Ons onderzoek heeft als doel de prevalentie van reumatische en musculoskeletale aandoeningen bij verpleeghuisbewoners goed te documenteren. Deze informatie willen wij uiteindelijk gebruiken om de (beweeg)zorg voor verpleeghuisbewoners te…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Gewrichtsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire uitkomst: gemiddeld aantal tender ("gevoelige") en gezwollen
gewrichten.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomsten:
1. Als de verpleeghuisbewoner ons deze informatie (betrouwbaar) kan geven: het
gemiddelde niveau van gewrichtspijn op die dag, bepaald door een VAS-schaal
(0-10, 0 geen gewrichtspijn; 10 veel gewrichtspijn). Anders wordt gekeken naar
de uitslag van de PACSLAC-D.
2. Hoeveelheid en ernst van mobiliteitsbeperkingen bij verpleeghuisbewoners (%
zelfstandig / % wandelstok of rollator / % rolstoel / % bedlegerig).
3. Meer informatie over hoe nauwkeurig reumatische en musculoskeletale
aandoeningen worden gedocumenteerd in het elektronisch patiëntendossier van de
verpleeghuisbewoner. Kijken naar verschil in bevindingen bij lichamelijk
onderzoek van het bewegingsapparaat versus eerder vastgelegde bevindingen in
het elektronisch dossier van de verpleeghuisbewoner.
Achtergrond van het onderzoek
De prevalentie van chronische pijn onder verpleeghuisbewoners is zeer hoog.
Analgetica worden gebruikt bij 40-50% van de bewoners. Chronische pijn van het
bewegingsapparaat door reumatische en musculoskeletale aandoeningen treft ten
minste één op de vier ouderen. De meest voorkomende aandoeningen aan het
bewegingsapparaat bij verpleeghuisbewoners zijn artrose en pijn door eerdere
fracturen.[1]
De impact van reumatische en musculoskeletale aandoeningen op algemeen
functioneren bij verpleeghuisbewoners is enorm. Uiteindelijk ontstaat vaak een
neerwaartse spiraal van inactiviteit die vervolgens leidt tot verdere
vermindering van functioneren, meer afhankelijkheid en verminderde kwaliteit
van leven. Chronische pijn wordt daarnaast ook in verband gebracht met angst,
depressie, verminderde deelname aan sociaal verkeer, cognitieve stoornissen en
frequent vallen.[2]
Het evalueren van symptomen van musculoskeletale aandoeningen kan complex zijn
bij verpleeghuisbewoners vanwege de aanwezigheid van co-morbiditeit, waaronder
ook dementie. Daarbij, symptomen van reumatische en musculoskeletale klachten
en aandoeningen zoals pijn, stijfheid en zwakte worden zowel door ouderen als
zorgpersoneel vaak gezien als een normaal gevolg van veroudering. Dit alles bij
elkaar kan leiden tot onderrapportage en onderbehandeling van musculoskeletale
aandoeningen in deze populatie. Dit terwijl pijn en zwelling van gewrichten
vaak goed is te behandelen.
De prevalentie van reumatische en musculoskeletale aandoeningen bij
verpleeghuisbewoners is niet goed onderzocht. Onze onderzoeksgroep heeft een
systematisch literatuur onderzoek verricht (publicatie volgt nog); reumatische
en musculoskeletale aandoeningen lijken veel voor te komen, maar het wordt niet
goed gedocumenteerd. Bijvoorbeeld: er wordt gesproken over *pijn in een been*.
Vervolgens is het onduidelijk of deze pijn wordt veroorzaakt door artrose of
artritis van een bepaald gewricht of dat er juist sprake is van een heel andere
diagnose zoals bijvoorbeeld veneuze insufficiëntie. Verpleeghuisbewoners
verschillen aanzienlijk van thuiswonende ouderen, daarom kunnen aanbevelingen
over de diagnose en behandeling van musculoskeletale pijn bij thuiswonende
ouderen niet zomaar worden gekopieerd.
Referenties:
Referentie 1: Smith TO, Purdy R, Latham SK, Kingsbury SR, Mulley G, Conaghan
PG. The prevalence, impact and management of musculoskeletal disorders in older
people living in care homes: a systematic review. Rheumatol Int 2016;36:55-64.
Referentie 2: Smalbrugge M, Jongenelis LK, Pot AM, Beekman AT, Eefsting JA.
Pain among nursing home patients in the Netherlands: prevalence, course,
clinical correlates, recognition and analgesic treatment--an observational
cohort study. BMC Geriatr 2007;7:3.
Doel van het onderzoek
Ons onderzoek heeft als doel de prevalentie van reumatische en musculoskeletale
aandoeningen bij verpleeghuisbewoners goed te documenteren. Deze informatie
willen wij uiteindelijk gebruiken om de (beweeg)zorg voor verpleeghuisbewoners
te optimaliseren.
Onderzoeksopzet
In deze prospectieve observationele studie bij verpleeghuisbewoners zullen 50
verpleeghuisbewoners zonder dementie (groep 1) en 50 verpleeghuisbewoners met
dementie (groep 2), >= 65 jaar, worden geïncludeerd. Alle deelnemers krijgen een
lichamelijk onderzoek van het bewegingsapparaat.
Verder:
Bij groep 1: verpleeghuisbewoners geven antwoord op 3 niet-belastende vragen
(beoordeling algemene gezondheid, ernst gewrichtsklachten en pijn in het
algemeen).
Bij groep 2: indien mogelijk dient de verpleeghuisbewoner antwoord te geven op
1 niet-belastende vraag (ernst gewrichtsklachten). Als de verpleeghuisbewoner
deze vraag niet (betrouwbaar) kan beantwoorden, gebruiken we de Pain Assessment
Checklist for Seniors with Severe Dementia (PACSLAC-D).
Verpleeghuisbewoners voor dit project worden geworven uit verpleeghuizen van
Cicero Zorggroep.
Tijdens dit onderzoek wordt geen extra lichaamsmateriaal verzameld. Bij
verpleeghuisbewoners die verblijven in de Cicero zorggroep vindt eenmaal tot
tweemaal per jaar standaard een bloedafname plaats. Dit is dus een bestaande
routineprocedure. De laboratoriumuitslagen (uitslag C-reactief proteïne, CRP)
van de bloedafname die het dichtst bij het lichamelijk onderzoek van het
bewegingsapparaat is gepland, worden meegenomen in dit onderzoek.
Inschatting van belasting en risico
Duur lichamelijk onderzoek bewegingsapparaat: 10 tot maximaal 15 minuten.
Beantwoorden 3 vragen groep 1: 1-3 minuten.
Beantwoorden 1 vraag (alleen indien mogelijk) groep 2: maximaal 1 minuut.
Lichamelijk onderzoek bewegingsapparaat kan kortdurend wat pijn in de
gewrichten geven (door palpatie).
Met betrekking tot de risico's deelname: belangrijke afwijkingen die worden
gevonden bij het lichamelijk onderzoek worden altijd besproken met de
verpleeghuisbewoner en de specialist ouderengeneeskunde. Wanneer onbekende
pathologie wordt ontdekt kan dit kan iemands perceptie van zijn/haar eigen
gezondheidstoestand negatief beïnvloeden. Aan de andere kant heeft detectie van
bijvoorbeeld artrose potentieel gunstige effecten op ziekteprogressie en kan
vroege interventie mogelijk maken.
Een deel van de studiedeelnemers, d.w.z. degenen met dementie in groep 2, zijn
wilsonbekwaam. Bij duidelijk protest/verzet van een verpleeghuisbewoner wordt
het lichamelijk onderzoek gestaakt. Om vast te stellen of er sprake is van
protest/verzet is bij het lichamelijk onderzoek altijd een persoon aanwezig die
de verpleeghuisbewoner goed kent. Dit kan de specialist ouderengeneeskunde zijn
of een verpleegkundige. Deze persoon kent het bij die persoon passende patroon
van gewoonten en gedragingen (meer informatie onder 8.4 en 11.3
studieprotocol).
Publiek
P. Debyelaan 25
Maastricht 6229 HX
NL
Wetenschappelijk
P. Debyelaan 25
Maastricht 6229 HX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusiecriteria groep 1 (50 verpleeghuisbewoners zonder dementie):
• Geestelijk competente verpleeghuisbewoner >= 65 jaar;
• Geen diagnose dementie;
• De verpleeghuisbewoner geeft informed consent voor deelname aan het onderzoek.
Inclusiecriteria groep 2 (50 verpleeghuisbewoners met dementie):
• Verpleeghuisbewoner met dementie >= 65 jaar;.
• De wettelijke vertegenwoordiger van de verpleeghuisbewoner geeft
geïnformeerde toestemming voor deelname aan het onderzoek.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusiecriteria groep 1:
• Diagnose dementie;
• Levensverwachting < 2 weken (definitie terminale verpleeghuisbewoner).
Exclusiecriteria groep 2
• Levensverwachting < 2 weken (definitie terminale verpleeghuisbewoner).
• Als op basis van een reeds bekend gedragspatroon verwacht wordt dat de
potentiële deelnemer zich zal verzetten tegen het voorgestelde onderzoek
(voorzien gedrag). Meer informatie onder paragraaf 8.4 en 11.3 studieprotocol.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL84320.068.23 |