Primaire doelstelling:• Aantonen dat de DTAS-triage-workflow met CBCT-resultaten leidt tot betere patiëntresultaten bij patiënten met een ischemische beroerte en bevestigde occlusie van de grote bloedvaten (Large Vessel Occlusion, LVO) dan de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het verschil in de verdeling van ordinale gemodificeerde Rankin Scale
(mRS)-scores bij 90 ± 14 dagen follow-up in de ITT-populatie om het effect van
de DTAS-triage-workflow met behulp van Stroke CBCT-reconstructies (gemaakt met
het hulpmiddel voor onderzoek) te vergelijken met de conventionele CT /MR
triage-workflow. De mRS-score van 90 dagen zal worden bepaald door een
geblindeerde beoordelaar uit een pool van geblindeerde beoordelaars (d.w.z. een
specialist met mRS-certificering) in het plaatselijke ziekenhuis door een
gestructureerd interview met de patiënt persoonlijk uit te voeren met behulp
van de gestructureerde Rankin Focused Assessment (RFA) mRS-vragenlijst. Als de
proefpersoon niet in staat is om terug te keren naar de kliniek voor het bezoek
van 90 ± 14 dagen, heeft een (video)gesprek waarin de mRS-score wordt bepaald
door een geblindeerde beoordelaar de voorkeur boven geen beoordeling.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten:
• Mediane tijdmetingen (en interkwartielbereik) in elke onderzoeksgroep voor de
deur-tot-arteriële-punctie-tijd: Tijd tussen het moment waarop de patiënt bij
de deur het beroertecentrum aankomt en het moment waarop de huid van de patiënt
wordt aangeraakt voor de eerste arteriële punctie
• Mediane tijdmetingen (en interkwartielbereik) in elke onderzoeksgroep voor de
deur-tot-reperfusie-tijd: Tijd tussen het moment
waarop de patiënt bij de deur van het beroertecentrum aankomt en het moment van
de succesvolle vaatrekanalisatie (eTICI >= 2b).
• De verdeling van ordinale gemodificeerde Rankin-schaal (mRS)-scores bij 90 ±
14 dagen follow-up in beide armen in de ITD populatie om het verschil te
bepalen van de DTAS-triage-workflow met Stroke CBCT-reconstructies (gemaakt met
het hulpmiddel voor onderzoek) in vergelijking met de conventionele CT
/MR-triage-workflow bij alle gerandomiseerde patiënten met vermoedelijke
beroerte
Veiligheidseindpunten:
• Melding van alle bijwerkingen, waaronder:
o Mortaliteit en beroertegerelateerde mortaliteit na 90 dagen.
o Symptomatische ICB-percentages na 24 (-12/+24) uur. Alle intracerebrale
bloedingen worden geclassificeerd door het geblindeerde CoreLab met behulp van
de Heidelberg Bleeding Classification. Symptomatische ICB wordt gedefinieerd
volgens een gemodificeerde SITS-MOST-definitie: Symptomatische intracerebrale
bloeding wordt gedefinieerd als lokale of verder gelegen parenchymale bloeding
type 2, subarachnoïdale bloeding en/of intraventriculaire bloeding op de
beeldvormingsscan 24 (-12/+24) uur na de behandeling, gecombineerd met een
neurologische verslechtering van 4 punten of meer op de NIHSS vergeleken met
baseline, van de laagste NIHSS-waarde tussen baseline en 24 uur, of tot
overlijden.
o Asymptomatische ICB-percentages na 24 (-12/+24) uur. Alle intracerebrale
bloedingen worden geclassificeerd door het geblindeerde CoreLab met behulp van
de Heidelberg Bleeding Classification. Alle intracerebrale bloedingen die niet
symptomatisch zijn, worden geclassificeerd als asymptomatisch.
o Speciek zal worden gekeken naar bijwerkingen met betrekking tot embolieën in
niet betrokken gebied, perforatie van een bloedvat en dissectie van een
bloedvat. De incidentie van deze bijwerkingen zal worden weergegeven door
middel van waarschijnlijkheid van een causale relatie met het hulpmiddel voor
onderzoek , comparator (CT/MR), procedure of beroerte.
o Bijwerkingen, inclusief informatie over de ernst, vereiste behandeling,
oplossing en het relevante oordeel over het causale verband met beroerte, het
hulpmiddel voor onderzoek, comparator (CT/MR) of procedure worden samengevat
voor veiligheidsinformatie.
o Bijwerkingen van het hulpmiddel, inclusief informatie over de ernst, vereiste
behandeling en oplossing en het relevante oordeel over het causale verband met
de experimentele hulpmiddelen of procedure, worden samengevat voor
veiligheidsinformatie.
o Defecten van het hulpmiddel die ernstige bijwerkingen zouden hebben kunnen
veroorzaken, inclusief alle corrigerende maatregelen tijdens het onderzoek,
worden samengevat voor veiligheidsinformatie.
Veiligheidseindpunten voor patiënten die geen onderdeel zijn van de
Intention-To-Treat populatie:
• Analyse in de DTAS en controle onderzoeksgroep van:
o Deur-tot-diagnostisch-beeld-tijd: Tijd tussen het moment waarop de patiënt
bij de deur van het Comprehensive Stroke Center aankomt en het tijdstip van
acquisitie van de triage beeldvorming waarop de finale diagnose van de patiënt
is gebaseerd
o Finale diagnose van de patiënt (bijv. non-LVO beroerte, ICH, stroke mimics)
o Stralingsbelasting
o Voor patiënten met een occlusie die niet in aanmerking komen voor de ITT
populatie:
• Alle significante bijwerkingen gerelateerd aan intraveneuze
trombolyse en/of mechanische trombectomie
Verkennende eindpunten:
• Melding van de mediane tijdmetingen (en interkwartielbereik) in elke
onderzoeksgroep (ITT-populatie):
o Deur-tot-randomisatie-tijd: Tijd tussen het moment waarop de patiënt bij de
deur van het beroertecentrum aankomt en het moment van randomisatie
o Deur-tot-beeldvorming-tijd: Tijd tussen het moment waarop de patiënt bij de
deur van het beroertecentrum aankomt en het moment waarop de aanvankelijke
triage-beeldvorming plaatsvindt (d.w.z. CBCT zonder contrast of CT/MRI)
o Randomisatie-tot-beeldvorming-tijd: Tijd tussen randomisatie en het moment
van initiële triage beeldvorming (d.w.z. niet-contrast CBCT of CT/MR)
o Randomisatie-tot-punctie-tijd: Tijd tussen randomisatie en het moment waarop
de huid van de patiënt wordt aangeraakt voor de eerste arteriële punctie
o Deur-tot-toediening trombolytica-tijd: Tijd tussen het moment waarop de
patiënt bij de deur van het CSC arriveert en het moment waarop wordt gestart
met de toediening van trombolytica.
o Begin-tot-deur-tijd: Tijd tussen het moment waarop de patiënt voor het laatst
in goede toestand is gezien en het moment waarop de patiënt bij de deur van het
beroertecentrum aankomt
o Begin-tot-arteriële-punctie-tijd: Tijd tussen het moment waarop de patiënt
voor het laatst in goede toestand is gezien en het moment waarop de huid van de
patiënt wordt aangeraakt voor de eerste arteriële punctie
o Onset-tot-succesvolle-reperfusie-tijd (eTICI >= 2b): Tijd tussen het moment
waarop de patiënt voor het laatst in goede toestand is gezien en het moment van
de succesvolle vaatrekanalisatie (op basis van angiogram)
o Ambulanceoproep-tot-deur-tijd: Tijd tussen het moment van de oproep van de
ambulance en het moment waarop de patiënt bij de deur van het beroertecentrum
aankomt (totale gebruiksduur van de ambulance)
o Bericht-aan-beroertecentrum-tot-deur-tijd: Tijd tussen het moment van de
melding aan het beroerteteam in het beroertecentrum en het moment waarop de
patiënt bij de deur van het beroertecentrum aankomt
o Beeldvorming-tot- toediening trombolytica-tijd: Tijd tussen de initiële
opname van de triage-beeldvorming (d.w.z. niet-contrast CBCT of CT/MR) en het
moment waarop wordt gestart met de toediening van trombolytica
o Beeldvorming-tot-arteriële-punctie-tijd: Tijd tussen het moment van de eerste
triage-beeldvorming (d.w.z. CBCT zonder contrast of CT/MRI) en het moment
waarop de huid van de patiënt wordt aangeraakt voor de eerste arteriële punctie
o Deur-tot-inzet (verwijder)instrument (eerste passage)-tijd: Tijd tussen het
moment waarop de patiënt bij de CSC-deur arriveert tot het moment van inzet van
het (verwijder)instrument (eerste passage).
o Beeldvorming-tot-succesvolle-reperfusie-tijd (eTICI >= 2b): Tijd tussen het
moment waarop de aanvankelijke triage-beeldvorming plaatsvindt (d.w.z. CBCT
zonder contrast of CT/MRI) en het moment van de succesvolle vaatrekanalisatie
(op basis van angiogram)
o Arteriële-punctie-tot-succesvolle-reperfusie-tijd (eTICI >= 2b): Tijd tussen
het moment waarop de huid van de patiënt wordt aangeraakt voor de eerste
arteriële punctie en het moment van de succesvolle vaatrekanalisatie
o Arteriële-punctie-tot-katheter-eruit-tijd: Tijd tussen het moment waarop de
huid van de patiënt wordt aangeraakt voor de eerste arteriële punctie en het
moment waarop de katheter eruit wordt gehaald (totale EVT-proceduretijd)
• Melding van andere aan de klinische resultaten gerelateerde resultaten in
elke onderzoeksgroep:
o Mate van invaliditeit gedefinieerd als verdelingsscore op de gemodificeerde
Rankin-schaal scores (0-6) bij ontslag of 5-7 dagen na
de procedure, wat zich het eerste voordoet, en na 90 ± 14 dagen
o NIHSS bij opname (baseline), na 24 uur, bij ontslag of 5-7 dagen na de
procedure, wat zich het eerste voordoet, en na 90 ± 14
dagen
o Functionele onafhankelijkheid gedefinieerd als mRS <= 2 op dag 90 ± 14 dagen
o Utility-Weighted gemodificeerde Rankin-schaal (UW-mRS) score op dag 90 ± 14
dagen
o Gedichotomiseerde mRS-score (0-2 versus 3-6) op dag 90 ± 14 dagen
o Infarctvolume ge
Achtergrond van het onderzoek
De veiligheid en werkzaamheid van endovasculaire behandeling (*endovascular
treatment (EVT)* in het Engels) bij acute ischemische beroerte (*acute ischemic
stroke (AIS)* in het Engels) zijn aangetoond in verschillende onderzoeken
[1-6]. In deze onderzoeken werd de relevantie van snelle reperfusie bevestigd:
voor elke 9 minuten vertraging in het bereiken van reperfusie, zal één op de
honderd patiënten die EVT ondergaan een slechtere uitkomst laten zien, gemeten
met behulp van de gemodificeerde Rankin-schaal (mRS) [7]. Andere studies
stelden vast dat voor elke vertraging van 30 minuten de kans op een gunstige
uitkomst na 90 dagen met 10 tot 15% afneemt [8]. Om deze reden worden er
strategieën ontwikkeld die gericht zijn op het verbeteren van de workflow.
De belangrijkste hypothese van onze studie is dat bij patiënten met verdenking
op een occlusie van de grote bloedvaten (NIHSS >= 10) binnen 6 uur na het begin
van de symptomen, een ultrasnelle triage in de angiokamer met Cone-Beam CT
(CBCT) resulteert in betere resultaten op lange termijn door de workflow tijden
te verkorten en overselectie te vermijden (d.w.z. ongepaste uitsluiting van
patiënten die baat zouden kunnen hebben bij behandeling) in vergelijking met de
traditionele CT- of MRI-triage workflow.
Referenties:
1. Berkhemer, O.A., et al., A Randomized Trial of Intraarterial Treatment for
Acute Ischemic Stroke. New England Journal of Medicine, 2014. 372(1): p. 11-20.
2. Goyal, M., et al., Randomized Assessment of Rapid Endovascular Treatment of
Ischemic Stroke. New England Journal of Medicine, 2015. 372(11): p. 1019-1030.
3. Saver, J.L., et al., Stent-retriever thrombectomy after intravenous t-PA vs.
t-PA alone in stroke. N Engl J Med, 2015. 372(24): p. 2285-95.
4. Campbell, B.C.V., et al., Endovascular Therapy for Ischemic Stroke with
Perfusion-Imaging Selection. New England Journal of Medicine, 2015. 372(11): p.
1009-1018.
5. Jovin, T.G., et al., Thrombectomy within 8 Hours after Symptom Onset in
Ischemic Stroke. New England Journal of Medicine, 2015. 372(24): p. 2296-2306.
6. Goyal, M., et al., Endovascular thrombectomy after large-vessel ischaemic
stroke: a meta-analysis of individual patient data from five randomised trials.
Lancet, 2016. 387(10029): p. 1723-31.
7. Saver, J.L., et al., Time to Treatment With Endovascular Thrombectomy and
Outcomes From Ischemic Stroke: A Meta-analysis. Jama, 2016. 316(12): p. 1279-88.
8. Mazighi, M. et al. Impact of Onset-to-Reperfusion Time on Stroke Mortality.
Circulation 127, 1980-1985, doi:10.1161/circulationaha.112.000311 (2013).
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling:
• Aantonen dat de DTAS-triage-workflow met CBCT-resultaten leidt tot betere
patiëntresultaten bij patiënten met een ischemische beroerte en bevestigde
occlusie van de grote bloedvaten (Large Vessel Occlusion, LVO) dan de
conventionele CT-/MRI-triage-workflow.
Secundaire doelstellingen:
• Aantonen dat de DTAS-triage-workflow met CBCT-resultaten leidt tot een
snellere deur-tot-arteriële-punctie-tijd bij patiënten met een ischemische
beroerte en bevestigde LVO dan de conventionele CT-/MRI-triage-workflow.
• Aantonen dat de DTAS-triage-workflow met CBCT-resultaten leidt tot een
snellere deur-tot-reperfusie-tijd (eTICI >= 2b) bij patiënten met een
ischemische beroerte en bevestigde LVO dan de conventionele
CT-/MRI-triage-workflow.
• Om het verschil in patiëntresultaten te beoordelen tussen de
DTAS-triage-workflow met CBCT en de conventionele CT-/MR-triage-workflow bij
alle patiënten met vermoeden van een beroerte.
Veiligheidsdoelstellingen:
• Melding van alle bijwerkingen, waaronder:
o Mortaliteit en beroertegerelateerde mortaliteit na 90 ± 14 dagen
o Symptomatische intracerebrale bloeding (ICB)-percentages na 24 (-12/+24) uur
o Asymptomatische bloeding-percentages na 24 (-12/+24) uur.
o Embolieën in niet betrokken gebied
o Perforatie bloedvat
o Dissectie bloedvat
• Melding van alle bijwerkingen van het hulpmiddel
• Melding van alle defecten van het hulpmiddel die zouden kunnen hebben geleid
tot een ernstige bijwerking
Veiligheidsdoelstellingen voor patiënten die geen onderdeel zijn van de
Intention-To-Treat populatie:
• Analyse in de DTAS en controle onderzoeksgroep van:
o Time from Comprehensive Stroke Center (CSC) door to diagnosis (Deur
CSC-tot-diagnose-tijd)
o Finale diagnose van de patiënt (bijv. non-LVO beroerte, ICB, stroke mimics)
o Stralingsbelasting
o Voor patiënten met een occlusie die niet in aanmerking komen voor de ITT
populatie:
• Alle significante bijwerkingen gerelateerd aan intraveneuze
trombolyse en/of mechanische trombectomie
Verkennende doelstellingen:
• Beoordelen of de DTAS-triage-workflow met CBCT-resultaten leidt tot
verschillende tijden zoals hieronder genoemd bij patiënten met een ischemische
beroerte en bevestigde occlusie van de grote bloedvaten dan de conventionele
CT-/MRI-triage-workflow.
o Door-to-randomization time (Deur-tot-randomisatie-tijd)
o Door-to-imaging time (Deur-tot-beeldvorming-tijd)
o Randomization-to-imaging time (Randomisatie-tot-beeldvorming-tijd)
o Randomization-to-puncture time (Randomisatie-tot-punctie-tijd)
o Door-to-thrombolytics administration time (Deur-tot-toediening
trombolytica-tijd)
o Onset-to-door time (Begin-tot-deur-tijd)
o Onset-to-arterial puncture time (Begin-tot-arteriële-punctie-tijd)
o Onset-to-successful reperfusion time (Onset-tot-succesvolle-reperfusie-tijd)
(eTICI >= 2b)
o EMS call-to-door time (Ambulanceoproep-tot-deur-tijd)
o CSC notification call-to-door time (Bericht-aan-beroertecentrum-tot-deur-tijd)
o Imaging-to-thrombolytics administration time (Beeldvorming-tot- toediening
trombolytica-tijd)
o Imaging-to-arterial puncture time (Beeldvorming-tot-arteriële-punctie-tijd)
o Door-to-device deployment (first pass) time (Deur-tot-inzet hulpmiddel
(eerste passage)-tijd)
o Imaging-to-successful reperfusion time
(Beeldvorming-tot-succesvolle-reperfusie-tijd) (eTICI >= 2b)
o Arterial puncture-to-successful reperfusion time (Arteriële-
punctie-tot-succesvolle-reperfusie-tijd) (eTICI >= 2b)
o Arterial puncture-to-catheter out time (Arteriële-punctie-tot-katheter eruit
-tijd)
• Melding van andere aan de klinische resultaten gerelateerde resultaten in
elke onderzoeksgroep:
o Mate van invaliditeit gedefinieerd als verdelingsscore op de gemodificeerde
Rankin-schaal scores (0-6) bij ontslag of 5-7 dagen na de procedure, wat zich
het eerste voordoet, en na 90 ± 14 dagen
o NIHSS bij opname (baseline), na 24 uur, bij ontslag of 5-7 dagen na de
procedure, wat zich het eerste voordoet, en na 90 ± 14 dagen
o Functionele onafhankelijkheid gedefinieerd als mRS <= 2 op dag 90 ± 14 dagen
o Utility-Weighted gemodificeerde Rankin-schaal (UW-mRS) score op dag 90 ± 14
dagen
o Gedichotomiseerde mRS-score (0-2 versus 3-6) op dag 90 ± 14 dagen
o Infarctvolume geëvalueerd met CT of MRI zoals gemeten door het geblindeerde
Core Lab
24 uur (-12/+24 uur) na randomisatie
o Dramatische vroege gunstige respons gedefinieerd als een NIHSS-score van 0-2
of NIHSS-verbetering >= 8 punten na 24 uur (+/-12 uur)
o Vaatrekanalisatie gedefinieerd als expanded Thrombolysis in Cerebral
Infarction) (eTICI) graad 2b, 2c of 3 op het angiogram na de procedure
beoordeeld door het geblindeerde Core Lab. Succesvolle rekanalisatie is
gedefinieerd als eTICI graad 2b, 2c of 3.
o Stralingsbelasting röntgenstraling van triage beeldvorming (uitsluiten van
ICB en vaststellen van LVO) door middel van CBCT en overige beeldvorming
(DTAS-triage-workflow) en door middel van CT (conventionele triage-workflow)
Onderzoeksopzet
Het onderzoek met de naam Workflow Optimization to REduce Time to Endovascular
Reperfusion for Ultra-fast Stroke Treatment, of WE-TRUST, is een prospectief,
in meerdere centra uitgevoerd, gerandomiseerd, gecontroleerd open-label
onderzoek met geblindeerde eindpunten en een adaptief ontwerp. De randomisatie
past een 1:1 verhouding toe op hetzij:
1) Direct To Angiography Suite (DTAS - direct naar de angiografieruimte
gestuurde) triage-workflow-groep met CBCT zonder contrast met gebruikmaking van
de Butterfly Reconstructor om intracerebrale bloeding uit te sluiten. Voor de
selectie van patiënten met een ischemische beroerte met een grote
vaatcirculatie (vanwege intracraniale ACI- en/of MCA-M1-occlusie met of zonder
cervicale ACI-betrokkenheid, exclusief MCA-M2 of meer distale occlusies) worden
ter beoordeling van de arts CBCT-A- en/of cerebrale arteriografie- en/of DSA-
en/of elke andere beeldvorming uitgevoerd binnen 6 uur nadat de patiënt voor
het laatst in goede toestand is gezien (time last seen well, TLSW). De
patiënten zijn mogelijke kandidaten voor mechanische trombectomie (MT) volgens
lokale protocollen en richtlijnen. Deze patiënten maken deel uit van de
Intention-To-Treat-populatie (ITT), bij wie mechanische trombectomie (MT) dan
direct in dezelfde angioruimte wordt uitgevoerd, gebruikmakend van een stent
retriever als dit overeenkomt met institutionele en regionale richtlijnen en
het oordeel van de arts. De toediening van trombolytica gebeurt volgens
institutionele en regionale richtlijnen.
hetzij:
2) Conventionele triage-workflow-groep (comparator) bij wie CT/MRI, CTA/MRA,
CT/MR perfusie wordt uitgevoerd, volgens lokale standaarden, d.w.z. de
controlegroep. Een CT-/MRI-beeldvorming zonder contrast wordt uitgevoerd om
intracerebrale bloeding uit te sluiten en bv. CTA/MRA wordt uitgevoerd voor de
selectie van patiënten met een ischemische beroerte met een grote
vaatcirculatie (vanwege intracraniale ACI- en/of MCA-M1-occlusie met of zonder
cervicale ACI-betrokkenheid, exclusief MCA-M2 of meer distale occlusies) binnen
6 uur nadat de patiënt voor het laatst in goede toestand is gezien (time last
seen well, TLSW). De patiënten zijn mogelijke kandidaten voor mechanische
trombectomie (MT) volgens lokale protocollen en richtlijnen. Deze patiënten
maken deel uit van de Intention-To-Treat-populatie (ITT) en worden direct naar
de angiografieruimte gestuurd voor mechanische trombectomie (MT), gebruikmakend
van een stent retriever als dit overeenkomt met institutionele en regionale
richtlijnen en het oordeel van de arts. De toediening van trombolytica gebeurt
volgens institutionele en regionale richtlijnen.
Het randomisatieproces zal worden uitgevoerd bij deur van de afdeling
Spoedeisende Hulp van het Comprehensive Stroke Center, vlak voordat de patiënt
naar de triage wordt gestuurd. Tijdens het randomisatieproces worden de
proefpersonen gestratificeerd volgens:
• leeftijd (< 70, >= 70)
• baseline-NIHSS ( <= 15 met een matige beroerte, >15 met een ernstige beroerte)
• TLSW (0-3 vs. 3-6 uur na het begin van de symptomen)
• Herkomst van de patiënt en toegediende trombolytica:
o Mothership-patiënten van het Comprehensive Stroke Center, geen trombolytica
toegediend
o Transfer-patiënten van een Primary Stroke Center, trombolytica toegediend in
het Primary Stroke Center
o Transfer-patiënten van een Primary Stroke Center, geen trombolytica
toegediend in het Primary Stroke Center
Mothership-patiënten van het Comprehensive Stroke Center zijn patiënten die
geen eerdere triage beeldvorming hebben ondergaan. Transfer patiënten zijn
patiënten die reeds triage beeldvorming hebben ondergaan.
Het klinisch onderzoek is voltooid wanneer het laatste vervolgbezoek na 90
dagen van de laatste proefpersoon heeft plaatsgevonden.
Onderzoeksproduct en/of interventie
In dit onderzoek zal de Direct-To-Angio-Suite triage workflow worden bestudeerd in vergelijking met de huidige conventionele triage workflow met de CT/MR suite. De patiënten die (middel randomisatie) zijn toegewezen aan de DTAS-triage-arm zullen CBCT (en optionele CBCT-A) triage-beeldvorming ondergaan, wat afwijkt van de normale klinische praktijk (CT/MR-triage-workflow). Patiënten in de Intention-To-Treat (ITT)-populatie zullen na 24 (-12/+24) uur een CT- of MRI-scan ondergaan om het infarctvolume te evalueren. Bij ontslag of 5-7 dagen na de procedure en 90 ± 14 dagen na de procedure worden de eindpunten van de studier (mRS-score, NIHSS) geregistreerd. Patiënten die niet voldoen aan de criteria voor patiënten met een acute beroerte met bevestigde LVO (d.w.z. niet voldoen aan de criteria van de ITT-populatie) zullen een behandeling krijgen volgens de lokale klinische praktijk en zullen worden opgenomen in de veiligheidspopulatie, inclusief beoordelingen na 5-7 dagen na de procedure en 90 ± 14 dagen na de procedure om de mRS- en NIHSS-scores te verkrijgen.
Inschatting van belasting en risico
De WE-TRUST-studie richt zich op snellere triage en snellere behandeling van
patiënten met een acute beroerte met een occlusie in een van de grote
bloedvaten (zogenaamde LVO) in de anterieure circulatie die in aanmerking komen
voor endovasculaire behandeling (EVT) met behulp van een Direct To Angio Suite
(DTAS) triage-workflow. Er zijn wetenschappelijke gronden om te verwachten dat
deelname aan het klinisch onderzoek een direct voordeel zal opleveren voor de
patiënten in de DTAS-triage arm. Hoewel het merendeel van de beschikbare
onderzoeken heeft aangetoond dat DTAS veilig en uitvoerbaar is en resulteert in
een significante verkorting van de behandeltijden en mogelijk verbeterde
langetermijnresultaten voor de patiënt, is er een klinische equipoise dat deze
multicenter Randomized Controlled Trial (RCT) rechtvaardigt. Patiënten die
deelnemen aan het onderzoek in de controlegroep (CT/MR-arm) zullen de standaard
workflow volgen en zullen daarom niet individueel profiteren van deelname. Voor
de patiënten in de controlegroep is het voordeel bijdragen aan een vooruitgang
in medische kennis. Het onderzoek is groepsgerelateerd en kan niet worden
uitgevoerd zonder proefpersonen uit de voorgestelde categorie.
Patiënten in de Intention-To-Treat (ITT)-populatie zullen na 24 (-12/+24) uur
een CT- of MRI-scan ondergaan om het infarctvolume te evalueren. Bij ontslag of
5-7 dagen na de procedure en 90 ± 14 dagen na de procedure worden de eindpunten
van de studie (mRS-score, NIHSS) geregistreerd. Patiënten die niet voldoen aan
de criteria voor acute stoke-patiënten meteen bevestigde LVO (d.w.z. niet
voldoen aan de criteria van de ITT-populatie) zullen een behandeling krijgen
volgens de lokale klinische praktijk en zullen worden opgenomen in de
veiligheidspopulatie, inclusief beoordelingen na 5-7 dagen na de procedure en
90 ± 14 dagen na de procedure om de mRS- en NIHSS-scores te verkrijgen.
Er zijn bepaalde risico's verbonden aan het gebruik van het hulpmiddel voor
onderzoek (Butterfly Reconstructor):
1) Vertraging in behandeling omdat er geen beelden konden worden gemaakt of
omdat de kwaliteit van de beelden niet voldoende was.
2) Blootstelling aan extra röntgendosis omdat een nieuwe scan nodig was.
Eventueel moest aanvullend contrastmiddel worden toegediend. Dit komt omdat de
beeldkwaliteit van de eerste scan niet bruikbaar was.
3) Verkeerde diagnose of meting die leidt tot een verkeerde behandeling of
vertraging in de behandeling.
Het algehele resterende veiligheidsrisico voor het hulpmiddel voor onderzoek
ten behoeve van het klinische onderzoek wordt als aanvaardbaar beoordeeld. Het
hulpmiddel voor onderzoek is veilig voor klinisch gebruik op basis van de
beoordeling van de individuele risicoprofielen, de algemene resterende risico's
en ondersteund door de eerder uitgevoerde klinische onderzoeken. Het resultaat
van het risicomanagement proces voor het hulpmiddel voor onderzoek is dat de
resterende risico's voor het hulpmiddel voor onderzoek niet opwegen tegen de
medische voordelen. In de patiënteninformatiebrief zijn de risico's opgenomen.
Publiek
Veenpluis 6
Best 5684 PC
NL
Wetenschappelijk
Veenpluis 6
Best 5684 PC
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De proefpersoon is 18 jaar of ouder, of meerderjarig om volgens de
provinciale of nationale wetgeving geïnformeerde toestemming te geven
2. Baseline NIHSS-score verkregen vóór randomisatie moet gelijk zijn aan of
hoger dan 10 punten
3. Proefpersonen zonder significante functionele handicap vóór de beroerte
(gemodificeerde Rankin-schaal 0 - 2)
4. Proefpersonen met verdenking op acute ischemische beroerte met een geschatte
aankomsttijd bij een beroertecentrum (klinisch onderzoekscentrum dat aan dit
onderzoek deelneemt) < 6 uur na begin van de symptomen. Het begin van de
symptomen wordt gedefinieerd als het tijdstip waarop de patiënt het laatste in
goede toestand is gezien (bij baseline).
5. Geïnformeerde toestemming verkregen van de patiënt of zijn of haar wettig
aangewezen vertegenwoordiger (indien vereist volgens de lokale wetgeving)
6. Angiografieruimte onmiddellijk beschikbaar
7. Endovasculair behandelteam onmiddellijk beschikbaar (neuroloog,
neuro-interventiespecialist, anesthesioloog, verpleegkundigen, technici volgens
de lokale standaardpraktijk)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Klinische exclusie criteria:
1. Bekende hemorragische diathese, verstoorde coagulatiefactor of orale
anticoagulatietherapie met INR > 3.0.
2. Bekende plaatjestelling bij baseline < 30.000/µl.
3. Bloedglucose bij baseline van < 50 mg/dl (< 2.78mmol/l).
4. Voor patiënten die trombolyse ondergaan: ernstige, aanhoudende hypertensie
(SBP > 185 mmHg of DBP > 110 mmHg). Opmerking: Als de bloeddruk met succes kan
worden verlaagd en op het acceptabele niveau kan worden gehouden met in de
AHA-/ASA-richtlijnen aanbevolen medicatie (waaronder
IV-antihypertensiedruppels) [1], kan de patiënt worden ingeschreven.
5. Patiënten die zijn overgebracht van een overdrachtscentrum (primair
beroertecentrum) met een CT/MR die niet hoeft te worden herhaald in het
uitgebreide beroertecentrum (CST) volgens het oordeel van de arts of volgens
lokale standaarden (bijv. een CT/MR minder dan 90 minuten oud).
6. Patiënten in coma (NIHSS-bewustzijn >1) gedefinieerd als volledig niet
reagerend; reagerend alleen met reflexen of areflexief (geïntubeerde patiënten
voor overdracht zouden alleen kunnen worden gerandomiseerd als een NIHSS is
verkregen door een neuroloog voorafgaand aan het vervoer).
7. Patiënten die extreem moeten braken.
8. Patiënten die extreem geagiteerd zijn.
9. Epileptische aanvallen aan het begin van de beroerte waardoor geen
baseline-NIHSS zou kunnen worden verkregen.
10. Ernstige, gevorderde of terminale ziekte met een geschatte
levensverwachting van minder dan één jaar.
11. Patiënten die tijdens het verblijf in een ziekenhuis een beroerte hebben
gekregen.
12. Voorgeschiedenis van levensbedreigende allergie (meer dan huiduitslag) voor
contrastmiddel.
13 Cerebrale vasculitis.
14. Patiënten met reeds bestaande neurologische of psychiatrische ziekte die de
neurologische of functionele evaluaties zouden verstoren, mRS-score bij
baseline moet <=2 zijn. Dit sluit patiënten met ernstige dementie, die constante
hulp nodig hebben zoals in een verzorgingstehuis of die thuis wonen, maar niet
volledig onafhankelijk zijn wat betreft de dagelijkse levensverrichtingen (naar
het toilet gaan, aankleden, eten, koken en maaltijden bereiden etc.) uit.
15. Waarschijnlijk niet beschikbaar voor de 90 dagen durende vervolgfase (bv.
geen vast huisadres, bezoeker uit het buitenland).
16. Patiënten met een instabiele klinische status die levensondersteunende
noodverzorging nodig hebben.
17. Elke aandoening die, naar het oordeel van de onderzoeker, een gevaar zou
kunnen vormen voor de patiënt als de onderzoeksbehandeling wordt uitgevoerd of
van invloed zouden kunnen zijn op de deelname van de patiënt aan het onderzoek.
18. Proefpersoon neemt tijdens dit onderzoek deel aan een ander mogelijk
confounding onderzoek naar een geneesmiddel of medisch hulpmiddel.
19. Vrouw in de vruchtbare leeftijd van wie bekend is dat ze bij opname zwanger
is.
20. Proefpersoon voldoet aan een exclusiecriterium volgens de nationale
wetgeving (bv. leeftijd, zwangere vrouw, vrouw die borstvoeding geeft).
21. Proefpersoon is een werknemer van Philips, of zijn of haar familieleden
wonen bij een werknemer van Philips.
Referenties:
1. Powers, W.J., et al., Guidelines for the Early Management of Patients With
Acute Ischemic Stroke: 2019 Update to the 2018 Guidelines for the Early
Management of Acute Ischemic Stroke: A Guideline for Healthcare Professionals
From the American Heart Association/American Stroke Association. Stroke, 2019.
50(12): p. e344-e418.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
Ander register | ClinicalTrials.gov: NCT04701684 |
CCMO | NL74939.000.21 |