Veiligheid: Het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van BMS-986165 bij LNDoeltreffendheid: Het beoordelen van de doeltreffendheid van BMS-986165 in vergelijking met placebo met betrekking tot proteïnurieSecundair:Doeltreffendheid - Het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nieraandoeningen (excl. nefropathieën)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair Eindpunt
• AE*s, vitale functies, ecg*s, en afwijkende laboratoriumwaarden vanaf de
uitgangswaarde tot en met week 52
• Percentage verandering ten opzichte van de uitgangswaarde in een 24-uurs UPCR
in week 24
Secundaire uitkomstmaten
• PRR in week 24, gedefinieerd als vermindering van >= 50% ten opzichte van de
uitgangswaarde in een 24-uurs UPCR
• CRR in week 24, gedefinieerd als beide van de volgende:
24-uurs UPCR <= 0,5 mg/mg
eGFR >= 60 ml/min of <= 20% afname ten opzichte van de uitgangswaarde
• CRR in week 52
• CRR + succesvolle CS-afbouw tot <= 7,5 mg/dag in week 24
• CRR + succesvolle CS-afbouw tot <= 7,5 mg/dag in week 52
• PRR in week 52
Achtergrond van het onderzoek
Lupus nefritis is één van de ernstigste manifestaties van systemische lupus
erythematosus (SLE), maar de prognose voor patiënten met LN is sinds de jaren
tachtig niet substantieel verbeterd.2 BMS-986165 is een nieuwe, orale,
selectieve remmer van tyrosinekinase 2 (TYK2) met een uniek werkingsmechanisme
dat verschilt van andere kinaseremmers, dat doeltreffendheid heeft getoond bij
proefpersonen met auto-immuunziekten en in muismodellen van SLE en LN.3-5 Dit
onderzoek is opgezet om te beoordelen of een bijkomende behandeling met
BMS-986165 de nierfunctie kan verbeteren bij proefpersonen die niet voldoende
reageren op een eerste behandeling met MMF.
Doel van het onderzoek
Veiligheid: Het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van BMS-986165
bij LN
Doeltreffendheid: Het beoordelen van de doeltreffendheid van BMS-986165 in
vergelijking met placebo met betrekking tot proteïnurie
Secundair:
Doeltreffendheid - Het beoordelen van de doeltreffendheid van BMS-986165 met
betrekking tot metingen van nierfunctie en SLE-activiteit
Onderzoeksopzet
Dit is een driedelig, gerandomiseerd, dubbelblind onderzoek in meerdere centra
waarbij in aanmerking komende proefpersonen worden beoordeeld op nierrespons na
in totaal ten minste 12 weken (maar <= 24 weken) behandeling met MMF te hebben
ontvangen met een streefdosis van 1,5 tot 3,0 g/dag.. Proefpersonen ontvangen
12 weken van de streefdosis MMF in deel A van het onderzoek als ze de
streefdosis MMF niet bij de screening hebben genomen. Proefpersonen die bij de
screening de streefdosis MMF gedurende >= 1 dag maar < 12 weken hebben genomen,
blijven de streefdosis MMF in deel A ontvangen tot ze 12 weken totale
MMF-behandeling bereiken. Proefpersonen die bij de screening de streefdosis MMF
gedurende >= 12 weken maar <= 24 weken hebben genomen beginnen met het onderzoek
bij bezoek A4 om onmiddellijk te worden beoordeeld op nierrespons en opname in
deel B.
Proefpersonen met een onvoldoende nierrespons op MMF kunnen worden
gerandomiseerd naar geblindeerde onderzoeksbehandeling met één van twee doses
BMS-986165 of placebo, als bijkomende behandeling bij MMF in deel B.
Onvoldoende respons wordt gedefinieerd als < 50% vermindering in een 24-uurs
UPCR en 24-uurs UPCR >= 1,0 mg/mg. Gerandomiseerde proefpersonen gaan door met
het nemen van openlabel MMF met of zonder corticosteroïden. De randomisatie
wordt gestratificeerd naar uitgangswaarde UPCR < 3,0 mg/mg versus >= 3,0 mg/mg
en de totale cumulatieve dosis intraveneus (IV) corticosteroïde
(methylprednisolon of parenteraal equivalent), toegediend in de 16 weken vóór
de randomisatie (< 250 mg versus >= 250 mg).
Proefpersonen die voldoen aan de criteria om door te gaan in deel B maar die
niet voldoen aan de randomisatiecriteria, kunnen in deel B doorgaan met
openlabel MMF met of zonder corticosteroïden, en ondergaan dezelfde
beoordelingen in deel B als gerandomiseerde proefpersonen. Deze
niet-gerandomiseerde proefpersonen verlaten het onderzoek aan het eind van deel
B.
Corticosteroïden zijn toegestaan maar zijn niet vereist in dit onderzoek. Voor
proefpersonen die corticosteroïden nemen, zal hun dosis gedurende deel B worden
afgebouwd (indien mogelijk).
In deel B worden alle (gerandomiseerde en niet-gerandomiseerde) proefpersonen
gedurende onderzoeksbezoeken om de 4 weken beoordeeld tot en met week 52. Aan
het einde van deel B, als de onderzoeker van mening is dat het mogelijk nuttig
is om de behandeling met de onderzoeksbehandeling voort te zetten, kunnen
gerandomiseerde proefpersonen gedurende 52 extra weken blinde
onderzoeksbehandeling blijven ontvangen in de LTE-periode. Proefpersonen worden
gedurende de eerste 12 weken van de LTE-periode (tot en met week 64) om de 4
weken beoordeeld, en daarna om de 10 weken tot en met week 104. Proefpersonen
die tijdens de eerste 52 weken durende geblindeerde behandelingsperiode naar
placebo werden gerandomiseerd, zullen tijdens de LTE-periode opnieuw worden
gerandomiseerd naar geblindeerd BMS-986165 3 mg tweemaal daags of 6 mg tweemaal
daags, terwijl proefpersonen die aanvankelijk gerandomiseerd waren naar BMS
986165 gedurende de 52 weken durende geblindeerde behandelingsperiode zullen de
hun in deel B toegewezen dosis tijdens de LTE-periode voortzetten.
Optionele nierbiopsies kunnen worden uitgevoerd in week 52 en week 104, evenals
aan het einde van de behandeling voor proefpersonen die vroegtijdig stoppen als
het stoppen na week 24 van deel B plaatsvindt. Na het laatste
behandelingsbezoek (week 52, week 104 of vroegtijdige stopzetting), zullen
proefpersonen aan het einde van een opvolgingsperiode van 28 dagen een laatste
bezoek bij het einde van het onderzoek bijwonen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Proefpersonen die in aanmerking komen om door te gaan in deel B van het onderzoek gaan door met openlabel MMF met of zonder corticosteroïden. Proefpersonen die ook aan de randomisatiecriteria voldoen, worden op een dubbelblinde wijze gerandomiseerd naar een bijkomende behandeling met een van de volgende: • 3 mg BMS-986165 tweemaal daags • 6 mg BMS-986165 tweemaal daags • Placebo tweemaal daags
Inschatting van belasting en risico
BMS-986165
ZEER VAAK VOORKOMEND - Kan optreden bij meer dan 1 op de 10 mensen (>10%)
• Hoofdpijn
VAAK VOORKOMEND - Kan optreden bij 1 op de 10 mensen (1-10%)
• Mond/keel/maag/darm: koortslip, aften, tandpijn, keelontsteking, keelpijn,
maag- of darmontsteking, misselijkheid, braken, maagpijn, diarree, indigestie
of brandend maagzuur
• Neus: verstopte neus, verkoudheid of griepachtig gevoel
• Huid: uitslag, acne, jeuk, netelroos, huidinfectie
• Zenuwstelsel: duizeligheid, slaperigheid
• Spieren/gewrichten: gewrichtspijn, rugpijn
• Nieren/blaas: urineweginfectie
• Veranderingen in het bloed: toename van spierenzym in het bloed
• Anders: allergische reactie
Mycofenolaat-mofetil (MMF)
De meest voorkomende bijwerkingen die werden waargenomen bij
mycofenolaat-mofetil zijn:
• diarree
• braken
• pijn
• pijn in de maagstreek
• zwelling van de onderbenen, enkels en voeten
• hoge bloeddruk
Ernstige bijwerking gezien bij mycofenolaat-mofetil zijn:
• laag aantal bloedcellen, waaronder:
• witte bloedcellen, met name neutrofielen (neutrofielen bestrijden bacteriële
infecties)
• rode bloedcellen (rode bloedcellen vervoeren zuurstof naar uw lichaamsweefsel)
• bloedplaatjes (bloedplaatjes helpen bij de bloedstolling)
Maag- en darmbloedingen kunnen zich voordoen bij mensen die hoge doses
mycofenolaat-mofetil gebruiken. Het gebruik van mycofenolaat-mofetil kan het
risico op het krijgen van bepaalde kankers verhogen zoals lymfoom, en andere
vormen van kanker, met name huidkanker.
Bij sommige patiënten met immunosuppressie, kan mycofenolaat-mofetil leiden tot
een infectie van de hersenen, wat PML heet, wat kan leiden tot de dood.
Immunosuppressie is de gedeeltelijke of volledige suppressie van de
immuunrespons van een persoon.
Een volledig overzicht van de risico's en bijwerken vindt men terug in de PIF
in Bijlage D
Publiek
Chaussée de la Hulpe 185
Brussels 1170
BE
Wetenschappelijk
Chaussée de la Hulpe 185
Brussels 1170
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) Ondertekend schriftelijk toestemmingsformulier
a. Bereid zijn om aan het onderzoek deel te nemen en in staat zijn
geïnformeerde toestemming te geven
b. Bereid en in staat zijn om alle onderzoek specifieke activiteiten te
voltooien en alle bezoeken af te leggen
2) SLE-ziektekenmerken
a. Voldoet aan de SLICC-criteria voor SLE (zie BIJLAGE 5)
b. Nierbiopsie die een histologische diagnose bevestigt van actieve LN ISN/RPS
klasse III (A of A/C), IV-S (A of A/C) of IV-G (A of A/C); of klasse V (in
combinatie met klasse III of IV) (zie BIJLAGE 12):
i. N.v.t. volgens herzien protocol 10
ii. N.v.t. volgens herzien protocol 10
iii. Als een biopsie werd uitgevoerd binnen <= 6 maanden vóór de screening,
hebben centra/laboratoria de optie om ten minste een van de volgende monsters
te verstrekken: vers nierbiopt; historisch nierbiopt (in formaline-gefixeerd,
in paraffine ingebed blokje); gearchiveerde niercoupes; of gedigitaliseerde
coupes (raadpleeg de laboratoriumhandleiding van Arkana voor verdere details)
iv. Als er geen biopsie werd uitgevoerd binnen 6 maanden vóór de screening, en
de proefpersoon voldoet aan alle andere geschiktheidscriteria, wordt een
biopsie uitgevoerd als onderdeel van het onderzoek
c. N.v.t. volgens protocol 10
d. UPCR >= 1,5 mg/mg (voor proefpersonen met biopsies genomen <= 6 maanden
voorafgaand aan de screening) of UPCR >= 1 mg/mg (voor proefpersonen met
biopsies genomen <= 3 maanden voorafgaand aan de screening) beoordeeld met een
24-uurs urinemonster
3) Medicatie voor SLE/co-medicatie
a. N.v.t. volgens protocol 10
b. Als proefpersonen een angiotensineconverterende (ACE) enzymremmer,
angiotensinereceptorblokker (ARB) of een antimalariamiddel nemen, moet de dosis
ten minste 4 weken vóór de randomisatie stabiel zijn, zonder verwachte
veranderingen in dosering gedurende het onderzoek
c. Vereiste stopzettingsperioden voor andere immunomodulerende middelen of
biologische geneesmiddelen moeten worden nageleefd zoals uiteengezet in BIJLAGE
7. Als een bepaald geneesmiddel niet staat vermeld, raadpleeg dan de medische
monitor van PRA voor ondersteuning; gebruikelijke stopzettingsperioden zijn 4
weken of 5 halfwaardetijden; de langste periode geldt hier
d. Het is toegestaan, maar niet vereist, dat potentiële proefpersonen op het
moment van screening gedurende <= 24 weken MMF hebben gebruikt. De aanbevolen
streefdosis is 1,5 tot 2,0 g/dag (maximaal 3,0 g/dag) tenzij beperkt door
toxiciteit of intolerantie (zie paragraaf 6.1 voor meer informatie over de
individuele streefdosis)
4) Leeftijd en reproductieve status
a. Mannen en vrouwen van 18 (of plaatselijke meerderjarigheid) tot en met 75
jaar op het moment van de screening
b. Vrouwen van vruchtbare leeftijd (WOCBP) moeten een negatieve
zwangerschapstest op serum of urine hebben (minimale gevoeligheid 25 IE/l of
equivalente eenheden van bèta humaan choriongonadotrofine) bij de screening,
binnen 24 uur vóór de eerste dosis MMF in deel A, en vóór de eerste dosis
geblindeerde onderzoeksbehandeling in deel B.
c. Vrouwen mogen geen borstvoeding geven
d. De anticonceptievereisten voor MMF zijn strenger dan die voor
BMS-986165; de vereisten voor MMF (zie BIJLAGE 4) moeten daarom als volgt
worden opgevolgd gedurende de gehele deelname aan het onderzoek en voor een
periode na de laatste dosis MMF of geblindeerde onderzoeksbehandeling:
i. WOCBP:
a. Volgens de voorschrijfinformatie voor MMF moeten proefpersonen die
MMF nemen aanvaardbare anticonceptie gebruiken (zie opties in BIJLAGE
4) gedurende het gehele onderzoek en gedurende ten minste 6 weken na de
laatste dosis MMF
b. Proefpersonen moeten worden geadviseerd dat MMF de
doeltreffendheid van orale anticonceptiva kan verminderen en het gebruik
van aanvullende barrièremethoden van anticonceptie is vereist
ii. Mannen die seksueel actief zijn met WOCBP:
a. Proefpersonen moeten alle partners informeren over hun deelname
aan het onderzoek en de noodzaak van het gebruik van anticonceptie
gedurende de deelname van de man aan het onderzoek en gedurende ten minste
90 dagen na de laatste dosis MMF
b. Volgens de voorschrijfinformatie voor MMF moeten mannelijke
proefpersonen die MMF nemen gedurende ten minste 90 dagen na de laatste
dosis MMF doeltreffende anticonceptie blijven gebruiken en mogen geen sperma
doneren
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Zie synopsis bijgevoegd (exlusie criteria te lang voor ABR)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2018-004142-42-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03943147 |
CCMO | NL69457.068.19 |