Het doel van de studie is om verschillende vasculaire fenotypen, gebaseerd op macro- en microvasculaire metingen, te relateren aan veranderen in cognitief en fysiek functioneren in een geriatrische populatie.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartaandoeningen, tekenen en symptomen NEG
- Dementie en amnestische stoornissen
- Vasculaire hypertensieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire onderzoeksvariabelen zijn verschillende vasculaire fenotypen,
gebaseerd op metingen van macro- en microvasculaire functies; dit betreft de
intima-media dikte van de arteria carotis communis, de lokale polsgolfsnelheid
van de carotis communis, stiffness index van de carotis communis, bloeddruk,
orthostatische hypotensie, glomerulaire filtratiesnelheid, structurele
breinschade en arteriële tonometrie. Op basis van deze metingen streven we
ervaar verschillende vasculaire fenotypen te onderscheiden: geen vasculaire
schade, zowel macro- als microvasculaire schade, alleen microvasculaire schade
en alleen macrovasculaire schade.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire onderzoeksvariabelen zijn cognitief functioneren, zoals vastgesteld
door cognitief functioneren, fysieke metingen (handknijpkracht, loopsnelheid en
de Short Physical Performace Battery; SPPB) en functionele uitkomsten:
afhankelijkheid in activiteiten van het dagelijks leven (ADL) of
afhankelijkheid in instrumentele ADL (iADL), kwalitieit van leven, ernstige
ongewenste voorvallen en mortaliteit.
Achtergrond van het onderzoek
De stijgende prevalentie van dementie is een groeiend probleem. Vanwege het
verouderen van de populatie wordt verwacht dat tevens het aantal mensen
gediagnosticeerd met dementia zal stijgen tot meer da 130 miljoen gevallen
wereldwijd in 2050. De ziekte van Alzheimer is het meest voorkomende subtype
van dementie, gevolgd door vasculaire dementie. Echter, de meerderheid van de
patiënten lijkt te leiden aan een mix van pathologieën, waaronder
cerebrovasculaire pathologie. Bij tot 85% van de patiënten met de
gediagnosticeerd neurodegeneratieve ziekte die van origine niet vasculair is,
is er sprake van vasculaire pathologie in het brein.
Cardiovasculaire gezondheid en de gezondheid van het brein zijn sterk met
elkaar verweven. Daarom is het niet verwonderlijk dat kleine bloedvatziekten in
het brein, zoals witte stof schade, microbloedingen en lacunes geassocieerd
zijn met cardiovasculaire risicofactoren, zoals hypertensie, roken en
atherosclerose. Populatie-risicomodellen in de Rotterdam Study laten zien dat
ten minste 25% van alle gevallen van dementie zouden kunnen worden voorkomen
door optimale preventie van cardiovasculaire risicofactoren en het behandelen
van cardiovasculaire ziekten.
De mechanismen die ten grondslag liggen aan de associatie tussen
cardiovasculaire morbiditeit en schade in het brein zijn niet helder. Eén van
de hypotheses is dat microvasculaire schade door endothele dysfunctie
verantwoordelijk is voor cerebrale ischemische lesies, welke leiden tot
cognitieve achteruitgang. Een andere hypothese is dat macrovasculaire schade,
zoals atherosclerose, leidt tot een grotere variabiliteit in bloeddruk en
vervolgens tot een vertraagde cerebrale bloedstroming, wat ook is geassocieerd
met cognitieve achteruitgang. Een andere uiting van microvasculaire schade,
orthostatische hypertensie, komt vaker voor bij patienten met Mild Cognitive
Impairment (MCI) en dementie.
Het effect van macro- en microvasculaire morbiditeit op cognitieve
achteruitgang, fysieke achteruitgang en nadelige uitkomsten zoals opname in het
ziekenhuis en overlijden is niet precies bekend. Meer inzicht in de relatie
tussen vasculaire fenotypen en de hierboven genoemde uitkomsten is cruciaal,
aangezien cardiovasculaire risicofactoren potentieel modificeerbaar zijn en
effectieve behandeling van dementie niet in de nabije toekomst beschikbaar zal
zijn.
Doel van het onderzoek
Het doel van de studie is om verschillende vasculaire fenotypen, gebaseerd op
macro- en microvasculaire metingen, te relateren aan veranderen in cognitief en
fysiek functioneren in een geriatrische populatie.
Onderzoeksopzet
We zijn van plan de hypothesen te onderzoeken met een longitudinale cohort
study met een follow-up periode van twee jaar. De study zal plaatsvinden in de
geriatrische geheugenpolikliniek van de interne ouderengeneeskunde van het
Amsterdam UMC - locatie VUmc. De meerwaarde van dit cohort ligt in het
uitgebreid fenotyperen van de participanten en de relatieve lange follow-up
periode. Sommige procedures die bijdragen aan de dataverzameling van deze
studie vallen onder de standaard zorg van de afdeling, en deze medische
gegevens worden verzameld en opgeslagen in het kader van een niet-WMO plichtig
onderzoek, het 'generiek' protocol. Sommige procedures zijn extra metingen in
het kader van deze studie de vasculaire metingen tijdens de baseline-visite (of
in de twee weken daaropvolgend, keuze van de patiënt) en de assessment tijdens
de follow-up bezoeken op 6, 12 en 24 maanden zijn extra. Het kan zijn dat de
arts de patiënten op 12 en 24 maanden zelf terug wil zien, als dit niet het
geval is, vragen wij de patiënt terug te komen speciaal voor het onderzoek.
Alle andere procedures tijdens het baseline bezoek zijn deel van de
standaardzorg.
Inschatting van belasting en risico
Er is geen direct voordeel voor de participanten om aan deze studie deel te
nemen. De risico's van deelname aan deze studie, welke vasculaire metingen
omvat die het lichaam van de participant niet penetreren, worden als laag
ingeschat. Op dezelfde dag als het tweede baseline bezoek, na het
uitslaggesprek, worden deze metingen uitgevoerd. Het is mogelijk dat tijdens de
echo van de carotis interna een mogelijk stenose wordt waargenomen. Hiernaast
kan met de EndoPAT meting een afwijkende waarde worden gevonden. Tijdens de
endoPAT meting wordt een bloeddrukband enkele minuten opgepompt tot 200mmHg,
dit kan ongemak veroorzaken. In het geval van afwijkende waarden wordt de
patiënt ingelicht en doorverwezen naar de vasculair medische specialist. Een
andere belasting zijn de extra bezoeken aan het ziekenhuis (na 6, 12 en 24
maanden) die geen onderdeel zijn van de standaardzorg.
Publiek
Boelelaan 1117
Amsterdam 1081HV
NL
Wetenschappelijk
Boelelaan 1117
Amsterdam 1081HV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- 65 jaar en ouder
- afspraak op de geheugenpoli van de afdeling ouderengeneeskunde van het VUmc
- informed conscent van het generieke protocol getekend (METc 2017.148)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal
- Ernstige cognitieve beperkingen: MMSE-score <16.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL73405.029.20 |