Postoperatieve pijnstilling na pancreaticoduodenectomie: Triple P (PostPainPan) Studie

In Nederland worden pancreaticoduodenectomien uitgevoerd in een gelimiteerd
aantal ziekenhuis. Tijdens deze procedure, onder algehele anesthesie, wordt de
pancreaskop, het duodenum en een stuk van de galwegen verwijderd. Voor
postoperatieve pijnstliing zijn er verschillende soorten strategien, met allen
hun eigen voor- nadelen en uitkomsten.
Resultaten van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) laten zien dat
effectiviteit van pijnstilling van patienten die een pancreaticoduodnectomie
ondergaan met epidurale pijnstilling en patienten met een andere vorm van
pijnstilling (meestal intraveneuze patient controlled analgesia met morfine)
duidelijk van elkaar verschillen; waar epidurale pijnstilling vooral goed werkt
in de eerste dag(en), werkt deze minder goed vanaf dag 3-4 postoperatief. Het
omgekeerde is het geval bij intraveneuze patient controlled analgesia met
morfine.

Sinds twee jaar is in Europa een nieuw strategie voor pijnstilling op de markt
gekomen: sublinguale sufentanil tabletten (SST). SST worden gegeven middels een
patient-controlled gebruiksvriendelijk apparaat, dat elk een 15 mug SST kan
uitgeven met een minimum interval van 20 min. SST behoort inmiddels tot de
'standard of care' in meerdere ziekenhuizen in Nederland. In een recente
retrospectieve cohort analyse van 300 patienten uit verschillende ziekenhuizen
in Nederland (LUMC, Reinier de Graaf Ziekenhuis and Maasstad Ziekenhuis), zagen
we lage gemiddelde pijn scores tijdens behandeling met SST na grote abdominale
-en orthopedische chirurgie (70% van de patienten had een pijn score < 4 op de
eerste postoperatieve dag). Wij denken dat dit komt door de farmacokinetische
en farmacodynamische eigenschappen van SST. Sufentanil is lipofiel, wordt snel
opgenomen in het bloed en passeert de bloed-hersenbarriere binnen enkele
minuten (t*ke0 about 6 min). Door de sublinguale toediening zijn de piek
concentraties relatief laag en consequent, waardoor concentratie afhankelijke
bijwerkingen (bijv. acute adem depresse) niet voorkomen. De snelle opname zorgt
voor weinig vertraging tussen het moment van toedienen en pijnstillende
werking. Daarom willen we aantonen dat SST een werkzame strategie is in
patienten die een pancreaticoduodenectomie ondergaan; en dat de effectiviteit
niet-inferieur is t.o.v. intraveneuze patient controlled analgesia met morfine
of epidurale pijnstilling. Dit willen we doen door deze drie 'standard of care'
behandel strategieen met elkaar te vergelijken in een onderzoeker-geinitieerde,
open-label, strategie, gerandomiseerde studie.

- Primaire doel: aantonen dat pijnstilling middels SST niet minder effectief is
dan intraveneuze patient controlled analgesia met morphine of epidurale
pijnstilling na een pancreaticoduodenectomie. De postoperatieve pijnscores en
patienttevredenheid gedurende de gehele opname (maar vooral dag 1 t/m 3) zullen
met elkaar vergeleken worden.
- Secundaire doelen: verder worden verschillende uitkomst parameters voor,
tijdens en na de operatie met elkaar vergeleken.

Een onderzoeker-geinitieerde, open-label, strategie studie waarin patienten
worden gerandomiseerd voor SST of intraveneuze patient controlled analgesia met
morphine of epidurale pijnstilling middels lokaal protocol.

Geen extra belasting noch risico is verwacht. Mogelijke nadelen (niet werkende
pijnstilling) kunnen gemakkelijk behandeld worden.