Doelstelling:De doelstelling van dit onderzoek is de veiligheid en werkzaamheid van verschillende combinaties van kankerimmunotherapieën te vergelijken met die van nivolumab of ipilimumab, door vergelijking van het algemene responspercentage na 24…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Onderzoek van de werkzaamheid (door meting van het algemene responspercentage,
de responsduur en het percentage progressievrije overleving na 24 weken) van
elke behandelingscombinatie binnen het FRACTION-onderzoek (vergeleken met
nivolumab in combinatie met ipilimumab indien van toepassing) bij patiënten met
gevorderde maagkanker
Secundaire uitkomstmaten
Onderzoek naar de toegevoegde veiligheid en verdraagbaarheid van elke
behandelingscombinatie in dit onderzoek bij patiënten met gevorderde maagkanker.
Exploratieve doeleinden:
- Vaststelling van de farmacodynamische effecten van de geneesmiddelen door
evaluatie van een selectie aan biomarkers in bloed en tumorbiopten.
- Evaluatie van de algemene overleving van behandelde patiënten.
- Verkenning van de mogelijke verbanden tussen antitumoractiviteit of
veiligheid en selecte biomarkermaten in tumorbiopten en bloed voorafgaande aan
de onderzoeksbehandeling en na toediening van het geneesmiddel.
- Evaluatie van de farmacokinetiek van elk experimenteel product.
- Evaluatie van de immunogeniciteit van elk experimenteel product.
- Evaluatie van de verbetering van ziektegerelateerde symptomen aan de hand van
de GaCs (Gastric Cancer Sub Scale, subschaal Maagkanker) van behandelde
patiënten.
- Evaluatie van de algemene gezondheid met behulp van de EQ-5D bij behandelde
patiënten.
Achtergrond van het onderzoek
CA018-003 is een multicenter, fase 2-onderzoek bij volwassen patiënten met
gevorderde maagkanker. In het onderzoek worden de veiligheid en werkzaamheid
van verschillende combinaties van onderzoeksgeneesmiddelen vergeleken met de
combinatie van nivolumab en ipilimumab. Wereldwijd nemen ongeveer 300 patiënten
deel aan dit onderzoek en 30 van deze patiënten zijn afkomstig uit Nederland.
Maagkanker is de op 5 na vaakst voorkomende kanker en de 3e hoofdoorzaak van
aan kanker gerelateerde sterfgevallen wereldwijd. De incidentie van maagkanker
wisselt per geografisch gebied, waarbij meer dan 70% van deze vorm van kanker
in ontwikkelingslanden voorkomt. Maagkanker manifesteert zich ten tijde van de
diagnose vaak als gevorderde ziekte en maakt ongeveer 40% uit van de nieuw
gediagnosticeerde gevallen in de Verenigde Staten en Europa.
De behandelingsopties voor patiënten met gevorderde maagkanker zijn operatief
ingrijpen, bestraling, chemotherapie of hormoontherapie. Ondanks de vooruitgang
van deze therapieën, overlijdt het merendeel van de patiënten met metastatische
ziekte aan ziekteprogressie.
Kankerimmunotherapie is gebaseerd op de kennis dat tumoren kunnen worden
herkend als vreemd in plaats van lichaamseigen en effectief kunnen worden
aangevallen door een geactiveerd immuunsysteem. Immunotherapeutische
benaderingen zijn klinisch werkzaam gebleken en zijn wereldwijd in meerdere
landen en voor verschillende vaste maligne tumoren, waaronder melanoma,
niercel-, long- en hormoonrefractaire prostaatkanker goedgekeurd. Na het
eerdere succes van immunotherapeutische middelen bij de bestrijding van deze
vormen van kanker, breidt het veld van immunotherapie voor tumoren zich snel
uit. Afgezien van nivolumab en ipilimumab (dit zijn immunotherapeutische
monoklonale antistoffen die werken door inhibitoire signaleringsroutes in de
immuunrespons te blokkeren) zijn er andere geneesmiddelen die via een andere
route hetzelfde effect bewerkstelligen, namelijk voorkomen dat het
immuunsysteem wordt uitgeschakeld. Anti-Lag-3 is een nieuw
onderzoeksgeneesmiddel dat werkt via de anti-CTLA-4 -route; het uiteindelijke
effect op het immuunsysteem is echter hetzelfde. Met de opkomst van deze nieuwe
therapieën die significante activiteit vertonen als monotherapie, is het
mogelijk en zelfs waarschijnlijk dat combinatietherapieën potentieel tot een
betere respons en een langere algemene overleving kunnen leiden. Dit biedt
tevens de mogelijkheid dat de combinatie van deze middelen, die binnen de
cellen van het immuunsysteem een verschillende route gebruiken, tot een
duurzame, langdurige respons en zelfs tot genezing binnen deze kankerpopulatie
zou kunnen leiden.
Het doel van dit onderzoek is de veiligheid en werkzaamheid van deze
combinaties van immunotherapeutische middelen vast te stellen bij patiënten met
maagkanker die eerder zijn behandeld met een immunotherapeutisch middel of niet
eerder aan dergelijke middelen zijn blootgesteld. Dit onderzoek met de naam
Fraction heeft als doel om nieuwe middelen snel te evalueren bij patiënten met
gevorderde maagkanker, waarbij het doel is de tijd en het aantal patiënten dat
nodig is om deze therapieën naar de mensen te brengen die ze nodig hebben, te
verminderen.
Doel van het onderzoek
Doelstelling:
De doelstelling van dit onderzoek is de veiligheid en werkzaamheid van
verschillende combinaties van kankerimmunotherapieën te vergelijken met die van
nivolumab of ipilimumab, door vergelijking van het algemene responspercentage
na 24 weken bij patiënten met gevorderde maagkanker.
Onderzoeksopzet
Dit is een doorlopend, fase 2, adaptief onderzoek ter evaluatie van de
voorlopige werkzaamheid, veiligheid, verdraagbaarheid, FK en farmacodynamiek
van nieuwe FRACTION-maagkanker onderzoeksbehandelingscombinaties bij deelnemers
met gevorderde maagkanker. De details van de specifieke
onderzoeksbehandelingsregimes staan in elk FRACTION-maagkanker subprotocol.
Deelnemers worden ingeschreven in 1 van de 2 trajecten. Deelnemers die
behandelingsnaïef zijn voor anti-PD-1, anti-PD-L1, en anti CTLA-4 worden
ingeschreven in traject 1. Deelnemers die eerder behandeld zijn met anti-PD1,
anti-PD-L1, of anti-CTLA-4 worden toegewezen aan traject 2.
Deelnemers in traject 1 en 2 beginnen met de behandelingsfase (met een totale
duur van ongeveer 2 jaar). Tumorbeoordelingen worden uitgevoerd volgens het
schema beschreven in elk FRACTION maagkanker subprotocol.
Deelnemers in traject 1 en 2 worden behandeld tot voltooiing van de
behandelingsfase, progressie, toxiciteit of stopzetting volgens protocol. Het
besluit om verder te gaan met behandeling na door de onderzoeker vastgestelde
progressie is mogelijk (tot voltooiing van de behandelingsfase) en dient te
worden besproken met de BMS Medische Toezichthouder (of aangewezene) en
gedocumenteerd in de onderzoeksdossiers. Daarnaast heeft een deelnemer met PD
de mogelijkheid om in te stromen in traject 2, zolang hij/zij nog steeds
voldoet aan alle geschiktheidscriteria op elk randomisatiepunt, inclusief
levensverwachting van *3 maanden.
Deelnemers die behandelingsnaïef zijn voor anti-PD-1, anti-PD-L1, en
anti-CTLA-4 worden ingeschreven in traject 1 en ze worden gerandomiseerd naar
nivolumab in combinatie met ipilimumab of naar een van de FRACTION-maagkanker
onderzoeksbehandelingscombinaties. Deze deelnemers krijgen hun toegewezen
onderzoeksbehandeling in traject 1 tot voltooiing van de behandelingsfase.
Deelnemers die eerdere behandeling kregen met anti-PD-1, anti-PD-L1, en
anti-CTLA-4 worden ingeschreven in traject 2 en gerandomiseerd naar nivolumab
in combinatie met ipilimumab, of naar een van de FRACTION-maagkanker
onderzoeksbehandelingscombinaties. Daarnaast kunnen deelnemers met PD die
behandeld zijn in traject 1 of 2 en die blijven voldoen aan alle
deelnamecriteria, ingeschreven worden in traject 2 en opnieuw gerandomiseerd
worden naar een nieuwe combinatie anders dan eerder ontvangen, indien van
toepassing. Deze deelnemers krijgen hun toegewezen onderzoeksbehandeling in
traject 2 tot voltooiing van de behandelingsfase.
Deelnemers zullen tot maximaal 4 fasen van het onderzoek voltooien: screening,
behandeling, opvolging voor veiligheid en opvolging voor respons/veiligheid
binnen elk traject (zonder overweging van herrandomisatie en herbehandeling),
zoals hieronder beschreven.
De screeningsfase voor elk traject duurt maximaal 28 dagen. Deelnemers worden
ingeschreven met Interactieve Respons Technologie (IRT).
Deelnemers mogen over het algemeen verder gaan met de onderzoeksbehandeling tot
het eerste voorval van een van de volgende: 1) voltooiing van 2 jaar
onderzoeksbehandeling, 2) PD (onderhevig aan behandeling na progressie), 3)
klinische achteruitgang die indiceert dat er waarschijnlijk geen verder
voordeel te behalen is van de onderzoeksbehandeling, 4) onverdraagbare
toxiciteit, en 5) voldoen aan criteria voor stopzetting van
onderzoeksbehandeling. Individuele deelnemers met bevestigde CR krijgen de
optie om te stoppen met de onderzoeksbehandeling (per geval bekeken) na
specifieke consultatie en overeenkomst tussen de onderzoeker en de BMS Medische
Toezichthouder (of aangewezene) in omstandigheden waarbij de verhouding tussen
voordeel/risico het stoppen met de onderzoeksbehandeling rechtvaardigt.
Na voltooiing van de behandelingsfase zullen alle deelnemers de fase opvolging
voor veiligheid ingaan, zodra het besluit is genomen om de deelnemer te laten
stoppen met de onderzoeksbehandeling.
Onderzoeksproduct en/of interventie
In het huidige subprotocol mogen patiënten de volgende behandelingscombinaties krijgen: 1. Nivolumab + ipilimumab: Nivolumab wordt om de 3 weken gegeven als 1 mg/kg in combinatie met ipilimumab 3 mg/kg voor in totaal vier doses. Zes (6) weken na de laatste combinatiedosis krijgen de patiënten vervolgens om de 4 weken een dosis van 480 mg nivolumab voor in totaal 3 doses. 2. Nivolumab + BMS986016(Anti-Lag-3): Nivolumab wordt om de twee weken gegeven in een dosis van 240 mg in combinatie met BMS 986016(Anti-Lag-3) 80 mg voor in totaal 12 doses. In SubProtocolC zijn er 3 armen voor elke track: 1) Arm D: combinatie van nivolumab 480 mg Q4W met rucaparib 600 mg tweemaal daags 2) Arm E: combinatie van ipilimumab 3 mg / kg Q4W met rucaparib 600 mg tweemaal daags 3) Arm F: combinatie van nivolumab 480 Q4W, lage dosis ipilimumab 1 mg / kg Q6W en 600 mg rucaparib BID
Inschatting van belasting en risico
In het kader van het onderzoek wordt van de patiënten verwacht dat ze meerdere
bezoeken aan de kliniek afleggen, waar de volgende procedures worden verricht:
lichamelijk onderzoek, meting van de vitale functies, bloedtests voor
beoordeling van de veiligheid, zwangerschapstest (voor vrouwen in de vruchtbare
leeftijd) en controle op ongewenste voorvallen. Bij bepaalde bezoeken wordt ook
bloed afgenomen voor onderzoeksdoeleinden (PK, immunogeniciteit en
biomarkermonsters).
Patiënten worden gevraagd een biopsie te ondergaan om een biopt te verkrijgen
bij de screening, op dag 28 en aan het einde van de behandeling.
Bovendien worden de tumoren van de patiënten gedurende 24 weken van behandeling
elke 8 weken radiografisch beoordeeld (met CT of MRI). Als een patiënt de
onderzoeksbehandeling voortzet of opnieuw met het onderzoek begint en aan een
andere behandeling wordt toegewezen, worden de radiografische beoordelingen
gedurende 24 weken om de 8 weken voortgezet. De bezoekfrequentie en het aantal
uitgevoerde procedures tijdens dit onderzoek zouden gewoonlijk worden beschouwd
als de zorgstandaard te boven gaand. De procedures worden uitgevoerd door
opgeleide medische professionals en er zal alles aan worden gedaan om de
risico*s voor of het ongemak van de patiënt te beperken.
De behandeling van kanker heeft vaak bijwerkingen, waaronder enkele die
levensbedreigend zijn. In dit onderzoek wordt een onafhankelijke commissie voor
gegevenscontrole (DMC) gebruikt om te verzekeren dat de veiligheidsgegevens
tijdens het onderzoek worden gecontroleerd. Nieuwe op het immuunsysteem
gerichte therapieën (immunotherapieën), zoals nivolumab en ipilimumab en
Anti-Lag-3, zouden mogelijk klinisch voordeel en verbetering van de uitkomst
kunnen bieden voor patiënten met deze ziekte (ziekteverbetering en langere
overleving). Net als voor alle experimentele geneesmiddelen en klinische
onderzoeken zijn er echter bekende en onbekende risico*s. De met het
onderzoeksmiddel en procedure samenhangende risico*s worden uitgebreid
beschreven in het patiëntinformatieblad om te verzekeren dat de patiënten
volledig op de hoogte zijn voordat ze instemmen met deelname aan het onderzoek.
Publiek
Sanderson Rd Unit 2 UB8 1DH
Uxbridge UB8 1DH
GB
Wetenschappelijk
Sanderson Rd Unit 2 UB8 1DH
Uxbridge UB8 1DH
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) Deelnemers moeten toestemming geven voor 3 verplichte tumorbiopten (zoals
beschreven in paragraaf J hieronder).
2) Alle deelnemers moeten inoperabele, gevorderde of metastatische GC
(maagkanker) of een carcinoom van de GEJ (gastro-oesofageale junctie) hebben
(met inbegrip van een adenocarcinoom die zijn oorsprong heeft in het onderste
deel van de slokdarm) en dit moet histologisch zijn bevestigd als een
predominant adenocarcinoom. De documentatie van GEJ-betrokkenheid kan afkomstig
zijn van een biopsie, endoscopie of beeldvorming.
3) Deelnemers met een tumor met overexpressie van human epidermal growth factor
receptor-type 2 (HER-2) die progressie vertonen na trastuzumab (of niet in
aanmerking komen of niet bereid zijn om te worden behandeld met trastuzumab),
komen in aanmerking voor inschrijving.
4) Eerdere adjuvante of neoadjuvante chemotherapie, radiotherapie en/of
chemoradiotherapie zijn toegestaan, zolang de laatste toediening van de laatste
kuur (ongeacht welke het laatst werd gegeven) ten minste 4 weken vóór
randomisatie heeft plaatsgevonden.
5) Deelnemers moeten een Eastern Cooperative Oncology
Group(ECOG)-performancestatus hebben van <= 1 (zie bijlage 7)., 6)
Trajectspecifieke deelnamecriteria
Traject 1: deelnemers die anti-PD-1-, anti-PD-L1- en anti-CTLA-4-naïef zijn
1). Deelnemers mogen vóór dit onderzoek niet zijn behandeld met anti-PD-1,
anti-PD-L1 of anti-CTLA-4. Deelnemers die eerder zijn behandeld met andere
middelen dan anti-PD-1, anti-PD-L1 of anti-CTLA-4 komen in aanmerking voor
traject 1.
2). Aan deelnemers is mogelijk chemotherapie op platinabasis voor progressieve
of recidiverende ziekte aangeboden.
3). Deelnemers moeten na een verplicht, vóór de behandeling genomen biopt een
gedocumenteerde PD-L1-tumorstatus hebben, zoals hieronder beschreven.
Na ondertekening van het formulier voor geïnformeerde toestemming, moet bij
deelnemers een vers tumorbiopt worden genomen dat aan de hierboven
gedefinieerde criteria voor IHC kleuring voldoet om de PD-L1-status te
bepalen., Traject 2: deelnemers die anti-PD-1-, anti-PD-L1- of
anti-CTLA-4-ervaren zijn
1). Deelnemers moeten progressieve of recidiverende ziekte hebben gehad tijdens
of nade behandeling met anti-PD-1, anti-PD-L1 of anti-CTLA-4. (Deelnemers die
een op PD-1, PD-L1 of CTLA-4 gerichte onderzoeksbehandeling hebben ondergaan,
worden beschouwd als respectievelijk anti-PD-1-, anti-PD-L1- of
anti-CTLA-4-ervaren.)
2). Aan deelnemers is mogelijk chemotherapie op platinabasis voor GC of GEJ
aangeboden.
De chemotherapie op platinabasis kan een adjuvante of neoadjuvante behandeling
zijn geweest of een behandeling voor recidiverende ziekte.
3). Deelnemers die eerder zijn behandeld met 1 van de middelen (of een andere
op PD-1, PD-L1 of CTLA-4 gerichte behandeling) als monotherapie of als een
combinatiekuur in een subprotocol van het FRACTION-maagkankeronderzoek komen in
aanmerking voor een behandeling in traject 2.
4). Deelnemers die eerder een combinatiebehandeling hebben ondergaan met
dezelfde IO-
combinatiemiddelen (of IO-middelen die gericht zijn op dezelfde doelen) als 1
van de combinatiekuren in een FRACTION-maagkankersubprotocol, komen in
aanmerking voor een onderzoeksbehandeling in traject 2, maar moeten naar een
andere combinatiekuur worden gerandomiseerd.
5). Na ondertekening van het formulier voor geïnformeerde toestemming, moet bij
deelnemers een vers tumorbiopt worden genomen voor IHC-kleuring ter bepaling
van de PD-L1-status.
7) Voor toegang tot alle trajecten moeten deelnemers ten tijde van de screening
een levensverwachting hebben van ten minste 3 maanden na hun meest recente
chemotherapie of immunotherapie.
a. Deelnemers die na progressie op een eerdere onderzoeksbehandeling in traject
1 of 2 opnieuw gerandomiseerd willen worden naar een nieuwe
onderzoeksbehandelingscombinatie in traject 2, moeten een levensverwachting
hebben van ten minste 3 maanden na de laatste onderzoeksbehandeling.
8) Deelnemers die palliatieve bestraling krijgen van een niet in het centrale
zenuwstelsel gelegen laesie, moeten die behandeling ten minste 2 weken vóór de
eerste dosis van de onderzoeksbehandeling hebben afgerond.
9) Deelnemers die bij baseline symptomatische tumorlaesies hebben en die binnen
4 weken vóór de eerste dosis van de onderzoeksbehandeling mogelijk palliatieve
radiotherapie nodig hebben, worden sterk aangemoedigd vóór inschrijving de
palliatieve radiotherapie te ondergaan en zij moeten die behandeling ten minste
2 weken vóór de eerste dosis van de onderzoeksbehandeling afronden.
10) Deelnemers moeten ten minste 1 laesie hebben met meetbare ziekte, zoals
gedefinieerd aan de hand van de RECIST v1.1-criteria voor responsbeoordeling
van vaste tumoren.
a. Deelnemers met laesies in een eerder bestraald veld als de enige locatie met
meetbare ziekte, mogen worden ingeschreven, mits de laesie(s) aangetoonde
duidelijke progressie vertonen en accuraat kunnen worden gemeten.
11) Van deelnemers met toxiciteit van een eerdere antikankerbehandeling, moet
de toxiciteit zijn teruggekeerd naar graad <= 1 (NCI CTCAE-versie 4.03) of
baseline voordat de onderzoeksbehandeling wordt toegediend.
12) Deelnemers met een toxiciteit van graad >= 2 die wordt toegeschreven aan een
eerdere antikankerbehandeling en waarvan niet wordt verwacht dat deze verdwijnt
en resulteert in langdurige sequelae, zoals neuropathie na een behandeling op
platinabasis, komen in aanmerking voor deelname.
13) Deelnemers moeten toestemming geven voor het nemen van een tumorbiopt op de
volgende tijdpunten: 1) baseline (voorafgaand aan de behandeling); 2) tijdens
het onderzoek (dag 28 van de behandeling); en 3) EOT.
14) Deelnemers die geen toegankelijke of geschikte laesies hebben, komen niet
in aanmerking.
a. ii). Bij baseline kan een biopt worden genomen van deelnemers met één
meetbare laesie (primair of metastatisch), zolang dit geen excisiebiopt is.
b. iii) Voor deelnemers bij wie de biopsie van vóór de behandeling weefsel van
onvoldoende kwantiteit of kwaliteit heeft opgeleverd (zoals vastgesteld door
een patholoog in het centrale laboratorium), is herhaling van de biopsie
toegestaan.
c.iv) Het weefselmonster van de vaste tumor moet een kernnaaldbiopt of een
excisie- of incisiebiopt zijn.
d. v) De biopsie die na ziekteprogressie wordt uitgevoerd na behandeling in een
van beide trajecten, mag dienen als biopsie van vóór de behandeling voor
daaropvolgende behandeling in traject 2
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
a) Deelnemers met een HER-2-positieve tumor met HER-2-overexpressie die eerder
niet zijn behandeld met trastuzumab, zijn uitgesloten van deelname; deelnemers
die niet in aanmerking komen voor een behandeling met trastuzumab of niet
bereid zijn om met trastuzumab te worden behandeld, komen nog steeds in
aanmerking voor deelname.
b) Deelnemers met ascites die niet onder controle kan worden gebracht met
daartoe aangewezen interventies.
c) Deelnemers mogen geen vermoedelijke, bekende of progressieve metastasen in
het CSZ, onbehandelde metastasen in het CSZ of het CSZ als enige ziektelocatie
hebben.
i) Deelnemers komen in aanmerking voor deelname als de CZS-metastasen afdoende
zijn behandeld en de deelnemers ten minste 2 weken vóór inschrijving bij het
onderzoek neurologisch tot baseline zijn teruggekeerd (met uitzondering van
residuele tekenen of symptomen van de CZS-behandeling). Bovendien mogen
deelnemers ten minste 2 weken vóór inschrijving bij het onderzoek of geen
corticosteroïden gebruiken ofwel dagelijks een stabiele of afnemende
prednisondosis <= 10 mg gebruiken.
ii) Deelnemers mogen geen leptomeningeale ziekte of carcinomateuze meningitis
hebben.
d) Deelnemers mogen geen eerdere maligniteit hebben die de afgelopen 3 jaar
actief is geweest, met uitzondering van lokale geneesbare vormen van kanker die
schijnbaar genezen zijn, zoals basaalcel- of plaveiselcelhuidkanker,
oppervlakkige blaaskanker of carcinoma in situ van de prostaat, cervix of borst.
e) Deelnemers mogen geen andere actieve maligniteit hebben waarvoor
gelijktijdig ingrijpen nodig is.
f) Deelnemers mogen in het verleden geen orgaantransplantatie hebben ondergaan.
g) Deelnemers mogen binnen 4 weken vóór toediening van de eerste dosis
onderzoeksgeneesmiddel geen antikankerbehandeling (bijv. chemotherapie,
radiotherapie [met uitzondering van palliatieve radiotherapie, die tot ten
minste 2 weken vóór de onderzoeksbehandeling mag plaatsvinden], biologische
middelen of immunotherapieën, inclusief experimentele behandelingen) hebben
ondergaan.
i) Deelnemers die niet-cytotoxische antikankerbehandelingen (bijv. eerder
gebruik van een gerichte behandeling) hebben ondergaan en die de behandeling
ten minste 4 weken of 5 halfwaardetijden (welk van beide korter is) vóór de
eerste dosis van de onderzoeksbehandeling hebben afgerond, komen in aanmerking
voor inschrijving.
h) Deelnemers mogen geen actieve, bekende of vermoedelijke auto-immuunziekte
hebben.
i) Deelnemers met diabetes mellitus type I, hypothyreoïdie waarvoor alleen een
hormoonvervangende behandeling nodig is, huidaandoeningen (zoal vitiligo,
psoriasis of alopecie) waarvoor geen systemische behandeling nodig is, of
aandoeningen die naar verwachting niet zullen terugkomen in afwezigheid van een
externe trigger, mogen worden ingeschreven.
Deelnemers mogen geen aandoening hebben waarvoor een systemische behandeling met
corticosteroïden (dagelijks > 10 mg prednison of daaraan gelijkwaardig) of
andere immunosuppressiva nodig is binnen 14 dagen vóór toediening van de
onderzoeksbehandeling.
i) Inhalatie- of topische steroïden en vervangende bijnierschorshormonen
(dagelijks > 10 mg prednison of daaraan gelijkwaardig) zijn toegestaan in
afwezigheid van actieve auto-immuunziekte.
j) Deelnemers mogen geen geschiedenis hebben van levensbedreigende toxiciteit
die verband houdt met een eerdere IO-behandeling (bijv. een anti-CTLA-4- of
anti-PD-1/PD-L1-behandeling of een andere antistofbehandeling of een
behandeling die specifiek is gericht op co-stimulatie van T-cellen of
immuun-checkpoint-routes).
k) Deelnemers mogen geen interstitiële longziekte hebben die symptomatisch is
of de detectie of de behandeling van vermoedelijke behandelingsgerelateerde
pulmonale toxiciteit kan hinderen.
l) Deelnemers mogen geen onbeheerste of significante cardiovasculaire ziekte
hebben, inclusief, maar niet beperkt tot een van de volgende:
i) Myocardinfarct of beroerte/transiënte ischemische aanval in de afgelopen 6
maanden
ii) Onbeheerste angina in de afgelopen 3 maanden
iii) Een geschiedenis van klinisch significante aritmieën (zoals
ventrikeltachycardie,
ventrikelfibrilleren of torsades de pointes)
iv) Met Fridericia*s formule gecorrigeerd QT-interval > 480 ms
v) Geschiedenis van andere klinisch significante hartziekte (bijv.
cardiomyopathie, congestief
hartfalen met functionele classificatie van de New York Heart Association van
III tot IV,
myocarditis, pericarditis of significante pericardiale effusie)
m) Deelnemers die dagelijks supplementaire zuurstof nodig hebben, zijn
uitgesloten van deelname.
n) Deelnemers mogen geen positief testresultaat hebben voor hepatitis A,
hepatitis B-virus of hepatitis C-virus (HCV) dat op de aanwezigheid van het
virus duidt, bijv. positief voor hepatitis B-oppervlakteantigeen
(australiëantigeen) of positief voor hepatitis C-antistof (anti-HCV) (behalve
als HCV-ribonucleïnezuur [RNA] negatief is).
i) Deelnemers met een geschiedenis van een verdwenen hepatitis A-virusinfectie
komen in aanmerking voor deelname
o) Deelnemers mogen * 7 dagen vóór aanvang van de onderzoeksbehandeling geen
bewijs hebben van een actieve infectie waarvoor een antibacteriële, antifungale
of antivirale behandeling nodig is.
p) Deelnemers mogen geen bekende geschiedenis hebben van een positieve test
voor het humane
immunodeficiëntievirus (hiv) of bekende geschiedenis van verworven
immunodeficiëntiesyndroom.
i) Een hiv-test moet worden uitgevoerd op locaties die daartoe volgens
plaatselijke vereisten verplicht zijn.
q) Deelnemers mogen geen bekende of vermoedelijke actieve tuberculose hebben.
r) Deelnemers mogen binnen 4 weken vóór toediening van de onderzoeksbehandeling
geen grote operatieve ingreep hebben ondergaan. Deelnemers moeten ten minste 14
dagen vóór de eerste dosis van de onderzoeksbehandeling zijn hersteld van de
effecten van een grote operatieve ingreep of van significant traumatisch letsel.
s) Deelnemers mogen binnen 12 weken vóór de eerste dosis van de
onderzoeksbehandeling geen niet-oncologische vaccins met een levend virus
hebben ontvangen voor de preventie van infectieziekten.
t) Deelnemers mogen binnen 2 weken vóór de eerste dosis van de
onderzoeksbehandeling geen transfusie met geconcentreerde rode bloedcellen of
bloedplaatjes hebben gekregen.
u) Deelnemers mogen geen bekende of onderliggende ernstige of onbeheerste
medische aandoening hebben waardoor de toediening van de onderzoeksbehandeling,
naar inzicht van de onderzoeker of de sponsor, gevaarlijk kan zijn voor de
deelnemers of het vermogen van de deelnemers om zich aan de behandeling te
houden of deze te verdragen negatief kan beïnvloeden.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2016-002807-24-NL |
CCMO | NL59770.018.17 |