Het primaire doel van dit onderzoek is om de progressie van schade aan het visuele pad bij vergevorderde glaucoomgevallen beter te kunnen beoordelen en voorspellen. Hiervoor zullen we een unieke combinatie van OCTA- en dMRI-technieken gebruiken. We…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Glaucoom en oculaire hypertensie
- Structurele hersenaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaten zijn:
• Dikte van de retinale zenuwvezellaag, gemeten met behulp van OCT
• Perifoveale vaatdichtheid, gemeten met behulp van OCTA
• Doorbloedingsindex van de optische schijf, gemeten met behulp van OCTA
• Fixel-gebaseerde metingen in het visuele systeem, afgeleid uit DWI
• vezeldichtheid
• vezeldoorsnede
• Geïntegreerde metingen
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire uitkomstmaten zijn:
• Verloop van witte stofbanen, afgeleid uit DWI
• Gemiddelde dikte van de retinale zenuwvezellaag, afgeleid uit OCT
• Verdeling van de retinale zenuwvezellaag, afgeleid uit OCT
• Gemiddelde afwijking van het gezichtsveld, afgeleid uit HFA
• Degeneratie van de retinale zenuwvezellaag, afgeleid uit OCT
• Degeneratie van pfVD en odFI, afgeleid uit OCTA
• Cerebrale bloedperfusie, gemeten met behulp van ASL (MRI)
Achtergrond van het onderzoek
Glaucoom is wereldwijd een van de belangrijkste oorzaken van onomkeerbare
blindheid. Het traditionele beeld van glaucoom is dat van een oogaandoening
waarbij een verhoging van de intraoculaire druk de afbraak van retinale
ganglioncellen (RGC's) veroorzaakt door mechanische belasting, wat leidt tot
perifere gezichtsvelddefecten en uiteindelijk tot blindheid.
Eerdere studies suggereren dat glaucoom een neurodegeneratieve hersenaandoening
is, waarbij glaucomateuze veranderingen in het netvlies aanleiding geven tot
degeneratie van witte en grijze stof in de hersenen. Talrijke MRI-studies naar
structurele veranderingen in de hersenen hebben aangetoond dat neurodegeneratie
plaatsvindt in het volledige visuele systeem bij mensen met glaucoom. Een van
de doelen in glaucoomonderzoek is om deze neurodegeneratie te linken aan
structurele en functionele schade op het retinale niveau. Dit zal ons een
completer overzicht bieden over de gevolgen van glaucoom en kan ons potentiaal
in staat brengen om progressie, en in de toekomst zelfs herstel, in te
voorspellen.
Structurele schade in het netvlies wordt doorgaans gemeten via de dikte van de
retinale zenuwlaag (RNFL), wat verkregen wordt met een Optical Coherence
Tomography. Een OCT scan maakt deel uit van een standaardonderzoek in de
kliniek. Deze RNFL dikte wordt dunner bij mensen met glaucoom wegens de RGC
degeneratie
De RNFL-dikte als maat voor progressie van glaucoom houdt vanaf een bepaald
punt op met nuttig zijn vanwege een bodemeffect. In vergevorderde gevallen van
glaucoom, is de RNFL-dikte zo dun geworden dat verdere verdunning niet meer
geobserveerd kan worden. Vasculaire atrofie wordt in verschillende studies
omschreven als een betere indicator van glaucoomprogressie dan RNFL-dikte
aangezien het dit bodemeffect niet vertoont. Gebaseerd op recente literatuur,
worden de volgende maatstaven voorgesteld om structurele schade via vasculaire
atrofie te beschrijven: perifoveale vaatdichtheid (pfVD) en optische schijf
doorstromingsindex (odFI). Deze veranderingen kunnen geobserveerd worden met
Optical Coherence Tomographt Angiography (OCTA).
In dit onderzoek wordt er gekeken naar vasculaire atrofie als indicator van
structurele schade in de witte materie van mensen met glaucoom. Het vaststellen
van structurele schade in witte stof gebeurt met behulp van diffusie
magnetische resonantie beeldvorming (dMRI). Fixel-gebaseerde analyse zorgt voor
de meest klinisch relevante informatie over structurele schade aangezien de
maatstaven rechtstreeks gerelateerd zijn aan de structuur van de witte stof.
Door deze maatstaven te vergelijken tussen participanten met glaucoom en die
van controles, kunnen we deze veranderingen in de witte stof vaststellen. We
verwachten dat de veranderingen bij mensen bij glaucoom gereflecteerd zijn in
a) structurele veranderingen in het visuele systeem (lagere dichtheid van witte
stof), b) lagere vaatdichtheid, c) lagere bloedperfusie, d) een verband tussen
structurere veranderingen in de hersenen en vasculaire atrofie. We verwachten
dat dit verband sterker is dan die tussen structurele veranderingen in de
hersenen en de RNFL-dikte.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van dit onderzoek is om de progressie van schade aan het
visuele pad bij vergevorderde glaucoomgevallen beter te kunnen beoordelen en
voorspellen. Hiervoor zullen we een unieke combinatie van OCTA- en
dMRI-technieken gebruiken. We streven er met name naar om de vasculaire
informatie van het netvlies, verkregen uit OCTA, te relateren aan veranderingen
in de structurele eigenschappen van de visuele witte stof in de hersenen, zoals
beoordeeld met dMRI. De hoofdvraag die we in deze studie willen beantwoorden,
is: "Is er een positieve lineaire relatie tussen vasculaire metingen in het oog
en structurele metingen van de witte stof in de primaire visuele banen van de
hersenen (optische zenuw, optisch chiasma, optic tract, en optische radiatie)
bij mensen met open kamerhoek glaucoom?" Een dergelijke bevinding zou klinisch
relevant zijn, aangezien OCTA veel wordt gebruikt in de klinische praktijk en
het een goedkoper en sneller alternatief is voor MRI om structurele
veranderingen in het visuele pad in de hersenen te beoordelen.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek zal gebruik maken van een observationeel, cross-sectioneel
onderzoek met nadruk op het ziektestadium en de associatie daarvan met
relevante variabelen (fixel-gebaseerde maatstaven (FD, FC, FDC) en maatstaven
voor vasculatuur (pfVD, odFI, corticale bloeddoorstroming). Geslacht en
leeftijd zullen in overweging worden genomen in de analyse als verstorende
factor. Het onderzoek zal bestaan uit drie delen: een functionele vragenlijst,
oftalmologische onderzoeken (met een OCTA-scan), en een (d)MRI-experiment.
Inschatting van belasting en risico
Er zijn geen directe risico's verbonden aan het voorgestelde onderzoek. Het
geplande oogheelkundige onderzoek is vergelijkbaar met het standaardonderzoek
dat men krijgt bij een bezoek aan een oogarts en is zonder risico's. De MRI
scanner die zal worden gebruikt heeft een magnetische veldsterkte van 3 Tesla,
wat een veel voorkomende veldsterkte is die op grote schaal wordt gebruikt in
zowel de klinische praktijk als in het onderzoek. Er zijn tot nu toe geen
bijwerkingen gemeld van het gebruik van dergelijke scanners.
Publiek
Hanzeplein 1
Groningen 9713GZ
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
Groningen 9713GZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Leeftijd >= 18 jaar
In staat de experimenten te begrijpen en actief deel te nemen
Hebben toestemmingsverklaring getekend
In staat zelfstandig of met een rollator te wandelen
Diagnose van primair open kamerhoek glaucoom in minstens één oog
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Andere oftalmische aandoeningen, op dit moment en/of in het verleden
MR contra-indicaties (bv. het hebben van een pacemaker of claustrofobie)
Ernstige afwijkingen/letsels in MRI-scan
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL85990.042.24 |