Ons doel is om het bestaan van cognitieve klachten na brughoekchirurgie bij patiënten met een koos graad 4 schwannoom in kaart te brengen teneinde deze cognitieve klachten in toekomstige patiënten te voorkomen. Hiervoor willen we bij een groep…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Zenuwstelselneoplasmata benigne
- Zenuwstelsel, schedel en wervelkolom therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De belangrijkste onderzoeksvariabelen in dit onderzoek zijn:
- patientvariabelen (leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, unilateraal
gehoorverlies, tinnitus)
- tumorparameters (diameter, volume, zijde, etc)
- operatieparameters (OK duur, bloedverlies, etc)
- neuropsychologisch onderzoek op verschillende cognitieve domeinen, zie
onderstaand.
- CCAS (Schmamann schaal)
- MRI bevindingen (mate van oedeem, anatomische verplaatsing, etc)
- DWI bevindingen (fractionele anisotropie (FA), axiale en radiale diffusie van
relevante baanstystemen, etc)
Uitkomstmaten zijn
- scores op de verschillende domeinen van neuropsychologisch onderzoek
- scores CCAS (Schmamann schaal)
- afwijkingen tractografie
Secundaire uitkomstmaten
Andere MRI bevindingen in correlatie met neuropsychologisch onderzoek
Achtergrond van het onderzoek
Brughoektumoren zijn goedaardige zeldzame afwijkingen gelegen in de hoek tussen
de pons en het cerebellum, de zogeheten cerebellopontine hoek (of brughoek).
Vaak ontstaan deze afwijkingen uit de Schwann cellen van de vestibulocochleaire
zenuw (NVIII), die verantwoordelijk is voor het gehoor- en evenwichtsorgaan.
Passende klachten bij patiënten zijn progressief unilateraal gehoorverlies,
oorsuizen en vertigo.
Per jaar worden er in Nederland ongeveer 600 mensen door een brughoektumor
getroffen, waarvan ongeveer 250 mensen terechtkomen in het Radboud UMC. Meestal
is chirurgie niet geïndiceerd, echter wel bij grote afwijkingen die doorgroeien
met verplaatsing van hersenstam en hersenzenuwen tot gevolg (koos graad 4).
Hier doen wij deze operatie bij ongeveer 15 tot 20 patiënten per jaar.
Deze operatie kent echter grote risico*s. Zo rapporteert ca 10-25% van de
patiënten postoperatief cognitieve klachten, die zij als zeer invaliderend voor
hun kwaliteit van leven beschouwen en kan leiden tot levenslang
restverschijnselen. Dit percentage is slechts een grove schatting.
Literatuur naar het ontstaan van cognitieve klachten bij patiënten met een
brughoektumor is zeer beperkt. Goebel et al. (2018) includeerden 45 patiënten
met een onbehandelde brughoektumor, waarvan 69% neurocognitieve problemen
rapporteerden. Daarnaast is er zeer weinig bekend over het onderliggende
mechanisme. De studie van Deng et al. (2022) vergeleek de cognitie van
patiënten met een onbehandelde brughoektumor en correleerden dit aan
veranderingen in witte stof banen t.o.v. gezonde controle patiënten. Hierbij
vonden zij dat het cognitief functioneren van patiënten met een brughoektumor
verlaagd was ten opzichte van controle patiënten met daarbij witte stof schade
in de minor forceps van het corpus callosum.
Naar ons weten, zijn er geen studies beschikbaar die gekeken hebben naar
cognitief functioneren en tractografie van de cerebellaire baansystemen na
brughoekchirurgie. Uit de literatuur over behandeling van kindertumoren weten
we dat tractografie van de cerebellaire baansystemen correleert met
neurocognitief functioneren, bijvoorbeeld bij het cerebellair mutisme syndroom,
ook wel posterior fossa syndroom en cerebellair cognitief affectief syndroom
(CCAS) genoemd.
De huidige hypothese is dat CCAS ontstaat door schade aan de tractus
cerebello-dento-thalamo-corticalis wat zorgt voor onderbreking van belangrijke
circuits en tot hypofunctie van supratentoriële corticale gebieden leidt. Er
zou ons inziens mogelijk eenzelfde verklaring kunnen bestaan voor cognitieve
klachten na brughoekchirurgie.
Doel van het onderzoek
Ons doel is om het bestaan van cognitieve klachten na brughoekchirurgie bij
patiënten met een koos graad 4 schwannoom in kaart te brengen teneinde deze
cognitieve klachten in toekomstige patiënten te voorkomen. Hiervoor willen we
bij een groep patiënten die resectie van een brughoektumor heeft gehad en bij
de controle groep (gediagnosticeerd met een brughoektumor, Koos graad 1-4,
echter geen indicatie voor chirurgie) uitgebreide neuropsychologische testen
doen in combinatie met een uitgebreide MRI scan om antwoord te kunnen geven op
de volgende primaire vragen:
1. Hoe vaak komen cognitieve klachten (zoals te detecteren met een neuro
psychologisch onderzoek en de CCAS/Schmahmann-schaal) voor bij patiënten na
brughoektumor chirurgie vergeleken met controle patiënten?
2. Is er een correlatie tussen de cognitieve klachten van patiënten na
resectie van een brughoektumor (koos graad 4, zie bijlage) en afwijkingen op de
MRI scan (zowel anatomisch (T1/T2/Flair) als tractografisch (DWI; fractionele
anisotropie of ADC) vergeleken met controle patiënten?
Onderzoeksopzet
Dit is de eerste studie geïnteresseerd in cognitieve disfunctie na
brughoekchirurgie. Vanwege de lage jaarlijkse incidentie van brughoektumoren is
er sprake van een cross-sectioneel onderzoek.
Inschatting van belasting en risico
De belasting en risico's van dit groepsgebonden onderzoek zijn laag en kennen
geen therapeutische consequenties.
Enerzijds bestaat dit onderzoek uit een uitgebreid neuropsychologisch
onderzoek, questionnaire 'Hospital Anxiety and Depression Scale' (HADS) en
afname van de CCAS schaal, waarbij verschillende cognitieve domeinen gemeten
worden o.a. aandacht en concentratie, executieve functies, geheugen, taal,
visueel-ruimtelijke vaardigheden, abstractievermogen en neuropsychiatrische
symptomen. Afname vergt ca 1-1,5u en betekent voor de onderzoekspopulatie een
bezoek aan het Radboud UMC te Nijmegen.
Anderzijds bestaat dit onderzoek uit een uitgebreide MRI zonder contrast met
een duur van maximaal 1uur in het Donders instituut onderdeel van het Radboud
UMC. Indien sprake is van een contra-indicatie voor MRI wordt patiënt
geëxcludeerd. De belasting en risico's van de MRI worden als laag ingeschat.
Publiek
Geert Grooteplein Zuid 10
Nijmegen 6525 GA
NL
Wetenschappelijk
Geert Grooteplein Zuid 10
Nijmegen 6525 GA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- patiënten die in het verleden geopereerd zijn aan een brughoektumor (koos
graad 4 schwannoom)
- De controlegroep bestaat uit patiënten die lijden aan unilateraal
gehoorverlies wegens een brughoektumor (Koos graad 1-4). Deze controle
patiënten hebben een afwachtend beleid met jaarlijkse follow up en geen
operatie in de voorgeschiedenis. De controlegroep zal gematched worden (voor
zover mogelijk) met de patiëntpopulatie op Koos gradering, leeftijd,
opleidingsniveau, gehoorverlies en zijde van de tumor.
- leeftijd van 18 jaar of ouder
- Beheersing van de Nederlandse taal
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- contra-indicaties voor MRI
- neurofibromatose type II
- eerdere brughoekchirurgie of Gamma Knife bestraling in voorgeschiedenis.
- secundaire hydrocephalus na operatie
- andere neurologische of psychiatrisch ziekte
- wilsonbekwaam/niet in staat informed consent te geven
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL84932.091.23 |