Aantonen van verhoogde IgG concentraties tegen Pertussis Toxine (Ptx) in baby*s op de leeftijd van 3 maanden van moeders die gevaccineerd zijn tijdens de zwangerschap ten opzichte van baby*s van moeders die na de geboorte zijn gevaccineerd.Bepalen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bacteriële infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Serum IgG antilichaam titers tegen het in het vaccin aanwezige Pertussis
antigeen (Ptx) bij 3 maanden oude baby's voor de eerste kinkhoest vaccinatie
Secundaire uitkomstmaten
Serum IgG en IgA antilichaam concentraties tegen de in het vaccin aanwezige
Pertussis antigenen Ptx, FHA en Prn in baby's bij de geboorte en op een
leeftijd van 2, 3, 6, 11, 12, 24, 46 en 47 maanden.
Serum IgG antilichaam concentracties tegen tetanus en diphterie antigenen in
baby's bij de geboorte en op een leeftijd van 2, 3, 6, 11, 12, 24, 46 en 47
maanden.
Serum IgG antilichaam concentraties tegen Hib, Heb en pneumococcen serotypen
(PCV10) componenten uit de RVP vaccins in baby's bij de geboorte en op een
leeftijd van 2, 3, 6, 11 en 12 maanden.
Serum IgG en IgA antilichaam concentraties tegen de in het vaccin aanwezige
Pertussis antigenen Ptx, FHA en Prn bij de moeders voor vaccinatie, 48 uur na
de geboorte, 6, 12, 24 en 47 maanden na de bevalling.
IgA antilichaam concentraties in moedermelk tegen de in het vaccin aanwezige
Pertussis antigenen Ptx, FHA en Prn 7-10 dagen, 3 maanden en 6 maanden na de
bevalling.
Het aantal lokale en systemische reacties na Tdap vaccinatie tijdens de
zwangerschap.
Het aantal Pertussis specifieke memory B cellen en plasma cellen voor en 7-9
dagen na de booster vaccinatie op 11 maanden en voor en 28-35 dagen na booster
vaccinatie op 4 jarige leeftijd
Pijn respons van het kind voor, tijden en na hielprik op 2, 6 en 11 maanden na
de bevalling en na venapunctie op 11 maanden
Verschillen in reactie van de moeder op bloedafnames via hielprik en
venapunctie op 3, 6 en 11 maanden na vaccinatie
Achtergrond van het onderzoek
Kinkhoest wordt veroorzaakt door de bacterie Bordetella Pertussis. Deze
bacterie is erg besmettelijk en kan vooral bij kinderen tot 6 maanden
levensbedreigende respiratoire aandoeningen veroorzaken.
De afgelopen jaren is er een toename gezien in het aantal gevallen van
kinkhoest met een hoge incidentie bij baby*s < 2 maanden. Dit is de groep met
de grootste kans op complicatie en sterfte maar een groep die nog te jong is om
met behulp van vaccinatie te beschermen tegen kinkhoest.
Een alternatieve manier om deze baby*s toch te beschermen is via indirecte
bescherming. Dit kan door verzorgers van de baby te vaccineren *cocooning* of
via overdracht van maternale antilichamen van de moeder aan het ongeboren kind
na vaccinatie tijdens de zwangerschap.
Het doel van deze studie is het evalueren van de mogelijkheid om baby*s te
beschermen tegen kinkhoest via overdracht van Pertussis specifieke maternale
IgG antilichamen aan het ongeboren kind na vaccinatie van de moeder tijden de
zwangerschap.
Zwangere vrouwen krijgen tussen week 30 en 32 van de zwangerschap eenmalig een
dosis van een combinatie vaccin dat naast acellulair pertussis ook tetanus
toxine en diphteria toxine bevat (Tdap). De controle groep bestaat uit zwangere
vrouwen die direct na de geboorte gevaccineerd worden met een dosis van
ditzelfde Tdap vaccin.
De Baby*s uit beide groepen zullen vervolgens gevaccineerd worden met de
standaard vaccins uit het rijks vaccinatie programma nl DtaP-IPV-Hib-Hep en
PCV10 op 3, 5 en 11 maanden in plaats van het normale schema op 2, 3, 4 en 11
maanden.
Uit de gegevens uit andere landen en eigen onderzoek blijkt dat vaccinatie op 3
en 5 maanden gevolgd door een booster ronde de leeftijd van 1 jaar eenzelfde
bescherming geeft tegen Hib, pneumokokken, Difterie, Tetanus en Polio als een
schema dat start op 2 maanden. De Baby*s zullen de eerste 3 maanden
waarschijnlijk beter beschermd worden door maternale antilichamen of door de
kans op infectie te verkleinen via vaccinatie van de verzorgers (cocooning,
controle groep)
Op deze manier kan het aantal vaccins dat een kind krijgt verminderd worden.
Doel van het onderzoek
Aantonen van verhoogde IgG concentraties tegen Pertussis Toxine (Ptx) in baby*s
op de leeftijd van 3 maanden van moeders die gevaccineerd zijn tijdens de
zwangerschap ten opzichte van baby*s van moeders die na de geboorte zijn
gevaccineerd.
Bepalen van het effect van de aanwezigheid van maternale antilichamen op de
opbouw van de immuunrespons van de baby *s na actieve immunisatie met het
kinkhoest vaccin.
Vergelijken van serum IgA concentraties tegen pertussis antigenen in beide
groepen op de leeftijd van 2, 3, 6, 11, 12, 24, 46 en 47 maanden.
Vergelijken van IgA concentraties tegen pertissis antigenen in moedermelk in
beide groepen op 7-10 dagen, 3 maanden en 6 maanden na de bevalling.
Bepalen van de afname van antilichaam concentraties bij baby*s tussen de
geboorte en op de leeftijd van 2 en 3 maanden voordat de eerste kinkhoest
vaccinatie wordt gegeven.
Bepalen van het effect van maternale immunisatie op de antilichaam productie
tegen de verschillende componenten van de RVP vaccins (DtaP-IPV-Hib-Hep en
PCV10) op de leeftijd van 2, 3, 6, 11, 12, 24, 46 en 47 maanden na de
geboorte.
Bepalen van de cellulaire immuun respons meteen voor en 7-9 dagen na de booster
vaccinatie op 11 maanden en voor en 28-35 dagen na booster vaccinatie rond 4
jaarige leeftijd
Bepalen van Pertussis IgG concentraties in moeders in beide groepen voor
vaccinatie, na de geboorte en op 6 , 12, 24 en 47 maanden na de geboorte.
vergelijken van verschillen in pijn beleving voor, tijdens en na hielprik of
venapuntie bij baby's op 2, 6 en 11 maanden na de geboorte. Er wordt gekeken
naar de pijn beleving van het kind en naar hoe de moeder tegen de bloedafnames
aan kijkt.
Onderzoeksopzet
Gerandomizeerd en gecontroleerde interventie studie
Onderzoeksproduct en/of interventie
Zwangere vrouwen uit groep 1 worden tussen week 30 en 32 van hun zwangerschap gevaccineerd met een dosis Boostrix Moeders uit groep 2 wordt gevaccineerd met een dosis Boostrix binnen 48 uur na de geboorte De partners en andere verzorgende uit beide groepen worden binnen 48 uur na de bevalling gevaccineerd met een dosis Boostrix.
Inschatting van belasting en risico
Uit de gegevens die bekend zijn over het gebruik van Tdap in zwangere vrouwen
suggereert geen verhoogde aantal of ongebruikelijke bijwerkingen na Tdap
vaccinatie.
Groep 1a en 2a: 7 bloedafnames (250 ul) via hiel/vinger prik, de 11 maanden
afname zal worden gehaald uit het 4 ml monster.
Groep 1b en 2b: 8 bloedafnames (250 ul) via hiel/vinger prik.
Voor de bloed afname bij da baby direct na de geboorte zal gebruik gemaakt
worden van navelstreng bloed.
Het risico hiervan wordt ingeschat als laag.
Van alle kinderen zal eenmalig een 8 ml bloed monster afgenomen worden. Dit
gebeurt meteen voor of 7-9 dagen na de booster vaccinatie op 11 maanden.
Optioneel: Een 10 ml bloed monster zal worden afgenomen. Dit gebeurt meteen
voor de vaccinatie op 46 maanden of 28-35 dagen na de booster vaccinatie. Het
risico op complicaties hiervan wordt als laag ingeschat. Het kan als pijnlijk
worden ervaren maar dit is maar een paar seconden. De afname van bloed via een
venapunctie kan een kleine blauwe plek veroorzaken maar deze verdwijnt binnen
enkele dagen weer.
Om het ongemak te verlichten van 11-12 bezoeken zullen de bezoeken thuis plaats
vinden.
De moeders wordt gevraagd om op 3 tijdstippen 10 ml moedermelk na kolven apart
te houden.
Het risico en de belasting hiervan wordt ingeschat als laag.
Publiek
Antonie van Leeuwenhoeklaan 9
Bilthoven 3721 MA
NL
Wetenschappelijk
Antonie van Leeuwenhoeklaan 9
Bilthoven 3721 MA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Zwangere vrouwen 18-40 jaar oud;Vrouwen met een laag risico voor complicaties, meet een normale 20 weken echo van de foetus;Vrouwen die voornemens zijn het protocol te volgen en alle geplande visites en afnames voor haar en haar kind te doorlopen;De ouders/verzorgers zijn akkoord met het vaccinaeren van hun kind met het hexavalente (DaKTP-Hib-Hep) vaccin op 3,5 en 11 maanden volgens de beschreven procedure;Aanwezigheid van het Informed Consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Vrouwen
* In de laatste 5 jaar een Pertussis vaccinatie gehad
* In de laatste 2 jaar een DT bevattende vaccinatie gehad
* Bekende of vermoede ernstige aandoeningen die invloed kunnen hebben op de resultaten van de studie zoals kanker, auto-immuun ziekten, immunodeficiëntie, epilepsie of een psychiatrische aan-doening
* Gebruik van een dagelijkse hoge dosis (* 20 mg prednison of een gelijkwaardig medicijn) corticosteroïde in de 2 weken voorafgaand aan het begin van de studie (geïnhaleerde steroïden zijn geen pro-bleem)
* Gebruik van immunosuppressieve medicatie
* Ontvangst van bloedproducten of immunoglobulines in de 3 maan-den voor het begin van de studie (vrouwen die resus negatief zijn en een antirhesus (D)-immunoglobulines hebben gehad zullen niet uitgesloten worden in de studie)
* Bloedingsziekte
* Een bijwerking gehad na het toedienen van een vaccin die in het verleden is toegediend.
* In de laatste 2 weken voor de studievaccinatie een vaccinatie ge-had (uitgezonderd Influenza vaccinatie, deze kan tegelijkertijd gegeven worden).
* Koorts (>38.0°C oraal gemeten) in de laatste 72 uur voor vaccina-tie (vaccinatie kan uitgesteld worden);partners/verzorgenden;* Een bijwerking gehad na het toedienen van een vaccin die in het verleden is toegediend.
* Koorts (>38.0°C oraal gemeten) in de laatste 72 uur voor vaccina-tie (vaccinatie kan uitgesteld worden;Exclusie criteria pasgeboren kinderen:
* Bekende of vermoede ernstige aandoeningen die invloed kunnen hebben op de resultaten van de studie
* Prematuren geboren voor 37 weken
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2013-003090-98-NL |
CCMO | NL45652.000.13 |
OMON | NL-OMON22463 |