Primaire doel van het onderzoek: het onderzoeken van het effect van geslachtshormonen op beenmergvetSecundaire doelen van het onderzoek:* Het onderzoeken van het effect van geslachtshormonen op visceraal- en levervet* Testen of de DXA-scanner…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Endocriene aandoeningen van de gonadale functie
- Botafwijkingen (excl. congenitaal en breuken)
Synoniemen aandoening
Aandoening
Trombocytenfunctie en inflammatie
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is het verschil in vertebrale vetfractie gemeten met
een MRI quantitative chemical shift imaging (QCSI).
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire uitkomstmaten zijn het verschil in visceraal vet (gemeten met MRI
en DXA-scan), levervet (gemeten met MRI), botmarkers en leptine. Daarnaast
kijken we naar trombocytenfunctie bepaald m.b.v. verschillende methode (o.a.
PFA-200, plasma TxB2, en flow-cytometry) en cardiovasculaire inflammatie (o.a.
IL-6 en hsCRP)
Achtergrond van het onderzoek
1. Beenmergvet is een uniek vetdepot, anders dan wit en bruin vet. Er bestaat
een negatieve relatie tussen beenmergvet en botmassa en dit heeft geleid tot
het paradigma dat beenmergvet een negatieve regulator is van botmassa.
Beenmergvet neemt toe met de leeftijd en mannen hebben meer beenmergvet dan
pre-menopauzale vrouwen. Na de menopauze hebben vrouwen meer beenmergvet dan
mannen. Samen suggereren deze data dat geslachtshormonen belangrijke
regulatoren zijn van beenmergvet. Een ander vetdepot met een vergelijkbare
associatie met geslachtshormonen is visceraal vet. Mannen hebben een groter
risico op toename van visceraal vet dan vrouwen voor de menopauze, na de
menopauze neemt dit risico echter toe bij vrouwen. Veel visceraal vet is
geassocieerd met cardiometabole aandoeningen en daarom is het van belang om
meer te leren over de regulatie van dit vetdepot.
2. Bloedplaatjes spelen een hoofdrol in de vorming van bloedpropjes. Als zo*n
bloedpropje een bloedvat verstopt is er sprake van een infarct. Uit enkele
onderzoeken is gebleken dat geslachtshormonen (bv. testosteron & oestrogeen)
invloed uitoefenen op bloedplaatjes. Waarbij vrouwelijke geslachtshormonen een
*kalmerend* effect hebben, terwijl mannelijke geslachtshormonen er juist voor
zorgen dat bloedplaatjes makkelijker actief worden. Deze onderzoeken hebben
echter vooral plaatsgevonden met behulp van dierenstudies of in het
laboratorium. Onderzoek naar de verandering van bloedplaatjes door behandeling
met geslachtshormonen in anderszins gezonde mensen kan ons helpen om de
hypothese dat geslachtshormonen een contra-effect hebben op bloedplaatjes
verwerpen of bevestigen.
Doel van het onderzoek
Primaire doel van het onderzoek: het onderzoeken van het effect van
geslachtshormonen op beenmergvet
Secundaire doelen van het onderzoek:
* Het onderzoeken van het effect van geslachtshormonen op visceraal- en levervet
* Testen of de DXA-scanner betrouwbaar de hoeveelheid visceraal vet kan meten
in transgender patiënten
* Het onderzoeken van de effecten van geslachtshormonen op trombocyten
functie
* Het analyseren van de effecten van geslachtshormonen op
cardiovasculaire inflammatie
Onderzoeksopzet
Deze studie is een gedeeltelijk gerandomiseerde, niet geblindeerde interventie
studie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Transvrouwen die deelnemen aan de SHAMVA en TRANS studie krijgen een GnRH analoog 1x per maand van week -6 tot week 12 (laatste injectie in week 8) en daarna cyproteronacetaat tot week 52 (het einde van de studie), daarnaast krijgen ze vanaf week 0 tot week 52 estradiol. Transvrouwen die deelnemen aan de TRANS studie krijgen een GnRH analoog 1x per maand van week 0 tot week 12 (laatste injectie in week 8) en daarna cyproteronacetaat tot week 52 (het einde van de studie), daarnaast krijgen ze van week 0 tot week 52 estradiol. Alle transmannen krijgen een GnRH analoog 1x per maand van week 0 tot week 12. De transmannen worden gerandomiseerd om daarnaast of alleen testosteron te krijgen van week 0 tot week 52 of testosteron en een aromataseremmer van week 0 tot week 12.
Inschatting van belasting en risico
Transvrouwen die deelnemen aan de SHAMVA en TRAN studie moeten vijf keer
langskomen in het AMC en/of VUmc in 58 weken, transvrouwen die deelnemen aan de
TRANS studie moeten drie keer langskomen in het VUmc, transmannen in de niet
aromataseremmer groep vier keer in het AMC en/of VUmc in 52 weken en
transmannen die een aromataseremmer krijgen moeten drie keer langskomen in het
AMC en/of VUmc in 12 weken. De afspraken bij de start, 12 weken en 52 weken,
kunnen op dezelfde dag gepland worden als de reguliere controles. Bij alle
afspraken wordt een MRI gemaakt en wordt er bloed afgenomen, niet meer dan
300ml in totaal. Daarnaast zullen er twee whole body en twee laterale DXA-scans
gemaakt worden, één bij baseline en één bij 52 weken. De afspraken zullen per
keer ongeveer een uur duren.
Het risico van een MRI-scan is verwaarloosbaar aangezien dit niet-invasieve,
niet-ioniserende beeldvorming betreft. De DXA-scanner werkt wel met straling,
echter is de stralingsbelasting van twee whole-body en twee laterale DXA-scans
ook verwaarloosbaar. De hormoontherapie voor de transvrouwen en de transmannen
die geen aromataseremmer krijgen, is een optie binnen de standaardbehandeling
en brengt daarom geen extra risico's met zich mee. De transmannen die 12 weken
een aromataseremmer (anastrozol) krijgen, hebben hierdoor een aanvullend risico
op bijwerkingen. De meest voorkomende bijwerkingen zijn: opvliegers. Hoofdpijn.
Misselijkheid. Huiduitslag. Gewrichtspijn en -stijfheid, artritis, osteoporose.
Asthenie. Uit onderzoek blijkt dat anastrozol geen verhoogd risico geeft op
osteoporose bij een behandelduur van 12 weken.
Publiek
Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HV
NL
Wetenschappelijk
Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Diagnose genderdysforie is gesteld met de DSM V richtlijn (transman of
transvrouw)
- Leeftijd tussen 18 en 50 jaar oud
- Transmannen moeten pre-menopausaal zijn
- Beginnen met hormoontherapie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Eerder gebruik van geslachtshormonen
- Contra-indicaties voor MRI scannen, bepaald ahv de VUmc checklist
- Gebruik van bot- of vetmodificerende middelen
- Bot of beenmergziekte in de voorgeschiedenis
- Laag trombocyten getal <120*10^9/l
- Stollingsstoornis in de voorgeschiedenis
- Ziekte/aandoening in de voorgeschiedenis waarvoor trombocyten-inhibitors
noodzakelijk zijn
- Chronisch gebruik van medicatie welke van invloed is op trombocytenfunctie
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-003072-31-NL |
CCMO | NL63784.029.18 |
Ander register | NTR: NL7513 |