Het hoofddoel van deze studie is om vast te stellen of een tweetalige ervaring op oudere leeftijd van invloed is op de cognitieve flexibiliteit en de neurale onderbouwing daarvan wat op zijn beur gezondheidsvoordelen zou kunnen verklaren. Daarnaast…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Aandoening
Cognitieve achteruitgang door veroudering
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire onderzoeksvariabelen betreffen 1) cognitieve flexibiliteit, 2)
hersenactiviteit in de theta-band tijdens switch-taken en 3) veranderingen in
oxy- en deoxyhemoglobine concentratie in de hersenen tijdens switch taken.
Veranderingen hierin die plaatsvinden als gevolg van de interventies zullen
worden geanalyseerd.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire onderzoeksvariabelen omvatten klinische maten van kwetsbaarheid voor
depressie, cognitie, kwaliteit van leven en taalvaardigheid. Deze metingen
geven aanvullende informatie die helpen bij het interpreteren en begrijpen van
de effecten van de taalinterventie ten opzichte van de andere vormen van
interventies.
Achtergrond van het onderzoek
Naarmate de wereldbevolking ouder wordt neemt ook het aantal senioren toe. Dit
betekent dat steeds meer mensen de problemen die horen bij het ouder worden
onder ogen moeten zien. Een van de meest bekende problemen bij het ouder worden
is cognitieve achteruitgang. Hoewel kleine veranderingen in cognitie deel
uitmaken van normale cognitieve veroudering, verschillen mensen sterk in hoe
gevoelig en vatbaar ze zijn voor cognitieve achteruitgang. Sommige mensen
lijken beter te kunnen compenseren voor deze veranderingen dan anderen; zij
tonen cognitieve resreve. Er wordt gedacht dat mensen met een hogere cognitieve
reserve meer pathologie kunnen tolereren en dat zij daarom het ontstaan van
symptomen van cognitieve achteruitgang kunnen beïnvloeden. Andere problemen die
gepaard gaan met verouderen kunnen emotioneel lijden veroorzaken, waaronder
depressie. Ouderdomsdepressie gaat vaak samen met verminderd fysiek, cognitief
en sociaal functioneren wat bijdraagt aan een verminderde kwaliteit van leven.
Een van de meest voorkomende cognitieve probelemen in depressie zijn problemen
in het executief functioneren, met name cognitieve flexibiliteit. Problemen met
cognitieve flexibiliteit beïnvloeden het vermogen om emotionele situaties op
een adaptieve manier te reguleren, wat bijdraagt aan het voortduren van de
depressie maar wat ook een kwetsbaarheidsfactor is. Het is om deze redenen dat
het verhogen van cognitieve flexibiliteit het beloop van de depressie zou
kunnen bevorderen. Een ervaring die vaak in verband is gebracht met verbeterde
cognitieve flexibiliteit is tweetaligheid: levenslange tweetaligheid is
inherent geassociocieerd met cognitieve voordelen en met de afzwakking van
cognitieve achteruitgang. Tweetaligheid zou daarom kunnen dien als een middel
om cognitieve achteruitgang en stemmingsstoornissen van ouderen te bestrijden.
Doel van het onderzoek
Het hoofddoel van deze studie is om vast te stellen of een tweetalige ervaring
op oudere leeftijd van invloed is op de cognitieve flexibiliteit en de neurale
onderbouwing daarvan wat op zijn beur gezondheidsvoordelen zou kunnen
verklaren. Daarnaast willen we met deze studie het effect van een tweetalige
ervaring op gezondsheidsuitkomsten (kwetsbaarheid voor depressie, cognitie and
kwaliteit van leven). We doen dit door een tweetalige ervaring op late leeftijd
te introduceren, geoperationaliseerd als een training in een vreemde taal voor
senioren. Als een tweetalige ervaring inderdaad beschermende effecten heeft,
zou het leren van een vreemde taal kunnen dienen als een belangrijk hulpmiddel
bij het gezond ouder worden en daarmee een belangrijke klinische toepassing
hebben.
Onderzoeksopzet
Het betreft een open-label gerandomiseerde, gecontroleerde studie met pre- en
postinterventiemetingen bij personen met subjectieve, maar geen objectieve,
cognitieve achteruitgang. Deelnemers worden pseudorandom toegewezen aan de
taalinterventie of aan een van de twee controle groepen; een muziekinterventie
of een sociale (kunst) interventie. Deze controle interventies zijn gekozen om
de unieke rol van een taaltraining versus andere cognitieve
trainingsprogramma's of aspecten van sociale betrokkenheid te onderzoeken. Alle
interventies duren drie maanden, met de mogelijkheid om de trainingsperiode te
verlengen tot zes maanden. Dit maakt het mogelijk om de 'dosis-repons' relaties
te bestuderen. Tijdens het onderzoek - na een initiële screening - zijn er vier
metingen. Alle deelnemers worden gemeten tijdens de baseline-meting (T0) en
drie maanden na de start van de interventies (T1). Voor degenen die ervoor
kiezen om de training na drie maanden te beëindigen, zal deze meting dienen als
post-interventie meting. Deelnemers die ervoor hebben gekozen de
trainingsperiode te verlengen tot zes maanden zullen het post-interventie
onderzoek (T2) voltooien welke zes maanden na de start van de interventies
plaats vindt. Alle deelnemers hebben een vervolgonderzoek (T3) welke zes
maanden na het einde van de interventie plaatsvindt (ofwel 9 of 12 maanden na
de start van de interventie, afhankelijk van de gekozen duur van de
interventie: respectievelijk 3 of 6 maanden). Alle metingen bestaan uit
vragenlijsten en neuropsychologische taken en tijdens alle metingen behalve het
vervolgonderzoek (T3) zal de hersenactiviteit gemeten worden middels EEG/fNIRS.
De studievoortang bij de verschillende interventies wordt gemeten bij de
post-interventie metingen (T1 en T2) en tijdens de vervolgmeting (T3).
Onderzoeksassistenten die de klinische beoordelingen uitvoeren zullen blind
zijn voor de interventie waar de deelnemer in zit.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Alle interventies in dit onderzoek hebben een duur van twee keer drie maanden. Dit is om de a priori motivatie te verhogen en de drempel om deel te nemen te verlagen. Na de eerste drie maanden kunnen deelnemers kiezen om de trainingsperiode te verlengen tot zes maanden of niet. In de taalinterventie groep leren deelnemers een vreemde taal, Engels. Deelnemers zullen thuis 45 minuten per dag, vijf dagen per week, thuis oefenen met behulp van een online leeromgeving, aangeboden door een gecertificeerd online trainingsinstituut. Daarnaast zullen de deelnemers om de week in de praktijk deelnemen aan klassikale lessen van 90 minuten per keer, in groepen van ongeveer 10 tot maximaal 20 deelnemers. Deelnemers in de muziekinterventie krijgen een muzikale training waarin ze een instruent leren spelen, het bladschrift leren en ritmische oefeningen doen middels dezelfde online leeromging als de taalinterventie. Verder wordt er van deelnemers in deze interventie, net als bij de taalinterventie, verwacht dat ze thuis 45 minuten per dag, vijf dagen per week oefenen en om de week deelnemen aan klassikale lessen van 90 minuten per keer. In de sociale (kunst) interventie zullen deelnemers elke twee weken deelnemen aan sociale bijeenkomsten van 90 minuten per keer, waarin ze zullen deelnemen aan verschillende creatieve workshops. Gedurende de interventie zullen deelnemers in alle interventiegroepen worden gevraagd om hun taal, muziek of creatieve activiteiten buiten de onderzoeksactiviteiten om op te schrijven met behulp van een dagboekapplicatie.
Inschatting van belasting en risico
Na een initiële screening worden deelnemers geïncludeerd als ze geschikt zijn
voor het onderzoek waarna de baseline meting plaats vind. Alle interventies, de
taalinterventie en beide controle interventies, starten hierna. 3 maanden na de
start van de interventie vind een post-interventie meting plaats. Voor degenen
die ervoor kiezen om de training na 3 maanden te verlengen tot 6 maanden, wordt
deze post-interventie meting herhaald 6 maanden na de start van de interventie.
Ten slotte worden de deelnemers uitgenodigd voor een vervolgonderzoek 6 maanden
na het einde van de interventie.
De screening bestaat uit een interview om huidige en verleden psychopathologie
vast te stellen (30 minuten), en uit een aantal vragenlijsten (70 minuten) om
te beoordelen of deelnemers in aanmerking komen voor deelname. Voor de metingen
zullen er vragenlijsten naar het adres van de deelnemer worden gestuurd om de
belasting tijdens de metingen op locatie iets te verminderen. Het invullen van
deze vragenlijsten duurt ongeveer 50 tot 60 minuten. De baseline en
post-interventie metingen bestaan allen uit vragenlijsten (ongeveer 25
minuten), neuropsychologische tests (40 minuten) en metingen van
hersenactiviteit met niet-invasieve EEG/fNIRS metingen tijdens een kleur-vorm
schakeltaak en tijdens rusttoestand (30 minuten). De baseline en
post-interventie metingen duren ongeveer 3 uur. In het vervolgonderzoek, 6
maanden na het einde van de interventie, zullen de vragenlijsten en
neuropsychologische tests worden herhaald. Daarnaast wordt er een kort
interview afgenomen om de psychopathologie van de afgelopen 6 maanden te
beoordelen. Deze meting duurt in totaal ongeveer 2,5 uur. Tijdens deze
vervolgmeting wordt de hersenactiviteit niet meer gemeten.
De taal en muziekinterventie hebben dezelfde intensiteit. Bij beide
interventies moet de deelnemer 5 dagen per week, 45 minuten per dag, thuis
oefenen. Bovendien zullen deelnemers om de week een klassikale les bijwonen van
90 minuten. Voor de sociale (kunst) interventie wonen de deelnemers enkel de
klassikale lessen van 90 minuten bij. Zij hoeven thuis niks te doen.
Met betrekking tot de fNIRS/EEG metingen zullen deelnemers worden blootgesteld
aan nabij-infrarood licht, wat geen invloed heeft op de gezondheid. Er worden
geen nadelen verwacht met betrekking tot een van de metingen of met betrekking
tot een van de interventies. Deelnemers kunnen wel voordeel halen uit de
interventies in de zin dat ze hun vaardigheden in Engels of muziek of creatieve
vaardigheden kunnen vergroten en het kan de sociale betrokkenheid vergroten.
Publiek
Antonius Deusinglaan 2
Groningen 9700 AD
NL
Wetenschappelijk
Antonius Deusinglaan 2
Groningen 9700 AD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) tussen de 65 jaar en 80 jaar oud;
2) moedertaal Nederlands
3) functioneel eentalig. Dat wil zeggen, ze mogen geen andere taal dan het
Nederlands in hun dagelijks leven gebruiken (80% van de tijd moet de
Nederlandse taal worden gebruikt)
4) niet meertalig, wel mogen deelnemers extra (buitenlandse) talen in hun leven
hebben geleerd;
5) vaardigheid in de Engelse taal moet lager dan B1 level zijn;
6) het gevoel van aanhoudende cognitieve achteruitgang vergelijking met zijn /
haar voorheen normale cognitieve status die geen verband houdt met een acute
gebeurtenis;
7) normale prestaties (> 23) op de Montreal Cognitive Assessment (MoCA);
8) normale intelligentie (IQ> 85);
9) ze moeten kunnen lezen;
10) ze moeten toegang hebben tot een computer of tablet en vaardig zijn in het
hiermee en met het internet omgaan aangezien de interventies deels online zijn.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1) een diagnose van MCI, prodromale AD of dementie volgens DMS-V-criteria;
2) het hebben van veel ervaring met het spelen van een muziekinstrument in de
afgelopen 20 jaar;
3) een psychiatrische of neurologische ziekte (behalve AD), medische stoornis,
medicatie of middelenmisbruik;
4) huidige DSM-V-stoornissen volgens het SCID-I-interview of een eerdere
diagnose in de afgelopen 10 jaar;
5) elke huidige of vroegere afhankelijkheid of misbruik van alcohol of drugs;
6) dagelijks gebruik van benzodiazepines;
7) neurologische problemen (waaronder epilepsie, dementie, neuromusculaire
aandoeningen);
8) gehoor- of visuele beperkingen anders dan door hoortoestellen of glazen
corrigeerbaar
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL65233.042.18 |
Ander register | NTR: NL7137 |