De primaire doelstellingen van de huidige Antisociale Hoog-Risico cohort zijn het onderzoeken van 1) uitstelverdiscontering en de bijbehorende neurale correlaten (met gebruik van fMRI; afhankelijke variabelen) en mogelijke effecten van de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Persoonlijkheids- en gedragsstoornissen
Synoniemen aandoening
Aandoening
antisociaal gedrag, hersenontwikkeling en gedragsontwikkeling
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire onderzoeksvariabelen zijn de factoren monitoren waarom sommigen
hoog-risico jeugd wel succesvol kan opgroeien in de maatschappij en sommigen
niet.
In lijn met de primaire doelstellingen van de studie omvatten de belangrijkste
studieparameters zelfregulatie (bijvoorbeeld, uitstelgedrag, doelstellingen),
empathie, vertrouwen, agressie, hun neurale correlaten, en hoe deze gerelateerd
zijn aan leeftijd/ontwikkeling.
Zelfregulatie, beloningsverwerking, inhibitie, en vertrouwen worden zowel op
gedragsniveau geoperationaliseerd (bijvoorbeeld, reacties op de fMRI- en
EEG-taken beschreven onder 8.3) als op neuraal niveau.
o Voor zelfregulatie berekenen we het oppervlak onder de curve (AUC) voor de
verschillende taak condities met behulp van een 3 (doel: zelf, vriend, vreemde)
bij 2 (keuze: nu vs. later) design. Vervolgens gebruiken we een repeated
measures-ANOVA om verschillen in de AUC afhankelijk van de taakcondities te
onderzoeken. Met betrekking tot de hersenen zal het brein contrast
[zelfregulatie vs. controle] worden beoordeeld, en voeren we een ANOVA uit met
een 3 (doel: zelf, vriend, vreemde) bij 2 (keuze: nu vs. later) design. Dit
stelt ons in staat om neurale activiteit te meten in hersengebieden die
gerelateerd zijn aan zelfregulatie voor zelf en anderen.
o Voor empathie wordt er gekeken naar de neurale activiteit tijdens het
kijken van een filmclip (The Champ).De deelnemers krijgen geen verdere
instructies dan de film te kijken. Deze naturalistische fMRI biedt de
mogelijkheid om patronen van hersenactiviteit en functionele connectiviteit van
spontane (affectieve) empathie over verschillende hersengebieden te verkrijgen
en te identificeren. Gedragsgegevens en eye-tracking zullen worden gebruikt om
te correleren met de neurale reacties en de reacties van de deelnemers te
valideren. Ook wordt er op gedragsniveau gevraagd naar 'bodily sensation',
waarin de deelnemers moeten aangeven op een plaatje waar de emotie in het
lichaam gevoeld werd.
o Vertrouwen wordt geoperationaliseerd als het percentage vertrouwenskeuzes
in een dichotome vertrouwensspel (bijvoorbeeld, een vertrouwensspel waarin
deelnemers een andere persoon al dan niet kunnen vertrouwen) ten opzichte van
verschillende doelen (bijvoorbeeld, vrienden en vreemden). Wat betreft neurale
activiteit zullen we contrasten onderzoeken waarbij we vertrouwen > geen
vertrouwen en de verschillende doelen vergelijken (bijvoorbeeld, vriend >
vreemdeling), evenals een herhaalde-metingen-ANOVA met zowel de vertrouwens-
versus geen vertrouwensomstandigheden als de doelomstandigheid. Dit stelt ons
in staat om neurale activatie gerelateerd aan het vertrouwen in verschillende
individuen te meten.
o Om agressie op een gedragsniveau te meten, zullen we een aangepaste versie
van de SNAT (Achterberg et al., 2016) gebruiken, waarbij een prosociale
conditie wordt toegevoegd. Wat betreft neurale activiteit (EEG) zullen we (a)
valentie-effecten op neurale activiteit tijdens reacties op sociale feedback
onderzoeken en (b) testen of individuele verschillen in neurale activiteit
betekenisvol gerelateerd waren aan agressie gemeten op gedragsniveau, (c) hoe
deze prosociale toevoeging het gedrag bij individuen differentieert. Agressieve
responsen zullen gemeten worden met door het intensiteit van het afspelen van
een (fictief) geluid jegens hun (fictieve) tegenstanders. De deelnemers krijgen
vooraf de opdracht een persoonlijke pagina in een vriendenboekjein te vullen,
waarna ze tijdens het onderzoek positieve en negatieve feedback krijgen van
(fictieve) peers. Hierop kunnen zij reageren door een geluid harder of zachter
te laten afspelen, deze response wordt gezien als vergeldingsresponse
(agressiemaat).
Secundaire uitkomstmaten
Deze studie omvat een breed scala aan secundaire uitkomsten, waaronder
structurele MRI; zelfregulatie, doelmotivatie, beloningsgevoeligheid,
achtergrondmetingen, opvoedingsmetingen, en uitkomstmetingen beoordeeld via
vragenlijsten (zie Tabel 2); hormoongegevens verzameld met speeksel en haar;
genetische gegevens verzameld via speeksel (zie hieronder); ERPs gemeten via
EEG in relatie tot niet-sociale inhibitie en beloningsverwerking; en een
gedragstaak inspanning. De achtergrondmetingen omvatten vragen die vragen om
gevoelige gegevens, zoals leeftijd, inkomen en etniciteit. We vragen om deze
gevoelige informatie omdat een van de doelstellingen van de huidige studie is
om een steekproef te verkrijgen die een breed scala van verschillende
achtergronden bestrijkt, zowel wat betreft bijvoorbeeld inkomen als etniciteit.
Het gebrek aan informatie dat wetenschappers hebben over de achtergrond van
deelnemers, en dat bepaalde gemarginaliseerde groepen ondervertegenwoordigd
zijn in wetenschappelijke studies, is problematisch voor de
generaliseerbaarheid van bevindingen over hersen-gedrag-mechanismen, evenals
voor de geldigheid, betrouwbaarheid en reproduceerbaarheid van resultaten. Door
te vragen naar gevoelige gegevens zoals inkomen en etniciteit, kunnen we
proberen de huidige studie representatief te maken en kunnen we transparant
communiceren over de generaliseerbaarheid van de bevindingen in
wetenschappelijke publicaties.
Achtergrond van het onderzoek
Hoe groeien jongen mensen succesvol op in een steeds ingewikkeldere
maatschappij, en wat zijn de voornaamste redenen voor verschillen in hoe ze
bijdragen aan de maatschappij? De maatschappij wordt veerkrachtiger wanneer
haar leden bijdragen aan gemeenschappelijke doelen (Masten, 2018; Masten &
Motti-Stefanidi, 2020). Met het Samen Opgroeien in de Maatschappij (GUTS)
onderzoeksprogramma onderzoeken we de belangrijke vraag: Hoe interacteren
neurobiologische en sociaal-cognitieve ontwikkeling met sociale (e.g. relaties
met familie en leeftijdsgenoten) en maatschappelijke (e.g.sociaal-economische
status) kansen? Hoe kunnen we begrijpen en voorspellen of jongeren opgroeien
tot betrokken leden van onze maatschappij die een bijdrage willen leveren?
Onze hypothese is dat het succesvol ontwikkelen van zelfregulatie een
belangrijke factor is die de relatie tussen ongelijkheden in sociale en
maatschappelijke kansen en de neurobiologische ontwikkeling en bijdragen aan de
maatschappij ofwel modereert, ofwel medieert (Hoffman et al., 2012). Mensen met
betere zelfregulatie, gedefinieerd als effectief doelen stellen, motivatie om
doelen te bereiken, en doelcapaciteit, zijn beter in een balans vinden tussen
directe en latere beloningen, en de behoeften van zichzelf en anderen (Carver &
Scheier, 2012; Hofmann et al., 2012). Het begrijpen van de rol van
zelfregulatie, hoe het ontwikkelt, en hoe jongeren zich aanpassen aan
uitdagingen in de omgeving kan daarom ook kansen bieden om de effecten van
sociale ongelijkheden op het potentieel van jongeren te verminderen.
De adolescentie is een belangrijke periode voor de ontwikkeling van
zelfregulatie en maatschappelijke bijdragen, omdat dit een overgangsperiode is
van de kindertijd naar de volwassenheid (Crone & Dahl, 2012). Hoewel in de
afgelopen 20 jaar veel kennis is opgedaan over algemene ontwikkelingspatronen
in deze periode, is er een grote behoefte om te verklaren hoe verschillende
sociale en maatschappelijke contexten ontwikkeling beïnvloeden. Nieuwe
ontwikkelingen uit het veld van de neurowetenschappen bieden de kans om nieuwe
inzichten te verkrijgen over de rol van diversiteit in sociaal-contextuele
domeinen op hoe adolescenten opgroeien tot volwassenen, in interactie met of
door de ontwikkeling van zelfregulatie.
De specifieke bijdrage van het GUTS Amsterdam Hoog-risico jeugd (oftewel WP3,
een subproject) van het grotere GUTS project (zie toekenning METC Rotterdam in
bijlage A), heeft als doel om gedrag dat de maatschappij negatief beïnvloedt te
voorspellen en te begrijpen: antisociaal gedrag. In WP3 zullen we
hersenwetenschap op individueel niveau koppelen aan de maatschappelijke context
om te identificeren waarom andere jongeren zich ondanks een aanvankelijk hoog
risico toch positief ontwikkelen, en sommige jongvolwassenen afwijken van de
verwachte maatschappelijke normen en in antisociaal gedag blijven hangen, en
welke rol zelfregulatie hierin speelt.
Doel van het onderzoek
De primaire doelstellingen van de huidige Antisociale Hoog-Risico cohort zijn
het onderzoeken van 1) uitstelverdiscontering en de bijbehorende neurale
correlaten (met gebruik van fMRI; afhankelijke variabelen) en mogelijke
effecten van de begunstigde, leeftijd en sociaaleconomische status
(onafhankelijke variabelen), 2) de neurale correlaten van empathie (met gebruik
van fMRI; afhankelijke variabelen) en mogelijke effecten van leeftijd en
sociaaleconomische status, slaap, intelligentie, stress, genetica en
externaliserende gedragingen (onafhankelijke variabelen), 3) het onderzoeken
van agressie, zowel internaliserend als externaliserend, in relatie tot
empathie en zelfregulatie (afhankelijke variabelen), 4) vertrouwen naar
gemeenschapsleden, instellingen en naasten, en de bijbehorende neurale
correlaten (met gebruik van fMRI, afhankelijke variabelen, 6) hoe het gedrag
van adolescenten, in termen van affect, empathie en stress (afhankelijke
variabelen) in de loop van de tijd fluctueert en mogelijke effecten van
leeftijd en sociaaleconomische status (onafhankelijke variabelen. De neurale
correlaten (uitgedrukt in ERPs gemeten met EEG) van agressieve responsen na
verkrijgen van (negatieve) feedback. Hoe de spontane breinactiviteit in rust
(uitgedrukt in resting-state gemeten met EEG) in de loop van tijd fluctueert.
Meten van 'togetherness', empathie en hechting tussen kind en verzorger
(uitgerust in hyper scanning EEG) door het doen van taken samen.
Onderzoeksopzet
Deze cohort-sequentiele longitudinale studie beoogt 400 kinderen en
jongvolwassenen te includeren met de leeftijden beginnende bij 10-12 jaar, en
een brede variatie in socio-economische achtergrond. Daarnaast zullen we een
pilot studie doen met 10 jongvolwassenen in April 2024, om de onderzoeksopzet
en meetinstrumenten te testen. De eerste longitudinale meting van het project
wordt verwacht in de zomer van 2024, en daarna zullen deelnemers opnieuw
uitgenodigd worden in 2025 (wanneer ze 11-13 zijn) voor de EEG meting, in 2027
(wanneer ze 13-15 jaar oud zijn), in 2028 (wanneer ze 14-16 jaar zijn) en in
2030 (wanneer ze 17-19 jaar oud zijn). Het GUTS-Amsterdam hoog-risico jeugd
onderzoek zal onder meer bestaan uit neuro-imaging technieken zoals fMRI en
EEG, gedragsexperimenten, vragenlijsten, en hormoondata om
ontwikkelingstrajecten in de jongvolwassenheid te bestuderen. Neurale activatie
zal worden gemeten tijdens functionele MRI en EEG terwijl deelnemers taken
uitvoeren. Daarnaast zal ook structurele MRI gebruikt worden om de
breinanatomie te bestuderen, evenals resting-state fMRI en EEG om functionele
connectiviteit te onderzoeken. Daarnaast zullen we sociaal en cognitief
functioneren meten met verschillende vragenlijsten en taken buiten de
neuro-imaging technieken om. Hormoondata wordt verzameld middels haar en
speeksel.
Inschatting van belasting en risico
Er zijn geen bekende risico's verbonden aan het deelnemen aan de beoogde
metingen, afgezien van vermoeidheid of een andere vorm van belasting die
ervaren kan worden door deelnemers door het aantal metingen. MRI en EEG zijn
non-invasieve technieken waarbij geen materiaal in het lichaam wordt geplaatst.
Talloze kinderen, adolescenten en volwassenen hebben meegedaan aan MRI en EEG
studies zonder nadelige gevolgen. Sommige mensen worden claustrofobisch wanner
zij in een MRI scanner liggen, en in dit geval kan het onderzoek direct worden
beeindigd als de deelnemer dat wenst. De enige absolute contraindicaties voor
MRI zijn het aanwezig zijn van metaal in het lijf, of een pacemaker. Relatieve
contraindicaties zijn zwangerschap en claustrofobie. Deelnemers die zwanger
zijn, metaal in hun ogen of hoofd hebben, of die pacemakers hebben worden
uitgesloten van deelname. Contraindicaties voor EEG zijn onder meer
convulsiestoornissen, individuen met een recente beroerte, hartritmestoornissen
of ademhalingsstoornissen, en sikkelcelanemie Deelnemers met deze klachten
zullen worden uitgesloten van deelname. Hoewel er geen direct voordel bekend is
voor deelname aan het huidige onderzoek, zijn er grotere voordelen voor de
maatschappij door de te verwerven kennis. Deze kennis zal ons helpen om begrip
te krijgen van hoe zelf-regulatie interacteert met de omgeving en individuele
verschillen tijdens de typische ontwikkeling, en hoe dit bijdraagt aan
positieve of minder goede uitkomsten later in het leven.
Voor deelnemers houdt het onderzoek de belasting in wave 1,2,3 (jaar 1,3,5)
bestaat uit de volgende onderdelen: Online vragenlijsten (1 uur), 1x bezoek aan
het Spinoza center voor fMRI en gedragstaken (2 uur). In wave 1A,2A (jaar 2 en
4) bestaat de belasting uit : Online vragenlijsten (1 uur) en bezoek aan
AmsterdamUMC voor EEG (2 uur). -In totaal is dit 5x bezoek, per jaar durende 3
uur. In totaal 15 uur belasting per deelnemer indien ze alle waves voltooien.
(Zie Figuur 1,2,3 in protocol voor een overzicht).
Publiek
Meibergdreef 5
Amsterdam 1105 AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 5
Amsterdam 1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Spreekt Nederlands; in het Nederlands kunnen communiceren zonder gebruik van
een tolk.
10-13 jaar bij start eerste meetmoment
Heeft al politie contact gehad, of er is sprake van regel overtredend- of
risicovol gedrag
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Huidig gebruik van anti-psychotica
Wanneer deelnemers psychotropische medicatie gebruiken voor de behandeling van
ADHD, wordt hen gevraagd om hun medicatie niet in te nemen op de dag van het
onderzoek.
Contra-indicaties voor de MRI en EEG, zoals metalen implantaten, hartritme
stoornissen, claustrofobie, en vrouwen die zwanger zijn.
Deelnemers moeten in staat zijn om informed consent te verlenen en dit willen,
evenals de wettelijk vertegenwoordigers van de deelnemers indien deelnemers
jonger dan 16 jaar zijn.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL86613.018.24 |