter ondersteuning van het werkingsmechanisme van MEDI3506, waarbij de nadruk
ligt op longfysiologie, slijmproductie, hoesten en ePRO's die verband houden
met symptomen en impact van de ziekte. Het onderzoek bevat daarom de secundaire
uitkomstmaten die gebruikt worden om de PK van MEDI3506 te beoordelen bij
deelnemers met COPD en chronische bronchitis; om de immunogeniciteit van
MEDI3506 te beoordelen in vergelijking met placebo bij deelnemers met COPD en
chronische bronchitis; om het effect van MEDI3506 op COPDCompEx events bij
deelnemers met COPD en chronische bronchitis te beoordelen; om het effect van
MEDI3506 in vergelijking met placebo op luchtwegklachten te beoordelen bij
deelnemers met COPD en chronische bronchitis; om het effect van MEDI3506 in
vergelijking met placebo op de ziekte-impact bij deelnemers met COPD en
chronische bronchitis te beoordelen; om het effect van MEDI3506 in vergelijking
met placebo op de luchtwegweerstand en reactantie te beoordelen bij deelnemers
met COPD en chronische bronchitis; en om het effect van MEDI3506 in
vergelijking met placebo op hoestfrequentie te evalueren bij deelnemers met
COPD en chronische bronchitis.
Achtergrond van het onderzoek
Chronische obstructieve longziekte (COPD) is de vierde belangrijkste
doodsoorzaak ter wereld. De ziekte wordt gekenmerkt door aanhoudende
ademhalingssymptomen en beperking van de ademhaling als gevolg van luchtweg-
en/of alveolaire afwijkingen. COPD is slechts gedeeltelijk reversibel, meestal
progressief en geassocieerd met een versterkte chronische ontstekingsreactie in
de longen. Patiënten met aanvullende symptomen van actieve chronische
bronchitis dragen een grotere ziektelast dan COPD patiënten zonder chronische
bronchitis. Ook worden deze patiënten gekenmerkt door een sneller verlies van
longfunctie, verhoogde mortaliteit en een verhoogd risico op exacerbatie. De
expressie van interleukine-33 (IL-33) is verhoogd in de longen van COPD
patiënten, omgekeerd evenredig met de longfunctie en speelt een rol bij
inflammatoire en epitheliale processen binnen COPD. MEDI3506 is een monoklonaal
antilichaam dat bindt aan IL-33 en hierdoor op een robuuste en specifieke
manier IL-33 blokkeert en de bijbehorende signaalcascades voorkomt. De
hypothese is dat het werkingsmechanisme van MEDI3506 positieve impact heeft op
luchtwegontsteking, slijm- en hoestsymptomen en longfunctie tijdens
ziekteprogressie in COPD en dat het de frequentie en ernst van exacerbaties kan
verminderen. Het doel van dit onderzoek is om de hypothese te testen dat
MEDI3506 de longfunctie zal verbeteren bij deelnemers met COPD en chronische
bronchitis.
Doel van het onderzoek
Het evalueren van het effect van MEDI3506 versus placebo op de longfunctie bij
proefpersonen met matige tot ernstige COPD en chronische bronchitis.
Onderzoeksopzet
Een fase II, gerandomiseerd, dubbelblind, placebo-gecontroleerd,
Proof-of-Concept onderzoek om de werkzaamheid, veiligheid en verdraagbaarheid
te beoordelen van MEDI3506 600 mg toegediend door middel van een subcutane
injectie bij patiënten met matige tot ernstige COPD die behandeld worden met
onderhoudstherapie met 2 middelen (ICS + LABA of LABA + LAMA) of 3 middelen
(ICS + LABA + LAMA). Deelnemers hebben ook een voorgeschiedenis van * 1 matige
tot ernstige acute exacerbatie in de voorafgaande 24 maanden en matige tot
ernstige chronische bronchitis, met actief sputum en hoestsymptomen. Er worden
ongeveer 322 proefpersonen in een 1:1 ratio gerandomiseerd in de MEDI3506 of
placebo groep voor 7 medicatiemomenten in 28 weken. De randomisatie zal worden
gestratificeerd op beginwaardes van eosinofiele leukocyten (<300 cellen/*l vs.
* 300 cellen/*l) en op basis van medicatie gebruikt voor onderhoudstherapie
(inclusief ICS vs. exclusief ICS). Ongeveer 60% van de deelnemers zal worden
ingedeeld in het stratum voor een beginwaarde eosinofiele leukocyten <300
cellen/*l. Minstens 70% van de deelnemers wordt opgenomen in het stratum van
patiënten die ICS toegediend krijgen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De proefpersonen worden gerandomiseerd in een verhouding van 1:1 tot de 600mg MEDI3506 groep of tot een overeenkomend placebo-ontvangende groep. Proefpersonen krijgen dit tijdens de behandelingsperiode om de 4 weken toegediend met een totaal van 7 toedieningen tussen dag 0 en week 28.
Inschatting van belasting en risico
De proefpersoon wordt gevraagd om de site ten minste 16 keer te bezoeken.
Tijdens de interventieperiode krijgt de proefpersoon 7 toedieningen van de
studie-interventie. De proefpersoon zal tijdens ziekenhuis bezoek een
lichamelijke onderzoek ondergaan. De proefpersoon zal tijdens het onderzoek
minstens 12 keer een spirometrietest ondergaan. Bovendien zullen nasale
mucosale monsters (2 keer), nasale epitheelvloeistof (8 keer) en spontane
sputummonsters (6 keer) worden verzameld tijdens locatiebezoeken. De
proefpersoon zal (alleen in de sub-studie) tijdens het onderzoek één keer een
CT-scan ondergaan. De proefpersoon moet tijdens de interventie- en follow-up
periode elke dag thuis spirometriemetingen uitvoeren. De proefpersoon moet
tijdens de interventie- en follow-upperiodes elke dag opdrachten moeten
voltooien in een eDiary. Vruchtbare vrouwen moeten tijdens de screening,
follow-up en elke visite vóór toediening van studiemedicatie een urinemonster
afgeven om te testen op zwangerschap. De studiemedicatie kan gastro-intestinale
bijwerkingen en ernstige overgevoeligheid veroorzaken. De onderzoeksarts zal
toezien op de toediening van de studiemedicatie en observeert de proefpersoon
na de toediening minimaal 1 tot 2 uur.
Publiek
Prinses Beatrixlaan 582
Den Haag 2595BM
NL
Wetenschappelijk
Prinses Beatrixlaan 582
Den Haag 2595BM
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Deelnemer moet tussen 40-75 jaar zijn tijdens het tekenen van de
patiënteninformatie
2. Deelnemers zijn ex-rokers met een geschiedenis van * 10 pakjaren.
3. Deelnemers hebben het lokale vaccinatieprogramma gevolgd voor pneumokokken
en influenza.
4. Deelnemers hebben een gedocumenteerde geschiedenis van COPD van tenminste 1
jaar.
5. Deelnemers hebben tijdens screening een post-BD FEV1 / FVC <0,70 en een
voorspelde normale waarde van post-BD FEV1 tussen de > 30% en <80%.
6. Een arts heeft een geschiedenis van chronische bronchitis bij de deelnemer
bevestigd (aanwezigheid van hoest en sputum op de meeste dagen voor * 3 mnd /
jaar gedurende 2 jaar voor screening).
7. Deelnemers met een gemiddelde BCSS-score van * 2 bij hoesten en * 2 in
sputumdomeinen
beoordeeld over de 14 dagen voorafgaand aan studie visite 3.
8. Deelnemers hebben stabiel regime van duale therapie (ICS + LABA of LABA +
LAMA) of drievoudige therapie (ICS + LABA + LAMA) gedurende * 3 maanden
voorafgaand aan deelname.
9. Deelnemers met een gedocumenteerde geschiedenis van * 1 matige of ernstige
AECOPD waarbij systemische corticosteroïden en/of antibiotica nodig zijn
gedurende 3 dagen (of 1 depot injectie formulering) of ziekenhuisopname vanwege
AECOPD in de 24 maanden voorafgaand aan de screening.
10. Deelnemers die klinisch stabiel zijn en geen exacerbatie van COPD hebben
gehad 1 maand voor screening.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Deelnemers met een positieve PCR test voor SARS-CoV-1 bij studievisite 1 en
2.
2. Deelnemers met een significatie COVID-19 infectieziekte binnen 6 maanden van
deelname.
3. Beoordeeld door de onderzoeker, enig bewijs van een medische of
psychiatrische aandoening of om een andere reden (bij screening [visite 1 en 2
] en visite 3 (voor dosering). Zie exclusiecriteria# 3 in het studieprotocol.
4. Gediagnostiseerde astma
5. Een andere klinisch belangrijke longziekte (anders dan COPD)
6. Verhoogde pre-BD FEV1 bij randomisatiebezoek (visite 3) vergeleken met
screening visite 1 van * 400 ml of * 25% van visite 1 FEV1.
7. Een familiegeschiedenis met hartfalen, zie exclusiecriteria 11.
8. Een LVEF van <45% gemeten door echocardiogram tijdens screening.
9. Geschiedenis van een klinisch significante infectie (viraal, bacterieel of
schimmel) binnen 4 weken voor randomisatie dag 1 (visite 3) of een verdenking
op infectie tijdens dosering.
10. Voorgeschiedenis/gepland: longpneumonectomie om welke reden dan ook, of
longvolumereductie
procedures (inclusief bronchoscopische volumereductie) voor COPD. Opmerking:
Chirurgische
biopsie, of segmentectomie, of wigresectie, of lobectomie voor andere ziekten
worden niet uitgesloten.
11. Lange termijn zuurstof-therapie
12. Gebruik van niet-invasieve positievedrukbeademing
13. Deelnemers met een recente geschiedenis/die positief getest zijn op
tuberculose, hepatitis B, hepatitis C of HIV.
14. Het nemen van verboden medicatie die beschreven staan in het protocol.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2020-000571-20-NL |
CCMO | NL74611.100.20 |