Doel van dit onderzoek is on anatomische distributie van endoscopische en histologische verbetering bij patiënten met pancolitis na 16 tot 24 weken behandeling met een biological of tofacitinib te analyseren.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselontstekingsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
• Om de anatomische distributie vast te leggen van endoscopische verbetering in
patiënten met pancolitis en behandeld met een biologic of tofacitinib.
Verbetering wordt gedefinieerd als een reductie in outcome scores van baseline
tot assessment na behandeling. Resultaten worden gemeten door middel van
geblindeerde centrale beoordeling van de Mayo Clinic Score (MCS) endoscopic
subscore, Ulcerative Colitis Endoscopic Index of Severity (UCEIS), en visual
analog scale (VAS), voor en na biologic of tofacitinib inductie therapie in
minimaal 4 colon segmenten (colon transversum, colon descendens, colon
sigmoides, rectum)
• Om de anatomische distributie vast te leggen van histologische verbetering in
patiënten met pancolitis en behandeld met een biologic of tofacitinib.
Verbetering wordt gedefinieerd als een reductie in outcome scores van baseline
tot assessment na behandeling. Resultaten worden gemeten door middel van
geblindeerde centrale beoordeling van de Robarts Histopathology Index (RHI),
Nancy Histological Index (NHI), and Geboes Score (GS), voor en na biologic of
tofacitinib inductie therapie in minimaal 4 colon segmenten (colon transversum,
colon descendens, colon sigmoides, rectum)
Secundaire uitkomstmaten
• Proportie van patiënten in endoscopische remissie (in alle colon segmenten
behalve het distale colon), gedefinieerd door ofwel: 1) endoscopische Mayo
Clinic Score (MCS) = 0; 2) endoscopische MCS = 0 of 1; of 3) Ulcerative Colitis
Endoscopic Index of Severity UCEIS <= 3
• Proportie van patiënten met een endoscopische respons (in alle colon
segmenten behalve het distale colon) gedefinieerd als een verbetering in
endoscopische MCS >= 1-punt vergeleken met baseline
• Proportie van patiënten in histologische remissie, gedefinieerd door ofwel:
1) Robarts Histopathology Index (RHI) <= 3 indien lamina propria neutrofiel en
neutrofiel in epitheel scores van 0; 2) Geboes Score (GS) = 0; of 3) Nancy
Histological Index (NHI) <= 1
• Proportie van patiënten met een histologische respons, gedefinieerd door
ofwel: 1) 50% reductie in baseline RHI; of 2) >= 1-punt vermindering in NHI
• Bepalen of er een correlatie is tussen distributie en mate van endoscopische
en histologische veranderingen met veranderingen in fecal calprotectine niveaus
in patienten.
Achtergrond van het onderzoek
Colitis ulcerosa (CU) is een chronische inflammatoire aandoening die de dikke
darm aantast, met een jaarlijkse incidentie van 0 tot 19,2 gevallen per 100.000
personen en een prevalentie van 37,5 tot 248,6 gevallen per 100.000 personen in
Noord-Amerika.
In het afgelopen decennium is de behandeling van matige tot ernstige CU
verbeterd met de introductie systemische Biologics en small molecules (b.v.
JAK-remmers), waarmee ook de behandelingsdoelen in CU zijn verschoven. Waar
historisch gesproken klinische remissie het behandelingsdoel was, is het
vaststellen van endoscopische remissie via endoscopische scoringsmethode nu de
meest betrouwbare indicator voor verbeterde klinische uitkomsten. Hiernaast
wordt histologische genezing als een belangrijk additioneel eindpunt beschouwd,
aangezien ongeveer 30% van de CU-patiënten een fragmentarische genezing laat
zien, waarbij ondanks endoscopische remissie toch aanblijvende histologische
inflammatoire activiteit wordt aangetoond.
Informatie ter evaluatie van Endoscopische en Histologische genezing wordt
verzameld tijdens een flexibele sigmoïdoscopie/colonoscopie. De evaluatie van
biopten wordt momenteel in parallel uitgevoerd met de endoscopische scoring,
maar de endoscopische houdt scoring geen rekening met de verdeling waarin
endoscopische en histologische genezing optreedt.
Dit vormt een hindernis bij de ontwikkeling van geneesmiddelen: aangezien
patiënten met resterende distale ontsteking kunnen worden gecategoriseerd als
non-responders, zelfs als grote segmenten van de dikke darm endoscopische en/
of histologische verbetering hebben aangetoond, aangezien de Endoscopische
score standaard wordt bepaald aan de hand van het zwaarst getroffen deel.
Daarnaast is het onduidelijk of een fragmentarische genezing wordt waargenomen
bij behandeling met de nieuwe systemische biologische middelen of orale
JAK-remmers. Het verder doorgronden van het genezingspatroon en locatie van de
endoscopische en histologische heling in patiënten met CU, behandeld met
biologische geneesmiddelen is van cruciaal belang voor het verder optimaliseren
van het gebruik van biopten in CU klinische studies en voor het
door-ontwikkelen van efficiënte strategieën voor geneesmiddelen.
Doel van het onderzoek
Doel van dit onderzoek is on anatomische distributie van endoscopische en
histologische verbetering bij patiënten met pancolitis na 16 tot 24 weken
behandeling met een biological of tofacitinib te analyseren.
Onderzoeksopzet
Prospectief observationeel cohortonderzoek waarbij een gemaksteekproef wordt
gedaan met 50 patiënten met Colitis Ulcerosa (CU) die volgens standaardzorg
(SOC) behandeld worden met een biological of orale JAK-remmer met bewezen
doeltreffendheid bij CU (infliximab, adalimumab, golimumab, vedolizumab of
tofacitinib). Geschikte patiënten met pancolitis die ten minste reikt tot de
colon ascendens, zullen een met video opgenomen colonoscopie ondergaan vóór
aanvang van de behandeling, waarbij 4 biopten worden genomen in elk aangedane
colon segmenten (minimaal colon transversum, colon descendens, colon
sigmoides, rectum). Na 16 tot 24 weken behandeling zullen de patiënten nogmaals
een colonoscopie ondergaan en zullen er biopten worden afgenomen van dezelfde
gebied om de endoscopische en histologische genezing te beoordelen. Alle
endoscopische en histologische resultaten worden beoordeeld door geblindeerde
centrale beoordelaars.
Inschatting van belasting en risico
Een colonoscopie met afname van biopten kan complicaties veroorzaken, onder
andere bloedingen, peritonitis, of een perforatie in de darmwand. Deze zijn
zelden maar de afname van extra biopten kan het risico enigszins verhogen.
Publiek
100 Dundas Street Suite 200
London N6A 5B6
CA
Wetenschappelijk
100 Dundas Street Suite 200
London N6A 5B6
CA
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Mannen of vrouwen die niet zwanger zijn of borstvoeding geven (18 tot 75
jaar oud)
2. Bevestigde diagnose van colitis ulcerosa (bevestigd via conventionele
klinische, endoscopische en histologische diagnostische criteria)
3. Beginnend met behandeling met infliximab, adalimumab, golimumab, vedolizumab
of tofacitinib
4. Klinisch actieve ziekte (gedefinieerd als een MCS >= 6 met een score >= 1 voor
rectale bloeding)
5. Endoscopisch bevestigde pancolitis, met minimaal 4 betrokken dikke darm
segmenten (colon transversum, colon descendens, colon sogmoides en rectum)
(gedefinieerd als een MCS endoscopische subscore >= 1 in elk darm segment)
6. Geeft schriftelijke toestemming
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Patiënten die gefaald hebben op 2 of meer biologische therapieën OF die
gefaald hebben op tofacitinib en 1 of meer biologische therapieën
2. Patiënten die tegelijkertijd behandeld worden met rectale corticosteroïden
of rectale aminosalicylaten (klisma of zetpil)
3. Patiënten met incomplete colonoscopie die niet reikt tot de blinde darm
4. Patiënten met onvolledige of incorrect verzamelde biopten tijdens de eerste
colonoscopie (baseline)
5. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL68564.018.19 |