Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-506589-30-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Het doel van dit onderzoek is het aantonen van de werkzaamheid van het 9-valent extraintestinale pathogene Escherichia coli…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bacteriële infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire analyse van de primaire eindpunten zal het volgende beoordelen: •
het aantal deelnemers met ten minste 1 IED-voorval, met microbiologische
bevestiging in het bloed, andere steriele plaatsen, of urine, veroorzaakt door
ExPEC-serotypes O1, O2, O4, O6, O15, O16, O18, O25, en O75 met aanvang ten
minste 29 dagen na vaccinatie (vanaf dag 30) in de actieve vaccingroep
(ExPEC9V) in vergelijking met de placebogroep in de PBM-populatie en • het
aantal deelnemers met ten minste 1 IED-voorval met microbiologische bevestiging
in bloed of andere steriele plaatsen, exclusief IED gevallen met
microbiologische bevestiging van alleen urine, veroorzaakt door O1 van
ExPEC-serotypes, O2, O4, O6, O15, O16, O18, O25, en O75 met aanvang ten minste
29 dagen na vaccinatie (vanaf dag 30) in de actieve vaccingroep (ExPEC9V) in
vergelijking met de placebogroep in de PBM-populatie.
Secundaire uitkomstmaten
Tijdpunt(en) van beoordeling van dit eindpunt
- Het eerste IED-voorval, met microbiologische bevestiging uit bloed, andere
steriele plaatsen of urine, veroorzaakt door ExPEC9V O*serotypes O1, O2, O4,
O6, O15, O16, O18, O25 en O75
- Het eerste IED-voorval, met microbiologische bevestiging uit bloed of andere
steriele plaatsen, exclusief IED gevallen met microbiologische bevestiging van
alleen urine, veroorzaakt door ExPEC9V O*serotypes
• Alle IED's (inclusief meerdere IED's per deelnemer) veroorzaakt door ExPEC9V
O-serotypes
• Eerste gehospitaliseerde IED-voorval veroorzaakt door ExPEC9V O-serotypes
• Eerste IED-voorval dat voldoet aan de criteria voor sepsis veroorzaakt door
ExPEC9V O-serotypes
• Eerste bacteriëmische IED-voorval veroorzaakt door ExPEC9V O-serotypes
• Eerste voorval van pyelonefritis veroorzaakt door ExPEC9V O-serotypes
• Eerste UWI-voorval veroorzaakt door ExPEC9V O-serotypes
• Alle UWI*s (inclusief meerdere UWI*s per deelnemer) veroorzaakt door ExPEC9V
O-serotypes
• Eerste IED-voorval veroorzaakt door E. coli
• Eerste voorval van pyelonefritis veroorzaakt door E. coli
• Eerste UWI-voorval veroorzaakt door E. coli
• Antilichaamtiters tegen O-serotype antigenen in het vaccin in de
immunogeniciteitssubgroep, zoals bepaald door op multiplex ECL gebaseerde
immunoassay en multiplex opsonophagocytic killing-assay (MOPA) op dag 30, dag
181, jaar 1, jaar 2 en jaar 3
• Uitgelokte lokale en systemische AE*s (verzameld tot 14 dagen na vaccinatie
[van dag 1 tot dag 15] in de veiligheidssubgroep)
• Onuitgelokte AE's (verzameld tot 29 dagen na vaccinatie [van dag 1 tot dag
30] bij alle deelnemers)
• Ernstige bijwerkingen (SAE's) bij alle deelnemers
• SF-36- en EQ-5D-5L-responsen op geplande tijdpunten
• De kwetsbaarheidsindex als een maat voor kwetsbaarheid bij de baseline, jaar
1, jaar 2, jaar 3 en op het moment van een IED
• Gebruik van medische middelen voor IED-voorvallen
• Gebruik van medische middelen voor UWI-voorvallen (alleen
immunogeniteitssubgroep)
• Ziekenhuisopname en verblijfsduur in het ziekenhuis, inclusief
IC-ziekenhuisopname en verblijfsduur op de IC, voor IED, UWI of ABP voorvallen
• IED-gerelateerde mortaliteit en mortaliteit door alle oorzaken
Achtergrond van het onderzoek
ExPEC9V wordt ontwikkeld op basis van de voorgaande klinische ervaring van de
sponsor met ExPEC10V en ExPEC4V, een eerdere vaccinkandidaat met een subset van
4 van de O-antigeenconjugaten (O1A, O2, O6A en O25B) die ook in ExPEC9V zitten.
Het ExPEC4V-vaccin is beoordeeld in 2 voltooide klinische fase 1-onderzoeken
(GVXN EC-4V en 63871860BAC1001) en 2 voltooide klinische fase 2-onderzoeken
(63871860BAC2001 en 63871860BAC2003). Op basis van de resultaten van deze
onderzoeken werd ExPEC4V goed verdragen door de onderzoeksdeelnemers en werden
er geen vaccingerelateerde veiligheidssignalen waargenomen bij doses tot 16 µg
PS per serotype (O1A, O2, O6A en O25B).
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-506589-30-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Het doel van dit onderzoek is het aantonen van de werkzaamheid van het 9-valent
extraintestinale pathogene Escherichia coli vaccin (ExPEC9V) in vergelijking
met placebo bij de preventie van het eerste voorval van invasieve
extraintestinale pathogene Escherichia coli ziekte (IED) veroorzaakt door
ExPEC9V O-serotypes.
Primaire doelstellingen: Op hiërarchische manier aantonen van: - de
werkzaamheid van ExPEC9V in vergelijking met placebo bij de preventie van het
eerste IED-voorval met microbiologische bevestiging uit bloed, andere steriele
plaatsen, of urine veroorzaakt door ExPEC-serotypes O1, O2, O4, O6, O15, O16,
O18, O25, en O75 en - de werkzaamheid van ExPEC9V vergeleken met placebo bij de
preventie van het eerste IED-voorval met microbiologische bevestiging van bloed
of andere steriele plaatsen veroorzaakt door ExPEC-serotypes O1, O2, O4, O6,
O15, O16, O18, O25, en O75
Secundaire doelstellingen: Het aantonen van de werkzaamheid van ExPEC9V
vergeleken met placebo bij de preventie van•alle IED's veroorzaakt door
O-serotypes van ExPEC9V •het eerste IED-voorval waarvoor ziekenhuisopname nodig
is veroorzaakt door O-serotypes van ExPEC9V •het eerste IED-voorval dat voldoet
aan de criteria voor sepsis veroorzaakt door O-serotypes van ExPEC9V •het
eerste bacteriëmische IED-voorval veroorzaakt door O-serotypes van ExPEC9V •het
eerste pyelonefritis-voorval veroorzaakt door O-serotypes van ExPEC9V •het
eerste UWI-voorval veroorzaakt door O-serotypes van ExPEC9V •alle UWI*s
veroorzaakt door O-serotypes van ExPEC9V •het eerste IED-voorval veroorzaakt
door E. coli •het eerste pyelonefritis-voorval veroorzaakt door E. coli •het
eerste UWI-voorval veroorzaakt door E. coli.
Ter beoordeling: •de immunogeniciteit van ExPEC9V in de subset voor
immunogeniciteit •de veiligheid en reactogeniciteit van ExPEC9V •het behoud van
de gezondheidstoestand en gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQoL)
van ExPEC9V in vergelijking met placebo de impact van IED en UWI, veroorzaakt
door O-serotypes van ExPEC9V, op lichamelijke en geestelijke gezondheid, en
algemene HRQoL
Onderzoeksopzet
Aangezien het werkingsmechanisme van conjugaatvaccins bij de preventie van
invasieve ziekte naar verwachting niet wordt beïnvloed door antibiotische
resistentiemechanismen, d.w.z. resistentiemechanismen zijn niet gekoppeld aan
O-polysacharidestructuren, is de sponsor van mening dat IED veroorzaakt door
antimicrobiële resistente en gevoelige O-serotypes zal worden voorkomen door
het ExPEC9V-vaccin. Dit onderzoek heeft een inferentieel naadloze,
groepssequentiële opzet. Dit onderzoek bestaat uit een screeningsfase (dag 1),
vaccinatiefase (dag 1) en opvolgingsfase (tot 3 jaar na vaccinatie).
Het onderzoek duurt in totaal 5 jaar en 11 maanden. Belangrijke
veiligheidsbeoordelingen omvatten ernstige bijwerkingen (SAE's), lichamelijk
onderzoek en vitale parameters.
De opzet van het onderzoek is gecontroleerd, gerandomiseerd en dubbelblind, met
2 behandelingsgroepen waarin een placebo zal worden gebruikt
Onderzoeksproduct en/of interventie
Deelnemers krijgen ofwel een enkele intramusculaire (IM) injectie van 9-valent extraintestinaal pathogeen Escherichia coli vaccin (ExPEC9V) of een enkele IM injectie van overeenstemmende placebo op dag 1.
Inschatting van belasting en risico
Risico's en mogelijke bijwerkingen van vaccins in het algemeen
Alle soorten injecties kunnen het volgende veroorzaken: • Prikken, jeuk,
ongemak in de arm, pijn, gevoeligheid, roodheid, hardheid, blauwe plekken en
zwelling op de injectieplaats • Koorts en koude rillingen • Huiduitslag • Jeuk
in andere delen van uw lichaam • Pijn en gevoeligheid • Spier- en gewrichtspijn
• Braken en misselijkheid • Hoofdpijn • Duizeligheid • Erg moe zijn De
bijwerkingen duren meestal 48 tot 72 uur. Prikangst kan leiden tot: •
Flauwvallen (iemand kan vallen, maar het onderzoekspersoneel zal ervoor zorgen
dat de procedures worden uitgevoerd om valletsel te voorkomen) • Snelle
ademhaling • Bij kinderen: braken, adem inhouden en zelden aanvallen In
zeldzame gevallen kunnen mensen ernstigere bijwerkingen krijgen waardoor hun
normale activiteiten worden beperkt of ze naar een arts moeten gaan. De
proefpersoon kan na de injectie geneesmiddelen nemen die helpen tegen pijn en
ontsteking, maar de proefpersoon wordt gevraagd om het aan het
onderzoekspersoneel te laten weten als ze dit innemen. Het geneesmiddel dat we
onderzoeken kan ook bijwerkingen hebben die we op dit moment nog niet kennen.
De proefpersoon komt na de vaccinatie 1 keer terug naar het onderzoekscentrum
(bezoek 3). Bezoek 3 vindt ongeveer één maand na bezoek 1 plaats. Indien nodig
kan de onderzoeker de proefpersoon vragen om naar het onderzoekscentrum te
komen voor extra bezoeken. De resterende 6 bezoeken vinden plaats via
telefoongesprekken met het onderzoekspersoneel (bezoek: 2 en 4-8). Indien nodig
kan de onderzoeker de proefpersoon vragen om naar het onderzoekscentrum te
komen om deze bezoeken af te leggen.
Het ExPEC9V-vaccin is gebaseerd op de ervaring verzameld bij de twee eerdere
kandidaatvaccins van dezelfde aard (ExPEC4V en ExPEC10V) die in klinische
onderzoeken aan mensen zijn gegeven. Tot nu toe is het ExPEC9V-vaccin alleen
onderzocht in proefbuisjes en op dieren. Dit is de eerste keer dat dit vaccin
bij mensen wordt gebruikt. Aangezien het ExPEC9V-vaccin zeer nauw verwant is
aan de eerdere versies ervan, namelijk de ExPEC4V- en ExPEC10V-vaccins, wordt
verwacht dat de mogelijke ongemakken, bijwerkingen en risico's zeer
vergelijkbaar zijn. Zowel ExPEC4V- als ExPEC10V-vaccins werden goed verdragen
en de waargenomen bijwerkingen lagen binnen het verwachte bereik voor vaccins
in het algemeen. De meeste van de waargenomen bijwerkingen begonnen binnen 2
dagen na de vaccinatie. De vaakst gemelde bijwerkingen waren: ongemak in de
arm, pijn of pijn op de injectieplaats, algemene spierpijn, hoofdpijn en
vermoeidheid (zich moe voelen). Bij sommige van de onderzoeksdeelnemers traden
de bijwerkingen 6 dagen of meer na vaccinatie op (dit wordt laat optreden
genoemd). De laat optredende bijwerkingen gingen meestal over roodheid,
zwelling of pijn/gevoeligheid op de injectieplaats. De meeste van de gemelde
bijwerkingen waren van lichte of matige intensiteit.
Raadpleeg de risicorubrieken in de brochure van de onderzoeker, het protocol en
het ICF voor meer gedetailleerde informatie.
Publiek
Archimedesweg 4
Leiden 2333 CN
NL
Wetenschappelijk
Archimedesweg 4
Leiden 2333 CN
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- De deelnemer moet >= 60 jaar oud zijn op de dag van ondertekening van het ICF
en dient zolang het onderzoek duurt beschikbaar te zijn en op dit moment niet
van plan te zijn om uit het gebied van de onderzoekslocatie te verhuizen of om
gedurende het onderzoek langer dan 30 achtereenvolgende dagen te reizen. - De
deelnemer moet een voorgeschiedenis van UWI hebben in de afgelopen 2 jaar
waarvoor het bewijs van de diagnose door de onderzoeker is geverifieerd. In
geval van een recente voorgeschiedenis van UWI of ABP (acute bacteriele
prostatitis), moet de aandoening > 14 dagen vo*o*r randomisatie zijn verdwenen.
- De deelnemer moet ten tijde van de vaccinatie medisch stabiel zijn, zodanig
dat, naar mening van de onderzoeker, in de onderzoeksperiode geen
ziekenhuisopname valt te verwachten en de deelnemer naar het zich laat aanzien
waarschijnlijk tot en met het eind van de in het protocol gespecificeerde
follow-up aan het onderzoek kan blijven deelnemen. Een stabiele medische
aandoening wordt gedefinieerd als een aandoening waarvoor gedurende de 6 weken
voorafgaand aan de opname in het onderzoek geen significante verandering in de
therapie ervoor nodig is en waarvoor geen ziekenhuisopname vanwege verergering
van de aandoening valt te verwachten. Deelnemers worden in het onderzoek
opgenomen op basis van de bevindingen van het lichamelijk onderzoek, de
gegevens betreffende de medische voorgeschiedenis en de uitslagen voor de
vitale functies die tussen de ondertekening van het ICF en de vaccinatie worden
verkregen. - Voorafgaand aan randomisatie moeten deelnemers die als vrouw
geboren zijn (zoals gedefinieerd in onderdeel 10.5 van bijlage 5 over
aanwijzingen voor anticonceptie en verzameling van gegevens over zwangerschap):
a. postmenopauzaal of permanent steriel zijn, en b. niet van plan zijn om op
welke manier dan ook zwanger te worden. - De deelnemer moet bereid zijn om
verifieerbare identificatie te verstrekken, middelen hebben om gecontacteerd te
worden en contact op te nemen met de onderzoeker tijdens het onderzoek. - De
deelnemer en zijn/haar aangewezen mantelzorger (voor zover van toepassing)
moeten de vragenlijsten op het elektronische platform voor beoordeling van
klinische uitkomsten (e-COA, d.w.z. de elektronische patie*ntgerapporteerde
uitkomsten [e-PRO*s] en het e-dagboek) kunnen lezen, begrijpen en invullen. Als
de deelnemer en mantelzorger niet in staat of bereid zijn om met het
e-COA-systeem te werken voor invulling van de e-PRO-vragenlijsten, moet de
deelnemer of mantelzorger ermee akkoord gaan dat er door de onderzoekslocatie
contact met hem/haar kan worden opgenomen voor uitvoering van alle
e-COA-activiteiten (e-PRO*s) door middel van door de onderzoekslocatie
ondersteunde interviews op tijdstippen die zijn gespecificeerd in het protocol.
Deelnemers in de subgroep voor veiligheid moeten bereid en in staat zijn om met
het e-COA-systeem te werken voor invulling van het e-dagboek.
-Deelnemer moet ten minste één extra risicofactor hebben voor invasieve
extraintestinale pathogene ziekte van Escherichia coli (IED), naast een
voorgeschiedenis van urineweginfectie (UTI) in de afgelopen 2 jaar. Bijkomende
risicofactoren voor IED worden gedefinieerd als een of meer van de volgende:
A. een voorgeschiedenis van urosepsis en/of E. coli-bacteriëmie op enig moment
voorafgaand aan randomisatie, en/of
B. een voorgeschiedenis van intramurale ziekenhuisopname (voor een
medische/chirurgische oorzaak) in de twee jaar voorafgaand aan de randomisatie,
en/of
C. aanwezigheid bij baseline van ten minste één risicofactor voor
gecompliceerde urineweginfecties van welke toxiciteitsgraad dan ook.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- De deelnemer heeft een ernstige chronische ziekte of een aanzienlijke
cognitieve beperking waardoor, naar mening van de onderzoeker, deelname voor
deze deelnemer niet de beste oplossing is (er is bijv. sprake van een risico
voor zijn/haar welzijn) of waardoor protocolspecifieke beoordelingen niet
mogelijk kunnen zijn, beperkt mogelijk kunnen zijn of onbetrouwbaar kunnen
worden. - De deelnemer heeft nierziekte in het eindstadium waarvoor dialyse
nodig is.
- De deelnemer is binnen 5 jaar voorafgaand aan het geschiktheidsonderzoek met
kanker gediagnosticeerd, uitgezonderd wanneer aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan: (a) deelnemers met curatief behandeld plaveiselcelcarcinoom en
basaalcelcarcinoom van de huid en carcinoma in situ van de cervix kunnen ter
beoordeling van de onderzoeker in het onderzoek worden opgenomen; (b)
deelnemers bij wie lokaal uitgebreid prostaatcarcinoom is gediagnosticeerd,
kunnen ter beoordeling van de onderzoeker in het onderzoek worden opgenomen als
ze zijn behandeld of onder observatie worden gehouden dan wel actief worden
gevolgd; deelnemers bij wie een radicale prostatectomie is uitgevoerd of die
zijn behandeld met radiotherapie kunnen ter beoordeling van de onderzoeker in
het onderzoek worden opgenomen als de operatie/behandeling binnen 6 maanden
voorafgaand aan de geplande toediening van het onderzoeksvaccin is voltooid;
(c) deelnemers die binnen 5 jaar voorafgaand aan het geschiktheidsonderzoek met
een andere vorm van kanker zijn gediagnosticeerd, kunnen in het onderzoek
worden opgenomen als deze vorm van kanker naar mening van de onderzoeker
adequaat is behandeld en een minimaal risico op recidief heeft. - De deelnemer
heeft een bekende voorgeschiedenis van ernstige allergische reactie, anafylaxie
of andere ernstige bijwerkingen op vaccins of vaccinhulpstoffen (inclusief
specifiek de hulpstoffen van het onderzoeksvaccin; zie IB).
- Abnormale werking van het immuunsysteem als gevolg van: a. klinische
aandoeningen of de behandelingen daarvan naar verwachting een ongewenst effect
zullen hebben op de immuunrespons die door het onderzoeksvaccin wordt opgewekt;
b. door chronisch of herhaald gebruik van systemische corticosteroi*den binnen
3 maanden voorafgaand aan de toediening van het onderzoeksvaccin en tijdens het
onderzoek; er wordt verondersteld dat een dosering van >= 20 mg prednison of
equivalent per dag gedurende >= 2 weken een steroi*ddosering met een
aanzienlijke immunosuppressieve werking is; c. doordat binnen 6 maanden
voorafgaand aan de toediening van het onderzoeksvaccin en tijdens het onderzoek
antineoplastische en immunomodulerende middelen worden toegediend of een
behandeling met radiotherapie plaatsvindt, wat naar verwachting een ongewenst
effect zal hebben op de immuunrespons die door het onderzoeksvaccin wordt
opgewekt. - De deelnemer heeft een voorgeschiedenis van acute polyneuropathie
(bijv. het syndroom van Guillain-Barre*) of chronische inflammatoire
demyeliniserende polyneuropathie. - De deelnemer heeft een vaccin tegen E. coli
of ExPEC gekregen. - De deelnemer heeft volgens de medische voorgeschiedenis
een hematopoe*tische stamceltransplantatie ondergaan, is behandeld met
immunoglobulinen binnen 2 maanden, met therapeutische aferese binnen 4 maanden
of met bloedproducten binnen 3 maanden voorafgaand aan de geplande toediening
van het onderzoeksvaccin of een dergelijke behandeling is tijdens het onderzoek
bij de deelnemer gepland. - De deelnemer is of wordt als gepland: (a) binnen 28
dagen voorafgaand aan of na de geplande toediening van het onderzoeksvaccin een
goedgekeurd levend verzwakt vaccin toegediend; (b) binnen 14 dagen voorafgaand
aan of na de geplande toediening van het onderzoeksvaccin een ander goedgekeurd
(niet-levend) vaccin toegediend; (c) een vaccin dat is goedgekeurd in het kader
van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid (Emergency Use
Authorization), een voorwaardelijke vergunning voor het in de handel brengen
(Conditional Marketing Authorisation) of een andere regeling, is toegestaan
indien toegediend minimaal 28 dagen voorafgaand aan of na de geplande
toediening van het onderzoeksvaccin. - Er is binnen 4 weken voorafgaand aan de
toediening van het onderzoeksvaccin een grote operatie (ter beoordeling van de
onderzoeker) bij de deelnemer uitgevoerd of de deelnemer zal (ter beoordeling
van de onderzoeker) ten tijde van de toediening van het onderzoeksvaccin niet
van een operatie hersteld zijn. - De deelnemer heeft volgens de medische
voorgeschiedenis een chronische actieve hepatitis B- of hepatitis C-infectie.
Opmerking: de deelnemer mag een stabiele HBV- of HCV-infectie hebben. - De
deelnemer heeft volgens de medische voorgeschiedenis een hiv-1- of
hiv-2-infectie. Opmerking: de deelnemer mag een hiv-infectie hebben die stabiel
of onder controle is.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-506589-30-00 |
EudraCT | EUCTR2020-005273-27-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT04899336 |
CCMO | NL77665.000.21 |