Het vinden van de het beste closed-loop zuurstof algortime voor prematuur geboren neonaten. Het beste algoritme is gedefinieerd als het algoritme waarbij de oppervlakte onder de curve buiten de saturatiegrenzen het laagst is
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Luchtwegaandoeningen bij neonaten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire doel is te bepalen welk algoritme het beste presteert (dag 1:
handmatige zuurstofcontrole, dag 2: closed-loop zuurstof regulatie, dag 3:
closed-loop zuurstof regulatie met RESET), gedefinieerd als het algoritme met
het kleinste gebied buiten het SpO2-grenzen van de patiënt.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomsten zijn onder andere de tijd binnen de grenzen, het aantal
hyper- en hypoxische gebeurtenissen, de gemiddelde maximale en minimale SpO2
tijdens deze gebeurtenissen, het aantal FiO2-aanpassingen (handmatig en
geautomatiseerd) en de cerebrale zuurstofsaturatie, indien beschikbaar.
Achtergrond van het onderzoek
Aan premature baby's wordt extra zuurstof toegediend om ervoor te zorgen dat
hun arteriële zuurstofsaturatie (SpO2) adequaat is. Fluctuaties in de SpO2
vereisen aanpassingen in de fractie ingeademde zuurstof (FiO2), een handmatig
proces dat uitdagend en tijdrovend is. Tijdens het herstellen van een
desaturatie is er vaak een overschot aan FiO2, wat resulteert in een periode
van hyperoxie. Hyperoxie verstoort de vaatontwikkeling in de longen en ogen van
premature baby's, en er is steeds meer bewijs dat hyperoxie even schadelijk kan
zijn voor de zich ontwikkelende hersenen. Een observationele studie op onze
Neonatale Intensive Care Unit (NICU) heeft aangetoond dat baby's gemiddeld
slechts 54% van de tijd binnen de SpO2-limieten blijven en dat er dagelijks 71
handmatige aanpassingen aan de FiO2 worden gedaan.
Geautomatiseerde zuurstofregelaars verhogen de tijd binnen het SpO2-doelbereik,
verminderen hyperoxie en ernstige hypoxie, en verminderen de werkdruk voor
verpleging. Een geautomatiseerde closed-loop zuurstofregelaar die de FiO2
aanpast op basis van de SpO2 is ontwikkeld en geïntegreerd in de Hamilton C6
beademingsapparatuur en de Hamilton-HF90. De automatische closed-loop
zuurstofregulatie zal binnen deze studie worden geëvalueerd.
Doel van het onderzoek
Het vinden van de het beste closed-loop zuurstof algortime voor prematuur
geboren neonaten. Het beste algoritme is gedefinieerd als het algoritme waarbij
de oppervlakte onder de curve buiten de saturatiegrenzen het laagst is
Onderzoeksopzet
De studieperiode bestaat uit zes opeenvolgende dagen met handmatige
zuurstofaanpassing en geautomatiseerde zuurstofregulatie. De studie begint met
een controle dag van 24 uur waarin de FiO2 handmatig wordt aangepast. Daarna
wordt gedurende 24 uur de geautomatiseerde controle met het basis algoritme
ingeschakeld. Op dag 3 wordt het RESET-algoritme ingeschakeld. Op de
daaropvolgende dagen wordt de saturatie van de patiënt geëvalueerd en worden
instellingen van het algoritme aangepast op de individuele patient. Op dag 6
keert de patiënt terug naar handmatige aanpassingen van de FiO2 om te
beoordelen of de patiënt is verbeterd of verslechterd gedurende de afgelopen
vier dagen. Er worden 66 patiënten geïncludeerd in deze studie, verdeeld over
drie groepen (invasieve, niet-invasieve en high-flow ventilatie), met als doel
22 patiënten per groep.
Studiepopulatie: Neonaten met een zwangerschapsduur van minder dan 37 weken,
opgenomen op de NICU van het Erasmus MC in Rotterdam, die invasieve,
niet-invasieve of high-flow ademhalingsondersteuning ontvangen en een FiO2 van
meer dan 21% nodig hebben.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Geautomatiseerde controle van de FiO2 op basis van de gemeten SpO2 gedurende 96 uur.
Inschatting van belasting en risico
Er is geen belasting voor de patiënt en het risico is minimaal. Dezelfde
patiënten monitoring wordt gebruikt als tijdens de routinezorg. Het closed-loop
zuurstof regulatie is geintegreerd in de Hamilton Medical C6 en Hamilton-HF90
beademingsapparaten, waardoor geen extra apparatuur nodig is aan het bed. Er is
een klein risico op hypoventilatie bij het wisselen van beademingsapparatuur,
maar dit risico is vergelijkbaar met routinezorg waarbij slangen wekelijks
worden vervangen om hygiënische redenen.
Publiek
Dr. Molewaterplein 40
Rotterdam 3015 GD
NL
Wetenschappelijk
Dr. Molewaterplein 40
Rotterdam 3015 GD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Opgenomen op de NICU in het Erasmus MC, Rotterdam
- Zwangerschapsduur <37 weken
- Respiratoir ondersteuning (invasief, niet-invasief, of high flow) en Fi02
>21%
- Schriftelijke toestemming van ouders
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Congenitale of chromosomale afwijkingen
- Overplaatsing van patiënt <24 uur.
- Verwachtte verandering van beademingsmodus (invasief naar niet-invasief,
niet-invasief naar high-flow) binnen 72 uur.
- Beademend met hoog-frequente beademing
- Stikstof therapie
- Verdenking op NEC
- Geplande operatie binnen 4 dagen na start studieprotocol
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL88409.000.25 |