Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-506429-13-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Deze studie zal de werkzaamheid en veiligheid van ocrelizumab beoordelen bij patiënten met PMS.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Demyelinisatieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire doelstelling van dit onderzoek is om de werkzaamheid van
ocrelizumab te bepalen bij patiënten met PMS. Zie sectie 2 van het protocol
voor verdere informatie.
Secundaire uitkomstmaten
-De werkzaamheid van ocrelizumab bepalen bij patiënten met PMS door het gebruik
van een range van patient-relevante metingen en resultaten van beeldvorming
-De veiligheid en verdraagbaarheid van ocrelizumab in PMS patiënten onderzoeken.
Zie sectie 2 van het protocol voor verdere informatie (tabel 1).
Achtergrond van het onderzoek
Bewijs van vermindering van ziekte verergering in progressieve vormen van MS
blijft schaars, met name in patiënten met PPMS. Het vertragen of het stoppen
van de progressie in de beperking van het functionele vermogen en van de
verergering van de invaliditeit is een belangrijk doel in met PPMS
gediagnostiseerde patiënten.
Het is bewezen in de fase 3 ORATORIO studie (NCT01194570) dat ocrelizumab
significant de klinische invaliditeit uitkomsten vermindert in PPMS patiënten,
alsook de MRI metingen voor ziekte, in vergelijking met placebo.
Echter, er is een nood om de effectiviteit van ocrelizumab te onderzoeken, om
het verloop van de complete spectrum van progressieve MS (PMS) te beïnvloeden.
Hier worden PPMS en SPMS inbegrepen, dat zijn het voornaamste doel van deze
studie.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-506429-13-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Deze studie zal de werkzaamheid en veiligheid van ocrelizumab beoordelen bij
patiënten met PMS.
Onderzoeksopzet
Deze studie is een prospectieve, multicenter, open-label, single-arm onderzoek
naar de werkzaamheid en veiligheid bij patiënten met PMS. De eerste dosis
ocrelizumab zal worden toegediend als een initiële dosis van 2 300-mg infusies
(600 mg totaal) in 250 ml 0,9% natriumchloride gegeven in 14 dagen (d.w.z. dag
1 en 15), gevolgd door een 600-mg infusie in 500 ml 0,9% natriumchloride elke 6
maanden voor de onderzoeksduur.
Er zullen 900 patiënten geïncludeerd worden in deze studie. De verhouding
tussen relapsing onset MS patiënten met PMS criteria volgens Lublin et al. 2014
en PPMS patiënten wordt 1:1. Patiënten worden elke 24 weken beoordeeld op
effectiviteit en veiligheid. Het onderzoek zal bestaan uit de volgende periodes:
-Screening periode: tot 4 weken.
-Behandeling periode: open-label behandelingsperiode van 192 weken.
-Een follow-up periode van 48 weken, tenzij ze voortijdig binnen in de
behandelingsperiode van 192 weken hun consent intrekken; dan komen ze niet in
de follow-up periode voor safety.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten die in aanmerking komen voor deelname aan deze studie zullen behandeld worden met ocrelizumab, volgens het studie-specifieke schema zoals beschreven in bijlage 1 (schedule of assessments) van het protocol. Na de eerste dosering, die over 2 giften wordt verdeeld met een tussenpose van 14 dagen, krijgen patiënten in 192 weken tijd 8 keer studie medicatie toegediend.
Inschatting van belasting en risico
PML
PML is een belangrijk potentieel risico voor ocrelizumab en het is alleen
gemeld bij ocrelizumab waarbij het risico op PML al bestond, met name door
eerdere behandeling met immunosuppressiva (bijv. Natalizumab of fingolimod). In
al deze PML-gevallen werd de causaliteit met ocrelizumab niet plausibel geacht.
Overgevoeligheidsreacties (allergische reacties)
Tot nu toe zijn er geen allergische reacties op ocrelizumab gemeld, maar deze
reacties kunnen optreden en de symptomen hiervan zijn mogelijk moeilijk te
onderscheiden van infusiegerelateerde reacties.
Verminderde werkzaamheid van bepaalde vaccins
Het verlagen van het aantal B-cellen kan bij sommige patiënten de bescherming
verminderen die door bepaalde vaccins wordt geboden. Het is op dit moment niet
bekend of ocrelizumab dit effect heeft. Zolang de patiënt aan dit onderzoek
deelneemt, mag hij/zij geen vaccinaties krijgen zonder dit eerst met de arts te
bespreken. Als een vaccinatie nodig wordt geacht, zal de patiënt na de
vaccinatie ten minste 6 weken moeten wachten voordat hij/zij de eerste dosis
onderzoeksgeneesmiddel krijgt toegediend. Vaccinaties met een levend of levend
verzwakt vaccin (met behulp van een verzwakte vorm van de ziektekiem,
bijvoorbeeld BCG tegen tuberculose of vaccin tegen gele koorts) worden niet
aangeraden tijdens de behandeling met ocrelizumab.
Verhoogd risico op kanker
Er kan een verhoogd risico op kanker bestaan bij ocrelizumab. In gecontroleerde
onderzoeken bij multiple sclerose, kwamen kankervormen, inclusief borstkanker,
vaker voor bij met ocrelizumab behandelde patiënten; de frequentie is echter
binnen de frequentie van kanker in de patiëntenpopulatie met multiple sclerose.
Neutropenie
Bij sommige patiënten die voor MS met ocrelizumab werden behandeld is melding
gemaakt van neutropenie. Dit had geen medische gevolgen en hiervan is niet
bevestigd dat het verband hield met ocrelizumab.
Publiek
Beneluxlaan 2A
Woerden 3446 GR
NL
Wetenschappelijk
Beneluxlaan 2A
Woerden 3446 GR
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Kunnen aan studie protocol voldoen, volgens de onderzoeker.
- Leeftijd 18-65 jaar, inclusief.
- Een definitieve diagnose van PMS (volgens de gereviseerde McDonald 2010
criteria for PPMS or Lublin et al. 2014 criteria for PMS)
- Expanded Disability Status Scale (EDSS) <=6,5 bij screening.
- Hebben gedocumenteerd bewijs van invaliditeitsprogressie onafhankelijk van
terugvalactiviteit op elk moment in de 2 jaar voorafgaand aan het
screeningsbezoek. In het geval dat terugval(len) zich in de afgelopen 2 jaar
hebben voorgedaan, zal progressie van de invaliditeit moeten worden beschouwd
als onafhankelijk van de terugvalactiviteit volgens het oordeel van de
behandelende arts.
- Voldoen aan ten minste één van de 21 criteria voor het beoordelen van het
bewijs van progressie van invaliditeit, onafhankelijk van de terugvalactiviteit
in de afgelopen 2 jaar, met behulp van de checklist van progressie van
invaliditeit vóór de baseline scoresysteem.
- Ervaring hebben met het gebruik van een smartphone en met het verbinden van
een smartphone naar een Wi-Fi netwerk.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- *Relapse-remitting* multiple sclerose (RRMS) bij screening.
- Onvermogen om een kernspintomografie (MRI) te voltooien
- Gadolinium (Gd) intolerantie
- Bekende aanwezigheid van andere neurologische aandoeningen, inclusief maar
niet beperkt tot:
Geschiedenis van ischemische of hemorragische aandoeningen van de hersenen of
het ruggenmerg.
Geschiedenis of bekende aanwezigheid van een tumor in het centraal zenuwstelsel
(CNS) of ruggenmerg.
Geschiedenis of bekende aanwezigheid van mogelijke metabolische oorzaken van
myelopathie.
Geschiedenis of bekende aanwezigheid van infectiegevallen van myelopathie.
Geschiedenis van genetisch geërfde progressieve CNS degeneratieve aandoening.
Neuromyelitis optica.
Geschiedenis of bekende aanwezigheid van systemische autoimmune aandoeningen
die mogelijk kunnen leiden tot een progressieve neurologische ziekte.
Geschiedenis van ernstig, klinisch significant hersen- of ruggenmergletsel.
Exclusies gerelateerd aan algemene gezondheid:
- Zwangerschap
- Borstvoeding gevend
- Elke bijkomende ziekte die chronische behandeling met systemische
corticosteroïden of immunosuppressive vereisen tijdens de duur van het
onderzoek.
- Geschiedenis van of huidig actieve primaire of secundaire immunodeficiëntie.
- Geen perifere veneuze toegang.
- Significante of ongecontrolleerde somatische aandoening of elke andere
significante ziekte waardoor de patiënt niet kan deelnemen aan het onderzoek.
- Actieve infecties moeten behandeld en opgelost worden voor de eerste
toediening van Ocrelizumab
- Patiënten in een ernstig immuungecompromitteerde toestand totdat de
aandoening verdwijnt.
- Patiënten met bekende maligniteiten of die actief worden gecontroleerd op
terugkomst van maligniteit
- Patiënten die bevestigde progressieve multifocale leukoencephalopathy (PML)
hebben of hebben gehad.
Uitsluitingen met betrekking tot laboratoriumbevindingen
Elke abnormale screeninglaboratoriumwaarde die klinisch relevant is, moet
slechts eenmaal opnieuw worden getest om een **progressieve of ongecontroleerde
onderliggende aandoening uit te sluiten. De laatste waarde vóór randomisatie
moet voldoen aan studiecriteria.
• Positieve screeningstests voor hepatitis B: alle patiënten moeten worden
getest op hepatitis B-oppervlakteantigeen (HBsAg) en hepatitis
B-kernantilichaam (totaal HBcAb).
o Als HBsAg positief is, komt de patiënt niet in aanmerking
o Als HBsAg negatief is en HBcAb positief is, moet hepatitis B-virus (HBV) DNA
worden gemeten door polymerasekettingreactie (PCR)
* Als HBV-DNA positief is, komt de patiënt niet in aanmerking
* Als HBV-DNA negatief is, komt de patiënt in aanmerking en moet HBV-DNA (via
PCR) elke 24 weken worden herhaald.
o Als HBsAg en HBcAb beide negatief zijn, komt de patiënt in aanmerking.
Opmerking: Hepatitis B-virusserologieën gemeten met behulp van op biotine
gebaseerde immunotesten moeten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd bij
MS-patiënten die een hoge dosis biotine gebruiken, omdat bij deze patiënten
vals-positieve meldingen zijn gedaan. Bij deze patiënten wordt een biotinevrije
immunoassay aanbevolen; indien niet beschikbaar, moet een geschikte
correctietechniek worden toegepast.
• CD4-telling <250 cellen / µL
• Absoluut aantal neutrofielen (ANC) <1,0 × 103 / µL
• Aspartaat aminotransferase (AST) / serum glutamine oxaloazetische
transaminase (SGOT) of alanine aminotransferase (ALT) / serum glutamine
pyruvische transaminase (SGPT) >=3,0 × de bovengrens van normaal (ULN)
Let op: op basis van lokale ethische commissies of vereisten van de nationale
bevoegde autoriteit kunnen aanvullende diagnostische tests vereist zijn voor
geselecteerde patiënten of geselecteerde centra om tuberculose, de ziekte van
Lyme, HTLV-1-geassocieerde myelopathie (HAM) uit te sluiten,
immunodeficiëntiesyndroom (AIDS), hepatitis te verwerven C-virusinfectie (HCV),
SARS-CoV-2, erfelijke aandoeningen, bindweefselaandoeningen of sarcoïdose.
Andere specifieke diagnostische tests kunnen worden aangevraagd wanneer dit
door de onderzoeker noodzakelijk wordt geacht.
Uitsluitingen met betrekking tot medicijnen
Absolute uitsluitingen:
- Eerdere behandeling met Ocrelizumab
• Overgevoeligheid voor ocrelizumab of voor één van de hulpstoffen.
• Eerdere behandeling met op B-cellen gerichte therapieën (d.w.z. atacicept,
tabalumab, belimumab, ofatumumab of obinutizumab). Vorige behandeling met
rituximab is toegestaan zolang de laatste dosis is toegediend meer dan 6
maanden vóór de ocrelizumab infuus EN als de stopzetting was het gevolg van
bijwerkingen of immunogeniciteit EN als de B-celniveaus voorafgaand aan de
screening boven de ondergrens van normaal (LLN) lagen.
• Elke eerdere behandeling met alemtuzumab (Campath / Mabcampath / Lemtrada),
totale bestraling van het lichaam of beenmergtransplantatie.
• Eerdere behandeling met natalizumab waarbij PML niet is uitgesloten volgens
het specifieke algoritme in genoemd in het protocol
• Contra-indicaties voor of intolerantie voor orale of intraveneuze (IV)
corticosteroïden, inclusief methylprednisolon toegediend IV, volgens het
landlabel, waaronder:
a) Psychose nog niet gecontroleerd door een behandeling.
b) Overgevoeligheid voor een van de bestanddelen.
Relatieve uitsluitingen:
2 weken voorafgaand aan screening: eerdere behandeling met siponimod.
4 tot 8 weken voorafgaand aan screening:
• Systemische corticosteroïdtherapie binnen 4 weken voorafgaand aan screening
• Alle vaccins moeten ten minste 6 weken vóór de eerste infusie van ocrelizumab
worden gegeven, behalve als lokale regelgeving een korter interval toestaat.
Levende / levende verzwakte vaccins moeten worden vermeden tijdens de
behandeling en de veiligheids follow-up totdat B-cellen perifeer zijn gevuld.
• Vorige behandeling met daclizumab in de afgelopen 8 weken.
• Behandeling met fampridine / dalfampridine (Fampyra®) / Ampyra®) of andere
symptomatische MS-behandeling, tenzij bij stabiele dosering gedurende >= 30
dagen voorafgaand aan screening. Waar mogelijk moeten patiënten gedurende de
behandelingsperiode stabiele doses blijven gebruiken.
• Vorige behandeling met fingolimod of ozanimod in de afgelopen 8 weken
voorafgaand aan screening (er kan een andere uitwasperiode worden gebruikt bij
het overschakelen van fingonimod of ozanimod naar ocrelizumab).
12 weken voorafgaand aan screening:
• Vorige behandeling met natalizumab in de afgelopen 12 weken voorafgaand aan
screening. (Er kan een andere uitwasperiode worden gebruikt wanneer wordt
overgeschakeld van natalizumab naar ocrelizumab. Er moet een beoordeling worden
gemaakt om het risico op terugkeer van MS-ziekteactiviteit in evenwicht te
brengen met mogelijke additieve immunosuppressieve effecten van elk
geneesmiddel.)
• Vorige behandeling met azathioprine, cyclofosfamide, mycofenolaatmofetil of
methotrexaat in de afgelopen 12 weken voorafgaand aan screening.
• Behandeling met teriflunomide in de afgelopen 12 weken. De uitwasperiode kan
verkort worden indien een versnelde eliminatieprocedure wordt uitgevoerd vóór
het screeningsbezoek.
24 weken voorafgaand aan screening:
• Behandeling met een onderzoeksagent binnen 24 weken na screening (bezoek 1)
of vijf halfwaardetijden van het onderzoeksgeneesmiddel (welke het langst is)
of behandeling met experimentele procedures voor MS (bijv. Behandeling voor
chronische cerebrospinale veneuze insufficiëntie) binnen 24 weken van screening
(bezoek 1).
96 weken voorafgaand aan screening:
• Vorige behandeling met mitoxantron, cyclosporine of cladribine in de
afgelopen 96 weken.
Uitsluitingen voor deelnemers aan de OCT beoordelingen
• Patiënten met klinisch relevante oculaire pathologieën, die mogelijk
interfereren met klinische en instrumentele evaluaties.
Uitsluitingen voor patienten die meedoen aan de Motor Evoked Potentials (MEP)
• Geschiedenis van a
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-506429-13-00 |
EudraCT | EUCTR2017-001313-93-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03523858 |
CCMO | NL64650.056.18 |