Het primaire doel is het beantwoorden van de vraag of NOAC-zorg een beter alternatief is dan VKA-zorg in de preventie van majeure of klinisch relevante non-majeure bloedingen bij de groeiende groep van kwetsbare ouderen met atriumfibrilleren.…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartritmestoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire outcome: Het voorkomen van een eerste event van een majeure of
klinisch relevante non-majeure bloedingscomplicatie gedurende 1 jaar volgens de
definities van de International Society of Thrombosis and Haemostasis (ISTH)
Secundaire uitkomstmaten
Secondaire outcomes zijn majeure of klinisch relevante non-majeure
bloedingscomplicaties apart bekeken, minor bloedingen (bijv. alle andere
bloedingscomplicaties die niet majeur of CRNM geclassificeerd zijn),
thrombo-embolische events, het voorkomen van de composiet ischemische en
hemorragische CVA's, kwaliteit van leven, kosteneffectiviteit en risicofactoren
voor bloedingen.
Achtergrond van het onderzoek
Lange tijd waren Vitamine K Antagonisten (VKA's) de enige therapeutische
behandeling om het risico op CVA bij patienten met atrium fibrilleren (AF) te
reduceren. Recent is een alternatief verschenen: non-VKA orale anticoagulantia
(NOACs). Grote gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCTs) hebben laten
zien dan NOAC's ten minste even effectief zijn als VKA's om het risico op
ischemisch CVA te rduceren, zelfs met een beter veiligheidsprofiel (notably
minder intracraniale blodingen). Gebaseerd op deze onderzoeksresultaten, zijn
in de recente richtlijnen van de European Society of Cardiology (ESC) sterke
voorkeuren opgenomen voor NOACs boven VKAs wanneer gestart word met orale
anticoagulantia behandeling bij AF patienten. Het is zelfs zo dat de ESC
richtlijn switchen van VKA-behandeling naar NOAC gepast vindt, zeker als de
tijd in therapeutische INR range laag is, onder VKA therapie. Echter deze
aanbeveling is minder sterk dan de voorkeur van NOAC's boven VKA's wanneer men
voor het eerst start met orale anticoagulantia behandeling.
In de grote NOAC RCT's waren de kwetsbare ouderen sterk ondervertegenwoordigd.
DIt laat een kennis gap achter in de optimale anticoagulantia behandel
strategie in deze toenemende groep patienten.
Beide strategieën hebben zowel voordelen als risico's en het is tot nu toe
onbekend welk type anticoagulantia gepreferreerd wordt voor deze specifieke
populatie. Het is onbekend of switchen van VKA behandeling naar NOAC minder
bloeding complicaties bij kwetsbare ouderen met AF oplevert. Hewel dit wel
verwacht wordt gezien de huidige resultaten van RCT's en observationele studies
die zijn uitgevoerd bij niet-kwetsbare AF patienten.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel is het beantwoorden van de vraag of NOAC-zorg een beter
alternatief is dan VKA-zorg in de preventie van majeure of klinisch relevante
non-majeure bloedingen bij de groeiende groep van kwetsbare ouderen met
atriumfibrilleren. Hiervoor kijken we naar het relatieve risico (hazard ratio)
van de gerandomiseerde groepen waarbij we kijken naar het eerste event dat
optreedt wat betreft majeure of klinisch relevante niet-majeure
bloedingscomplicaties (welke als eerste voorkomt). Het totale aantal majeure of
klinisch relevante niet-majeure bloedingscomplicaties apart wordt secundaire
geanalyseerd. Verder wordt er secundair gekeken naar de risicofactoren voor
bloedingen en wordt onderzocht of NOAC-zorg een minstens zo goed alternatief is
voor gebruikelijke VKA-zorg mbt het optreden van trombotische aandoeningen. Ook
kwaliteit van leven en kosteneffectiviteit worden in dit onderzoek bekeken.
Onderzoeksopzet
Multicenter pragmatisch open label registry-gebaseerd gerandomiseerd
gecontrolleerde Klinische trial.
Onderzoeksproduct en/of interventie
In de index group, zal de behandelend arts (huisarts of cardioloog) aangemoedigd worden om de orale anticoagulantia behandeling van INR-volgend VKA te switchen naar een op NOAC gebaseerde behandeling met het voorschrijven van een van de verkrijgbare NOAC's (dabigatran 150mg twee keer per dag, rivaroxaban 20mg een keer per dag, apixaban 5mg twee keer per dag of edoxaban 60mg een keer per dag). De arts beslist zelf met de patietn welke bendeling de voorkeur heeft. Aanpassing van dosering van de NOAC behandeling zal volgens de richtlijnen gaan. De controle groep blijft doorgaan met de huidige routine zorg met VKA (of acenocoumarol 1mg of fenprocoumon 3mg), volgens het doseringsschema gebaseerd op INR metingen.
Inschatting van belasting en risico
Zowel VKAs als NOACs zijn behandel opties volgens de reguliere richtlijnen voor
CVA preventie bij atrium fiblrilleren. Beide dragen een inherrent risico op
bloeding met zich mee met een mogelijk lager risico (intracraniaal) op
bloedingen met NOAC's.
Desalnietemin het risico op deze bloeding complicaties is niet direct
gerelateerd aan studiedeelname of studiehandelingen, maar deel van "care as
usual" aangezien de huidige richtlijnen duidelijk aangeven dat het
voorschrijven van anticoagulantia nodig is bij oudere atium fibrillerende
patienten ter preventie van het krijgen van een CVA.
Patienten in de index group zullen niet meer thuis bezocht worden door de
trombosedienst voor INR bepaling. Het missen van deze regelmatige huisbezoeken
zou kunnen leiden tot een verandering in de kwaliteit van leven, zowel in
positieve als negatieve zin.
Aan patienten uit beide groepen worden baseline karakteristieken gevraagd en
follow-up vragen gesteld op respectivelijk 0, 1, 3, 6, 9 and 12 maanden.
Patienten zal gevraagd worden een kwaliteit van leven vragenlijst in te vullen
op 0, 6 and 12 maanden.
Publiek
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Leeftijd > 75
2. Onder behandeling bij een van de deelnemende trombose centra met VKA voor AF
3. Groningen Frailty Indicator (GFI) 3 of hoger
4. Bereidheid tot switchen van VKA naar NOAC behandeling
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Ernstig nierfuctieverlies eGFR onder 30 ml/min/1.73m2
2. Atriumfibrilleren in de aanwezigheid van een mechanische hartklep en/ of
ernstige mitralisklepstenose
3 Deelname aan ander medisch wetenschappelijk onderzoek.
4. De patiënt is niet bereid of niet in staat schriftelijk informed consent te
geven.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-000393-11-NL |
CCMO | NL60426.041.17 |
OMON | NL-OMON22182 |