Het doel van deze studie is het evalueren van de AUC, ziektestatus, aanwezigheid van Anti-Drug-Antibodies (ADAbs) en behandelingsbelasting bij het omzetten van IV naar SC onderhoudsbehandeling met IFX in een cohort van IBD-patiënten met IFX…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselontstekingsaandoeningen
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Farmacokinetiek:
- Het eerste primaire eindpunt is de AUC bij steady state (genormaliseerd naar
een periode van 8 weken). De gemiddelde AUC SC CT-P13 zal worden vergeleken met
de AUC bij IV IFX bij baseline.
- Het tweede primaire eindpunt is de AUC van één dosisinterval bij steady state
voor SC CT-P13. De AUC SC CT-P13 van cohort 1 zal worden vergeleken met de AUC
SC CT-P13 van cohort 2.
Secundaire uitkomstmaten
Farmacokinetiek:
- Infliximab dalspiegel
Tijdsbelasting gerelateerd aan de behandeling met infliximab:
- Tijd in het ziekenhuis
- Reistijd van- en naar het ziekenhuis.
Kwaliteit van leven en patiënttevredenheid
Achtergrond van het onderzoek
In juli 2020 werd de subcutane formulering van infliximab (CT-P13, Remsima ®),
met een vast doseringsschema van 120 mg eenmaal per 2 weken na een
inductiefase, goedgekeurd voor alle indicaties voor intraveneus infliximab bij
volwassenen, inclusief inflammatoire darmziekten (IBD). Dit werd besloten door
het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) op basis van een
non-inferioriteitsstudie bij patiënten met reumatoïde artritis (RA), waarbij SC
CT-P13 werd vergeleken met 3 mg/kg IFX IV met gelijktijdig methotrexaat
(MTX).[11] Aannames met betrekking tot de indicatie-extrapolatie voor
SC-dosering waren dat de dalspiegel en de Area Under the Curve (AUC)
vergelijkbaar waren voor SC-toepassing bij zowel RA- als IBD-indicaties. Dit
omvat ook vergelijkbaarheid voor de gegevens over immunogeniciteit met de
SC-toediening in vergelijking met een historisch cohort van patiënten die
werden behandeld met IV infliximab (IFX). Vergelijkbaarheid in SC-kinetiek
tussen IBD- en RA-patiënten werd bevestigd in fase 1-studies (CT-P13 1.6 en
CT-P13 3.5) waar patiënten ten minste één dosis ontvingen. In IBD wordt IFX IV
echter meestal gegeven in een dosis van 5 mg/kg tegenover 3 mg/kg in RA,
terwijl het inflammatoire oppervlak meestal (aanzienlijk) groter is en in de
klinische praktijk sommige IBD-patiënten worden behandeld met IFX
monotherapie.[11] SC CT-P13 werd door de EMA goedgekeurd voor IBD op basis van
farmacokinetische vergelijkbaarheid en evaluatie van immunogeniciteit zonder
een head-to-head vergelijking met IV IFX, waardoor clinici verschillende vragen
hebben voor de toepassing van de nieuwe formulering in de praktijk.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is het evalueren van de AUC, ziektestatus,
aanwezigheid van Anti-Drug-Antibodies (ADAbs) en behandelingsbelasting bij het
omzetten van IV naar SC onderhoudsbehandeling met IFX in een cohort van
IBD-patiënten met IFX monotherapie en een cohort met combinatietherapie met
immunomodulatoren.
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectieve, single-center, open-label cohortstudie, uitgevoerd in
het Zuyderland Medisch Centrum. In deze studie worden IBD-patiënten in
klinische remissie van een intraveneuze infliximab (IFX) onderhoudsbehandeling
omgezet naar subcutane toediening van infliximab (CT-P13). De studie is
ontworpen om de farmacokinetiek van SC CT-P13 te vergelijken met intraveneus
IFX en dit te relateren aan de farmacodynamiek.
Proefpersonen zullen worden ingeschreven in twee studiecohorten:
- Cohort 1: volwassen patiënten met onderhoudsmonotherapie van IV IFX.
- Cohort 2: volwassen patiënten met onderhoudscombinatietherapie van IV IFX met
een thiopurinederivaat of methotrexaat.
Het onderzoek is onderverdeeld in twee fasen: de IV IFX behandelingsfase en de
SC CT-P13 behandelingsfase. Na start van de studie ontvangt de deelnemer de
laatste dosis IV IFX volgens zijn eigen onderhoudsschema. De datum van de
laatste dosis IV IFX is het begin van de individuele follow-up periode.
Vervolgens zal de eerste dosis SC CT-P13 worden toegediend op het tijdstip
waarop de patiënt normaal gesproken de volgende dosis IV IFX zou ontvangen. Dit
is 6-8 weken na de laatste IV-infusie. Patiënten worden vervolgens omgezet op
het standaard zelf toegediende SC-doseringsschema van CT-P13.
Inschatting van belasting en risico
Het risico voor deelnemende patiënten is gerelateerd aan de risico's van
venapunctie: bloeding op de punctieplaats, hematoomvorming, infectie,
zenuwbeschadiging. De belasting voor de patiënt is gerelateerd aan het aantal
gedefinieerde momenten voor venapunctie.
Publiek
Henri Dunantstraat 5
Heerlen 6419
NL
Wetenschappelijk
Henri Dunantstraat 5
Heerlen 6419
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Volwassen patiënten (18-75 jaar) met een bevestigde diagnose van IBD volgens
gebruikelijke criteria, inclusief eerder endoscopisch onderzoek.
- Patiënten die IV-onderhoudstherapie met IFX ondergaan met een stabiele dosis
en doseringsinterval gedurende ten minste 16 weken van 5-10 mg/kg om de 6-8
weken zonder bijwerkingen van IFX.
- IBD in klinische remissie gedurende ten minste 16 weken zonder behandeling
met systemische corticosteroïden in de voorafgaande 16 weken. Klinische
remissie bij volwassen patiënten wordt gedefinieerd als een Harvey-Bradshaw
index (HBI) < 4 voor CD [18] of een gedeeltelijke Mayo Index (PMI) <2 voor UC
[19], met fecale calprotectinespiegels <250 µg/g feces en CRP <10 mg/L.
- Gelijktijdige immunomodulatoren zijn toegestaan, d.w.z. in stabiele doses
ontvangen gedurende ten minste 12 weken voorafgaand aan de inschrijving voor de
studie. Deze doses zullen gedurende het onderzoek worden voortgezet, waaronder
azathioprine (AZA), 6-mercaptopurine (6-MP), tioguanine (TG) en MTX.
- Schriftelijke geïnformeerde toestemming
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Patiënten jonger dan 18 jaar.
- Allergie of hypersensitiviteit voor een van de hulpstoffen van het preparaat
subcutaan CT-P13.
- Patiënten met actieve perianale fistels.
- Patiënten met een andere auto-immuunziekte naast IBD.
- Patiënten die behandeld worden met een ander monoklonaal antilichaam dan
infliximab.
- Patiënten die, na het starten van IV IFX, nieuwe contra-indicaties voor IFX
hebben ontwikkeld volgens het European Public Assessment Report (EPAR).
- Vrouwelijke patiënten die zwanger zijn, borstvoeding geven of zwanger wil
worden in de komende 6 maanden.
- Patienten met serieuze acute of chronische medische of psychiatrische
conditie, waardoor het risico geassocieerd met studiedeelname of toediening van
het geneesmiddel tijdens het onderzoek toeneemt of interfereert met studie
resultaten.
- Patiënten die naar de mening van hun huisarts of onderzoeker niet zouden
moeten deelnemen aan het onderzoek (vb. therapie-ontrouw, mentale
gezondheidsproblemen, analfabeet)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL85721.096.23 |