Het algehele doel van dit onderzoek is het karakteriseren van de klinische veiligheid en prestaties van het AB1-instrument bij patiënten met pathologisch bevestigde maligniteit, die in aanmerking komen voor chirurgische resectie van de tumor en die…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ademhalingsorgaan- en mediastinale neoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
- Luchtwegneoplasmata
- Luchtwegen therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire veiligheidsdoelstellingen zijn als volgt:
Fase A - Ablatie (dag 0) en resectie (dag 0)
Het beoordelen en karakteriseren van eventuele ernstige hulpmiddel gerelateerde
ongewenste gebeurtenissen in verband met de afgifte van microgolfenergie door
het AB1-systeem in proefpersonen die bronchoscopische ablatie van long tumoren
ondergaan voorafgaand aan de eerste incisie voor de chirurgische resectie.
Fase B - Ablatie (dag 0) en resectie (tot dag 21)
Het beoordelen en karakteriseren van eventuele ernstige hulpmiddel gerelateerde
ongewenste gebeurtenissen in verband met de afgifte van microgolfenergie door
het AB1-systeem in proefpersonen die bronchoscopische ablatie van long tumoren
ondergaan (voorafgaand aan de eerste e incisie voor de chirurgische resectie)
bij proefpersonen die een chirurgische resectie zullen ondergaan.
Primaire doelstelling prestaties (werkzaamheid)
Het evalueren van het vermogen van het AB1-instrument om bronchoscopisch in het
beoogde longweefsel (de tumor) te worden gepositioneerd zoals bevestigd door
fluoroscopie, CBCT of direct bronchoscopisch zicht en geplande microgolfenergie
af te geven aan het doelweefsel.
De primaire veiligheidseindpunten/resultaten zijn als volgt:
Fase A - Ablatie (dag 0) en resectie (dag 0)
Identificatie van ernstige hulpmiddel gerelateerde intraprocedurele ongewenste
gebeurtenissen in verband met het gebruik van het AB1-systeem op dag 0
voorafgaand aan chirurgische resectie gedefinieerd door de aanvankelijke
incisie (aantal en aard van ernstige ongewenste gebeurtenissen, zowel
hulpmiddel- als procedure gerelateerd, worden geïdentificeerd).
Fase B - Ablatie (dag 0) en resectie (tot dag 21)
Identificatie van ernstige hulpmiddel gerelateerde ongewenste gebeurtenissen in
verband met het gebruik van het AB1-systeem vanaf dag 0 tot het begin van de
chirurgische resectie gedefinieerd door de incisie (aantal en aard van ernstige
ongewenste gebeurtenissen, zowel hulpmiddel- als procedure gerelateerd, worden
geïdentificeerd).
Primair(e) eindpunt(en) prestaties (werkzaamheid)
Aanvankelijk technisch succes, gedefinieerd als geslaagde bronchoscopische
toegang van het AB1-instrument tot het doelweefsel, afgifte van de geplande
microgolfenergie aan het doelweefsel (volgens vooraf gespecificeerd doel) en
bevestigde ablatie aangetoond door macroscopische beoordeling na de
chirurgische resectie van de geableerde laesie.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire doelstellingen prestaties (werkzaamheid)
Het bepalen van de correlaties tussen de volumes en afmetingen van thermisch
behandeld weefsel vermeld in de gebruiksaanwijzing van het AB1-instrument van
Creo Medical (verkregen in varkenslongweefsel ex vivo) en de afmetingen en
volumes gemeten in long tumoren bij gebruik van het AB1-systeem voor de afgifte
van microgolfenergie bij dezelfde tijdsduur.
Het evalueren van het gebruiksgemak van het AB1-systeem, met inbegrip van
beoordeling door artsen van het opzetten, de behandelingsselectie, het opvoeren
en het terugtrekken van het AB1-instrument uit de bronchoscoop, het reinigen
van het elektrochirurgische systeem en de (afval)verwerkingvan het instrument.
Secundaire eindpunten prestaties (werkzaamheid)
1. Beoordeling/visualisatie/kwantificering van de afmetingen van het geableerde
weefsel met inbegrip van beoordeling van de marge ten opzichte van de laesie.
2. Beoordeling/visualisatie/kwantificering van de afmetingen van ablatie
waargenomen op CT na de ablatie.
3. Proceduretijd
4. Beoordeling van gebruiksgemak systeem, waaronder:
a. Duidelijkheid van de instructies zoals door clinici gemeld op een
likert-schaal van 1 tot 7, waarbij 1 staat voor *uiterst duidelijk* en 7 voor
*uiterst moeilijk te volgen*
b. Gemak van het opzetten zoals door clinici gemeld op een likert-schaal van 1
tot 7, waarbij 1 staat voor *uiterst gemakkelijk* en 7 voor *uiterst moeilijk*.
c. Gemak van selectie van instrument in vervolgkeuzemenu zoals door clinici
gemeld op een likert-schaal van 1 tot 7, waarbij 1 staat voor *uiterst
gemakkelijk* en 7 voor *uiterst moeilijk*.
d. Gemak van het selecteren van de behandeling (duur van energieafgifte) aan de
hand van de diagrammen en afbeeldingen in de gebruiksaanwijzing, zoals door
clinici gemeld op een likert-schaal van 1 tot 7, waarbij 1 staat voor *uiterst
gemakkelijk* en 7 voor *uiterst moeilijk*.
e. Gemak van het gebruik van de voetschakelaar voor het regelen van de
energieafgifte zoals door clinici gemeld op een likert-schaal van 1 tot 7,
waarbij 1 staat voor *uiterst gemakkelijk* en 7 voor *uiterst moeilijk*.
f. Gemak van het opvoeren van het AB1-instrument door de bronchoscoop naar het
doelweefsel zoals door clinici gemeld op een likert-schaal van 1 tot 7, waarbij
1 staat voor *uiterst gemakkelijk* en 7 voor *uiterst moeilijk*.
g. Gemak van het terugtrekken van het AB1-instrument uit de bronchoscoop zoals
door clinici gemeld op een likert-schaal van 1 tot 7, waarbij 1 staat voor
*uiterst gemakkelijk* en 7 voor *uiterst moeilijk*.
h. Vermogen om de AB1-antenne met behulp van CT te visualiseren zoals door
clinici gemeld op een likert-schaal van 1 tot 7, waarbij 1 staat voor *uiterst
gemakkelijk* en 7 voor *uiterst moeilijk*.
i. Gemak van het handhaven van een steriel veld door gebruik van de steriele
hulzen zoals door clinici gemeld op een likert-schaal van 1 tot 7, waarbij 1
staat voor *uiterst gemakkelijk* en 7 voor *uiterst moeilijk*.
j. Gemak van het afvoeren van verontreinigde instrumenten en
accessoire-interfacekabel en steriele hulzen, zoals door clinici gemeld op een
likert-schaal van 1 tot 7, waarbij 1 staat voor *uiterst gemakkelijk* en 7 voor
*uiterst moeilijk*.
Achtergrond van het onderzoek
Longkanker is een van de meest voorkomende kanker-gerelateerde doodsoorzaak ter
wereld. Door het ontbreken van symptomen in vroege stadia, komt het regelmatig
voor dat longkanker pas in een laat stadium wordt ontdekt, wat bijdraagt aan de
hoge mortaliteit. Longkanker bedraagt voor 20% van alle gevallen van kanker bij
mannen, met een risico van 1 op de 13 bij mannen, en vormt 12% van alle
gevallen van kanker bij vrouwen, met een risico van 1 op de 23 bij vrouwen.
Wereldwijd bedraagt de incidentie van longkanker naar schatting 1,6 miljoen,
met circa 1.095.200 gevallen bij mannen en 513.600 bij vrouwen. In 2008 waren
er in ontwikkelde landen 724.300 nieuwe diagnoses en werd in
ontwikkelingslanden bij 884.500 nieuwe patiënten de diagnose van longkanker
gesteld. De wereldwijde omvang van longkanker is de afgelopen jaren sterk
toegenomen, als gevolg van de rookepidemie die in ontwikkelingslanden nog
altijd aan de orde is. Behalve dat primaire kanker veel voorkomt, vormen de
longen ook vaak de locatie voor vroege uitzaaiingen van nier-, dikkedarm- en
borstkanker.
De luchtwegen kunnen worden opgedeeld in 24 hoofdvertakkingen ofwel
'generaties'. Een standaardbronchoscoop kan laesies proximale generaties
visualiseren en rechtstreeks weefsel verkrijgen. Buiten dit bereik kunnen
verschillende instrumenten, zoals ultradunne bronchoscopen, radiale
endobronchiale echografie (radial probe endobronchial ultrasound; rEBUS),
elektromagnetische navigatie (EMN) en bronchoscopie met behulp van
cone-beam-computertomografie (CBCT), helpen bij het diagnostiseren van perifere
nodules. Bronchoscopische stadiëring wordt gedaan met behulp van de
EBUS-TBNA-bronchoscoop (endobronchial ultrasound guided transbronchial needle
aspiration). De pathologische diagnose, de locatie van de tumor en het stadium
bepalen de therapeutische opties.
Chirurgie blijft de gouden standaard voor de behandeling van patiënten met
reseceerbare kanker in een vroeg stadium die genoeg conditie voor een operatie
hebben; stereotactic body radiotherapy (SBRT) is de therapie die het meest
wordt aangeboden aan patiënten die een operatie weigeren of die een
onaanvaardbaar perioperatief risicoprofiel hebben. Operatie en SBRT lijken
klinisch gelijkwaardig te zijn, maar de twee primaire onderzoeken waarbij deze
relatie werd onderzocht bleken beiden methodologische onvoldoende en er zijn
nadere gegevens uit gerandomiseerd onderzoek nodig. Patiënten die
interventionele therapie ondergaan voor longkanker hebben vaak comorbiditeiten;
aanzienlijke postoperatieve morbiditeit is een bekend gegeven. SBRT levert
precieze, zeer hoge stralingsdoses, waarbij beperkende vermoeidheid zeer vaak
voorkomt, en waarbij pneumonitis, dyspneu en pijn op de borst worden
vastgesteld bij 2,7-27% van de patiënten. Hoewel de frequentie van klinisch
significante longtoxiciteit na SBRT laag is, is er bovendien groeiend bewijs
dat subpopulaties van patiënten (met name die met onderliggende longfibrose)
een verhoogd risico lopen. Tenslotte kan toxiciteit voor de borstwand door SBRT
leiden tot ribfracturen of pijn. Pijn van de borstwand wordt gemeld bij circa
10% van de patiënten, met toxiciteit van graad 3 bij circa 2,0% en een mediane
begintijd van >= 6 maanden na de behandeling. Trans thoracale CT-geleide
(computertomografie) microgolfablatie, radiofrequentieablatie en cryoablatie
zijn alternatieve behandelingen voor kleine longlaesies, maar hierbij moet een
naald door de pleura van long worden gevoerd om percutane ablatie te
realiseren. Er is daarom een intrinsiek risico van pneumothorax en bloeding
verbonden aan de percutane benadering.
Gerichte ablatie met een endobronchiaal microgolf ablatie instrument zoals het
AB1-instrument van Creo Medical biedt de mogelijkheid van focale behandeling en
vermijdt potentieel de risico's en morbiditeit in verband met chirurgie,
percutane ablatie of SBRT. Bij gebruik in samenhang met een platform voor
endobronchiale navigatie en/of cone-beam-CT kan een ablatie-instrument
betrouwbaar worden gemanoeuvreerd voor toegang tot moeilijk bereikbare laesies
in het middelste en perifere derde deel van de long. In dit onderzoek wordt
bekeken of microgolfenergie veilig kan worden afgegeven aan long tumoren, wat
doeltreffende ablatie van een doellaesie mogelijk zou maken, waarbij het
omliggende parenchymweefsel relatief gezien wordt gespaard en de risico's in
verband met percutane toegang worden vermeden.
Doel van het onderzoek
Het algehele doel van dit onderzoek is het karakteriseren van de klinische
veiligheid en prestaties van het AB1-instrument bij patiënten met pathologisch
bevestigde maligniteit, die in aanmerking komen voor chirurgische resectie van
de tumor en die voorafgaand aan de operatie bronchoscopische ablatie ondergaan.
Onderzoeksopzet
Post-market, prospectief, eenarmig, multicentrisch, open-label,
niet-gerandomiseerd onderzoek. Het onderzoek bestaat uit twee (2) opeenvolgende
fasen (fase A en fase B).*Fase A bestaat uit het uitvoeren van de ablatie en de
chirurgische resectie op dag 0 tijdens één ingreep. Fase B bestaat uit het
uitvoeren van de ablatie en de chirurgische resectie tijdens afzonderlijke
ingrepen met een tussentijd van ten hoogste 21 dagen. De overgang van fase A
naar fase B kan beginnen wanneer aan de onderstaande criteria wordt voldaan:
• 15 patiënten geïncludeerd en behandeld binnen fase A van dit onderzoek (CIP
ID: PD-GTD-AB1-003) en/of van het AB1MALT-onderzoek (CIP ID: 8-AB1-950).
OPMERKING - minimaal 3 patiënten moeten worden behandeld in fase A van deze
studie.
• Geen enkele onderzoekslocatie gaat over van Fase A naar Fase B als een van de
volgende situaties zich heeft voorgedaan:
- Bij 1 dood die gerelateerd zijn aan de ablatieprocedure/het
ablatieapparaat, OF
- Bij totaal 1 van de volgende gebeurtenissen:
- Ernstige complicatie gerelateerd aan de ablatie/het ablatieapparaat
die leidt tot annulering van de chirurgische resectie direct na de ablatie.
- Ernstige bloeding (definitie van ernstige bloeding = bloeding die
langer dan 30 minuten aanhoudt nadat alle mogelijke interventies die de
bloeding zouden kunnen verhelpen, zijn toegepast (koud NaCL,
vasoconstrictoren, intraveneuze medicatie, bronchusblokkers) of
chirurgische interventie is nodig om de bloeding te behandelen.
- Het optreden van de ablatie/apparat gerelateerd hierboven genoemde
gebeurtenissen zal aanleiding geven tot een volledige beoordeling
(vergadering) van de DMC, op welk moment de DMC een aanbeveling kan
doen om de proef of het proefprotocol te beëindigen, op te
schorten of aan te passen, indien van toepassing.
• Opmerking: de overgang van fase A naar fase B is niet verplicht en patiënten
kunnen in het onderzoek blijven worden geïncludeerd tot aan het maximale
inclusiedoel voor ingrepen van het type ablatie en resectie tijdens één ingreep
(dag 0).
• Opmerking: Op elk moment binnen het onderzoek (zelfs als één (1) of meer
patiënten zijn geïncludeerd voor fase B), kunnen patiënten nog steeds worden
ingeschreven voor de ablatie en resectie tijdens één ingreep op dezelfde dag
(fase A) als ze ervoor kiezen om niet deel te nemen voor een fase-B-ingreep.
Voor patiënten die fase A ondergaan, wordt het onderzoek beëindigd op het
moment van het ontslag uit het ziekenhuis volgens de standaardzorg na de
operatie en zij worden niet gevolgd in het kader van het onderzoek (de
patiënten krijgen na beëindiging van hun onderzoek follow-up en zorg volgens de
zorgstandaard).
Patiënten die fase B ondergaan, krijgen evaluaties bij follow-up bezoeken die 7
tot 10 dagen (via telefoongesprek) na de ablatie en voorafgaand aan de
chirurgische resectie worden gehouden. Voor patiënten uit fase B wordt het
onderzoek beëindigd op het moment van het ontslag uit het ziekenhuis volgens de
standaardzorg na de operatie en zij worden niet gevolgd in het kader van het
onderzoek (de patiënten krijgen na beëindiging van hun onderzoek follow-up en
zorg volgens de zorgstandaard).
Inschatting van belasting en risico
Potentiële risico's van deelname aan het onderzoek zijn:
• Vertraging van chirurgische ingreep
• Blootstelling aan straling van CT-scans voor het onderzoek
• Letsel aan de long met bloeding of perforatie tot gevolg
• Onbedoelde thermische coagulatie met schade aan niet-beoogd longweefsel
• Risico's in verband met bronchoscopie (veel voorkomende bijwerkingen:
piepende ademhaling, hoesten, keelpijn, heesheid, spanning in de keel)
• Risico's in verband met langere narcosetijd
Mogelijke (ernstige) ongewenste gebeurtenissen, ongewenste gebeurtenissen of
ongewenste hulpmiddeleffecten, waaronder het volgende:
• Pneumothorax
• Hemothorax
• Infectie/toxiciteit/pyrogeniteit
• Pneumomediastinum (lucht in de borstkas tussen de longen)
• Fistel
• Luchtembolie
• Aritmie/Ventrikelfibrilleren
• Bloeding waarvoor behandeling nodig is of leidt tot langere ziekenhuisopname
• Hypoxie
• Pleurale effusie (vocht rond de longen)
De deelnemer ondervindt mogelijk geen persoonlijk voordeel van de beoogde
ablatie behandeling.
Potentiële voordelen van deelname aan het onderzoek zijn:
• Bijdrage aan de kennis met betrekking tot microgolfablatie van longweefsel,
wat zou kunnen leiden tot verbeteringen in instrumenten en ingrepen voor de
behandeling van longkanker in de toekomst, met als gevolg verbeterde zorg en
levenskwaliteit voor mensen met longkanker.
• De mogelijkheid om de periferie van de long bronchoscopisch te bereiken leidt
mogelijk ook tot een lager complicatiepercentage ten opzichte van percutane
benaderingswijzen voor ablatie.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd ter beoordeling van de veiligheid en
prestaties/werkzaamheid van de ingreep en om onze kennis over het gebruik van
het Creo MicroBlate elektrochirurgisch systeem en de bronchoscopische
benadering voor de beoordeling en ablatie van longlaesies uit te breiden.
Endobronchiale ablatie voorkomt of minimaliseert mogelijk de noodzaak van
invasieve chirurgie voor de behandeling van long tumoren en leidt mogelijk tot
een kortere hersteltijd van patiënten, een lagere incidentie van complicaties,
minder ziekenhuisopnames en een verbeterde levenskwaliteit voor longkanker
patiënten.
Publiek
Creo House, Beaufort Park, Beaufort Park Way Unit 2
Chepstow NP16 5UH
NL
Wetenschappelijk
Creo House, Beaufort Park, Beaufort Park Way Unit 2
Chepstow NP16 5UH
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patie*nten die: 1. De gei*nformeerde toestemming hebben ondertekend. 2. De
proefpersoon is bereid en in staat om te voldoen aan alle aspecten van het
behandel- en evaluatieschema. 3. >= 18 jaar oud zijn. 4. Een of meer long
tumoren hebben die door middel van histopathologie zijn bevestigd als kanker.
5. Een of meer laesies in de weke delen van de longen zijn: • <= 30 mm in de
grootste afmeting van het longvenster voor fase A • <= 20 mm in de grootste
afmeting van het longvenster voor fase B 6. In aanmerking komen voor operatieve
resectie zoals bepaald door een multidisciplinair team (MDT) tijdens het
multidisciplinair overleg (MDO) . 7. > 10 mm tumorvrij longparenchym tussen de
doeltumor en pleura of fissuur. 8. De proefpersoon is bereid en in staat om te
voldoen aan de vereisten van het onderzoeksprotocol. 9. Een ASA-score (American
Society of Anaesthesiologists) van <= 3 toegekend hebben gekregen of de patie*nt
is aangemerkt als geschikt voor narcose.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patie*nten die: 1. Een of meer doelknobbels hebben die vallen binnen de
*centrale zone* gedefinieerd door International Association for the Study of
Lung Cancer (IASLC) (including bronchiaalboom, grote bloedvaten, hart,
slokdarm, ruggenmerg en middenrifs- en larynxzenuwen) . 2. Zwanger zijn of
borstvoeding geven, zoals bepaald door de standaardpraktijk van het centrum. 3.
In de periode van 30 dagen voor inclusie hebben deelgenomen aan een onderzoek
naar een experimenteel geneesmiddel of medisch hulpmiddel dat dit onderzoek zou
verstoren. 4. Een lichamelijke of psychologische aandoening hebben die de
deelname aan het onderzoek zou belemmeren of waardoor de veiligheid of het
welzijn van de proefpersoon in het geding zou komen. 5. Een verwachte
overleving van minder dan 12 maanden hebben. 6. Bloedingsdiathese,
niet-corrigeerbare coagulopathie of een trombocytenwaarde <= 100 x 10* /l
hebben. 7. Een implanteerbaar hulpmiddel hebben, waaronder pacemakers en andere
elektronische implantaten. 8. Bekend zijn met pulmonale hypertensie (PASP
[pulmonary artery systolic pressure; systoledruk van de longslagader] > 50
mmHg). 9. Momenteel anticoagulantia, clopidogrel of andere
trombocytenaggregatieremmers voorgeschreven krijgen, die niet kunnen worden
gestaakt of tijdelijk stopgezet. 10. Proefpersoon heeft eerder een
pneumonectomie ondergaan. 11. Diagnose van kleincellige longkanker. 12. Elke
patie*nt met klinisch significante interstitie*le longziekte in de zone van de
geplande ablatie. 13. De proefpersoon heeft een therapeutische ingreep (bijv.
SBRT) ondergaan binnen dezelfde kwab als de doeltumor. 14. Proefpersonen die
momenteel chemotherapie, systemische behandeling met immunosuppressiva of
radiotherapie ondergaan of dit eerder hebben ondergaan in de 3 maanden
voorafgaand aan de geplande onderzoeksprocedure.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCTnumber-tobeassigned |
CCMO | NL83638.018.23 |