Om het aandeel chirurgische behandelplannen voor lumbale kanaalstenose die veranderen wanneer een objectieve meting van spinale stabiliteit wordt opgenomen en toegepast volgens een eenvoudig behandelingsalgoritme te onderzoeken.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Zenuwstelsel, schedel en wervelkolom therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt is het aandeel behandelplannen van lumbale kanaalstenose
dat verandert wanneer SPSI-resultaten gebruikt worden bij het opstellen van het
behandelplan
Secundaire uitkomstmaten
Vergelijking van klinische uitkomsten bij patiënten met lumbale kanaalstenose
waarbij SPSI gebruikt werd voor het opstellen van een behandelplan met een
historische controlegroep.
Dit omvat een vergelijking van de SPSI peroperatief en op 12-maanden
postoperatief, vergelijking van de ODI en NRS-LP vragenlijsten preoperatief en
12- en 24-maanden postoperatief.
Achtergrond van het onderzoek
Lumbale kanaalstenose is een relatief veelvoorkomend medische aandoening,
klinische uitkomsten zijn vaak suboptimaal, en de patiënt specifieke, optimale
behandeling voor de aandoening is nog slecht begrepen, deels door het gebrek
aan gevalideerde diagnostische testen als hulpmiddel in de optimalisatie van de
behandeling. Decompressie met of zonder toegevoegde fusie van de ruggenwervels
zijn algemene geaccepteerde chirurgische ingrepen. Het decompressie gedeelte
van de chirurgische ingreep is algemeen geaccepteerd als essentieel om
klinische vooruitgang te bereiken door het verhelpen van de fysieke bron van de
stenose. Fusie, indien gedaan, is normaal gesproken onderdeel van een
uitgebreidere chirurgische procedure (decompressie plus fusie).
Er zijn twee algemeen geaccepteerde hypotheses ter rechtvaardiging van fusie
als toevoeging op decompressie. Ten eerste, fusie is gerechtvaardigd als het
niveau waar decompressie plaatsvindt onstabiel is preoperatief. Onstabiel is
normaal gesproken gedefinieerd als beweging van de tussenwervelschijf buiten
het bereik dat verwacht wordt in gezonde en asymptomatische ruggenwervels. Ten
tweede, Fusie is gerechtvaardigd als het nodig is om complicaties te voorkomen
als resultaat van iatrogene instabiliteit die mogelijk gecreëerd wordt tijdens
de decompressieoperatie. De eerste rechtvaardiging wordt ondersteund door
studies die een associatie tussen abnormale invertebrale bewegingen en
symptomen documenteren. Correctie van een bekende mogelijke bron van symptomen
(abnormale beweging tussen de wervels) tijdens dezelfde chirurgische ingreep om
de primaire bron van symptomen (stenose) te verhelpen is rationeel.
Geen van de twee rechtvaardigingen voor aanvullende fusie is gevalideerd door
wetenschappelijke methoden, deels door gebrek aan gevalideerde diagnostische
testen voor instabiliteit van de wervelkolom. Chirurgen zijn momenteel
geconfronteerd met het dilemma of fusie moet worden toegevoegd tijdens de
decompressie ingreep. Chirurgen berusten vooral op hun ervaring van het
interpreteren van röntgenfoto*s om de keuze te maken of een ruggenwervelniveau
onstabiel is preoperatief, of dat een specifieke decompressie procedure
waarschijnlijk de ruggenwervel destabiliseert.
Een objectieve maat die de Sagittal Plane Shear Index (SPSI) genoemd wordt is
recent ontwikkeld door Medical Metrics Diagnostics, Inc. gebaseerd op twee
röntgenfoto*s, een flexie en extensie foto van de wervelkolom, berekent de
software intervertebrale beweging. Specifieker, de SPSI maat kwantificeert op
het sagitale vlak invertebrale translatie per graad van rotatie (TPDR), en
wordt gerapporteerd als het aantal standaard deviaties van het gemiddelde in
radiografische niveaus in asymptomatische vrijwilligers.
De SPSI voorziet van een objectieve diagnostische indicatie voor instabiliteit
van de wervelkolom gedefinieerd als een specifiec, goed gedefinieerde
intervertebrale bewegingsmaat die buiten de 95% confidence interval vastgesteld
in asymptomatische vrijwilligers. Dit geeft de clinicus objectief bewijs van
abnormale beweging en dit kan helpen om te bepalen of fusie zou moeten worden
toegevoegd aan de decompressie ingreep.
Doel van het onderzoek
Om het aandeel chirurgische behandelplannen voor lumbale kanaalstenose die
veranderen wanneer een objectieve meting van spinale stabiliteit wordt
opgenomen en toegepast volgens een eenvoudig behandelingsalgoritme te
onderzoeken.
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectief, multicenter, eenarmig klinisch onderzoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Flexie- en extensieröntgenfoto>s worden genomen in het ziekenhuis, en zullen naar de Sponsor worden gestuurd voor berekening van de SPSI. Gebaseerd op de SPSI passen de chirurgen het behandelplan aan zoals benodigd. De geplande chirurgische ingreep zal volgens standaardprocedure van het ziekenhuis worden uitgevoerd. Tijdens het 12 maanden vervolgbezoek wordt postoperatieve SPSI berekend middels flexie- en extensieröntgenfoto>s. Verder zal tijdens de vervolgbezoeken gekeken worden naar de klinische uitkomst op basis van de vragenlijsten Oswestry Disability Index (ODI) en Numerical Rating Scale - Leg Pain (NRS-LP). Ook wordt informatie over eventuele her-operatie, medicatiegebruik en andere complicaties verzameld.
Inschatting van belasting en risico
Als de SPSI preoperatief de reden is dat een chirurg niet fuseert, dat wel
gefuseerd had moeten worden, of wel fuseert dat niet gefuseerd had hoeven
worden, dan is het mogelijk dat de patiënt mogelijk lagere klinische uitkomsten
heeft of een hogere kans op her-operatie.
Onderzoekers in het klinisch onderzoek kunnen ervoor kiezen om geen wijziging
in het behandelplan door te voeren die het protocol bij het gebruik van de SPSI
zou vereisen. Bijvoorbeeld, als de SPSI aangeeft dat een niveau een abnormale
invertebrale beweging heeft en dat fusie toegevoegd zou moeten worden aan de
decompressie, maar de onderzoeker er zeker van is dat het niveau stabiel is, of
dat er een andere reden is om de fusie niet toe te voegen, dan is de
onderzoeker brij om te doen wat zij denken dat het beste is voor de
proefpersoon. In dat scenario zal de chirurg de specifieke reden documenteren
voor het niet volgend van het protocol. De ervaring en het klinisch oordeel van
de onderzoeker zal helpen om het risico voor proefpersonen te beperken.
Verwachte klinische voordelen van het gebruik van het hulpmiddel zijn een
vermindering van preoperatieve symptomen en een lagere waarschijnlijkheid op
her-operatie. Bovendien kan er een verminderde behoefte aan onnodige
fusieoperatie zijn als de SPSI-rapporten normale beweging documenteren waarbij
de chirurg een abnormale beweging vermoedde.
Publiek
2121 Sage Rd. Suite 300
Houston TX 77056
US
Wetenschappelijk
2121 Sage Rd. Suite 300
Houston TX 77056
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Symptomen coherent aan op enkel niveau lumbale kanaalstenose, gebaseerd op
oordeel en ervaring van de onderzoeker
2. centrale of foraminale stenose bevestigd per MRI volgens standaardprocedure
van de onderzoeker
3. Graad 1 (10 tot 25%) of 2 (26 tot 50%) anterior of retro-spondylolisthesis
volgens de Meyerding schaal
4. Afwezigheid van laterale spondylolisthesis
5. geen eerdere lumbale wervelkolom operatie
6. Afwezigheid van aandoening klasse vier of hoger volgens de American society
of anesthesiologists (ASA)
7. Enkel niveau chirurgische techniek (voorafgaand aan het spinal motion
report) voor decompressie is niet verwacht de ruggenwervel te destabiliseren
(Fusie van ruggenwervels niet nodig geacht wegens mogelijke iatrogene
instabiliteit).
8.Voorafgaande aan het spinal motion report, het chirurgische plan moet
decompressie of decompressie en fusie bevatten voor alleen één niveau.
9. Gebaseerd op de subjectieve beoordeling van de onderzoeker, moet de patiënt
genoeg voor en achterover kunnen buigen om acceptabele flexie- en
extensiröntgenfoto's te maken.
10. De fusie techniek gepland voorafgaand aan het bekijken van het spinal
motion report is de volgende:
- Geïntrumenteerd posterior (pediculaire schroeven en staven) met / zonder PLIF
operatie
11. Patiënt kan de patiënten informatie brief en het toestemmingsformulier
begrijpen en ondertekenen
12. Patiënt is minstens 18 year oud
13. Patiënt heeft de bereidheid en het vermogen om te voldoen aan de
onderzoeksprocedures en vervolgbezoeken en is in staat om mondelinge en
schriftelijke instructies te volgen
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. lumbale kanaalstenose zonder spondylolisthesis
2. Ernstige lumbale kanaalstenose die brede decompressie vereist, waarbij de
onderzoeker gelooft (op basis van ervaring en beschikbaar wetenschappelijk
onderzoek) dat de decompressie de ruggenwervels zal destabiliseren en fusie van
de ruggenwervels noodzakelijk is, onafhankelijk van preoperatieve SPSITM.
3. Zwangere vrouwen
4. Scolliose met een lumbale kromming groter dan 10 graden.
5. Stenose op het niveau van de overgangswervels.
6. Laterale spondylolisthesis (Coronal plane translationele uitlijning tussen
wervels)
7. Eerdere lumbale wervelkolomchirurgie
8. Aandoening van American Society of Anesthesiologists (ASA) klasse IV of
hoger
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL67222.091.18 |
Ander register | Wordt gedaan voor inclusie van de eerste patient |