Het doel van het onderzoek is om klinische en biologische uitkomstmaten te identificeren die pediatrische ME/CVS en post-COVID patiënten kunnen discrimineren van gezonde controles gebaseerd op klinische (gebaseerd op fysiologische testen en…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Spieraandoeningen
- Centraal zenuwstelsel infecties en ontstekingen
- Vaataandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Voor ons primaire eindpunt zullen we patiënten en controles klinisch
(vragenlijsten en fysiologische tests; bijvoorbeeld vermoeidheid) en biologisch
karakteriseren. Voor biologische karakterisering zullen we ons concentreren op
het bepalen van het bloedproteoom (met multiplex assays zullen we ~200 eiwitten
bepalen) en het bloedmetaboloom (untargeted directe infusie hoge-resolutie
massaspectrometrie, >1800 metabolieten, op bloed en geïsoleerde immuuncellen,
gevolgd door validatie door middel van targeted LC-MS/MS gebaseerde
metabolomics, afhankelijk van de initiële bevindingen) om factoren te
identificeren die pediatrische ME/CVS en post-COVID kunnen onderscheiden van
gezonde controles of om subgroepen binnen de patiëntengroep te identificeren.
Voor klinische karakterisering zullen we ons concentreren op:
• De ME/CVS-criteria. Er bestaan **verschillende criteria om kinderen met
ME/CVS te diagnosticeren. Deze criteria verschillen qua striktheid. Om aan dit
onderzoek deel te nemen, moeten alle patiënten voldoen aan de CDC-94-criteria.
Om patiënten verder te karakteriseren, zullen we nagaan of patiënten ook
voldoen aan de CCC- en ICC-criteria voor ME/CVS. Om de verschillen tussen de
drie criteria te zien, verwijzen we naar de tabel in het METC protocol 24/217.
Artsenrapporten uit de standaardzorg en DSQ-vragenlijsten zullen worden
gebruikt om te controleren of patiënten aan alle criteria voldoen.
• Zelfgerapporteerde gegevens bij inclusie (demografisch, gedragsmatig,
symptomen, klinisch en vermoeidheid/pijn) bij inclusie, herhaald 6 en 12
maanden na inclusie. Voor meer informatie, zie rubriek *onderzoeksprocedures*
in het METC protocol 24/217.
Secundaire uitkomstmaten
Wij zullen bepalen:
• Haarcortisol
• Samenstelling van de orale microbiota
• Immuuncel-transcriptoom: RNA-sequencing
• Dynamische verandering in metabolisme (fluxomics)
• Storingen in de mitochondriale functies in immuuncellen (bijvoorbeeld
mitofagie, mitochondriaal membraanpotentieel, splijting en fusie, en
superoxideproductie
• Restmateriaal van biologische stoffen wordt voor 15 jaar opgeslagen in een
biobank. Deze biobank is de centrale biobank van het UMCU en gevestigd in het
Wilhelmina Kinderziekenhuis. Deze biobank zal worden opgericht om (toekomstig)
onderzoek naar ME/CVS, post-COVID en andere immuunziekten te faciliteren.
Biomaterialen kunnen door onze consortiumleden worden aangevraagd voor
onderzoeksdoeleinden als deelnemers geïnformeerde toestemming hebben gegeven
voor onderzoek gerelateerd aan chronische vermoeidheid en andere immuun- of
stofwisselingsziekten.
• Andere studieparameters/eindpunten: Onderzoekers van de nationale inspanning
(Nederland ME/CFS Cohort en Biobank, NMCB, consortium en Post-COVID Netwerk
Nederland, PCNN) gefinancierd door ZonMw kunnen gegevens van ons cohort
opvragen voor hun onderzoeksdoeleinden of om samen te werken bij ons. Deze
specifieke onderzoeksvragen moeten nog worden bepaald en zullen ook afhangen
van het onderzoek dat nu bij volwassenen wordt gedaan.
Achtergrond van het onderzoek
Myalgische encefalomyelitis/chronischevermoeidheidssyndroom (ME/CVS) is een
slopende ziekte waarvoor momenteel nog steeds geen universeel aanvaarde
oorzaak, diagnose of behandeling bestaat. Manifestaties van ME/CVS kunnen zich
bijvoorbeeld ontwikkelen na infectie met Q-koorts, Epstein-Barr of SARS-COV-19,
waarbij het ook wel post-COVID wordt genoemd. Vaak blijft de infectieuze
trigger van ME/CVS onopgespoord. Onlangs is een grote nationale inspanning
opgezet om een volwassen cohort van patiënten met ME CVS-symptomen (plus
gezonde controles) en post-COVID op te bouwen. Dit cohort heeft als doel
biomedische aspecten van ME/CVS en post-COVID te ontrafelen om ons begrip en de
behandeling van de ziekte te verbeteren. Een pediatrisch cohort ontbreekt in de
nationale inspanning - maar gezien het feit dat pediatrische ME/CVS en
post-COVID zich anders presenteren dan volwassenen - is een begrip van ME/CVS
*gedurende de hele levensduur* essentieel om de best mogelijke behandeling te
bieden op welke leeftijd dan ook. De noodzaak van het opbouwen en bestuderen
van een pediatrisch cohort wordt onderstreept door studies die aantonen dat 1)
ME/CVS symptomen gerelateerd zijn aan een lagere levenskwaliteit en een
verminderd schoolbezoek; 2) één op de vijf pediatrische patiënten een jaar na
de diagnose nog steeds invaliderende symptomen heeft; en 3) een langere
ziekteduur gerelateerd is aan een lagere effectiviteit van niet-farmacologische
behandeling zoals gebruikelijk.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is om klinische en biologische uitkomstmaten te
identificeren die pediatrische ME/CVS en post-COVID patiënten kunnen
discrimineren van gezonde controles gebaseerd op klinische (gebaseerd op
fysiologische testen en vragenlijsten) of biologische (gebaseerd op
biomaterialen) data, of een combinatie daarvan.
Daarnaast is het doel om te beoordelen of specifieke immunologische,
microbioom-, cardiovasculaire en/of hormonale stoornissen geassocieerd zijn met
specifieke symptomen en of deze maatregelen voorspellende en/of prognostische
waarde hebben. Verder zal er een ME/CVS- en post-COVID-biobank worden gebouwd
door verzamelde biomaterialen op te slaan in de UMCU-biobank. Deze biobank zal
pediatrisch ME/CVS- en post-COVID-onderzoek faciliteren, evenals onderzoek naar
andere immuun- en metabolische ziekten.
Onderzoeksopzet
Observationele studie waarbij gegevens worden verzameld uit vragenlijsten,
fysieke metingen en biomaterialen (bloed, haar, orale swab). Follow-up bezoek
voor verzamelen extra biologisch materiaal na 6 maanden, follow-up
vragenlijsten na 6 maanden en 12 maanden.
Inschatting van belasting en risico
Voordeel:
Patiënten worden in de reguliere praktijk behandeld. Patiënten hebben geen
direct voordeel bij deelname aan het onderzoek. De
resultaten zullen de onderliggende mechanismen bij MECVS/post-COVID
verduidelijken en kunnen instrumenten opleveren voor verbetering
van strategieën voor behandeling.
Nadeel/Risico's:
Geen risico's voor de gezonde controles, maar de patiënten kunnen vermoeid
raken van de testen. Hiervoor zullen we een rustruimte creëren.
Publiek
UMC Utrecht, Lundlaan 6
Utrecht 3584EA
NL
Wetenschappelijk
UMC Utrecht, Lundlaan 6
Utrecht 3584EA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusiecriteria voor patiënten: Om in aanmerking te komen, moeten patiënten
voldoen aan de volgende criteria:
- Leeftijd van 8-18 jaar;
- In staat zijn om Nederlands te spreken, lezen, begrijpen en schrijven;
- ME/CVS-patiënten: Een (vermoedelijke) diagnose van ME/CVS volgens de CCC en
ernstig vermoeid, zoals aangegeven door een score van >= 21 op de Checklist
Individual Strength-4 (CIS-4) vragenlijst.
- Post-COVID-patiënten: een (vermoedelijke) diagnose van post-COVID volgens de
WHO-definitie. Patiënten moeten een positieve COVID-19-serologie hebben en
moeten
aangeven dat hun symptomen begonnen na een acute COVID-19-infectie. CCC wordt
gemonitord.
Inclusiecriteria voor gezonde controles: Om in aanmerking te komen, moeten
gezonde controles voldoen aan de
volgende criteria:
- Leeftijd van 8-18 jaar;
- In staat om Nederlands te spreken, lezen, begrijpen en schrijven;
- Geen ME/CVS-diagnose volgens de CDC, CCC en ICC;
- Geen post-COVID-conditie of andere manifestatie van aanhoudende vermoeidheid
en/of pijn;
- Niet ernstig vermoeid, zoals aangegeven door een score van <21 op de
CIS-4-vragenlijst.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Uitsluitingscriteria: Potentiële proefpersonen die voldoen aan een van de
volgende criteria worden uitgesloten van deelname aan dit cohort:
Het hebben van bijkomende diagnoses die de vermoeidheid kunnen verklaren
(waaronder ook overheersende psychiatrische comorbiditeit zoals depressieve
stoornis, gegeneraliseerde angststoornis, aanwezigheid van suïcidaal risico,
etc.).
Behandeling met therapeutische anticoagulantia (met uitzondering van
acetylsalicylzuur en dipyridamole) of een hoog risico op bloedingen als gevolg
van een stollingsstoornis.
Het hebben van cognitieve stoornissen (met een geschat IQ van < 70).
Het hebben van morbide obesitas.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL86852.041.24 |