Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-517700-12-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Het doel van dit onderzoek is eht verbeteren van de ziektevrije overleving bij patiënten met een rectumcarcinoom door deze…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair eindpunt
Het primaire eindpunt van het onderzoek is ziektevrije overleving in de
intention-to-treat-populatie, berekend vanaf de datum van de operatie tot de
datum van recidief of overlijden door welke oorzaak van de patiënt dan ook,
afhankelijk van wat zich het eerst voordoet. De belangrijkste analyse met
betrekking tot het primaire eindpunt zal worden uitgevoerd na 118 voorvallen en
is gepland twee jaar na de laatste geïncludeerde patiënt.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomsten zijn ziektevrije overleving, uitgevoerd volgens
protocolanalyse om het pure behandelingseffect te analyseren. Bovendien wordt
de totale overleving berekend vanaf de datum van de operatie tot de datum van
overlijden door welke oorzaak dan ook. De kwaliteit van leven zal in beide
groepen worden beoordeeld door het verkrijgen van vragenlijsten die al zijn
verstrekt door de PLCRC-cohortstudie om het effect van adjuvante chemotherapie
op de kwaliteit van leven te vergelijken. De robuustheid van ctDNA als
biomarker zal worden geanalyseerd door de ziektevrije overleving van patiënten
met detecteerbaar ctDNA die niet worden behandeld met adjuvante chemotherapie
(controlegroep) te vergelijken met patiënten met niet-detecteerbaar ctDNA.
Achtergrond van het onderzoek
Endeldarmkanker is een wereldwijde oorzaak van kankergerelateerde sterfte. De
incidentie van endeldarmkanker in Nederland is ongeveer 3500 patiënten per
jaar. De introductie van gecombineerde neoadjuvante (chemo)radiotherapie en
totale mesorectale excisie (TME) heeft het lokale recidiefpercentage
aanzienlijk verminderd, maar het percentage recidieven op afstand blijft rond
de 30%. Recidieven zijn waarschijnlijk het gevolg van resterende lokale ziekte
of subklinische gemetastaseerde ziekte (minimale resterende ziekte). Deze
micrometastasen zijn met de huidige beeldvormende technieken niet aantoonbaar,
maar na de operatie nog wel aanwezig.
Adjuvante chemotherapie kan gunstig zijn voor patiënten met een hoog risico op
recidief ziekte. Er zijn echter slechts een paar gerandomiseerde onderzoeken
naar adjuvante chemotherapie beschikbaar. Studies naar adjuvante chemotherapie
bij endeldarmkanker leverden tegenstrijdige resultaten op. Als gevolg hiervan
is behandeling met adjuvante chemotherapie bij patiënten met endeldarmkanker
niet evidence-based en daarom geen standaardbehandeling in Nederland. Een
recente studie suggereerde dat preoperatieve intensieve chemotherapie met
radiotherapie, in vergelijking met standaard chemotherapie en radiotherapie,
resulteerde in een verlengde ziektevrije overleving. Dit ging echter ten koste
van een verhoogde toxiciteit en moet zich nog vertalen in een verbeterde
algehele overleving. Daarom is er een dringende behoefte aan biomarkers om die
patiënten met een hoog risico op recidief na standaardbehandeling te
identificeren, om de patiënten te selecteren die het meest kunnen profiteren
van perioperatieve chemotherapie. Circulerend tumor-DNA (ctDNA) in perifere
bloedmonsters is een potentiële biomarker om patiënten te identificeren met een
hoog risico op recidief zikete. Studies hebben de sterke prognostische waarde
van detecteerbaar ctDNA na chirurgie al aangetoond bij patiënten met lokaal
gevorderde endeldarmkanker. De REACT-studie zal onderzoeken of adjuvante
chemotherapie bij patiënten met hoog-risico endeldarmkanker met postoperatief
detecteerbaar ctDNA (ongeveer 15% van de populatie) de ziektevrije overleving
en overleving verbetert.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-517700-12-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Het doel van dit onderzoek is eht verbeteren van de ziektevrije overleving bij
patiënten met een rectumcarcinoom door deze patiënten te behandelen met
adjuvante chemotherapie in geval van aantoonbaar ctDNA na de operatie.
Onze hypothese is dat adjuvante chemotherapie gunstig zal zijn voor patiënten
met een rectumcarcinoom en detecteerbaar ctDNA na een operatie. Patiënten in
deze subgroep hebben een zeer slechte prognose, met een kans op recidief
geschat op 70% binnen twee jaar na de operatie. We willen aantonen dat
adjuvante chemotherapie bij deze patiënten zal leiden tot een absolute toename
van 25% van de tweejaars ziektevrije overleving in vergelijking met follow-up
in de controlegroep (55% vs 30%).
Onderzoeksopzet
De voorgestelde studie wordt uitgevoerd binnen het Prospectief Landelijk CRC
cohort (PLCRC) cohort en voldoet aan het trial binnen cohort (TwiCs) design,
d.w.z. een gerandomiseerde gecontroleerde studie binnen een prospectief cohort.
Bloedmonsters van endarmkankerpatiënten die zijn verkregen in de PLCRC-studie,
die voldoen aan de inclusiecriteria en in aanmerking komen voor adjuvante
chemotherapie, zullen worden geanalyseerd op de aanwezigheid van detecteerbaar
ctDNA. Patiënten met detecteerbaar ctDNA worden volgens het TwiCs-design met
een 1:1 ratio gerandomiseerd naar een experimentele en een controlegroep.
Patiënten met niet-detecteerbaar ctDNA worden behandeld en opgevolgd volgens de
huidige zorgstandaard en krijgen geen informatie over de resultaten van de
ctDNA-analyse.
Experimentele groep: Patiënten met detecteerbaar ctDNA en gerandomiseerd in de
experimentele arm zullen worden geïnformeerd over het testresultaat met
bijbehorende slechtere prognose en over de studie met de mogelijkheid om
adjuvante chemotherapie te krijgen. De verwachte voordelen en nadelen van
adjuvante chemotherapie zullen worden besproken. Na grondige besprekingen
beslissen patiënten of ze bereid zijn om adjuvante chemotherapie te krijgen
bestaande uit capecitabine en oxaliplatine (CAPOX) of leucovorine, fluorouracil
en oxalilplatine (FOLFOX). Degenen die chemotherapie willen ontvangen, worden
om informed consent gevraagd.
Controlegroep: Patiënten met detecteerbaar ctDNA en gerandomiseerd in de
controle-arm worden niet geïnformeerd over het testresultaat en krijgen
routinematige follow-up. Zij hadden al informed consent gegeven voor de
mogelijkheid van randomisatie in een mogelijke trial binnen PLCRC met de
mogelijkheid om als controlepatiënt te dienen zonder als zodanig geïnformeerd
te worden. Ook de behandelende artsen krijgen geen informatie over de
toewijzing aan de controlearm en het resultaat van de ctDNA-analyse. Patiënten
in de controle-arm krijgen geen experimentele adjuvante chemotherapie (geen
gevolgen voor deze groep).
Registratiecohort: Alle patiënten met niet-detecteerbaar ctDNA worden binnen
PLCRC gevolgd. Geen gevolgen voor deze groep.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten met detecteerbaar ctDNA na de operatie en gerandomiseerd naar de experimentele groep zullen adjuvante chemotherapie krijgen binnen 12 weken na de operatie. Adjuvante chemotherapie bestaat uit 6 cycli van 5FU/LV en oxaliplatine (FOLFOX) elke 2 weken of 3-wekelijkse cycli met capecitabine en oxaliplatine (CAPOX). De duur van de behandeling is 3 maanden (12 weken).
Inschatting van belasting en risico
In de huidige klinische praktijk is er geen indicatie voor adjuvante
chemotherapie bij patiënten na een operatie voor primair rectumcarcinoom.
Patiënten die gerandomiseerd zijn in de experimentele groep krijgen adjuvante
chemotherapie aangeboden om recidief ziekte te verminderen. Na gedetailleerde
informatie en counseling over adjuvante chemotherapie door hun behandelend
arts, beslissen patiënten of ze bereid zijn om adjuvante chemotherapie te
ontvangen. Indien besloten wordt om adjuvante chemotherapie te krijgen, zullen
patiënten binnen 12 weken na de operatie starten.
Het combinatiechemotherapieschema van CAPOX en FOLFOX wordt in de huidige
praktijk vaak in de adjuvante setting toegediend voor colorectale carcinoom,
daarom zijn de risico's en toxiciteit van de gebruikte adjuvante chemotherapie
bekend. De meeste bijwerkingen zijn beheersbaar en van voorbijgaande aard. De
meest voorkomende bijwerkingen van adjuvante chemotherapie zijn vermoeidheid,
myelosuppressie, hand-voetsyndroom, misselijkheid, diarree, sensorische
neuropathie, dysesthesie en zeer zelden hartritmestoornissen en hartischemie.
Publiek
Dr.Molewaterplein 40
Rotterdam 3000CA
NL
Wetenschappelijk
Dr.Molewaterplein 40
Rotterdam 3000CA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Leeftijd >= 18 jaar
• WHO score 0-1
• Geïnformeerde toestemming voor PLCRC met specifieke toestemming voor
aanvullende bloedafnames en de uitnodiging voor toekomstig experimenteel
onderzoek
• Histologisch bevestigde rectumkanker; ofwel behandeld met neoadjuvante
(chemo)radiotherapie, en/of klinische T4 en/of N+ indien er geen neoadjuvante
therapie werd gegeven.
• Komt in aanmerking voor behandeling met adjuvante combinatiechemotherapie
(CAPOX/FOLFOX) op basis van discretie van de behandelend arts
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Een andere maligniteit in de afgelopen 5 jaar, met uitzondering van behandeld
carcinoom in situ of huidkanker anders dan melanoom
• Onvolledige primaire tumorresectie (R1- of R2-resectie)
• Contra-indicatie voor fluoropyrimidinen of oxaliplatine
• Neoadjuvante systemische behandeling op basis van oxaliplatine, b.v.
behandeld met het RAPIDO-regime bestaande uit korte radiotherapie gevolgd door
6 cycli CAPOX of 9 cycli FOLFOX voorafgaand aan de operatie
• Patienten met een klinisch complete respons welke geen operatie ondergaan.
• Zwangere en zogende vrouwen
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-517700-12-00 |
EudraCT | EUCTR2022-002580-30-NL |
CCMO | NL82006.078.22 |