Primair doel: Hoofddoel van de studie is om te onderzoeken wat de verschillen in gen-expressie, lichaamssamenstelling, spier functie en metabolisme zijn tussen colon kanker patiënten en controles. Secundair en tertiair doel: Secundair doel is om de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Eetlust- en algemene voedingsstoornissen
- Diverse en niet plaatsgespecificeerde neoplasmata, benigne
Synoniemen aandoening
Aandoening
(colon cancer) cachexia
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
genexpressie in de spier
Secundaire uitkomstmaten
• Lichaamssamenstelling (CT [gebruikt voor diagnose])
• Vragenlijst over fysiek en functioneel welbevinden en anorexie/cachexie
(FAACT)
• Metabole markers van vet en spier biopten
• Biochemische markers: bloed cytokine levels, onstekings markers, hemoglobine
en serum albumine levels.
• Voedings markers: bloed micronutrienten levels (bijv. glucose, cholesterol,
triglycerides, vitamins etc.).
• Spierfunctie parameters:
o Histologische analysen: vezel type/grootte etc.
o Single fiber contractile eigenschappen: kracht snelheid relatie van enkele
vezels uit het biopt
o Spierkracht: handknijpkracht
• Genexpressie in het vet.
Achtergrond van het onderzoek
Cachexie is een complex metabool syndroom wat wordt gekarakteriseerd door
klinisch relevant verlies van spiermassa al dan niet gepaard met verlies van
vetmassa. Het verloop van de ziekte kan ernstige gevolgen hebben voor de
behandeling, kwaliteit van leven en prognose. Bij veel patiënten is cachexie
gerelateerd aan verminderde effectiviteit van de behandeling en verlaagde
kwaliteit van leven. Bovendien is uit dieronderzoek gebleken dat niet alleen de
skeletspieren maar ook het hart wordt beïnvloed door cachexie.
Volgens de definitie van cachexie met de focus op verlies van spiermassa en
functie hoeft een cachectisch persoon niet perse een laag BMI te hebben.
Volgens deze definitie is een patiënt cachectisch als deze in de afgelopen 12
maanden 5% gewichtsverlies is of deze een BMI<20 heeft plus een combinatie van
drie van de vijf volgenden: verminderde spierkracht, vermoeidheid, anorexie,
lage vet-vrije massa index of abnormale biochemische waarden.
Naar schatting is kanker cachexie verantwoordelijk voor ongeveer 20% van de
doden onder kanker patiënten en in de westerse wereld zijn 30% van de
individuen met cachexie kanker patiënten (US>1.3 miljoen mensen). Hoewel de
conditie vaak wordt gezien bij verschillende type kanker wordt de hoogste
incidentie gezien bij longkanker en tumoren van het GI systeem. Colonkanker is
de derde meest voorkomende kanker wereldwijd. Ongeveer 30% van alle colon
kanker patiënten heeft cachexie tijdens de diagnose en de reactie op
behandeling (chirurgisch of chemotherapie) wordt gehinderd door de aanwezigheid
van cachexie in deze patienten. Bovendien zorgt de chirurgische ingreep voor
nog extra spierverlies. Daarnaast is bekend dat de patiënten de spiermassa niet
terug krijgen na de operatie zelfs niet terwijl de spier niet langer resistent
is voor anabole signalen na verwijdering van de tumor.
Door de multi-factoriale eigenschappen van de ziekte (zowel spieropbouw als
afbraak zijn aangedaan), zal behandeling moeten bestaan uit een combinatie van
interventies (bijv. geneesmiddelen, voeding en training). Om te bepalen hoe
behandel methodes het meest effectief kunnen zijn is het belangrijk om volledig
mechanistisch inzicht te krijgen in de veranderingen in lichaamssamenstelling,
gen expressie, spier metabolisme en spierfunctie.
Doel van het onderzoek
Primair doel:
Hoofddoel van de studie is om te onderzoeken wat de verschillen in
gen-expressie, lichaamssamenstelling, spier functie en metabolisme zijn tussen
colon kanker patiënten en controles.
Secundair en tertiair doel:
Secundair doel is om de bovengenoemde uitkomsten te vergelijken tussen colon
kanker patienten met en zonder cachexie.
Tertiair doel zal zijn om de relatie tussen bovengenoemde uitkomsten en
lichaamssamenstelling, spier functie en metabolisme en bloed biochemie een jaar
na tumor verwijdering te onderzoeken.
Onderzoeksopzet
De eerste meting zal zijn in de periode van 1 tot 3 weken voor de operatie en
zal waar mogelijk samenvallen met het bezoek aan de behandelend arts,
fysiotherapeut of de anesthesioloog. Daarnaast zullen een aantal metingen
worden gedaan tijdens de operatie. Ongeveer een jaar na de operatie zullen weer
een aantal korte metingen worden verricht.
Tijdens het eerste bezoek voor de operatie en het laatste bezoek een jaar na de
operatie zal er het volgende gebeuren:.
• We meten de spierkracht in handen met een handknijp test.
• Er zal een korte vragenlijst worden afgenomen.
Een jaar na de operatie 55 mL bloed af worden genomen om voedingsstatus en
parameters die wijzen op ontsteking te meten.
Vlak voor de operatie zal, na het inbrengen van het infuus, eveneens 55 ml
bloed worden afgenomen. Tijdens de operatie zal door de chirurg drie kleine
stukjes weefsel (biopten) worden afgenomen, één van de buikspier, één van het
vet in de buikwand en één van het vet in de buikholte.
Inschatting van belasting en risico
Mogelijke waarde van de studie:
De huidige studie zal inzicht geven in de relatie tussen lichaams
samenstelling, immuun reactie, spier functie en gen expressie. Hiermee kunnen
targets voor farmacologische, voedings- of bewegings- interventies worden
gevonden.
Voordelen en risico's voor de deelnemers:
Doordat de voorgestelde studie een observationele studie is zonder interventie
zullen deelnemers geen direct voordeel hebben door deelname. Risico's voor de
deelnemers zijn zeer gering. De bezoeken aan het ziekenhuis voor de metingen
zullen zo veel mogelijk worden gecombineerd met reguliere bezoeken aan het
ziekenhuis. Tijdsinvestering is minimaal voor de deelnemers (totaal +/- 15
minuten). De hoeveelheid bloed die wordt afgenomen is zeer gering (2x 55 mL).
Metingen met potentieel risico:
Bloedafname
Bloedafnames kunnen pijn doen of een bloeduitstorting geven. Alles bij elkaar
nemen we twee keer 55 mL bloed af. Deze hoeveelheid geeft bij volwassenen geen
problemen. Ter vergelijking: bij de bloedbank wordt 500 ml bloed per keer
afgenomen.
Spier* en vetbiopten
Tijdens de operatie worden één spierbiopt en twee vet biopten afgenomen.
Doordat de patiënt onder narcose is zal deze hier niets van merken. Ook na de
operatie zal de patiënt hier geen last van hebben. De biopten hebben geen
negatieve invloed op het herstel of de genezing van de wond.
Publiek
Helix, Stippeneng 4
Wageningen 6708 WE
NL
Wetenschappelijk
Helix, Stippeneng 4
Wageningen 6708 WE
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusie criteria
CC patienten:
• Gediagnostiseerd met een primaire colon carcinoom (30) of lever metastases
(10)
• In aanmerking komend voor een tumor resectie procedure
Controles:
• Patienten die ingepland staan voor electieve laproscopische chirurgie, die
niet geassocieerd is met inflammatie,bijvoorbeeld cholestectomy patienten en
patienten die in aanmerking komen voor een liesbreuk operatie of eenabdominale
uterus extirpatie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusie criteria
CC patienten:
• Chemotherapie of een operatie van de buik in de afgelopen 6 maanden
• Lijden aan malabsorptie
Controles:
• Behandeling voor (vroegere) tumoren
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL58188.081.16 |