46 resultaten
In dit onderzoek wordt onderzocht of te voorspellen is welke patiënten met gevorderde of uitgezaaide blaaskanker baat hebben bij een behandeling met pembrolizumab. Dit wordt gedaan met zogenaamde biomarkers: stukjes van het erfelijk materiaal (DNA…
Het hoofddoel van deze studie is om te beoordelen of CUDI-kwantificatie van CEUS op een succesvolle manier gecorreleerd kan worden aan maligne pathologieresultaten in de nier.
Primaire doelstelling van deze studie is het evalueren van de mogelijkheid om de radiotracer 18F-DCFPyL PSMA te concentreren in de prostaat bij patiënten met prostaatkanker na intra-arteriële toediening in de prostaatslagaders van de tracer…
Het primaire doel van dit onderzoek is het evalueren van de haalbaarheid/mogelijkheid (feasibility) van radio-ligand gestuurde operatieve verwijdering van lymfeklier metastasen bij prostaatkanker patiënten met hoge verdenking op lymfogene…
De waarde van de multiparametrische MRI-scan bij de lokale stadiering van blaastumoren te beoordelen. Daarnaast de haalbaarheid van het gebruik van de MRI bij intekenen van het GTV voor uitwendige radiotherapie bij blaaskanker te evalueren.
Het evalueren van de veiligheid en haalbaarheid van 'stereotactic body radiation therapy' (SBRT) met markers bij inoperabele patiënten met een nierceltumor (RCC). De studie wordt als succesvol gezien wanneer alle 5 behandelingen voltooid…
Het bepalen van de meerwaarde van FDG-PET en 89Zr-girentuximab-PET in het nauwgezet vervolgen van patienten met goede of intermediate prognose niercelcarcinoom ter identificatie en voorspellen van de tijd tot progressie in maanden van patiënten
Doel van het onderzoek is het evalueren van de waarde van 18F-FDG PET/CT en CT voor de preoperatieve regionale N stagering van blaas carcinoom en het verifiëren van de resultaten door te vergelijken met histopathologische analyse, de gouden…
De identificatie van RCC is cruciaal voor de planning van mogelijke chirurgie en behandeling. Het doel van deze studie is het onderzoeken van de veiligheid, verdraagzaamheid, stralingsdosimetrie, alsmede de diagnostische mogelijkheden van 89Zr-…
Het bepalen van in vivo CLE karakteristieken van hogere urineweg tumoren uitgaande van het urotheel.
Om CLE beelden van de blaaswand direct te correleren aan histopathologie, en op basis daarvan karakteristieken van de blaas (normaal urotheel, benigne, laaggradig- of hooggradig oppervlakkig blaascarcinoom of CIS) op CLE-beeld te identificeren en te…
Het doel van het onderzoek is om te exploreren of de aanwezigheid van CD276-positieve CEC's in patienten met lokaal uitgebreid of gemetastaseerd heldercellig niercelcarcinoom, die worden behandeld met eerste lijns systemische therapie, het…
Het valideren van een diagnostisch panel bestaande uit MRI, CEUS en FNA, dat benigne pathologie van maligne pathologie kan differentiëren bij complexe niercysten.
Het bepalen van in vivo sensitiviteit en specificiteit van OCT in de diagnose van hogere urineweg tumoren uitgaande van het urotheel.
Hormoontherapie kan bij het merendeel van patiënten de groei van prostaatkanker remmen. Echter, uiteindelijk ontwikkelen bijna alle mannen een prostaatkanker die groeit, ondanks de hormoontherapie (castratie-ongevoelige ziekte). Om de ontwikkeling…
Het primaire doel van deze studie is het vergelijken van de diffusie-MRI verkregen parameters met de op histologie gebaseerde categorisatie van nier tumoren.
Het doel van dit onderzoek is om de veiligheid en haalbaarheid van intraoperatieve dual-modality imaging bij niercelcarcinoom te testen in patiënten. Dit is wereldwijd nog nooit gedaan. Secundaire doelen zijn: - Bepalen hoe de resultaten van…
MRI geschikt te maken voor een 'MRI-only workflow' voor magnetische resonantie (MR)-geleide (MR-linac) stereotactische radiotherapie voor gelokaliseerd NCC. Het doel van deze studie zal zijn MRI-sequentie optimalisatie. Sequenties zullen…
Onderzoeken wat de impact is van zirconium-89-PET/CT op het klinisch beleid bij patiënten verdacht van primair, recidief of gemetastaseerd ccRCC.
Inventariseren wat de oorzaak zou kunnen zijn van het ontstaan van diarree tijdens het gebruik van de angiogeneseremmers sunitinib en sorafenib bij patiënten met een maligniteit.