Wij willen vaststellen of pediatrische PAH-patiënten verhoogde plasmaconcentraties van IL-1β en IL-18 hebben vergeleken met de controle groep, evenals verhoogde caspase-1 cleavage en verhoogde mRNA-expressie van NLRP3, IL-1β en IL-…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Longvaataandoeningen
- Vasculaire hypertensieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire doel is om vast te stellen of mRNA expressie van TET2 in perifere
bloedmononucleaire cellen verlaagd is en of de niveaus van IL-1β en IL-18
verhoogd zijn in het serum bij pediatrische PAH-patiënten in tegenstelling tot
leeftijds- en geslachts- gematchte controle personen.
Secundaire uitkomstmaten
- Onderzoeken of TET2-expressie in PBMCs samenhangt met markers die de
ziekte-ernst weergeven en gebruikt worden in de kliniek tijdens standaard
controle afspraken bij pediatrische PAH-patiënten. De huidige klinische markers
omvatten:
- Serum N-terminaal prohormoon van hersennatriuretisch peptide
(NT-pro-BNP), een marker voor dilatatie van de rechterventrikel.
- WHO functionele klasse, een 4-puntsschaal waarbij alle patiënten
door de arts een ernstklasse krijgen toegewezen.
- Tricuspidale annulaire plane systolische excursie (TAPSE), gemeten
via echocardiografie en beschouwd als de gouden standaard voor de
beoordeling van de rechterventrikelfunctie.
- Onderzoeken of het serum niveau van IL-1β samenhangt met NT-pro-BNP, WHO
functionele klasse en TAPSE bij patiënten met pediatrische PAH.
- Onderzoeken of het serum niveau van IL-18 samenhangt met NT-pro-BNP, WHO
functionele klasse en TAPSE bij patiënten met pediatrische PAH.
- Onderzoeken of de serum niveaus van IL-1β- en IL-18- negatief correleren met
TET2-expressie in PBMCs bij patiënten met pediatrische PAH.
Achtergrond van het onderzoek
Pulmonale arteriële hypertensie (PAH) is een zeldzame ernstige arteriopathie
van de longen met een slechte prognose door ontwikkeling van rechter hartfalen.
PAH kan zowel bij kinderen (pediatrische PAH) als volwassenen voorkomen.
Wanneer PAH word gediagnosticeerd, kan de behandeling met pulmonale
vasodilatoren de prognose verbeteren, maar de ziekte kan niet worden genezen,
waardoor hart- en longtransplantatie als uiteindelijke behandeloptie
overblijft. Daarom is het cruciaal om nieuwe behandelstrategieën voor PAH te
ontwikkelen.
PAH is een inflammatoire vasculopathie, waarbij interleukin (IL)-1β een
cruciale rol speelt in het ontstekingsproces. De secretie van IL-1β en IL-18
wordt gereguleerd door inflammasomen. Hoewel verhoogde serum niveaus van IL-1β
en IL-18 bij volwassen PAH-patiënten duiden op inflamasoom activatie, blijft
het onduidelijk of het inflammasoom geactiveerd is bij pediatrische PAH. Onze
bevindingen in een rattenmodel van pediatrische PAH hebben aangetoond dat
specifiek het NLRP3-inflammasoom geactiveerd is tijdens PAH en dat de inhibitie
ervan PAH verbetert. Wij onderzoeken nu of het NLRP3-inflammasoom geactiveerd
is in pediatrische PAH en of dit mogelijk een doel vormt voor nieuwe
therapeutische behandelingen. Daarnaast streven we ernaar biomarkers voor
inflammasoomactivatie bij pediatrische PAH te identificeren. Recent onderzoek
bij volwassen PAH suggereert dat een lage expressie van ten eleven translocatie
2 (TET2) in perifere bloedmononucleaire cellen (PBMC's) een mogelijke biomarker
is voor ontstekingsgerelateerde PAH. In dit onderzoek willen we nagaan of deze
bevinding ook van toepassing is op pediatrische PAH.
Doel van het onderzoek
Wij willen vaststellen of pediatrische PAH-patiënten verhoogde
plasmaconcentraties van IL-1β en IL-18 hebben vergeleken met de controle groep,
evenals verhoogde caspase-1 cleavage en verhoogde mRNA-expressie van NLRP3,
IL-1β en IL-18 in PBMC's, wat duid op inflamasooom activatie. We beogen ook om
de mRNA-expressie van TET2 in PBMC's te vergelijken tussen de pediatrische
PAH-groep en de controlegroep om het potentieel als biomarker voor
ontstekingsgerelateerde pediatrische PAH te onderzoeken.
We verwachten dat PAH-patiënten verhoogde serumconcentraties van IL-1β en IL-18
hebben, evenals verhoogde caspase-1 cleavage en verhoogde mRNA-expressie van
NLRP3, IL-1β, en IL-18 in PBMC's en een verminderde mRNA-expressie van TET2 in
PBMC's.
Onderzoeksopzet
De voorgestelde studie is een single-center, cross-sectionele observationele
case-control studie. De onderzoekspopulatie bestaat uit PAH-patiënten en
controlepersonen.
Bloedafname voor de studie vindt plaats tijdens een reeds geplande venapunctie
dat al onderdeel is van reguliere zorg. Van elke deelnemer wordt een extra 15
ml bloed afgenomen voor monocyten- en serumisolatie: 10 ml voor
monocytenisolatie en 5 ml voor serumanalyse.
Inschatting van belasting en risico
Deze studie kan belangrijke voordelen bieden voor de pediatrische
PAH-populatie. De identificatie van IL-1β en IL-18, de belangrijkste producten
van inflammasoom activatie, in het serum van patiënten is nog niet
gerapporteerd in de pediatrische populatie.
Het valideren van onze preklinische bevindingen in een pediatrische
patiëntenpopulatie zou onze kennis van de rol van ontsteking in de
pathofysiologie van deze ziekte verbeteren. Het begrijpen van de onderliggende
mechanismen waardoor PAH vordert, maakt het mogelijk om in de toekomst nieuwe
therapeutische strategieën te identificeren. Bovendien kan het beschrijven van
de rol van ontsteking bij PAH ook leiden tot een betere klinische monitoring
van de ziekte. Zoals eerder vermeld, hebben de huidige monitoring tools
beperkingen in de pediatrische populatie en reflecteren ze alleen de
mechanische belasting. Een biomarker, verkregen op een minimaal invasieve
manier, zou ons in staat stellen de ziekte en de processen die verbonden zijn
aan pulmonale vaat remodellering te monitoren. Deze biomarker weergeeft dus de
pathofysiologische progressie van de ziekte in tegenstelling tot huidige
biomarkers die de mate van rechterhartfalen weerspiegelen. Verminderde
TET2-expressie leidt tot NLRP3-activatie en zou daarom kunnen dienen als een
marker voor ontsteking en ziekteprogressie.
Qua risico's heeft venapunctie een laag fysiek risico, bijvoorbeeld roodheid,
bloeding en infectie. Venapunctie kan ongemak veroorzaken en mogelijk
traumatisch zijn voor pediatrische patiënten met een voorgeschiedenis van
frequente of langdurige ziekenhuisopnames.
Om de belasting minimaal te houden, worden bloedmonsters verzameld tijdens een
reeds geplande venapunctie die binnen de reguliere zorg valt. Daarnaast wordt
venapunctie uitgevoerd door gespecialiseerd personeel. De hoeveelheid bloed die
zal worden afgenomen is verwaarloosbaar (15 ml), zelfs bij kinderen, en kan
daarom als verwaarloosbaar worden gezien.
Om deze redenen zijn wij ervan overtuigd dat onze studie een minimale belasting
vormt voor de deelnemers.
Onze pediatrische PAH-cohort bestaat ook uit kinderen die aandoeningen hebben
die hun besluitvorming beïnvloeden (minstens 15% van ons cohort), deze kinderen
zijn daarom wilsonbekwaam. Aangezien deze patiënten al venapunctie ondergaan
als onderdeel van de standaardzorg, beschouwen we de extra belasting van
deelname aan deze studie als minimaal.
Publiek
Hanzeplein 1
Groningen 9725 CM
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
Groningen 9725 CM
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
PAH groep:
1. PAH diagnose, bevestigd door rechtskatheterisatie
2. leeftijd tussen 2 tot 18 jaar
3. Informed consent afhankelijk van de leeftijd en wilsonbekwaamheid door het
kind en/of wettelijke voogd
Controle groep:
1. Geen diagnose van PAH, (tekenen van) hartfalen, aandoeningen van de
pulmonaire vaatziekte of aandoeningen die verband houden met pulmonale
vaatremodelering, hartritmestoornissen, cardiomyopathie, aangeboren
hartaandoeningen, infecties, ontstekingen of immunologische comorbiditeiten.
2. Leeftijd 2 tot 18 jaar.
3. Informed consent afhankelijk van de leeftijd en wilsonbekwaamheid door het
kind en/of wettelijke voogd
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Potentiële deelnemers uit zowel de controlegroep als de PAH-groep worden
uitgesloten van deelname aan deze studie indien zij aan een van de volgende
criteria voldoen:
1. immunologische/ inflammatoire comorbiditeit
2. Tekenen of symptomen van een actieve infectie in de week voorafgaand aan de
bloedafname, vastgesteld door anamnese en/of CRP >10 mg/L of monocyten >10% van
het totale aantal witte bloedcellen.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL87754.042.24 |