Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-517485-42-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Fase 1:Het primaire doel van deze studie is het onderzoeken of orale esketamine niet-inferieur is aan ECT na acht weken van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Fase 1
Het primaire doel in fase 1 is om te onderzoeken of orale behandeling met
esketamine niet inferieur is aan ECT in termen van
responspercentages. De belangrijkste onderzoeksparameter omvat het percentage
patiënten met een respons op de behandeling, gedefinieerd
als een >=30% reductie (d.w.z. MICD) op de MADRS, in de esketamine ten opzichte
van de ECT-aandoening na acht weken behandeling.
Fase 2
Het primaire doel in fase 2 is het vergelijken van de werkzaamheid van
onderhoudsbehandeling met orale esketamine of ECT bij het voorkomen van
terugval (d.w.z. verlies van respons) bij patiënten die reageerden op de acute
behandeling (fase 1). De belangrijkste onderzoeksparameter
omvat het percentage patiënten met een terugval van depressie (d.w.z. verlies
van respons), gedefinieerd als een vermindering van <30% op de
MADRS, van de esketamine in vergelijking met de ECT-aandoening na 12 maanden
onderhoudsbehandeling.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire doelstellingen en eindpunten zijn:
1. Onderzoeken of esketamine (ESK) niet-inferieur is aan ECT bij patiënten met
NTRD op korte termijn in ernst van depressiesymptomen,
suïcidaliteit, klinische indruk, functioneren en kwaliteit van leven, gemeten
d.m.v.:
a) Responspercentage (>=50% reductie MADRS)
b) Verandering in IDS-SR totale score tussen baseline (BSL) en 8 weken (8w)
c) Verandering in C-SSRS-scores tussen BSL en 8w
e) Verandering in CGI-, CGI-S- en een toename in CGI-I-score tussen BSL en 8w
f) Verandering in de WHODAS-totaalscore tussen BSL en 8w
g) Verandering in EQ-5D-5L-score tussen BSL en 8w
2. Onderzoek naar langetermijneffect van ESK vergeleken met ECT bij PT's die
reageren op initiële behandeling, zoals gemeten door:
a) Remissiepercentages, gedefinieerd als MADRS-totaalscore <= 9 bij de follow-up
(FU) bezoeken, en met inbegrip van zowel aanhoudende
remissie (remissie<= 8w en aanhoudend tijdens FU), en vertraagde remissie
(remissie> 8w en aanhoudend gedurende FU)
b) Terugval (<6 maanden remissie) en recidief (>6 maanden remissie),
gedefinieerd als:
• Een MADRS-totaalscore >= 19 voor tenminste twee opeenvolgende
metingen, OF
• Verergering van symptomen die wijziging behandelbeleid vereisen, OF
• Heropname in ziekenhuis, OK
• Suïcidepoging
c) Vergelijken van de verschillen in beloop van depressie tijdens FU tussen de
aandoeningen met de maandelijkse MADRS- en IDS-SR-scores
d) Verandering in ernst depressieve symptomen: een verlaging van de
IDS-SR-score tussen 8w behandeling en FU
e) Verandering in suïcidegedachten: vermindering of behoud initiële
vermindering van C-SSRS-scores tussen 8w behandeling en FU
f) Verandering in algemene klinische indruk: vermindering of behoud initiële
vermindering van de CGI-, CGI-S-score en verbetering zoals
gemeten met de CGI-I van 8w tot 1 jaar FU
g) Verandering in functioneren: vermindering of behoud initiële vermindering
van de WHODAS-score van 8w tot 1 jaar FU
h) Verandering in kwaliteit van leven: vermindering of behoud initiële
vermindering van de EQ-5D-5L score van 8w tot 1 jaar FU
i) Het vergelijkbare/smallere profiel van aanvullende behandelingen ontvangen
tijdens FU, afgeleid van TIC-P
3. Onderzoeken of ESK patiëntvriendelijker is dan ECT m.b.t. behandellast,
bijwerkingen, verdraagbaarheid en risico op misbruik
tijdens behandeling en FU, gemeten met: SAFTEE, DART, D- RAVLT, MoCA,
Trailmaking Test A&B, SAMI, CUAMI
e) Lichaamsgewicht, bloeddruk, hartslag, nierfunctie en leverenzymwaarden
f) Onderzoek naar de ervaringen van PT's met behandeling met ESK of ECT, door
een interview, K-SET en 5D-ASC.
4. Onderzoeken of ESK kosteneffectiever is in vergelijking met ECT, uitgedrukt
in incrementele kosten per gewonnen QALY, gemeten vanuit
een maatschappelijk perspectief, inclusief productiviteitskosten met behulp van
de TIC-P. QALY's worden beoordeeld met gebruiksscores
afgeleid van de EQ-5D-5L met behulp van het gevalideerde Nederlandse tarief. Er
zal een BIA worden uitgevoerd om besluitvormers te
informeren over de financiële gevolgen van de invoering en verspreiding van
ESK-behandeling voor NTRD in de Nederlandse gezondheidszorg
5. Voorspellers en werkingsmechanismen van succesvolle ESK- en ECTbehandeling
onderzoeken door:
a) Beoordeling van demografische, klinische stadiërings- en
profileringskenmerken, waaronder: geslacht, leeftijd, depressiesubtypes
(beoordeeld door de MINI-plus bij screening), niveau van
behandelingsresistentie (beoordeeld door DM-TRD), eerdere depressieve
behandelingen (met name ECT & IN ESK), dissociatieve ervaringen (beoordeeld
door 5D-ASC), behandelverwachting (beoordeeld door CEQ),
persoonlijkheidskenmerken (beoordeeld door SAPAS) en jeugdtrauma (beoordeeld
door JTV).
b) Het beoordelen van neurobiologische markers die de belangrijkste
pathofysiologische mechanismen omvatten die betrokken zijn bij
stemmingsstoornissen (optioneel bij geïnformeerde toestemming):
A. bloed biomarkers
B. genexpressie in witte bloedcellen
c) Beoordeling van het farmacokinetische profiel van orale ESK, door
plasmaspiegels van ESK en zijn metabolieten te meten, en door de
relatie tussen deze en onze primaire uitkomst te onderzoeken
d) Onderzoek naar mogelijke farmacodynamische kenmerken van ESK, door de
relatie te onderzoeken tussen het farmacokinetische profiel van
ESK en:
A. ESK PK data in een subgroep van 20 deelnemers,
B. BMI
C. Het gebruik van antidepressiva en benzodiazepinen
D. Etnische afkomst
6. Onderzoeken van subjectieve ervaringen van PT's met ESK of ECT, zoals
gemeten door een Nederlands individueel semi-gestructureerd
interview waarin een subset van PT's uit beide behandelarmen wordt gevraagd
naar persoonlijke ervaringen met de behandeling en
procedures. Het interview gaat in op hoe PT's zich verhouden tot hun ziekte en
hun persoonlijke omstandigheden. Bij inclusie wordt
toestemming gevraagd voor deelname, het semigestructureerde interview vindt
plaats aan het einde van fase 1.
Achtergrond van het onderzoek
Depressie is een van de meest ingrijpende medische aandoeningen ter wereld, een
belangrijke oorzaak van invaliditeit en een belangrijke oorzaak van de algehele
wereldwijde ziektelast. Helaas is de reactie op de behandeling nogal
onvoorspelbaar, van lange duur en onvolledig in succespercentages. Stapsgewijze
geprotocolleerde behandeling met verschillende antidepressiva en
psychotherapieën leidt bij ongeveer 30% van de patiënten niet tot een klinisch
betekenisvolle respons. Professionele richtlijnen adviseren
elektroconvulsietherapie (ECT) als de laatste behandelingsstap voor patiënten
met therapieresistente depressie (TRD). Echter, ECT brengt bepaalde nadelen met
zich mee: de procedure vereist herhaalde anesthesie en klinische opname, er is
een risico op aanhoudende en significante cognitieve bijwerkingen en 40% van de
patiënten valt terug in een depressieve episode binnen 6 maanden. Daarom is er
dringend behoefte aan effectieve alternatieven voor patiënten met TRD. Dit
geldt des te meer voor patiënten met een niet-psychotische therapieresistente
depressie (NTRD), voor wie ECT over het algemeen minder effectief is dan voor
patiënten met een depressie met psychotische kenmerken. Een nieuwe interventie
die snelle en robuuste antidepressieve effecten heeft laten zien, is
behandeling met esketamine, hetzij als intraveneuze (IV), intranasale (IN) of
orale formulering waarvan isaangetoond dat ze effectief zijn bij patiënten met
NTRD. IV esketamine lijkt de meest robuuste directe resultaten te hebben op de
vermindering van depressieve symptomen, maar de verschillende toepassingen zijn
niet direct met elkaar vergeleken en na 4 tot 8 weken lijken de verschillen in
effecten tussen de verschillende vormen van toepassingen zeer beperkt te zijn .
Bovendien is er niet veel bekend over hoe het antidepressieve effect kan worden
behouden na een succesvolle initiële behandeling met esketamine. Kijkend naar
de belasting van de patiënt is IV duidelijk de meest invasieve variant, gevolgd
door IN die bij elke dosis in de kliniek moet worden toegepast. Orale
esketamine kan veilig voor langere tijd kan worden gebruikt, ook thuis. Deze
voordelen maken generieke orale esketamine een patiëntvriendelijke behandeling
in vergelijking met de andere formuleringen. Bovendien is orale esketamine veel
goedkoper dan IN esketamine en ook minder duur dan ECT. Gezien de veelbelovende
effecten en veronderstelde voordelen is een belangrijke vraag of orale
esketamine kan dienen als effectieve en aanvaardbare alternatieven voor ECT voor
NTRD-patiënten. Dit onderzoek wordt gefinancierd door een subsidie van Zorg
Instituut Nederland (ZINL) in het kader van het programma 'Veelbelovende Zorg'.
Als de resultaten positief zijn, zal ZINL de implementatie en terugbetaling van
goedkope generieke orale esketamine voor de behandeling van patiënten met NTRD
in Nederland vergemakkelijken. Dit zou kunnen leiden tot een extra, betaalbare
en vergoede esketamine-variant op de markt.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-517485-42-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Fase 1:
Het primaire doel van deze studie is het onderzoeken of orale esketamine
niet-inferieur is aan ECT na acht weken van individueel geoptimaliseerde
behandeling bij deelnemers met NTRD.
Fase 2:
Het vergelijken van de effectiviteit van de onderhoudsbehandeling met orale
esketamine versus ECT ter voorkoming van terugval, gedurende 1 jaar follow-up,
bij deelnemers die respons hadden op de initiële behandeling in fase 1.
Secundaire doelstellingen zijn:
1) Onderzoeken of orale esketamine niet-inferieur is aan ECT bij patiënten met
NTRD op de korte termijn, waaronder de ernst van depressieve symptomen,
suïcidegedachten, klinische indruk, functionaliteit en kwaliteit van leven;
2) Onderzoek naar de langetermijneffectiviteit van behandeling met orale
esketamine in vergelijking met ECT-behandeling bij deelnemers die reageren op
de initiële behandeling;
3) Onderzoeken of orale esketamine patiëntvriendelijker is dan ECT met
betrekking tot behandellast, bijwerkingen, verdraagbaarheid en risico op
misbruik;
4) Onderzoeken of orale esketamine kosteneffectiever is in vergelijking met
ECT; 5) Voorspellers en werkingsmechanismen van succesvolle esketamine- en
ECT-behandeling onderzoeken;
6) Onderzoeken van de subjectieve ervaringen van deelnemers met behandeling met
orale esketamine of ECT.
Onderzoeksopzet
Deze studie omvat een multicenter, gerandomiseerde klinische
non-inferioriteitsstudie met langdurige follow-up, met twee parallelle
1:1-behandelingsarmen: orale esketamine versus ECT. Fase 1 omvat het
gerandomiseerde non-inferioriteitsdeel van de studie waarin de werkzaamheid van
de twee behandelingen wordt vergeleken. In fase 1 worden deelnemers willekeurig
aan een van de twee behandelarmen gekoppeld en krijgen ze gedurende acht weken
tweemaal per week orale esketamine of ECT. Fase 2 omvat de
lange-termijnopvolging van beide behandelarmen, in totaal één jaar. Deze fase
is meer naturalistisch en beschrijft of de twee behandelingen succesvol zijn in
het handhaven van de initiële respons. In fase 2 worden beide behandelingen op
individuele basis afgebouwd.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Deelnemers krijgen twee keer per week orale esketamine of ECT toegediend. Beide behandelingen zijn individueel op maat gemaakt voor een optimale effectiviteit. De esketamine-arm begint met een initiële dosis van 0,5 mg/kg orale esketamine. Doseringen worden vervolgens getitreerd, gebaseerd op individuele verdraagbaarheid en klinisch effect, tot een maximale dosis van 3,0 mg/kg. ECT wordt ook twee keer per week uitgevoerd volgens de standaardzorg (routine care) in overeenstemming met de Nederlandse landelijke ECT-richtlijn. ECT wordt individueel op maat toegediend, omdat voor elke patiënt de drempelwaarde voor insulten wordt bepaald om de lading (dosering) van de aangeboden stimulus te kiezen. Indien er na 6 weken behandeling suboptimale verbetering van depressieve klachten blijkt, wordt ECT overgeschakeld van rechts unilaterale naar (potentieel krachtigere) bilaterale behandeling. Alle deelnemers die een minimaal klinisch belangrijk verschil (Minimally Clinically Important Difference; MCID) hebben laten zien, vastgesteld als een >=30% reductie op de totale MADRS-score, na 8 weken behandeling (fase 1) wordt voortzetting van de behandeling in fase 2 aangeboden. De frequentie wordt afgebouwd, afhankelijk van op klinische uitkomst volgens een vast protocol, gericht op het stabiel houden van responders en het voorkomen van terugval of herhaling van depressie. In beide condities zullen deelnemers ook reguliere antidepressiva gebruiken om de kans op terugval verder te verkleinen. Dit is de standaard procedure voor zowel ECT als orale esketamine vervolgbehandelingen.
Inschatting van belasting en risico
Het onderzoek is bedoeld om de deelnemers direct ten goede te komen, omdat de
behandelingen specifiek gericht zijn op het verminderen van depressieve
symptomen. Aangezien blindering onmogelijk is bij het vergelijken van ECT met
orale esketamine, en het onthouden van behandeling bij deze ernstig zieke
patiëntengroep onethisch is, is er geen placebo-arm en krijgen alle deelnemers
een actieve behandeling. Deelname aan deze studie houdt in dat deelnemers
bijdragen aan de ontwikkeling van medische kennis die ook voor toekomstige
patiënten ingezet kan worden. De gezondheidsrisico's verbonden aan deelname
worden beperkt. Er is ruime ervaring met esketamine als anestheticum en
analgeticum dat wordt gebruikt in een breed scala van medische settings en
indicaties, waaronder NTRD. Bovendien hebben recente onderzoeken ook de
veiligheid van esketamine voor NTRD-patiënten aangetoond. Bekende bijwerkingen
van esketamine zijn meestal mild en limiterend. Bijwerkingen zullen
nauwlettend worden gevolgd tijdens en na de behandelingssessies. Daadwerkelijke
risico's, bijvoorbeeld verhoging van de bloeddruk, zullen snel worden
geïdentificeerd en er zal adequaat worden ingegrepen. De gezondheidsrisico's en
behandellast in de ECT-arm verschillen niet van de reguliere ECT-behandeling,
die in de psychiatrie standaard op richtlijnen is gebaseerd. De deelnemers
zullen op verschillende momenten tijdens het onderzoek gevraagd worden om
vragenlijsten te beantwoorden of in te vullen. Deze Routine Outcome Monitoring
wordt breed toegepast in de GGZ en is standaardpraktijk in de klinische
psychiatrie voor alle vormen van depressiebehandeling. Voor studiedoeleinden
zijn echter aanvullende vragenlijsten toegevoegd. Het invullen van
vragenlijsten kost tijd en kan soms als saai en/of vervelend worden ervaren. De
interviews kunnen de deelnemers ook tot op zekere hoogte verontrusten, gezien
de persoonlijke en emotionele inhoud. We hebben echter in eerdere onderzoeken
geconstateerd dat patiënten dit vaak zien als zorgvuldige aandacht voor hun
lastige situatie. Venapunctie gaat gepaard met verwaarloosbare risico's en
verwaarloosbare tot lichte belasting. Lichamelijk onderzoek gaat gepaard met
een verwaarloosbare tot lichte belasting. Deelnemers mogen tijdens deelname aan
het onderzoek bezwaar maken tegen (een deel van) de beoordelingen of
onderzoeken. Gezien de beperkte extra patiëntenlast in de huidige studie in
vergelijking met standaardbehandeling en de mogelijke positieve uitkomst voor
zowel de deelnemers zelf als voor toekomstige patiënten, zijn wij van mening
dat het aanbieden van deelname aan het onderzoek aan patiënten die aan de
inclusiecriteria voldoen gerechtvaardigd is.
Publiek
Hanzeplein 1
Groningen 9713GZ
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
Groningen 9713GZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• 18 jaar of ouder bij screening;
• Voldoende niveau van gesproken en geschreven Nederlands;
• Mogelijkheid om vrijwillige schriftelijke geïnformeerde toestemming te geven
voorafgaand aan deelname aan het onderzoek;
• Huidige DSM-5-diagnose van een depressieve stemmingsstoornis zonder
psychotische symptomen, vastgesteld door het Mini International
Neuropsychiatric Interview (MINI-plus);
• Ten minste matige tot ernstige depressie, gedefinieerd door een
MADRS-totaalscore >= 20;
• Indicatie voor ECT-behandeling voor de behandeling van de huidige depressieve
episode.
• Therapieresistente depressie, gedefinieerd als niet-respons op (of
vastgestelde niet-verdraagbaarheid van) behandeling met ten minste twee
verschillende antidepressiva plus een augmentatiestap zoals lithium,
mirtazapine of quetiapine gedurende het hele leven, allemaal voorgeschreven in
een adequate dosis (d.w.z. gedefinieerde dagelijkse dosis) gedurende ten minste
vier weken;
• Patiënten gaan akkoord met initiële klinische opname voor en daaropvolgende
dagbehandeling/poliklinische behandeling.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Eerdere of huidige bipolaire stoornis, schizofreniespectrum, andere
psychotische stoornissen, huidige depressieve stemmingsstoornis met
psychotische kenmerken (eerdere depressieve stemmingsstoornis met
psychotische kenmerken is toegestaan als de huidige episode
nietpsychotisch is). Alle diagnoses volgens DSM-5, beoordeeld met
MINIplus interview bij screening;
• De aanwezigheid van een huidige matige of ernstige alcohol- of
drugsafhankelijkheid 6 maanden voor screening volgens de DSM-5,
tabaks- en cafeïne gerelateerde aandoeningen niet meegerekend,
vastgesteld door de MINI-plus;
• Huidig gebruik van een MAO-remmer boven een dagelijkse dosis van
60 mg;
• Recent (binnen de laatste vier weken voor screening) of huidig gebruik
van cannabis of andere niet-voorgeschreven psychoactieve stoffen,
waaronder Sint Janskruid, beoordeeld bij screening;
• Relevante neurologische aandoeningen, zoals dementie of epilepsie;
• Recente (binnen de laatste vier weken van screening) verandering in
de behandeling met antidepressiva;
• Geplande veranderingen in de behandeling met antidepressiva tijdens
fase 1 van de studie, die geen onderdeel zijn van de standaardpraktijk
van ECT-behandeling, zoals verandering in lithium of anti-epileptica;
• Actieve suïcideplannen, gedefinieerd als een score hoger dan 5
(expliciete plannen voor suïcide wanneer er een mogelijkheid is of
actieve voorbereidingen voor de uitvoering van suïcide) op het
MADRSitem voor suïcidale gedachten;
• (Vermoedelijke) zwangerschap, borstvoeding of onvoldoende
anticonceptie. Bij vruchtbare vrouwen wordt een zwangerschapstest
(urine) gedaan voorafgaand aan fase 1;
• Huidig gebruik van benzodiazepine en benzodiazepine-achtige
middelen (zolpidem, zopiclon) van meer dan 3 mg lorazepam of een
equivalent per dag;
• Recente (binnen de laatste vier weken van screening) start of
verandering in het gebruik van somatische medicatie die vaak de
stemming beïnvloedt, zoals corticosteroïden;
• Eerdere behandeling met ECT of esketamine tijdens de huidige
depressieve episode;
• Aanwezigheid van enige absolute contra-indicatie voor gebruik van
esketamine (volgens de Samenvattingen van de Productkenmerken) of
ECT (volgens Nederlandse ECT-richtlijnen, Bijlage A), namelijk
feochromocytoom, verhoogde intracraniale druk, intracraniële chirurgie
(< 6 maanden), een recente cerebrovasculaire ongeval / hersentrauma,
glaucoom, recent myocardinfarct (<6 maanden), onstabiele angina
pectoris of myocardziekte (New York Heart Association (NYHA) klasse
IV), aneurysmale vaatziekte, ernstige hypertensie, ernstige
hyperthyreoïdie, ernstige leverproblemen (Kinder- Pugh klasse C),
ernstige nierproblemen, acute intermitterende porfyrie, ernstige infectie
van de bovenste luchtwegen, het gebruik van medicatie waarmee esketamine een
belangrijke wisselwerking heeft, zoals
xanthinederivaten (aminofylline, theofylline) of eerdere
overgevoeligheid voor esketamine of zijn componenten • Aanwezigheid
van een van de volgende relatieve contra-indicaties voor
esketaminegebruik (volgens de Samenvattingen van de
Productkenmerken) of ECT (volgens Nederlandse ECT-richtlijnen, Bijlage
(A), namelijk stabiele angina pectoris, hypertensie, myocardinfarct (> 6
maanden geleden ), intracraniaal proces, onstabiele cervicale
wervelkolom, carcinoïde, ernstige COPD, ernstige obesitas,
pseudocholinesterasedeficiëntie, kwaadaardige hyperthermie en
aangeboren spierziekten. Cardiovasculaire relatieve contra-indicaties
leiden tot overleg met een collega van de afdeling cardiologie. Dit
gebeurt na screening door de onderzoeker die de patiënt heeft
gescreend. Na cardiologische klaring is het eventueel nog mogelijk om in
te schrijven. Aanwezigheid van een intracraniaal proces wordt na
screening besproken met een collega van de afdeling neurochirurgie en
een anesthesioloog. Resterende relatieve contra-indicaties leiden tot
overleg met de afdeling anesthesiologie. Dit gebeurt na screening door
de onderzoeker die de patiënt heeft gescreend. Na anesthesiologische
klaring is het wellicht nog mogelijk om in te schrijven.
• Geestelijke incompetentie om de geïnformeerde toestemming van dit
onderzoek volledig te begrijpen, gebaseerd op het oordeel van de
huisarts of behandelend psychiater van de deelnemer;
• Onvermogen om de onderzoeksvereisten te begrijpen of eraan te
voldoen, zoals beoordeeld door de onderzoeker(s);
• Gebruik van andere onderzoeksgeneesmiddelen binnen 4 weken voor
screening.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-517485-42-00 |
EudraCT | EUCTR2022-000383-21-NL |
CCMO | NL80517.042.22 |