De primaire doelstelling is het evalueren van de veiligheid en prestaties van het baroloop-apparaat voor de behandeling van patiënten waarbij de aanbevolen farmacologische behandelingsstrategie voor hypertensie heeft gefaald.De secundaire…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Vasculaire hypertensieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair veiligheidseindpunt:
Het samengesteld aantal ernstige ongewenste voorvallen (MAE) op zes (6)
maanden, inclusief:
• Alle doodsoorzaken
• Alle met het apparaat of de procedure verband houdende ernstige ongewenste
voorvallen
Alle MAEs worden vastgesteld en beoordeeld door een onafhankelijke commissie
voor klinische voorvallen Data Safety Management Board (DSMB).
Primair prestatie-eindpunt:
Wijziging in de gemiddelde 24-uurs systolische bloeddruk gemeten door ambulante
bloeddrukmeting vanaf de baseline tot 6 maanden na de eerste stimulatie.
Secundaire uitkomstmaten
• Gemiddelde reductie in 24-uurs ambulante systolische en diastolische
bloeddruk (ambulante bloeddrukmeting - ABPM) na één (1), drie (3), twaalf (12),
achttien (18) en vierentwinig (24) maanden na de eerste stimulatie versus
baseline.
• Het samengesteld aantal MAE op 12 en 24 maanden.
• De gemiddelde reductie in diastolische en systolische bloeddruk tijdens
spreekuur, en diastolische en systolische bloeddruk na 1, 3, 6, 12, 18 en 24
maanden na de eerste stimulatie versus baseline.
• De gemiddelde reductie in 24-uurs ambulante systolische en diastolische
bloeddruk *s nachts of overdag (ambulante bloeddrukmeting - ABPM) na één (1),
drie (3), twaalf (12), achttien (18) en vierentwinig (24) maanden na de eerste
stimulatie versus baseline.
• Veranderingen in antihypertensieve medicijnen/doses gedurende 1, 3, 6, 12, 18
en 24 maanden zoals geanalyseerd aan de hand van gedefinieerde dagelijkse dosis
(WHO-definitie) en de totale medicatie na de eerste stimulatie versus baseline.
• Kwaliteit van leven zoals gemeten door het Medical Outcomes Study 36-Item
Short-Form Health Survey (SF-36) gedurende 3, 6, 12, 18 en 24 maanden na de
eerste stimulatie versus baseline.
Achtergrond van het onderzoek
neuroloop heeft een nieuwe manchetelektrode ontwikkeld voor gebruik met een
veilig en effectief mechanisme voor vagale zenuwstimulatie om de baroreflex te
activeren en de bloeddruk te verlagen in de context van hypertensie.
Het neuroloop-apparaat past goed binnen de huidige trends op het gebied van de
behandeling van hypertensie, in die zin dat resistente hypertensie opmerkelijk
vaak voorkomt en dat de behandeling van hypertensie onvoldoende is om
behandelde bloeddrukniveaus van minder dan 140/90 mm Hg te bereiken (en beter
nog, volgens de huidige aanbevelingen, van minder dan 130 mm Hg). /80 mm Hg)
wordt in verband gebracht met een verhoogd risico op nadelige cardiovasculaire
uitkomsten als gevolg van hypertensie. Farmacologische therapie van hypertensie
is bij veel patiënten ontoereikend omdat patiënten de medicijnen niet innemen,
last hebben van bijwerkingen van de medicijnen, of omdat de medicijnen de
bloeddruk niet effectief onder controle houden.
Doel van het onderzoek
De primaire doelstelling is het evalueren van de veiligheid en prestaties van
het baroloop-apparaat voor de behandeling van patiënten waarbij de aanbevolen
farmacologische behandelingsstrategie voor hypertensie heeft gefaald.
De secundaire doelstelling is het documenteren van het effect van het
baroloop-apparaat op de levenskwaliteit van patiënten waarbij de aanbevolen
farmacologische behandelingsstrategie voor hypertensie heeft gefaald.
Onderzoeksopzet
De baroloop MCT is een multicenteronderzoek naar de veiligheid en prestaties
van het baroloop-systeem bij proefpersonen bij wie de farmacologische
behandeling van hypertensie heeft gefaald.
Het geschikte veiligheidseindpunt wordt gedefinieerd door het optreden van
ernstige bijwerkingen die verband houden met het apparaat en de behandeling
(zowel tijdens de procedure als na de procedure). Eerdere onderzoeken hebben
een vergelijkbare definitie van veiligheid gebruikt en daarom bieden de
resultaten van deze eerdere onderzoeken nuttige historische
vergelijkingsgegevens om de veiligheid van het baroloopsysteem te evalueren.
Het prestatiedoel is het documenteren van het effect van het baroloop-apparaat
op de bloeddruk.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Bij patiënten die zijn ingeschreven voor de baroloop MCT wordt het baroloop-apparaat geïmplanteerd. De implanteerbare pulsgenerator (IPG) wordt subcutaan geïmplanteerd in de linkerborst, buiten de ribbenkast, en de lead wordt subcutaan van de IPG op de borstwand naar de linkerkant van de nek getunneld. De manchet wordt om de linker nervus vagus in de nek gewikkeld. baroloop gebruikt instelbare elektrische pulsen om de linker nervus vagus te neuromoduleren. De pulsen die worden gegenereerd door de implanteerbare pulsgenerator (IPG) worden selectief afgegeven via de neuro-elektronische interface van de manchet. De kathodes van de manchet omringen de nervus vagus. Stimulatie van een geschikt segment van de nervus vagus activeert de baroreflex en verlaagt de bloeddruk.
Inschatting van belasting en risico
Voor het onderzoek is het nodig dat de patient tot 15 keer in 24 maanden naar
ziekenhuis komt. Elk bezoek duurt gemiddeld ongeveer 1 uur.
Visite 1:
- Lichamelijk onderzoek. De onderzoeker luistert bijvoorbeeld naar uw hart en
longen en meet uw bloeddruk en hartslag.
- ECG
- Bloedonderzoek. Daarvoor neemt de onderzoeker wat bloed bij u af voor
routinematig onderzoek.
- Onderzoek naar uw medische geschiedinis, uw medicijngebruik en
- Vragenlijst over levenskwaliteit.
- Voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd zal een zwangerschapstest afgenomen
worden
Visite 2 (4 weken na Visite 1):
- waarbij uw bloeddruk en hartslag gemeten worden.
- U in een potje plast om uw plas te onderzoeken of u uw bloeddrukmedicijnen
goed slikt
- Tijdens dit bezoek neemt u uw bloeddrukmedicatie in het ziekenhuis in, u
krijgt een 24uurs bloeddrukmeetapparaat mee naar huis. Dit apparaat zal uw
bloeddruk gedurende 24 uur meten, dus ook wanneer u slaapt.
Implantatie:
- Lichamelijk onderzoek.
- Implantatie van baroloop
Visite naar 14 dagen
- Lichamelijk onderzoek.
- Bloeddruck (zittend)
14 daagse titratiebezoeken:
Tot 90 dagen na de aktiveren van het baroloop systeem, gaat u iedere 14 dagen
naar het ziekenhuis.
- Lichamelijk onderzoek.
- Bloeddruck (zittend)
- De arts kan tijdens deze visite beslissen of het noodzakelijk is om verder te
titreren omdat uw bloeddruk nog niet optimaal is
30 dagen bezoek:
- Lichamelijk onderzoek.
- Bloeddruck (zittend)
- U plast tijdens het bezoek in een potje, zo kunnen we zien of u uw bloeddruk
medicijnen goed inneemt
- U neemt uw bloeddruk medicijnen weer tijdens het bezoek in de kliniek in en u
krijgt
- Een 24h bloeddrukmeet apparaat mee naar huis.
- De arts kan tijdens deze visite beslissen of het noodzakelijk is om verder te
titreren omdat uw bloeddruk nog niet optimaal is
Bezoek bij 90 dagen (3 maanden), 180 dagen (6 maanden), 365 dagen (1 jaar), 18
maanden en 24 maanden:
- Lichamelijk onderzoek.
- Bloeddruck (zittend)
- U plast tijdens het bezoek in een potje, zo kunnen we zien of u uw bloeddruk
medicijnen goed inneemt
- U neemt uw bloeddruk medicijnen weer tijdens het bezoek in de kliniek in en u
krijgt
- Een 24h bloeddrukmeet apparaat mee naar huis.
- Vragenlijst over levenskwaliteit.
- De arts kan tijdens deze visiten beslissen of het noodzakelijk is om verder
te titreren omdat uw bloeddruk nog niet optimaal is
Potentiële risico's:
Met betrekking tot de chirurgische ingreep
• hematoom (bloeduitstorting)
• infectie
• pijn
• stemverandering (heesheid)
. roodheid op de plek van de wond
Met betrekking tot de stimulatie
• bradycardie (trage hartslag)
• dyspepsie (verstoorde spijsvertering)
• dysphagia (slikproblemen)
• dyspneu (ademhalingsproblemen, kortademigheid)
• hypotensie (te lage bloeddruk)
• frequent hoesten
• laryngisme (spasmen van de keel of het strottenhoofd)
• pijn
• paresthesie (tintelingen op de huid)
• faryngitis (keelontsteking)
• verminderde eetlust
• waargenomen stimulatie
• syncope (flauwvallen)
• stemverandering (heesheid)
. duiziligheid
. explantatie van het baroloop systeem door systeemuitval
Verwacht wordt dat patiënten zullen worden blootgesteld aan chirurgische en
postoperatieve risico's die vergelijkbaar zijn met soortgelijke operaties aan
de hals of bij de implantatie van een pacemaker.
Deze risico's en potentiële risico's zijn:
• bijwerkingen als gevolg van de chirurgische ingreep of van de
verdoving/narcose
• infectie - eventueel kan het nodig zijn om antibiotica te geven of het
systeem te verwijderen
• wondcomplicaties - inclusief hematomen (bloeduitstortingen, zwellingen)
• schade aan de arterie (bloedvat) - met inbegrip van een ruptuur (scheur) van
de aorta of plotselinge bloedingen (aanzienlijk bloedverlies op de plaats van
een vaatruptuur, die een nieuwe operatie of bloedtransfusie noodzakelijk maakt)
• pijn - onaangenaam gevoel
• zenuwschade/stimulatie - inclusief letsel of stimulatie van de zenuwen in het
hoofd, de kaak of de hals (gevoelloosheid in het hoofd en de hals,
gezichtsverlamming, veranderingen tijdens het spreken of in de smaakzin,
ademhalingsmoeilijkheden, overmatige speekselvorming, droge hoest,
misselijkheid/overgeven en/of reflux, veranderde gevoeligheid en beweeglijkheid
van de tong, veranderde gevoeligheid van de neus-keelholte, veranderde
gevoeligheid van de uitwendige gehoorgang, stimulatie van andere weefsels
(spiertrekkingen, pijn, tintelingen, ongewone gewaarwordingen in de mond)
• hypotensie - een daling van de systolische (bovendruk) en diastolische
(onderdruk) bloeddruk tot onder de normale waarden, hetgeen kan leiden tot
duizeligheid, flauwvallen en/of vallen
• hypertensieve crisis - ongecontroleerde stijging van de bloeddruk
• ademhalingsproblemen - inclusief lage zuurstofverzadiging, kortademigheid
• verergering van hartinsufficiëntie
• hartritmestoornissen
• afname van weefselmassa/'migratie' van het geïmplanteerde apparaat -
bewegingen van het apparaat die een nieuwe ingreep vereisen
• fibrose - vervanging van normaal weefsel door bindweefsel
• allergische reactie
• letsel in het algemeen - hetzij als gevolg van de chirurgische ingreep, het
gebruik van het onderzoeksproduct of de interactie met andere
hulpmiddelen/apparaten
• hernieuwde ingreep - om delen van het baroloop systeem te verwijderen of te
vervangen als gevolg van weefselletsel, infectie en/of functiestoringen van het
apparaat
• moeilijkere latere ingrepen - verhoging van de complexiteit en het risico bij
latere ingrepen aan de hals door littekenweefsel en de aanwezigheid van vreemd
materiaal
• overlijden
Op basis van literatuuronderzoek, preklinische evaluaties die tot nu toe zijn
uitgevoerd en de eerste resultaten van de First in Human Study van het
baroloop-apparaat, wordt verwacht dat het baroloop-systeem voordelen voor de
patiënt kan opleveren door de bloeddruk te verlagen tot of in de richting van
het aanbevolen doel. bloeddrukwaarden zoals uiteengezet in de
ESC/ESH-richtlijnen van 2018 voor de behandeling van arteriële hypertensie.
Zonder het baroloopsysteem kan de bloeddruk in deze populatie slecht onder
controle blijven - de inclusiecriteria zijn gericht op patiënten die niet
hebben gereageerd op conventionele medische therapie. De voordelen van het
verlagen van de bloeddruk in deze risicopopulatie zijn, ook al is de verlaging
bescheiden, aanzienlijk. De potentiële voordelen omvatten een verlaging van de
bloeddruk richting meer normale waarden, die in verband is gebracht met een
vermindering van de cardiovasculaire risico*s die gepaard gaan met hypertensie
(de ESC/ESH-richtlijnen van 2018 voor de behandeling van arteriële
hypertensie). De minimale klinisch significante verandering in de gemiddelde
systolische ABPM is bijvoorbeeld gedefinieerd als 5-8 mm Hg, omdat
veranderingen in de systolische bloeddruk in verband zijn gebracht met een
detecteerbare vermindering van het risico op hartziekten en beroertes (Kandzari
et al., 2022; Thomopoulos et al., 2014).
Publiek
Breisacherstraße 86
Freiburg im Breisgau 79110
DE
Wetenschappelijk
Breisacherstraße 86
Freiburg im Breisgau 79110
DE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. 18 jaar of ouder.
2. Aanhoudende systolische bloeddruk (SBP) >= 140 mm Hg of diastolische
bloeddruk (DBP) > 90 mm Hg op antihypertensieve medicijnen, zoals gemeten
tijdens spreekuur bij twee bezoeken met een minimale tussentijd van vier weken.
3. Gemiddelde 24-uurs systolische ABPM >= 130 mm Hg en gemiddelde 24-uurs
diastolische ABPM >= 80 mm Hg gemeten na gecontroleerde bevestiging dat
antihypertensieve medicijnen werden ingenomen zoals voorgeschreven tijdens de
ABPM meting.
4. Stabiele behandeling met 3 antihypertensieve medicijnen bestaande uit een
renine-angiotensineblokker (ACE) of angiotensine II receptorblokker (ARB), een
calciumkanaalblokker (CCB) en een diureticum gedurende 4 weken bij de
behandeling.
5. Bereidheid en mogelijkheid om te voldoen aan de eisen in verband met
follow-up.
6. Ondertekend Patiëntentoestemmingsformulier (*informed consent*)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Toegang tot de nervus vagus is beperkt door de maat van de zenuw (de maat is
niet compatible met de baroloop cuff).
2. Voorgeschiedenis van beschadiging van de nervus vagus of vertakkingen (d.i.
Nervus laryngeus recurrens).
3. Secundaire oorzaken van hypertensie.
4. Geschatte glomeluraire filtratiesnelheid (eGFR) < 30 ml/min/1,73m2
5. Type 1 diabetes mellitus of type 2 diabetes mellitus (HbA1c > 10%) die
slecht onder controle is.
6. Noodzaak van chronische zuurstoftherapie of machinale beademing.
7. Onbehandelde (geen continue positieve drukbeademing (CPAP) therapie) slaap
apneu (AHI > 15)
8. Pathologische obesitas, gedefinieerd als body mass index >40 kg/m2 of arm
cirkelomtrek 46 cm.
9. Pacemaker en/of implanteerbare defibrillatoren.
10. Geschiedenis van voorbijgaand ischemisch cardiovasculair voorval of
cerebrovasculair voorval gedurende zes (6) maanden vóór screening.
11. Symptomatische aandoening van de halsslagader of > 70% vernauwing van een
van beide halsslagaders: iedere vorm van halsslagader misvormingen, laesie,
carotisruis of andere afwijkende carotisgeluiden.
12. Eerdere operaties, stralingstherapie of verwondingen in het carotis
halsgebied (patiënten met een tracheostomie, thymectomie of een schildklier
operatie).-
13. Beperkte mobiliteit van de nek door (nek)wervelaandoeningen, of door een
eerdere (nek)werveloperatie, mede patiënten die een nekbrace dragen.
14. Geschiedenis van hartfalen (NYHA klasse III-IV).
15. Hartritmestoornissen (atriale spasmen, atriaal fibrilleren enz.) die
anticoagulatie vereisen, als deze aandoeningen een consistente meting van de
bloeddruk belemmeren.
16. Onverklaarde syncope in de afgelopen 6 maanden.
17. Geschiedenis van bloedziektes, trombocytopenie, hemofilie of aanzienlijke
anemie (hemoglobine (Hb) < 10 g/dl).
18. Lopende anticoagulatie therapie (met uitzondering van anti- plaatjes
therapie met aspirine als enige behandeling).
19. Geschiedenis van problematisch gebruik van drugs of alcohol.
20. Actieve behandeling van een psychiatrische aandoening.
21. Levensverwachting van minder dan 12 maanden als gevolg van een andere
ziekte.
22. Patiënt heeft een conditie die, naar de mening van de onderzoeker, deelname
uitsluit, inclusief bereidheid om mee te werken aan alle follow-up procedures.
23. Deelname aan een ander klinisch onderzoek, waarvoor de follow-up momenteel
nog loopt.
24. Zwangere vrouwen.
25. Hartritme in rust < 45 beats/min, zoals bevestigd tijdens beide
baselinevisites.
26. Baroreflex falen of autonome neuropathie.
27. Symptomatische, ongecontroleerde bradyarrythmieën.
28. Atrioventriculair blok van welke graad dan ook.
29. Aanwezigheid van een vagusstimulator.
30. Patiënten die een MRI van het halsgebied nodig (zullen) hebben
31. Beroepsmatige blootstelling aan hoge niveaus van niet-ioniserende straling
die de therapie kan verstoren
32. Patiënten die moeite hebben met lezen, begrijpen en uitvoeren van
procedures voor instellingen ten behoeve van het onderzoek (bijvoorbeeld mensen
met dementie).
33. Blootstelling aan diathermie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL87203.000.24 |